Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

S.G.P. - R.P.F. en JONGEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

S.G.P. - R.P.F. en JONGEREN

Is de RPF voor jongeren van de Gêr. Gem. het „redelijk alternatief” voor de SGP? GL

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Van een onzer verslaggevers) UTRECHT — De SGP maakt zich zorgen over het voortdurende stemmenverlies bij de Tweede-kamerverkiezingen. Weliswaar bleef bij de laatstgehouden verkiezingen in september '82 de derde zetel behouden, maar dit feit is slechts te danken aan de lijstverbinding met RPF en GPV. Daarom is een commissie „Onderzoek stemmenverlies" ingesteld die zich op wat wordt genoemd „de ernstige situatie" zal beraden.

Eenrichtingsverkeer van SGP naar RPF

Rond elke verkiezing, en vooral rond landelijke verkiezingen, worden talrijke enquêtes gehouden die tamelijk nauwkeurig het kiezersgedrag in kaart brengen. Zo enquêteerde het onderzoeksbureau Intomart op de dag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer zo'n 28.000 kiezers, verspreid over een veertigtal stembureaus. Hen werd gevraagd op een apart „stembiljet" aan te geven op welke partij ze deed èn de vorige keer gestemd hadden. Ook moest men leeftijd en geslacht opgeven. Drs. C. S. L. Janse gaf in het RE) van 11 september 1982 een analyse van deze enquête. Zijn konklusie was: „Tussen RPF en SGP is er voornamelijk eenrichtingsverkeer. En wel van SGP naar RPF." Er waren nl. 8000 SGP-ers „overgelopen" naar de RPF, andersom waren dat er 1000. Het grootste deel van de winst van de RPF kwam daarmee van de SGP.

Bovendien bleek, dat de SGP een vergrijzende partij is. Bijna de helft van het aantal stemmers is ouder dan 50 jaar. Terwijl het spreekwoord luidt: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Vandaar de ontstane bezorgdheid in de SGP.

Ontstaan en groei van de RPF

Al blijkt de RPF nu een konkurrent van de SGP te zijn, oorspronkelijk was ze dat niet zo. De RPF dankt haar ontstaan enerzijds aan de onvrede bij het NEV, het Nationaal Evangelisch Verband, ontstaan in 1966. Dit was een organisatie van niet-Vrijgemaakten die 't liefst stemden op het GPV. Uiteindelijk liep dit spaak: men mocht wel stemmen op het GPV, maar verder kreeg men geen rechten. De tweede belangrijke „poot" van de RPF wordt gevormd door de „Gespreksgroep van ARgezinden", een organisatie binnen de ARP, ontstaan in 1971, die de partij te „links" vond worden en afkerig stond tegenover de vorming van het CDA. Zo ontstond op 15 maart 1975 de Reformatorische Politieke Federatie. Ze was bedoeld om een „alternatief te stellen tegenover het CDA". In haar propaganda richtte de RPF zich ook duidelijk op deze partij. In een van de oudste folders lees ik: „De reden dat de Reformatorische Politieke Federatie tot stand gekomen is en de noodzaak van haar bestaan is gelegen in de verwereldlijking van de Chris ten-democratische partijen". De laatste jaren is er in feite nog een

groepering bij gekomen, nl. de Evangelische richting. Bij de laatste verkiezingen stond daarom ook de heer J. J. Frinsel, direkteur van de stichting „Tot heil des Volks", op de derde plaats van de lijst Juist in evangelische kringen leefde (en leeft) nogal wat afkeer van de politiek. Een bekend man als dr. W. J. Ouweneel heeft meermalen gezegd dat een christen niet (meer) aan politiek kan doen. Hij gaat daarom niet stemmen.

De RPF is er duidelijk in geslaagd een deel van deze „politiek daklozen" aan zich te binden. Gezien deze achtergrond heeft de RPF zeker bestaansrecht Mede met het oog op de evangelischen staat er daarom in de grondslag van de RPF: „De RPF aanvaardt als enige norm voor haar politiek denken en handelen het onfeilbare en gezaghebbende Woord van God, zoals ten aanzien daarvan ook beleden wordt in de Drie Formulieren van Enigheid".

Deze laatste zinsnede heeft een wat onduidelijk karakter. Het woordje „daarvan" kan immers terugslaan op „Woord van God", maar ook op „politiek denken en handelen". In het eerste geval gaat het er dan alleen om het onfeilbare karakter van de Bijbel extra nadruk te geven. In het tweede geval grijpt men terug op de Belijdenis, voorzover die van betekenis is voor het politieke handelen. Denk bijvoorbeeld aan het bekende artikel 36 van de NGB. (Dit is de visie van Meindert Leerling). Een binding aan de hele belijdenis acht men niet nodig — wat doe je immers met uitspraken over doop en avondmaal in de politiek — maar ook ongewenst, gezien de evangelischen voor wie dit onverteerbaar zou zijn.

Op een ding wil ik nog wijzen. Oorspronkelijk stond de RPF heel dicht bij het GPV. Haar programma was, aldus een RPF-er, voor 99% gelijk aan dat van het GPV. Ik heb de indruk dat door de inbreng van de evangelischen de RPF meer naar de SGP is opgeschoven. Het getuigende element in de politiek is door de evangelischen namelijk sterker geworden. Juist de evangelischen leggen er ook alle nadruk op dat de Overheid „Gods dienaresse" is. Als men in evangelische kring ergens op tegen is, dan is men ook radikaal tegen! Denk in dit verband bijvoorbeeld aan de E.O., die een proces aangespannen heeft gekregen, omdat zij in de CAO weigert het zogenaamde anti-diskriminatie-artikel op te nemen (namelijk dat iedereen gelijk is ongeacht ras, geloof, geslacht of sexuele geaardheid). Ook zou gewezen kunnen worden op de E.H., die weigerde mee te doen met de medezeggenschapsregeling in het onderwijs, terwijl tal van reformatorische scholen geen onoverkomelijke principiële bezwaren hierin zagen.

Wat jongeren zeggen

Ik heb wat jongeren uit de hoogste klassen van het middelbaar onderwijs gevraagd op welke partij ze de laatste keer gestemd hebben, of, als ze dat nog niet mochten, op welke partij ze zouden gestemd hebbea De verhouding SGP - RPF lag ongeveer flftyfifty. Twee typerende reakties geef ik hieronder weer.

De SGP-er: „Ik zou SGP stemmen. Dit echter vol twijfel en kritiek. De SGP sluit zondermeer het nauwste aan bij de Reformatie en Nadere Reformatie. Kortom, bij de calvinistische principes. Zij willen blijven getuigen naar bijbelse norm. Hier komt echter mijn kritiek om de hoek kijken, nl. de manier van getuigen en naar buiten treden als partij. Waarom komt men toch steeds met oude stokpaardjes, bijvoorbeeld Van Rossum die vragen stelde over een reis van de koningin naar Italië en of ze daar de Paus zou mogen bezoeken. Wagenaar daarentegen houdt een interpellatie-debat met de minister over de russische relaties met de nederlandse vredesbeweging. Typerend is ook, dat Meindert Leerling

alle kritiek krijgt (bijv. brandbommen) van homo-organisaties, terwijl de SGPafgevaardigden geen enkele kritiek ontvangen. Wie kwam er het eerst met de anti-diskriminatiewetgeving in de publiciteit: de RPF. Dit alles zijn toch tekenen, dat de RPF het getuige-zijn er beter afbrengt Is dit niet het gevolg van een traditionele verkramptheid die niet voldoende inspeelt op de moderne ontwikkelingen? "

De RPF-er: „Ik stem RPF. Dit is een • jonge en frisse partij die op een positieve manier — dus niet ouderwets zoals de SGP — voor haar principes uitkomt Dat spreekt mij duidelijk aan. De SGP denkt ouderwets: de vrouw hoort thuis en staat onder de man, ze hoort ook eigenlijk niet te stemmen, maar we hebben die stemmen wel nodig. Ook ouderwets is het niet gebruiken willen van radio en tv. Erg belangrijk voor mij is, dat ik vind dat in onze niet-christelijke samenleving het niet meer mogelijk is een theokratie te verwezenlijken. Aan de ene kant zelf gebruik maken van de vrijheid van godsdienst van onderwijs en van vergadering, en aan de andere kant dat aan andersdenkenden willen verbieden. Dat kan niet Het is mij trouwens een raadsel hoe SGP-ers de eed op de grondwet kunnen afleggen, waarin deze vrijheden zijn vastgelegd, 'k Vind het jammer dat er binnen de RPF wat verschil van mening is — het RD blies de zaak lekker op — maar binnen de SGP is het al jaren flink mis, zoals onlangs weer eens bleek — al las je er in het RD toen bijna niets over." Ik noemde deze reakties typerend. Ze waren ook goed verwoord en noemden de meest belangrijke zaken. Uit de zestig reakties die ik kreeg, dringen zich de volgende konklusies op:

1. Wie SGP stemt, doet dat vanuit de over tuiging dat deze partij het meest bijbels is. Dat is belangrijker dan de kritiek die men heeft. Een leerling schreef: „De SGP is konsekwent en bijbelvast al zijn er ook veel dingen, waar ik het niet mee eens ben. Die zijn echter niet onoverkomelijk." En een ander: „Ik vind konsekwent-zijn belangrijker dan modern-zijn. Daarom vind ik het jammer, dat door enkele verouderde ideeën veel stemmen van jongeren voor de SGP verloren gaan."

2. Wie voor RPF kiest doet dat vaak, omdat men de SGP te ouderwets vindt De manier van optreden van de RPF spreekt aan en vooral ook de standpunten ten aanzien van radio-en tvgebruik, èn de positie van de vrouw spelen dan een rol. Een meisje schreef: „Ze hebben ons bij de SGP wel nodig voor de stemmen (voor de drie zetels), maar verder..... Op vergaderingen, zelfs van de „jeugdkiesverenigingen", ben je niet welkom, vragen hoor je niet te stellen, laat staan datje lid zou kunnen worden." En een ander „De RPF bedrijft christelijke politiek, doet dat op een aansprekende wijze en is niet zo extreem als de SGP."

Voor een aantal speelt ook het „starre vasthouden aan art 36" een rol, met name het punt van de godsdienstvrijheid. Om nog eens te citeren: „Ik stem RPF, want vasthouden aan art 36 zoals de SGP dat wil, kan niet in een demokratie. Je moet of kompromissen durven sluiten, of niet in de politiek gaan."

3. Veel jongeren aarzelen in hun keus: „Op dit moment zou ik SGP stemmen,

maar dat wisselt regelmatig met de RPF", en: „Ik zal waarschijnlijk SGP gaan stemmen". De keuze wordt dan uiteindelijk gevoelsmatig gedaan: je hoort toch wel SGP te stemmen, of wordt bepaald door een enkel punt de SGP „diskrimineert" de vrouw.

4. Er blijken ook de nodige misvattingen te zijn, zowel ten aanzien van de SGP als van de RPF. Zo meenden enkelen dat de RPF „een verkorte handhaving van art. 36 voorstaat", art 36 geschrapt heeft" of „de Drie Formulieren niet erkent". Alle drie beweringen zijn onjuist. Wat wel waar is, is dat beide partijen verschillend denken over art. 36.

Ten aanzien van de SGP werd opgemerkt dat deze partij „volgens de statuten het stemmen van vrouwen verwerpt, maar daar in de praktijk liever over zwijgt". En ook hier waren misvattingen over art 36. Het verschil tussen godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid bleek niet altijd duidelijk te zijn.

Wal de partijen zelf zeggen

Aan zowel SGP als RPF is de vraag voorgelegd wat zij als oorzaken zien dat nogal wat jongeren van reformatorische huize zich meer aangesproken voelen door de RPF dan door de SGP. Meindert Leerling antwoordde persoonlijk. Als belangrijkste oorzaken zag hij:

- De RPF is een nieuwe partij met een frisse en spontane aanpak.

- De RPF gebruikt alle beschikbare en toelaatbare middelen om zich tot de kiezer te richten. Denk aan het gebruik van radio en tv.

- In de loop van de jaren heeft de SGP het imago opgebouwd van een oerkonservatieve, vrij negatief ingestelde dominees-partij te zijn. Die indruk is veelal onjuist maar het valt de SGP moeilijk dat imago kwijt te raken.

- Heel belangrijk is het feit dat de RPF ook ruimte geeft voor de christen-vrouw om aan politiek te doen. Vele jongeren uit SGP-kring hebben er geen enkele begrip voor dat dit in hun kring niet wordt aanvaard, terwijl de juffrouw wel voor de klas staat een meisje dokter mag worden en vul maar aan, maar geen politicus. Ze mag in feite zelfs niet eens stemmen als gevolg van een naar mijn opvatting verkeerd Schriftgebruik. Zijn konklusie was dat het „niet voor alles de verschillen in politieke visie als wel aanpak en presentatie (zijn) die jongeren eerder naar de RPF dan naar de SGP trekken."

Van de SGP kreeg ik geen officiële reaktie. Dat vond men niet juist omdat er pas een kommissie is geïnstalleerd die over deze zaak een rapport zal gaan uitbrengen. Uiteraard heb ik wel de nodige officieuze reakties weten te verzamelen. Ook hiervan een korte samenvatting:

- Aan de presentatie naar de jongeren toe is in het verleden te weinig gedaan. De SGP is geen aktie-partij, meer een zich bezinnende en bezonnen partij. De propaganda is gematigd: geen vlaggen, buttons, bierviltjes enz., geen meedoen aan politieke markten.

- Er is veel onkunde over wat de SGP nu precies voorstaat met art. 36. Slechts weinig jongeren hebben daar echt serieus over nagedacht Dat is natuurlijk niet alleen hun schuld, zelfs niet in de eerste plaats: ouders, school en kerk zijn daarin te kort geschoten (in hoeveel preken wordt dit facet van onze belijdenis duidelijk belicht? ).

- In onze niet-christelijke maatschappij valt het niet mee om er eerlijk voor uit te komen, dat men SGP-er is. Eigenlijk moetje voor de SGP-beginselen „ingewonnen worden".

- De standpunten over het niet gebruiken van televisie en over de positie van de vrouw worden vaak verkeerd uitgelegd. Wat het laatste betreft: het is een fabel

dat vrouwen niet mogen stemmen. Dat daarover verschillend gedacht wordt is iets anders. In elke partij komen verschillende opvattingen voor. En wat de televisie betreft er is besloten daar geen gebruik van te maken. Dat men daardoor kansen mist? Elke principiële christen mist kansen: op zondag studeren doe je toch ook niet?

Een persoonlijke visie

Hoewel ik geprobeerd heb in het voorgaande objektief te blijven, heb je wellicht gemerkt, dat ik meer voor de SGP dan voor de RPF voel. Dat klopt ik ben al jaren lid van de SGP. Wel een kritisch lid. Met alle standpunten ben ik het niet altijd eens. Zo wordt er op ekonomisch terrein mijns inziens wél eens te gemakkelijk met de VVD meegestemd. En wat de kernwapens betreft, zou ik willen, dat men iets kritischer stond tegenover het beleid van president Reagan. Maar in grote lijnen kan ik me goed vinden in het beleid zoals dat jaren door ds. Abma en nu door ir. Van Rossum wordt gevoerd.

In de plaatselijke politiek doen zich de grootste verschillen voor. Vooral daar waar de „Stichting tot handhaving van de Staatkundig Gereformeerde beginselen" grote invloed heeft. Het zijn met name haar opvattingen en optreden die veel jongeren van de SGP vervreemden. Denk bijvoorbeeld aan het standpunt van deze „dissidenten" over het stemrecht van de vrouw. Ze mag niet stemmen, maar moet haar man machtigen ook voor haar te stemmen. Zo gaan de stemmen niet verloren, maar blijft het principe gehandhaafd. Aldus een advies uit deze kring. Ik zou hier bijna de term schijn-heilig willen gebruiken. Sommigen gaan zelfs zo ver in rechtlijnig denken, dat ze het uitoefenen van het koningschap door een vorstin afwijzen. Ik voel me wat dit betreft meer aangesproken door de opvattingen van een SGP-er als burgemeester Smit, zoals je die kon lezen in „Daniël" van 14 mei 1982. In de kringen van deze Stichting wordt met name ook artikel 36 vaak te rigoreus geïnterpreteerd. Zo gaat het mij te ver — zoals in mijn direkte omgeving gebeurde — om bij de gemeenteraad een motie in te dienen waarin het aan de PvdA verboden werd een vergadering te beleggen ter ere van een 1 mei-viering. Wie aan politiek doet, moet zich aan de grondwet houden. En daarin staat een artikel over de vrijheid van vergadering.

Verschillen binnen een partij zijn legitiem.

Dat moet ook kunnen. Maar de manier van optreden is wel belangrijk. Jaren geleden konstateerde ds. Vergunst al dat de Stichting de wapens van verdachtmaking en laster hanteerde. Vooral tegen ds. Abma. En onlangs gaf de Stichting weer een staaltje ten beste tegenover wethouder Leusing van Nunspeet, reeds jaren een zeer bekwaam en integer bestuurder.

De belangrijkste redenen waarom ik nog steeds SGP-er ben, zijn kort weer te geven. In de eerste plaats de hele simpele, dat ik het altijd geweest ben. Je verandert niet zo snel. Dan moet het echt onoverkomelijk worden. Belangrijker echter is, dat ik niet precies weet wat ik aan de RPF heb. Denk maar aan de interne verschillen van mening die ook daar zijn en ook aan het „klimaat" dat in de RPF heerst. Een van mijn leerlingen schreef. „Ondanks alles SGP. Je weet watje daar aan hebt". En dan is er nog iets, wat belangrijk is. De SGP en haar achterban wordt door de overheid als een aparte „richting" (met een moeilijk woord denominatie) gezien. Zo speelt het aantal SGP-stemmen een rol in het toekennen van scholen aan het reformatorische volksdeel. Versnippering zal daarom een ongunstig effekt geven. Wil dat nu ook zeggen, dat ik de RPF het bestaan misgun? Beslist niet Ze is voor mij beslist het eerste alternatief na de SGP. Samenwerking is ook heel goed mogelijk. Onlangs werd op een SGP-vergadering het verschil tussen SGP en RPF aangeduid als het verschil tussen dag en nacht, tussen licht en duister. Daarmee ben ik het beslist oneens, 'k Denk dat het ook onverstandig is. Jongeren prikken door allerlei goedkope rethoriek gemakkelijk heen. Op hoeveel andere terreinen werken we niet nauw samen met een man als prof. Velema. En die staat kandidaat voor de Eerste Kamer voor de RPF.

Het bestaansrecht van de RPF vecht ik niet aan. De verwatering van het CDA gaf daar aanleiding toe. Ik zou het echter bedenkelijk vinden als de RPF haar „pompinstallaties" in hetzelfde „waterwingebied" zou oprichten als SGP en GPV. Daar is reformatorisch-Nederland niet mee gebaat De SGP doet er echter wel verstandig aan rekening te houden met de aantrekkingskracht van een frisse partij als de RPF. Dat kan onder andere in de presentatie. Ik denk dat men ook zal moeten denken aan een verjonging van het partij kader.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1983

Daniel | 32 Pagina's

S.G.P. - R.P.F. en JONGEREN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1983

Daniel | 32 Pagina's