Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het wereldvoedselvraagstuk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het wereldvoedselvraagstuk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Recente persmededelingen berichtten ons, dat in deze tijd dagelijks ongeveer honderd mensen van honger en gebrek omkomen o.a. in Ethiopië en Tsaad.

Zulke cijfers maken maar nauwelijks indruk op ons en wat is dat eigenlijk bedroevend!

Honger en gebrek, ze zijn maar niet incidenteel, hier en daar aanwezig. Van de 4, 7 miljard mensen, die de wereld thans bevolken, leeft niet minder dan 10% in een staat van meer of minder ernstige ondervoeding. Het aantal zal in de komende jaren ook toenemen, tenzij de voedselproduktie versneld zal toenemen. Hier volgen enige cijfers uit een rapport van de Wereld Landbouw en Voedsel Organisatie van 1982:

1980 1990 2000 Wereldbevolking (x miljard) 4.4 5, 2 6, 1 Aantal ondervoeden (x miljard) 0, 44 0, 51 0, 59

Wat betekent het ondervoed te zijn?

Ondervoed zijn betekent onvoldoende voedsel — als bron van energie — te ontvangen om alle noodzakelijke arbeid te verrichten én onvoldoende stoffen voor de groei en het onderhoud te ontvangen.

Vitale stoffen, zoals eiwitten, mineralen en vitaminen, kunnen bij het ontbreken tot ziekten, lichaamsgebreken en zelfs tot de dood leiden.

Onvoldoende voeding, meestal samengaand met een gebrekkige hygiëne, leidt tot hoge kindersterfte en een gemiddeld lage leeftijd.

De hoofdoorzaak van een slechte voedselvoorziening is de wanverhouding, die in deze eeuw, met name na 1950, is ontstaan tussen de bevolkingsgroei en de landbouwontwikkeling.

De groei van de wereldbevolking

Omstreeks Christus' geboorte leefden er op de toenmaals bekende wereld ongeveer 300 miljoen mensen. Na 1700 jaar waren het er 600 miljoen. Slechts 150 jaar later waren het er al 1200 miljoen. Nog 100 jaar later (in 1950) was er opnieuw een verdubbeling tot 2400 miljoen en nu 35 jaar later zijn er al 4700 miljoen mensen. Een ware bevolkingsexplosie.

In ons land en elders waren in vroeger tijden de aantallen geboorten hoog. Hoge kindersterfte en allerlei epidemische ziekten onder de ouderen veroorzaakten echter ook hoge sterftecijfers en een korte levensduur.

Door baanbrekend medisch onderzoek, zoals van Pasteur, Koch en later Fleming, konden de oorzaken van vele ziekten worden opgespoord en middelen tot genezing worden aangewend.

Pasteur ontdekte in 1870 de bakterie als bron van ziekte en besmetting. Koch ontdekte in 1882 de tuberkelbacil en Fleming bereidde in 1928 de eerste penicilline.

Dit alles leidde tot een sterke daling van het sterftecijfer, hoewel dat vandaag aan de dag in de arme landen nog altijd bijna het dubbele is van het sterftecijfer in de rijke landen.

In de rijke landen is daarop het geboortecijfer teruggelopen. In de arme landen echter hoog gebleven. In sommige arme landen zoals China wordt het thans met ingrijpende maatregelen omlaag gebracht. Ter vergelijking nog enige getallen, alle per 100 inwoners, omtrent de situatie van nu:

geboorte sterfte overschot+) Nederland 1, 3 0, 8 0, 5 Ontwuikkelingsln.4.1 2, 0 2, 1 Werel; df 3, 4 1, 5 1, 7 *) migratie niet meegerekend

De ontwikkeling van de landbouw

In de industrielanden is met behulp van nieuwe technologieën de voedselproduktie sterker toegenomen dan de bevolkingsgroei. In Nederland is bijvoorbeeld in de periode vanaf 1950 de voedselproduktie met 4% per jaar toegenomen bij een bevolkingsgroei van ongeveer 1% per jaar. Daardoor is onze voedselvoorziening kwalitatief en kwantitatief sterk verbeterd. Er is zelfs sprake van een zekere overdaad en verkwisting. Ook zijn er grote voedseloverschotten ontstaan, de zogenaamde boter-en vleesbergen die in onze koel-en vrieshuizen zijn opgeslagen.

In de arme landen is de voedselproduktie bij de bevolkingsgroei sterk achtergebleven. Waarom vraagje je misschien af? Het antwoord daarop is dat het veel en veel moeilijker is de landbouw te ontwikkelen dan de vruchten van de medische wetenschap toe te passen: de geneesmiddelen worden bijna uitsluitend in de industrielanden vervaardigd. Gebeurt het in de ontwikkelingslanden dan is er nog sprake van toezicht vanuit de industrielanden. Voor de landbouwontwikkeling is men echter aangewezen op de lokale hulpbronnen en mogelijkheden en daar liggen de beperkingen: ongunstige klimaatsomstandigheden bijvoorbeeld, slechts een korte tijd van het jaar regenval; van nature onvruchtbare gronden; een slechte ontsluiting van het platteland, alhoewel daar meestal een groot deel van de bevolking woont; ongunstige toestanden op het gebied van de rechten van landgebruik; weinig beschikbaar kapitaal; een laag niveau van onderwijs in alle geledingen met veel analfabetisme; teveel om hier meer uitgebreid te bespreken.

Hoe is nu de werkelijke situatie? We moeten dan vooral letten op de groei van de voedselproduktie per hoofd van de bevolking. Voor Azië en Zuid-Amerika is

er sprake van een geringe vooruitgang, in de orde van grootte van 0, 5% per jaar; in Afrika is er echter een achteruitgang van 1% per jaar en dat al vanaf het begin van de jaren zeventig. Vandaar ook de hongersnoden in dit werelddeel.

Is er verbetering mogelijk?

Technisch, landbouwkundig en ekonomisch gezien — en menselijkerwijs gesproken — kan het antwoord op de vraag of verbetering mogelijk is, ja zijn.

De voornaamste oorzaak waarom de ontwikkelingen worden afgeremd is het ontbreken van kennis, inzicht en ervaring bij de plattelandsbevolking om de ontwikkeling te versnellen; het ontbreken van de innerlijke drijfveren tot vernieuwing en de binding aan het traditionele. Om deze weerstanden te overwinnen is in de eerste plaats onderwijs nodig: beter onderwijs in alle geledingen; de mensen moeten leren zichzelf te helpen.

Een tweede belangrijke oorzaak is de onvoldoende aandacht van vele regeringen in arme landen voor de landbouw en het platteland. Indrukwekkende industrieprojekten, in navolging van de ontwikkelingen in de industrielanden spreken in het algemeen veel sterker aan dan de kleinschalige landbouwontwikkelingen. En waar de landbouw kollektief, zoals in Oost-Europa opgezet werd, is het meestal een groot fiasko geworden. Voorbeelden hiervan van: Mali en Tanzania.

Toch mag de vraag niet onbeantwoord blijven: Is de aarde — weer menselijkerwijze gesproken — in staat in het jaar 2000 meer dan zes miljard mensen te voeden? Allerlei studies wijzen erop dat dit het geval is, mits de lokale hulpbronnen werkelijk tot ontwikkeling worden gebracht. In Afrika is bijvoorbeeld thans nog slechts 20% van de beschikbare kultuurgrond in gebruik.

Er is dus alle reden om een deel van onze rijkdom — geld, kennis en ervaring — ten nutte van onze naaste aan te wenden en hen bij de ekonomische ontwikkeling behulpzaam te zijn.

Het is ook krachtens Gods eeuwig gebod onze dure plicht. In dit licht gezien zullen we ons moeten beraden op onze grote rijkdom en welvaart. Het legt op ons een zware verantwoordelijkheid om onze naaste — ook onze verre naaste — hierin te doen delen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1984

Daniel | 32 Pagina's

Het wereldvoedselvraagstuk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1984

Daniel | 32 Pagina's