Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE DORDTSE LEERREGELS (vragenbeantwoording)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE DORDTSE LEERREGELS (vragenbeantwoording)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enige tijd geleden werd een aantal vragen, die op de regionale bijeenkomst in Vlissin-•gen gesteld werd naar aanleiding van het onderwerp „Het vergeten dokument van Dordt", bantwoord. Hier volgen de antwoorden op de laatste vragen.

De remonstrant legt nadruk op ijver. Toch is ijver nodig. Want hoe kan het anders de schuld van de mens zijn? Kunnen vruchten van verkiezing ook niet zodanig openbaar komen in nabij-christenen dat zij niet te onderscheiden zijn van ware christenen? IJver is nodig, zo wordt in deze vraag gesteld.

Laat ik beginnen met te zeggen dat de genade van God mensen in ieder geval niet lijdelijk maakt. Het doet de I-Ieere als het hoogste Goed zoeken met ingespannen krachten. Dus is ijver nodig? Ja. Komt ijver uit ons natuurlijk hart op? Niet een ijver, met verstand, ten goede. De remonstranten beweerden dat de mens in zijn natuurlijk hart vermogen bezat om zulk een ijver te betrachten. Maar dat is een leugen. Alleen het vernieuwde hart, de vernieuwde wil door God bewogen zijnde, werkt nu zelf ook (D.L. III/IV, 12). Is er dan geen schuld? Ja. Alles is schuld', ook dat we geen lust en ijver hebben.

In het tweede deel van de vraag gaat het over de vruchten van de verkiezing. Daarover spreken de Dordtse Leerregels in Hfst. I art. 12. Daar gaat het over de vraag of de verkorenen van hun verkiezing kunnen verzekerd zijn en hoe zij daarvan verzekerd kunnen zijn. Zij kunnen dat in ongelijke mate en bij verschillende trappen uit de onfeilbare vruchten der verkiezing, zo staat er, in het Woord Gods aangewezen (als daar zijn: et ware geloof in Christus, kinderlijke vreze Gods, droefheid, die naar God is over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid) in zichzelven, met een geestelijke blijdschap en heilige vermaking waarnemen (2 Kor. 13 : 5).

Het zijn onfeilbare vruchten. Dat wil dus zeggen: et kan niet missen. Deze moeten niet in een ander, maar in onszelf worden waargenomen met een geestelijke blijdschap en een heilige vermaking, naar het Woord van God. Zulk een waarneming kent de. nabij-christen niet. Deze zal trouwens alle zelfonderzoek en toetsing schuwen. Terwijl de oprechten zich wel duizendmaal onderzoeken en zich voor de Heere openleggen (Psalm. 139 : 23). Dat is een zaak die niet. missen kan. De apostel roept tot dit onderzoek op in de tekst die de vaderen noemen; 2 Kor. 13 : 5: Onderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelf niet dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt."

Hfst. III/IV art. 9. Dat er velen niet komen en bekeerd worden is eigen schuld omdat zij het Woord des levens niet aannemen. Maar een mens die dood is kan dat toch niet? Wat moeten wij dan doen?

Nee, dat kan een dood mens niet, Maar nu toch wel even: de Heere heeft ons niet dood geschapen. Van een boom kun je niet verlangen dat hij wandelt. Zo is hij niet geschapen. Maar een mens is geschapen, versierd met het beeld van God. Dus dood-zijn in zonden en misdaden is schuld. Het is ook een vijandig werkzaam dood-zijn.

Wat moeten wij dan doen? Onder de middelen getrouw komen, de Heere om Zijn genade aanroepen, de dag van overvloediger genade vuriglijk verlangen, en deze met eerbiediging en ootmoedigheid verwachten. Zie Hfst. I, art. 16.

Heerst de remonstrantse gedachte ook nu nog in onze gemeenten?

Ik hoop niet dat deze gedachte er heerst. Dat wil zeggen dat. zij de boventoon zou voeren, want dat is heersen; dat zou vreselijk zijn. Ik hoop het niet en ik geloof het ook niet. Maar aan de andere kant moeten we bedenken dat het remonstrantisme wortelt in ons aller hart. Iiet. sluit zich zo helemaal aan bij de natuurlijke mens. Het komt in onze tijd veelvuldig voor ook in allerlei sekten en groepen, die zich soms nog wel als bijbelgetrouw voordoen, maar waar toch hetgeen de remonstrant vanouds leerde, in nieuw gewaad terugkomt. Reden te meer om ons in de vijf artikelen te verdiepen, en onder biddend opzien het Woord te onderzoeken: Doorgrond mij, o God, en zie of er een schadelijke weg bij mij is en leidt mij op de eeuwige weg.

Hfst. I, art. 17. Hoe moeten we in deze paragraaf de uitdrukking kinderen der gelovigen opvatten? Mogen we hieruit opmaken dat alle jonggestorven kinderen naar de hemel gaan?

Zie daar een aantal hele tere vragen, waarachter zich een ouderhart verschuilt dat met deze vragen geworsteld heeft en nog worstelen kan. We zullen daar proberen iets over te zeggen, zonder daar volledig in te kunnen zijn.

Het moet ons allereerst duidelijk zijn waarom dit artikel in de Leerregels een plaats vond. Het ging in het voorgaande artikel over het verzekerd zijn van de verkiezing uit de vruchten.

Maar nu zijn er ook kinderen. Kinderen die maar even het licht van de zon zien en dan-sterven gaan. Waar zijn ze? Wat is hun bestemming voor de eeuwigheid? Wat was er te zien van vruchten van verkiezing? Dus dan maar altijd in onzekerheid verkeren? 0'f dan maar alle kinderen naar het eeuwige oordeel verwijzen?

De vaderen gaan godzalige ouders, let daar wel op, wijzen naar het Woord. Gelovige ouders, .dat wil zeggen ouders die het ware zaligmakende geloof beoefenen. Een ander geloof kennen onze belijdenisgeschriften niet, wanneer zij daarvan spreken zonder nadere aanduiding. Godzalige ouders, dat wil zeggen ouders die in de vreze Gods leven. Waarom nu deze ouders genoemd? Omdat deze ouders in het bijzonder met het eeuwige wel of wee van hun kinderen zullen worstelen. Zij zullen gevonden worden aan de genadetroon om daar hun kleine kinderen, ja het ongeboren kind zelfs op te dragen. Dat wil echter niet zeggen dat alle kinderen van ongelovige ouders verloren zijn. Het kind van Jerobeara staat ook in de Schrift. Daarvan wordt gezegd dat er wat goeds in gevonden werd voor de Heere.

De Dordtse Leerregels wijzen godzalige ouders naar het Woord. Daaruit moeten wij oordelen van de wil van God. En in deze zaken hebben onze vaderen ruim gedacht Zij hadden grote gedachten van God en van de genade van God. Die hadden ze zelf ervaren. Die hadden ze gevonden in het Woord. De vaderen wijzen de godzalige ouders op het verbond. En de kinderen der gelovigen zijn heilig, niet van nature, maar Uit de kracht van het genadeverbond, in hetwelk zij met hun ouders begrepen zijn. Dat genadeverbond beloofde: k ben. uw God en uws zaads God. Daarvan gewaagde Petrus op de pinksterdag: komt de belofte toe en uw kinderen (Hand. 2 : 39). Daar alleen liggen de gronden waarop de jong stervenden ook de zaligheid beërven zullen. En daarin zullen dan ook de ouders troost mogen vinden door het geloof.

Gaan nu alle jongstervenden ten hemel in? Ongeacht of zij van gelovige of ongelovige ouders zijn? Dat wordt door de Schrift niet. zo gezegd. De Bijbel geeft ons voor zulk ëen automatisme geen grond. Daar zijn dingen die wij aan de Heere moeten overlaten en voor de Heere moeten laten liggen. Het geloof is nooit goedkoop en vlak. Het is nooit zonder worsteling of strijd verkregen. Het zal ook nooit zonder bestrijding beoefend worden. Ook dit geloof ten aanzien van de eeuwige staat van onze jongstervende kinderkens niet. Maar het zal zich wel mogen sterken aan en in het Woord, waaruit Wij van de wil van God moeten oordelen, en het zal de vastigheden van het verbond leren kennen, dat in Christus is vastgemaakt en het zal in dat verbond ook roemen: Ik weet hoe het vast gebouw van Uwe gunstbewijzen, naar Uw gemaakt bestek in eeuwigheid zal rijzen.

Hiermede heb ik aan de belofte voldaan die ik gegeven heb op de avond van de lezing. % Had meer nog kunnen, misschien ook nog wel moeten schrijven, maar het is eigenlijk al te lang geworden. Andere gelegenheden zullen zich mogelijk nog voordoen om het niet behandelde uitvoerig en ongetwijfeld, door anderen, beter te belichten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1982

Daniel | 28 Pagina's

DE DORDTSE LEERREGELS (vragenbeantwoording)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1982

Daniel | 28 Pagina's