Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De mensen van 1907

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De mensen van 1907

6 minuten leestijd

N.a.v.: De vereniging van 1907. Redaktie Bibliotheek van de Kleine Kerkgeschiedenis. Uitg. Den Hertog, Houten. 286 pagina's. Prijs ƒ 39, 50

In het begin van deze eeuw was Jacob Corré in de gemeente van Aagtekerke (maar ook daarbuiten) een bekende verschijning. Deze welgestelde rustend landbouwer, met zijn lange, breedgeschouderde gestalte in walcherse klederdracht, was kommissaris van de polder Walcheren. Hij besteedde zijn krachten echter in het bijzonder aan het kerkelijk leven van de Ledeboeriaanse gemeenten aldaar, waaronder de gemeente van Aagtekerke sinds 1900.

Omstreeks 1901 kreeg Corré kontakt met ds. K. Pieneman. een gezien predikant van de Kruisgemeenten. En hoewel we het niet met zekerheid kunnen zeggen, is de ontmoeting tussen Corré en Pieneman mogelijk het begin geweest van de vereniging van de Ledeboeriaanse gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten onder het Kruis, die in 1907 gestalte kreeg. Geestelijk verstonden zij elkaar immers. Ook toen oefenaar Kersten in 1902 naar Meliskerke ging (de enige kruisgemeente in Zeeland), werd die innerlijke band gevoeld. Tijdens de eerste ontmoeting tussen Corré en oefenaar Kersten ontspon zich het volgende gesprek:

„Hoe heet u? ", vroeg oefenaar Kersten. , , Jacob Corré." „Da's erg... Jacob! En waar woont u? " „In de Krommeweg." „Da's nog erger.”

En dat gesprek gaf verbinding. Ze verstonden elkaar. Het was dan ook ouderling Corré die de kerkeraad van Meliskerke in juli 1902 een brief schreef, waarin hij als zijn persoonlijke gevoelen te kennen gaf een mogelijkheid te zien voor vereniging van beide kerken.

Tussen 1902 en 1907 moest er uiteraard nog heel wat gesproken en gedaan worden, voordat de vereniging, waarin ds. G. H. Kersten zo'n groot aandeel had, een feit was. Het gebed zal daarbij niet achtergebleven zijn. Ouderling Jacob Corré zal op de synode in 1907 wel even teruggedacht hebben aan zijn eerste ontmoeting met ds. Pieneman en ds. Kersten. In betrekkelijk korte tijd mocht hij de vervulling van zijn wens persoonlijk meemaken. Kort daarna, op 28 december 1908, ging hij de weg van alle vlees. Terwijl hij bezig was met het schrijven van een brief, werd zijn levensdraad plotseling afgesneden. Hij mocht in een ogenblik de strijdende kerk verwisselen voor de triomferende.

Geen herhaling

Van deze Jacob Corré en van alle andere afgevaardigden op de synode in 1907 zijn biografische schetsen te vinden in het onlangs verschenen boek De Vereniging van 1907. Je zult je misschien afvragen of dit niet een herhaling is van datgene dat ook in andere werken over , , kleine kerkgeschiedenis" te vinden is. In 1947 publiceerden ds. G. H. Kersten en ds. J. van Zweden immers al hun Kort Historisch Overzicht, dat veel namen en feiten bevat over de situatie vóór, in en na 1907. Ook in boeken als Ledeboerianen en Kruisgezinden van dr. H. A. Hofman, Klacht en Jubel (deel 1) van C. de Jongste en de in 1982 uitgegeven jubileumbundel 'k Zal gedenken is veel te vinden over het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten. Laat ik gelijk maar duidelijk zijn: De Vereniging van 1907 is een onmisbare aanvulling op het al aanwezige materiaal, in het bijzonder door hoofdstuk 3, waarin biografische schetsen van de afgevaardigden en voorbereiders van de vergadering (7 predikanten, alsmede 53 ouderlingen en diakenen) verzameld zijn. Zo kun je veel

details betreffende 1907 te weten komen, maar ook is duidelijk voelbaar het geestelijk klimaat in die dagen, niet het minst de tere godsvreze van de over het algemeen eenvoudige ambtsdragers. Het is zeker niet denkbeeldig dat je in dit door uitgeverij Den Hertog keurig uitgegeven werk de naam van je groot-of overgrootvader tegenkomt. Een paar bekende ambtsdragers wil ik hier noemen: Hendrik van Schothorst uit Barneveld. Evert van Grol uit Beekbergen, Cornelis Hoogerland uit Borssele, Hendrik van der Tholen uit Charlois, Cornelis van Strien uit Goes, Cornelis de Jonge uit Den Haag, Dries Fikse uit Kampen. Bartel Meeuwse uit Krabbendijke, Adrianus Anthony van Lieburg uit Nieuw Beijerland, Bart van Neerbos uit Opheusden, Marinus van den Berge van de Boezem, Arend Baan uit Rijssen, Jan Derk ten Voorde uit Twello....

De verdere inhoud

Zij en vele anderen zijn op een levendige, aansprekende wijze beschreven door de samenstellers van dit eerste deel van de Bibliotheek van de Kleine Kerkgeschiedenis. De redaktie hiervan wordt gevormd door de heren A. Bel, P. van de Breevaart. H. Florijn, J. Mastenbroek, H. Natzijl en A. Ros. Dat betekent een interkerkelijk gezelschap, dat zich met dit eerste deel uitstekend heeft gepresenteerd. De samenstellers hebben ook de voorgeschiedenis kort weergegeven. Zo handelt hoofdstuk 1 over de gereformeerde kerk in de negentiende eeuw. De vergadering van 1907 staan centraal in het tweede hoofdstuk, waarin ook — en dat is voor het eerst — de uitgebreide synodenotulen gepubliceerd zijn. Eveneens treffen we het kort verslag van de deputatenvergadering van 25 juli 1907 aan. In Artikel II van de Bijlage lezen we: , .Opdat de eenheid der kerken zich ook naar buiten openbare, zullen de kerken den naam dragen van Gereformeerde Gemeenten". Er staat dus niet: Gereformeerde Gemeente in Nederland en Noord-Amerika. Helaas zijn door de droevige scheuring in onze gemeenten in 1953 dit soort toevoegingen wel noodzakelijk geworden om voor een buitenstaander nog enigszins duidelijk te kunnen zijn.

Na de kern van het boek, namelijk de gemeenten en afgevaardigden in 1907, is nog iets te lezen over het niet meegaan van ds. L. Boone c.s., waardoor er tot op de dag van vandaag Oud Gereformeerde Gemeenten bestaan. Het vijfde hoofdstuk bevat stemmen óver de vereniging en dat betreft zowel getuigenissen uit eigen kerkverband als meningen buiten eigen kerkverband. De laatste stem is die van wijlen ds. W. C. Lamain, die in een interview enkele herinneringen opdiept aan de mensen die de vereniging van 1907 meemaakten.

Dit boek kan ik een ieder van harte aanbevelen. In ieder geval behoort het een plaatsje te krijgen in de kerkelijke bibliotheek en/of de bibliotheek van de jeugdvereniging. Intussen hoop ik van harte dat het werk van de redaktie nog meer vruchten mag afwerpen. Ze is namelijk van plan een Biografisch Woordenboek der Kleine Kerkgeschiedenis (in een aantal delen) te publiceren. Dat betekent het samenstellen van levensschetsen van voorgangers en predikanten, die dienden in gemeenten, die na de Afscheiding niet meededen aan het indienen van de „vrijheidsaanvrage" en die tevens de fusie van 1869 en de Doleantie van 1886 aan zich lieten voorbijgaan. Bij dit veelomvattende, precieze karwei wens ik de redaktie veel kracht, aangename uren, maar ook veel eensgezindheid toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1985

Daniel | 32 Pagina's

De mensen van 1907

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1985

Daniel | 32 Pagina's