Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN HANDVOL KOREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN HANDVOL KOREN

IMPRESSIES VAN VIJFTIG JAAR JEUGDWERK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog niet zo lang geleden las ik een boeiend boek over de geschiedenis van onze westerse kuituur in de jaren 1914 — 1954.

Dat boek is geschreven door de groningse kuituurhistoricus prof. Bouman. Deze hoogleraar beschrijft veertig stormachtige jaren, waarin twee wereldoorlogen voorkomen, door de bril van een aantal bekende personen. Hij vertelt over het leven van Thomas Mann, Herman Hesse, Bertold Brecht, Albert Einstein e.a. Hij citeert uitvoerig uit de boeken die zij geschreven hebben om daarmee een tijdsbeeld te geven. Vandaar dat prof. Bouman zijn boek de titel heeft meegegeven: „Een handvol mensen”.

Een handvol mensen

Dat bracht mij op het spoor om iets te zeggen over 50 jaar jeugdwerk door een handvol mensern aan het woord te laten. Impressies zijn immers maar indrukken. En het is' best mogelijk om wat indrukken te geven door mensen aan het woord te laten.. Mensen die iets betekend hebben in het jeugdwerk. Onwillekeurig denk je dan aan de predikanten Verhagen, Kok, De Bloois en Rijksen die jarenlang leiding hebben gegeven, en aan de heer Hogendoorn die zoveel jaren sekretaris van de Bond was.

Een handvol koren

Impressies over vijftig jaar jeugdwerk door de bril van een handvol mensen. Ja, dat kan... maar daar mag het niet bij blijven. En onwillekeurig denk ik dan aan Psalm 72, de koningspsalm: „Is er een handvol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon”.

Hier géén hand-vol mensen, hier is slechts sprake van een handvol koren. Wat is dat nu, een handvol koren? Is daar iets van te verwachten? Een geringe mensenhand koren, uitgestrooid op de toppen, de hoogten van kale bergen. Uitgestrooid op onvruchtbare plaatsen... Dat schijnt zinloos te zijn. Maar wacht even. Het gaat in deze koningspsalm over de Messias en Zijn vrederijk.

Deze vredevorst heeft een rijk dat de hele wereld zal omvatten. Een handvol koren heeft in Zijn Rijk grote betekenis. De vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon. Dat is de wondere belofte die de Heere gegeven heeft voor alle werk in Zijn Koninkrijk. Hoe klein, hoe bescheiden ook.

Kijk, dat geldt nu ook voor het zaad van het Woord dat in de achterliggende vijftig jaren gezaaid is door een handvol mensen. Door zondige mensen, door mensen met gebreken en tekortkomingen. Daarom herdenken wij geen mensen, maar herinneren we ons een handvol koren die gestrooid werd in de harten van jonge mensen. Dat zaad werd niet gestrooid in een vruchtbare vallei, want zo is on's hart van nature niet. Ons hart is een onvruchtbare vlakte. Daar kan evenmin iets groeien als op kale bergtoppen. Maar dat is nu het wonder van Israëls grote Koning: het zaad van het Woord zal overvloedige vrucht voortbrengen.

Een handvol lijkt weinig, maar is tegelijk een volheid. De vrucht daarvan zal zelfs ruisen als dé Libanon. Een handvol koren zal een onafzienbaar oogstveld geven, ruisend als de machtige cederwouden van het Libanongebergte. Dat is een overweldigende impressie. Dat mag een blijvende indruk nalaten als we vijftig jaar jeugdwerk overzien.

Het begin

Kerkelijk jeugdwerk behoort tot de zaak van Gods Koninkrijk. En in dat Koninkrijk gelden geen geweldige prestaties van mensen. Dat Koninkrijk begint altijd klein en onaanzienlijk, met een handvol koren.

Zo groeide vanaf 1931 ook het stekje van het jeugdwerk in de kring van onze gemeenten, 't "Was aanvankelijk klein en onbetekenend. Slechts elf verenigingen ondersteunden het initiatief om tot het oprichten van een Bond van Jongelingsverenigingen te komen. Ik kan me zo voorstellen dat in die tijd weieens gedacht is: wat kan nu een elftal verenigingen gezamenlijk doen voor de jeugd van onze gemeenten? Ik denk in dit verband aan de woorden van ds.é G. H. Kersten waarin hij de noodzaak onderstreepte van de ambtelijke begeleiding van de jeugd. In de Saambinder schreef hij toen hier en daar jongelingsverenigingen ontstonden: „Ambtelijk gesproken zijn de jongens der gemeente zijn jongens en als hij dat gevoelt, zal hij ze niet laten lopen, hij zal ze willen vergaderen onder 'i Woord. En ik heb menigmaal gedacht: zo alleen (middellijk gesproken) een bolwerk op te kunnen werpen tegen de macht van wereldzin en ongeloof die onze jongens aangrijpt.”

Ds. Kersten zag in de jongelingsverenigingen een middel om de jeugd der gemeenten te begeleiden en toe te rusten.

Ook de pastorale zorg van de jeugd had' zijn aandacht. Met het oog op het onderwijs schreef hij eens: „Immers bij 't gemis van. voldoende leraars zijn vele onzer gemeenten herderloos, hier kan vooral 't christelijk onderwijs in. tegemoet komen aan de noodtoestand heersend in onze kerken.”

En ondanks dat kleine begin in 1931 is het jeugdwerk in de achterliggende vijftig jaar toch een belangrijk middel gebleken voor de begeleiding en toerusting van jonge mensen, terwijl ook de pastorale zorg waar ds. Kersten op doelde, middels het verenigingsleven de aandacht heeft gekregen.

Misschien zijn er wel ouderen die de oprichtingsvergadering van de Bond van Jongelingsverenigingen hebben bijgewoond, zoals ons erelid de heer Blom, die de herdenkingsdienst mag bijwonen. Ik. ben er van overtuigd dat ze nu — na zoveel jaren — zullen zeggen: , , 't Was inderdaad maar een handvol koren, maar de Heere heeft het willen gebruiken tot opbouw van Zijn gemeente.”

Een moeilijke tijd

De eerste vijfentwintig jaar groeide onder bekwame leiding van ds. Verhagen het jeugdwerk langzaam, maar zeker, 't Was in die jaren niet altijd even gemakkelijk. De toenmalige sekretaris van de Bond, de heer H. Hogendoorn, merkte zelfs bij het vijfentwintigjarige bestaan van de Bond op dat de eerste tijd er „niet het minste begrip en niet de minste steun" voor de jongelingsvereniging was. Vandaag mogen we zeggen dat er veel ten goede is veranderd, hoewel het ons toch wel pijn doet als we merken dat 'sommigen onder ons de waarde van het kerkelijk gebonden jeugdwerk niet inzien. Door de jaren heen heeft dat de bestuursleden wel eens moedeloos gemaakt. En begrijpelijk, wat zou een handivol mensen kunnen uitrichten? Maar ds. Verhagen zag meer dan mensen Hij zag een handvol koren. Dat kleine en geringe werk ten dienste van jonge mensen zou onder het beding van Gods zegen mogen meewerken aan de voltooiing van het Godsrijk. En in dat Godsrijk zal de roem van vrije genade ruisen als de Libanon.

Op de laatste jaarvergadering van de Bond voor het uitbreken van de Tweede Wereld-

oorlog, is ds... Verhagen .door ziekte verhinderd. Hij schrijft dan een brief: Gelukkig, de Heere maakt het wel, ik wil u verzoeken te zingen: salm 27 : 7 en bedenk dat uw voorzitter dat mee mag en kan zingen. Had de Heere niet ondersteund dan was ik vergaan. Maar vrienden, alleen genade is het als ge zulks ervaart.”

Een nieuw begin

Na die donkere oorlogsjaren is er opnieuw een handvol koren De brochure „Jeugd in nood" word't uitgegeven, 't Was maar een eenvoudige poging om aandacht te vragen voor de jeugd van de gemeenten. Voor jonge mensen in een ontredderde situatie. In de brochure wordt gevraagd om belangstelling, liefde en vooral gebed voor de jongeren.

Kort daarop mag het zaad gestrooid worden door middel van een eigen jeugdblad. Het eerste nummer verschijnt op 21 juni 1946. Tot op de dag van vandaag mag ons jeugdblad „Daniël" verschijnen in een oplaag die groter is dan ooit tevoren. Elke veertien dagen komt het in 7000 gezinnen. Het zaad wordt gestrooid. En als daarin de adem van de Geest mag zijn, zal het dienstbaar zijn tot de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Dan zal ook de vrucht van deze handvol koren ruisen als de machtige ceders van de Libanon.

Be vijftiger jaren

In de vijftiger jaren verschijnen er donkere wolken boven ons kerkelijk leven. Er voltrekt zich een scheuring in onze gemeenten die ook voor het werk onder de jongeren gevolgen heeft. Het aantal aangesloten verenigingen loopt terug. Is er dan nog een handvol koren? Maar de zon en de maan zijn er nog. Zij zijn de stille getuigen van de voortgang van Gods Koninkrijk. Koning Jezus gaat door met, Zijn werk. Zolang de zon en de maan er zijn, zal Hij Zijn Naam voortplanten in mensenharten, van kind tot kind totdat... de maan niet meer schijnt.

Uitbouw

In de zestiger jaren zien we een uitbouw van aktiviteiten. Niet alleen het aantal verenigingen, maar ook het aantal leden op die verenigingen groeit. Niet in de laatste plaats omdat naast de jongelingen, ook de meisjes de verenigingen gaan bezoeken. Niet alle jongelingen waren daar zo gelukkig mee. Een vereniging werd. zelfs niet toegelaten door een ringbestuur, omdat ook meisjes deel uitmaakten van deze vereniging. Later horen we daar niets meer over, zodat ik maar aanneem dat de jongelingen hun bezwaren ten aanzien van de meisjes hebben laten varen.

Aan het eind van de zestiger jaren wordt door de Generale Synode een Deputaatschap Jeugdzorg ingesteld, waarmee het bestuur van de Jeugdbond tot op heden vruchtbaar heeft samengewerkt.

En opnieuw is er sprake van een mijlpaal in de geschiedenis van het jeugdwerk als op 1 augustus 1968 de eerste jeugdwerkadviseur, de heer M, . Golverdingen, in dienst treedt van de Jeugdbond. Vanaf die tijd beschikt de Jeugdbond over een beroepskracht die alle aandacht kan geven aan de verdere uitbouw van het werk onder de jongeren.

Ik wil evenmin onvermeld laten dat vanaf de eerste j.w.a. de Jeugdbond subsidie voor haar werk heeft ontvangen van het Ministerie van C.R.M. Het bestuur van de Jeugdbond is dankbaar voor de kerkelijke bijdragen, maar ook voor de overheidssubsidie, waardoor ons werk in materiële zin mogelijk wordt gemaakt.

Fusie

Kort voor de herdenking van het veertigjarige bestaan van de Jeugdbond'komt de integratie met het Landelijk Verband van Knapen-en meisjesverenigingen tot stand. De Jeugdbond omvat vanaf die tijd ccn sektie benedenzestienjarigen en een sektie bovenzestienjarigen. Met name het werk voor de jongens en meisjes van 8-12 jaar en van 12-16 jaar is in deze jaren stormachtig gegroeid.

Vijftig jaar jeugdwerk

Het begon met elf aangesloten verenigingen. Nu zijn er bijna zesduizend jongeren op een of andere wijze betrokken bij het kerkelijk jeugdwerk. Het is voor het bestuur van de Jeugdbond en voor de werkers op het bondscentrum telkens weer bemoedigend als we merken dat. het jeugdwerk leeft onder onze jongeren. Hartverwarmend is het als we op onze bondsdagen duizenden jongeren bijeen zien. Voor die betrokkenheid zijn we dankbaar.

Veel aandacht is er in de laatste jaren besteed aan de begeleiding van de aangesloten klubs en verenigingen, door middel van ons werkmateriaal en de kadervorming. Toch moeten we ook vandaag zeggen: het was slechts een handvol koren.

Wat mensen gedaan hebben in de achterliggende jaren gaat voorbij. Maar het Woord van God blijft in eeuwigheid.

We gedenken niet het werk van mensen. We herinneren ons een handvol koren die in de hand van de Koning der Kerk vrachten van geloof en bekering zal voortbrengen. Dan gaan jongens en meisjes vragen naar Davids grote Zoon: Neig mijn hart en voeg het saam: , tot de vrees van Uwe Naam....

Daarom herdenken wij hoe voor dezen, ons de Heer heeft gunst bewezen. De voltooiing van het Godsrijk zal komen. Dan zullen de vruchten van een handvol koren ruisen als de Libanon.

Op 21 juni 1946 verscheen het eerste nummer van „Daniël". Tot op de dag van vandaag mag ons jeugdblad verschijnen in een oplaag die groter is dan ooit tevoren.

Dat geruis laat ons horen: Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen. Laat dat een blijvende impressie mogen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1982

Daniel | 28 Pagina's

EEN HANDVOL KOREN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1982

Daniel | 28 Pagina's