JIJ BENT GEDOOPT!
Van de bekende reformator Maarten Luther is bekend, dat hij met houtskool op de muur van zijn werkkamer op de Wartburg had geschreven: Ik ben gedoopt! Waarom had hij dat gedaan? Wel, satan fluisterde hem menigmaal in het oor dat er voor zo'n grote zondaar als hij geen genade was. Maar Luther wees hem dan naar de muur en zei: „Satan je liegt want ik ben gedoopt! En daarom hechtte hij zoveel waarde aan zijn doop en wilde hij er voortdurend aan herinnerd worden.
Waarom ben jij gedoopt?
Ook jij bent gedoopt. Toen je nog heel klein was, of misschien iets ouder, ben je de kerk binnengedragen en heb je het sacrament van de Heilige Doop ontvangen. Misschien hebben je ouders na de doopplechtigheid wel een doopkaart gekregen als een blijvende herinnering. Maar.... wil jij er wel telkens aan herinnerd worden datje gedoopt bent? Heb je het als een groot voorrecht gezien? Of heb je bij de betekenis en de waarde van de doop nog nooit stilgestaan? Weetje wel dat de Heere in de doop als het ware een eed zweert? Het Sakrament heeft de waarde van een eed. Immers, bij de installatie van de romeinse officieren werd er een sacramentum (een krijgseed) afgelegd. Nu, de Heere zegt bij de doop: Zo zeker als dat water de vuilheid, de onreinheid van het lichaam afwast, zo zeker is het dat het bloed van Christus de onreinheid van de ziel afwast. De Drieënige God spreekt bij de heilige doop: Zo waarachtig als Ik leef. Ik heb geen lust in jouw dood". Wat buigt dan de Heere diep. De Heere wil nog met je van doen hebben. Heb je je daar weieens over verwonderd? Waarom ben je gedoopt? Ben je beter dan die miljoenen anderen die dat grote voorrecht moeten missen? Nee, om de doop heb je niet gevraagd, maar de Heere heeft hier voor gezorgd. De Heere heeft het zo geleid datje geboren werd op het erf van het verbond, dat je mag behoren tot de zichtbare kerk. Daarom ben je gedoopt. Wat heeft de Heere daarmee nu willen zeggen?
Wijlen ds. Vergunst schreef ergens: „De doop wijst ons Gods weg tot zalig worden in het bloed van Christus". Wat heeft de Heere dan al veel zorg aan je besteed! Jij bent gedoopt, apart gezet! De Heere zegt als het ware in de doop: Ik schrijf het op je voorhoofd met onuitwisbaar schrift dat er bij Mij genade is, zelfs voor de grootste van de zondaren, want het bloed van Mijn Zoon reinigt van alle zonden. Is dat geen oorzaak om je te verwonderen? Begrijp je nu dat Luther voortdurend aan zijn doop herinnerd wilde worden?
De doop maakt niet zalig
Maar, en dat wil ik toch wel onderstrepen, de doop op zich maakt niet zalig. De doop, hoe rijk die ook is, is de afwassing der zonden niet, maar wijst heen, schaduwt af; het is een teken en zegel. De beloften van het Verbond worden erdoor betekend en verzegeld. En dit mag je nooit vergeten. Het is een groot voorrecht om gedoopt te zijn, maar om het Koninkrijk Gods in te gaan, hebben we wedergeboorte, bekering en geloof nodig. Velen zijn er, die aan de doop genoeg
hebben. Maar.... die niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.
Ben jij bezig met je doop?
Nee, de doop betekent niet de afwassing der zonde. Er moet een werk van God in jouw leven plaats vinden. Jij moet van nieuws geboren worden, anders zul je het Koninkrijk Gods niet kunnen ingaan. De doop wijst ons op een ontzaglijke werkelijkheid, de werkelijkheid van de zonde, van onze verlorenheid. Heb je dat al gezien? Heb je al, misschien onder de dekens in je slaapkamer of fietsend op weg naar school, vanuit je hart aan de He ere moeten belijden: „Heere, er deugt van mij niets, ik ben zo zondig, zo onrein, zo schuldig, ik sta buiten Uw Koninkrijk want ik mis U. Ken je iets van deze nood? Is je vraag misschien: Heere, mag ik wel tot U komen? U zo heilig, ik zo onheilig? Wil de Heere zulke zondaren wel ontvangen? Is dat jouw vraag? Luister dan eens. Ds. Ledeboer kende die vraag ook. En hij heeft hem in zijn vragenboekje voor kinderen behandeld. Hoor maar! Vr. 42: Moeten wij Hem ook om dien Geest bidden? Antw.: Ja, gewisselijk. Vr. 43: Hebben wij grond daartoe? Antw.: Ja, in onze doop. De doop is een Goddelijk zegel van de afwassing der zonden. Het water van de doop predikt: dat er geen zondaar te onrein of te vuil is.
Het betuigt: Al had gij alle zonden van Adams nakroost saamgebonden, het bloed van Jezus Christus reinigt en wast van alle zonden.
Ik wens je toe zó met je doop bezig te zijn.
Apart gezet
De doop geeft ook een grote verantwoordelijkheid. Je bent door de doop apart gezet. Waar ben je op de zaterdagavond? Kun je op die plaats de Heere ontmoeten? Welke vrienden en vriendinnen heb je? Welke boeken lees je? Hoe ziet je agenda eruit? Zul je niet vergeten datje Christus merk-en veldteken draagt? De Heere komt eenmaal op je doop terug. Wat betekent de doop voor je? Heeft de doop je al bij de Heere gebracht?
O, dat we met onze doop bij de Heere zouden terechtkomen, met de bede: Doe, o Heere, gelijk Gij gesproken hebt. Maak het ook waar in mijn hart: Zie Heere, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij alleen zijt de Heere onze God. Dan mag je met Luther beleven: Ik lig wel verloren in zonde en schuld, maar er is een God Die de Eerste in mijn leven is geweest en Die heeft gezegd: Al wat u ontbreekt, schenk Ik zo gij het smeekt, mild en overvloedig. Dan worden we bewaard voor moedeloosheid en wanhoop, maar worden we verbonden aan Gods Genadetroon. Daar wordt ook de bede geboren: Heere, geef wat Gij gebiedt en gebiedt dan wat Gij wilt en Gij zult nooit tevergeefs gebieden" (Augustinus).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1984
Daniel | 32 Pagina's