Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een schooljongen in oorlogstijd gesprek met ds. D. Rietdijk over zijn ervaringen in de oorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een schooljongen in oorlogstijd gesprek met ds. D. Rietdijk over zijn ervaringen in de oorlog

9 minuten leestijd

Dominee, u woonde in Rotterdam toen de oorlog uitbrak. Kunt u iets vertellen over wat u meemaakte in de mei-dagen van 1940?

Bij het uitbreken van de oorlog was ik 11 jaar. Wij woonden in Rotterdam-Kralingen en ik zat op de Rehobothschool waar toen de bekende A. van Bochove hoofd was.

Van hem kreeg ik ook extra les om voorbereid te worden op het toelatingsexamen voor de HBS. Alleen franse les kreeg ik van een ander. Dat gebeurde op vrijdagmorgen, 's ochtends om acht uur.

En 10 mei was ook op zo'n vrijdag. Ondanks het geschiet in de verte en soms het geloei van het luchtalarm ging ik die morgen naar school. De les ging echter niet door. We werden naar huis gestuurd. Ik heb dat toen als een grote schok ervaren.

Even een tussenvraag: die grote schok, kwam dat omdat niemand een oorlog verwachtte?

Ja en nee. Er was inderdaad een algemene hoop en verwachting dat ons land net als in de eerste wereldoorlog buiten de oorlog zou kunnen blijven. Aan de andere kant: we waren al maanden gemobiliseerd en Duitsland was al verschillende landen binnengevallen. Wij kerkten toen bij ds. G. H. Kersten aan de Boezemsingel en deze had de gemeente telkens gewaarschuwd dat de oordelen van de Heere aanstaande waren. Eigenlijk waren wij daardoor zelfs naar de oorlog toegeleefd. De schok was: nu is het zover.

En hoe ging het verder tijdens die oorlogsdagen?

Je bleef zoveel mogelijk thuis, omdat het op straat gevaarlijk was. 's Zondags was het pinksteren. We zijn toen niet naar de kerk geweest. Vader heeft thuis een preek gelezen. En toen kwam dinsdag 14 mei, de dag van het bombardement. Ik was met m n moeder alleen thuis. Toen het bombardement begon, zijn we in de gang gaan zitten tegen de muur aan.

Diverse huizen in de buurt zijn toen ingestort. Bij ons bewogen de muren en brak het glas. Op een gegeven moment zijn we de straat op gegaan. Overal stonden de deuren open. Vanuit de gangen kon je gebeden tot God en tot de heiligen horen.

Er werd door bijna iedereen gebeden, vanuit de angst, 't Was ook angstaanjagend. We zijn toen naar de rand van de stad gevlucht en vandaar met paard en wagen naar Kralingse Veer gebracht, 's Avonds stond Rotterdam in brand. Vanuit de IJsselmondelaan in Kralingse Veer zag je de stad branden. Dat was een verschrikkelijk gezicht. Ik heb toen iets ervaren van het gericht van God en dat Hij sprak door Zijn daden.

Hoe ging het met schoolgaan na de kapitulatie? Gingen de lessen gewoon door?

Eind mei begonnen de lessen weer. Ik had toelatingsexamen moeten doen, maar dat ging niet door. Ik ben toen toegelaten op m'n rapportcijfers. Dat was op de Libanon-HBS in Kralingen. Omdat ons huis te zwaar beschadigd was, hebben we de rest van de oorlog in Capelle aan den IJssel gewoond en moest ik elke dag langs de puinhopen van Kralingen naar school. Eerst kon dat nog gewoon met de bus. Later kreeg je een bus met een gasgenerator. Dan kwam je wel eens te laat, want dat ding deed het niet altijd even goed. 'k Heb ook nog een poos gefietst, maar toen raakten de banden op. Toen was het lopen geblazen, maar ook je schoenen raakten op.

En op school had je dan nog de luchtaanvallen van de geallieerden op de Rotterdamse haven en fabrieken. Dat gaf nog al eens een geweldige verstoring van de lessen. Volgens de voorschriften moesten we dan in de gangen tegen de muren gaan zitten of onder de bank. Op een gegeven moment werd de school door

de Duitsers gevorderd als kazerne en kregen we les in andere scholen.

De Duitsers hebben ook toezicht en greep op de scholen willen hebben. Hebt u daar iets van gemerkt?

Nee, heel weinig. Integendeel zou ik haast zeggen. Wij hadden een wat ouder lerarencorps dat nog al eens opmerkingen maakte die niet vriendelijk voor de Duitsers waren. Nee, van een beïnvloeding in de zin van het nationaal-socialisme heb ik weinig gemerkt. De geschiedenis-leraar bijvoorbeeld had geen enkel boek. Hij gaf diktaat. Hij kon machtig vertellen en trok daarbij vanuit de geschiedenis steeds lijnen en paralellen naar de huidige tijd. Er zaten bij ons in de klas geen NSB-kinderen. Dat was natuurlijk wel een voordeel.

Op een gegeven moment was ineens de docent frans verdwenen. Ziek, vertelde men. Pas na de oorlog bleek dat hij ondergedoken was.

In de loop van 1941 mochten joodse kinderen niet langer samen met nederlandse kinderen op één school zitten. Was dat bij u ook zo?

Eén joods meisje kan ik me herinneren. Ze droeg namelijk een gele ster. En op een bepaald moment was zij inderdaad verdwenen. Wij wisten echter niet waarom. Toen waren toch veel dingen onbekend. Pas na de oorlog kwam je daar achter.

Hoe ging het met kerkgaan in de oorlog? Werd er in de prediking ook ingegaan op de oorlogssituatie en het optreden van de Duitsers?

Dat ging gewoon door. Tijdens de oorlog kerkten we in Capelle aan den IJssel. Doorgaans was daar leesdienst. In de prediking kwam het oorlogsgebeuren dan ook niet aan bod. Wel in het gebed van de ouderlingen. Dan werden de noden aan de Heere opgedragen, vooral in de tijd dat de jongeren in Duitsland moesten gaan werken.

Werd dat gaan werken in Duitsland niet afgewezen, of, met andere woorden: werd het onderduiken aangemoedigd?

Nee, daar heb ik nooit iets van gemerkt.

Hoe kijkt u daar nu tegen aan? Was er in onze gemeenten niet een te lijdelijke houding?

Dat is wat moeilik te beoordelen. Wij staan nu achter de oorlog en weten veel meer dan we toen wisten, zeker ook in onze kringen. Ik weet dat sommigen ds. Kersten wel een pro-duitse houding hebben verweten, omdat hij verzet tegen de Duitsers afwees. Dat laatste is juist, het eerste beslist onjuist.

Bovendien zijn er in onze gemeenten wel degelijk mensen geweest die in het verzet hebben gezeten of hulp aan onderduikers hebben verleend. Toen ik in Veenendaal stond heb ik nog de verhalen horen vertellen over ds. R. Kok die in de oorlog verschillende mensen voorzien heeft van eten en kleding. En ik weet dat ds. Lamain, die tot 1943 in Rotterdam-Zuid stond, een keer ter verantwoording is geroepen op het politiebureau en dat ondermeer vanwege hulp aan onderduikers.

Werd er in de diensten ook gebeden voor de koningin?

Nee, ik kan me niet herinneren dat ooit gehoord te hebben, maar een waardeoordeel daarover zou ik liever achterwege laten. Je moet toen hebben geleefd om dat goed te kunnen beoordelen. Velen in onze gemeenten waren van heel eenvoudige komaf. Bovendien waren er maar 13 predikanten voor het geheel van onze gemeenten.

Zijn er naast het bombardement nog gebeurtenissen of belevenissen geweest die diepe indruk op u hebben gemaakt?

Ja, dan denk ik bijvoorbeeld aan de aanleg van het Kralingse bos door Joden. Het was heel erg om dat te zien. Ook de nachtelijke bombardementen door de geallieerden waren een verschrikking. Dan werden er aanvallen op de scheepswerven gedaan, maar de bommen kwamen ook wel eens ergens anders terecht. Vele nachten werd je zo uit de slaap wakker gemaakt. Ik denk ook aan de grote razzia's in november 1944 in Rotterdam toen middenin de straten de machinegeweren stonden opgesteld en zo'n 50.000 Rotterdammers werden weggevoerd.

Iets heel anders waren de bijzondere diensten bij de begrafenis van door het oorlogsgeweld omgekomen mensen. Eén dienst van ds. Kersten staat me nog helder voor de geest. Hij sprak toen over de tekst: „De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de Naam des Heeren zij geloofd". Dat was een zeer bijzondere dienst.

Bent u wel eens rechtstreeks met gedode mensen gekonfronteerd?

Niet in de zin dat ik dat voor m'n ogen heb zien gebeuren, maar wel dat het net

gebeurd was. Dat was tegen 't eind van de oorlog bij de St. Lambertuskerk in Kralingen. Daar waren drie mannen door de Duitsers standrechtelijk geëxekuteerd. Wij werden gedwongen door de Duitsers daar langs te lopen. Er staat nu nog een gedenkteken.

Wat hebt u van de schrijnende toestanden van de hongerwinter meegemaakt?

Ja, dat waren erge tijden. Schrijnend waren bijvoorbeeld de begrafenissen: in kartonnen dozen en op handkarren. Om drie dingen zat je in die tijd verlegen: om licht, om warmte en om eten. De winteravonden van de hongerwinter waren het moeilijkst. Er was geen elektriciteit meer en ook geen olie. Je had alleen wat kaarsen. En dan de kou. Op de spoorlijn bij het Maasstation probeerde je kooltjes uit te zeven. Op een speciaal kacheltje kon je dan wat eten koken, bijvoorbeeld suikerbieten. Je zocht takken en sloophout van oude huizen om toch nog maar wat warmte te hebben.

En tot slot de voedseltochten in de Krimpenerwaard. Dat was meestal ruilhandel. Op die manier kon je van boerderij naar boerderij aan wat extra voedsel komen. Zelfs aardappelschillen bewaarde je. Die kon je weer ruilen tegen een beetje melk of wei. De nood was ontzaggelijk groot, maar de Heere heeft ook toen voor ons gezorgd. Telkens als er niets meer was, kwam er toch weer wat.

Hoe hebt u de bevrijding ervaren?

Daar werd naar uitgezien. Ingeleid werd het door de voedseldroppings. Het was toen al mei. Heel laag kwamen de vliegtuigen over. De piloten zwaaiden. Op 5 mei 's avonds werd bij ons het nieuws van de kapitulatie bekend. Het was een wonderlijk gevoel en een groot wonder. De volgende dag kwamen er de aktiviteiten van de ondergrondse om NSB-ers en anderen die fout waren geweest op te pakken en gevangen te zetten. De manier waarop dat gebeurde, ging weieens de perken te buiten. Allerlei opgekropte gevoelens kwamen los. Hoewel begrijpelijk, is dat niet juist geweest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1985

Daniel | 36 Pagina's

Een schooljongen in oorlogstijd gesprek met ds. D. Rietdijk over zijn ervaringen in de oorlog

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1985

Daniel | 36 Pagina's