Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geloof in Gods voorzienigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloof in Gods voorzienigheid

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zondag 10 van onze Heidelbergse Catechismus wordt het geloof in de voorzienigheid van God op heel persoonlijke wijze beleden. We horen daar tot drie keer toe over Gods hand, Zijn Vaderhand. En dat is een ander woord voor Gods voorzienigheid. Wij gebruiken die uitdrukking ook: die en die heeft daar de hand in gehad.

Een karikatuurbeeld

Veel mensen hebben een karikatuurbeeld gemaakt van zondag 10. „O ja", hoor je dan, „daar wordt toch beleden dat ook alle ellende in de wereld van God komt! Zo'n God kan toch de God van de Bijbel niet zijn. Neen, als het waar is dat God voor alle schepselen zorgt, waarom sterven er dan miljoenen mensen in deze wereld van de honger? Onderhoudt Hij die dan niet? En als Hij alle dingen regeert, waarom heeft Hij dan de massamoorden in Auschwitz toegelaten, en de atoombom op Hirosjima? Wat is dat voor een God, die voor dit alles verantwoordelijk is? "

Om te huiveren, vind je niet? Is dat waar?

Geeft zondag 10 aanleiding tot zulke gedachten? Werkt God de gevreesde ziekte. En multiple sclerose? Is Hij de werkende oorzaak van de oorlog en de massamoorden?

Laat dat je nooit aanpraten! Wel is het zo dat we op vele vragen in dit leven geen pasklare antwoorden krijgen, maar één ding is zeker, van het kwaad kunnen we nooit God de schuld geven. Wij mensen en de duivel zijn daarvoor verantwoordelijk.

De oorsprong van het lijden ligt in de zondeval. En wie dat vergeet maakt van zondag 10 een karikatuurbeeld. Zeker, die vragen over het wereldleed blijven wel vragen, maar in zondag 10 gaat het over iets heel anders.

De bedoeling van zondag 10

Zondag 10 is niet een „leer" over Gods algemene voorzienigheid, een soort objektieve theorie van Gods wereldbestuur. Wie dat denkt, komt inderdaad tot de konklusie dat alle daar genoemde ellende door God gewerkt is. Waar gaat zondag 10 dan wel over? Het gaat daar over Gods allerbijzonderste voorzienigheid namelijk Gods Vaderlijke zorg over het leven van Zijn kinderen. We horen hier de belijdenis van een christen, een ware gelovige, die heel dicht bij zijn hemelse Vader leeft. Hier wordt verteld hoe Gods kinderen alle dingen beleven in hun persoonlijk leven.

Niet als een noodlot, of als een keten van toevalligheden, maar als komende uit Gods hand. Het gaat hier om een levend vertrouwen op de leiding van Gods Vaderhand.

We kunnen de voorzienigheid van God alleen belijden voorzover wij het Vaderschap van God belijden. Zondag 10 volgt immers op zondag 9. En daar gaat het over het Vaderschap van God. Dat de eeuwige Vader van onze Heere Jezus Christus, die hemel en aarde geschapen heeft om Zijns Zoon Christus' wil ook mijn God en mijn Vader is.

Dus het gaat hier niet over oorlog en terreur, over Auschwitz en armoede zondermeer, maar het gaat erom hoe een arme, die tevens arme van geest is, zijn armoede beleeft. En zo komt zondag 10 in een heel ander licht te staan. We kunnen alleen over zondag 10 spreken vanuit het geloof. Gods Vaderhand heeft immers Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar Hem voor ons allen overgegeven. Hoe zal Hij ons dan niet met Hem alle dingen schenken (Rom. 8 : 32). In het hart van zondag 10 staat het kruis van Christus. En

wie het hart van God in Christus niet kent, kan ook van Gods Vaderhand niet spreken. Het woordje voorzienigheid heeft niet in de eerste plaats te maken met het werkwoord voorzien, zoals een helderziende vele dingen vooruit weet, maar vooral met het werkwoord voorzien in de betekenis van: ergens in voorzien, voor iets zorgen, „onderhouden en regeren" zegt de Catechismus. De hand van de Vader doet alles niet maar uit willekeur, grillig, maar daar zit een plan achter, een weloverwogen plan. Dat plan noemen we Gods raad, Zijn besluit. En de uitvoering van deze raad noemen we Gods voorzienigheid. Dat is dus niet God Zelf, maar een van Zijn werkzaamheden, Zijn almachtige en alomtegenwoordige kracht.

God onderhoudt Zijn hele schepping

God heeft Zijn hand na de schepping niet van deze wereld afgetrokken. Als Hij dat zou doen zou deze wereld totaal desintegreren, zichzelf vernietigen, ten val komen.

Maar God stuit die val. Hij houdt er Zijn hand onder en zo onderhoudt Hij haar. Niet zoals een rentenier zijn tuin onderhoudt, maar God houdt dat schone gebouw van Zijn schepping onwankelbaar in stand.

En daar is niets minder voor nodig dan Zijn almachtige kracht. En die gaat over de bezielde en de onbezielde schepping. Hij zorgt dat de hemellichamen in hun baan blijven, dat de zeeën binnen hun perken blijven, dat de jaargetijden afwisselen en dat de aarde haar vrucht voortbrengt. Zonder die almachtige kracht zou de schepping niet meer bestaan.

Die kracht is ook alomtegenwoordig. Je kunt geen plaats uitdenken in de hemel of op de aarde of in de hel, of Gods hand is daar. Zowel op de machtige planeten in het heelal als bij de kleinste wormpjes en insekten in de aarde. En nu zorgt God niet alleen voor de planten en dierenwereld, maar ook voor de mens. Die onderhoudende hand van God is dus ook zichtbaar in jullie en mijn leven. Voel eens aan je pols! Voel je 'm kloppen? Iedere polsslag komt door Zijn almachtige en alomtegenwoordige kracht tot stand. Iedere ademhaling die je doet, iedere stap die je verzet en elk woord datje spreekt — zelfs al zou dat een vloek zijn — doe je door de kracht van God.

God regeert alle dingen ten behoeve van Zijn Kerk

Dat zou je misschien niet denken als je in de wereld van vandaag om je heen ziet. En toch is het waar. God volvoert Zijn raad. Hij voert Zijn plan uit. En zelfs Zijn grootste vijanden gebruikt Hij voor het bereiken van Zijn doel. Niet het toeval regeert !

God regeert ! Hij regeert de wereld, en Hij regeert Zijn Kerk. Het toeval bestaat niet. God regeert, de Vader, de Almachtige. En in die regering is de wereldgeschiedenis dienstbaar aan de Kerk. De Kerk van Christus staat in het centrum van alles wat er gebeurt. En zoals de steigers worden weggebroken als een gebouw klaar is, zo houdt straks de wereldgeschiedenis op als het gebouw van Gods Gemeente voltooid is. Dan heeft God Zijn doel bereikt met deze wereld. Gods Vaderhand regeert heel persoonlijk in het leven van Zijn kinderen, en altijd ten goede van Zijn kinderen. Tot in de kleinste dingen toe. Bij Jona beschikte de Heere een vis en even later een worm.

Ahasveros kon die nacht niet slapen want Haman moest aan de galg en niet Mordechai. Dat was goddelijke voorzienigheid. Zelfs dwars door de zonde van mensen heen volvoert God Zijn raad. Toen Pilatus Jezus onschuldig ter dood veroordeelde was hij daar voor de volle honderd procent verantwoordelijk voor, maar dwars door zijn zonde heen volvoerde God toch Zijn heilsplan. Op de berg des Heeren werd het voorzien. Op Golgotha voorzag God zelf in de schuld-betaling voor Zijn volk. En zo kan God zelfs met een kromme stok toch een rechte slag toedienen. Maar daarom blijft die stok wel krom en de slag toch recht.

Wij zijn wel geneigd om Gods voorzienigheid te zien in de zeer bijzondere dingen, zoals de watersnood van 1953, of de tweede wereldoorlog of een hongersnod of polio-epidemie. Daar willen we dan Gods hand nog wel in zien. Aan de heel gewone dingen van ons dagelijks leven gaan we zo licht voorbij. Toch worden die juist door zondag 10 genoemd: de zorg van een boer voor zijn land (loof. gras, vruchtbaarheid), en de weersomstandigheden (regen en droogte), ons dagelijks voedsel, onze gezondheid en maatschappelijke welstand. Hoe heel gewoon komen

al deze dingen niet over? Maar wie merkt hierin Gods Vaderhand? Alleen diegene, die dicht bij de Heere leeft. Dan kan het je 's morgens verwonderen als er weer een boterham op je bord ligt. Dat is onverdiend en je dankt er de Heere voor. Je moet het dus maar nooit verwachten van het bijzondere in je leven. Natuurlijk, God doet soms bijzondere dingen, maar vergeet toch niet om ook Gods grootheid te zien in het schijnen van de zon, in het bloeien van een bloem en in het bord met aardappelen dat 's middags voor je neus staat.

Komt het kwaad ook uit Gods hand?

Misschien zegje bij jezelf: het goede uit Gods hand ontvangen, dat gaat wel. Dan het niet zo moeilijk om van Gods Vaderhand te spreken. Een rijke oogst en vruchtbaarmakende regen, gezondheid en rijkdom, ja, dat gaat wel. Wat is de Heere toch goed....! Maar hoe zit dat nu met de nachtzijde van het leven? Ziekte, armoede, onvruchtbare jaren, als je zaak failliet gaat, en als je een dodelijk ongeluk overkomt en als je werkloos wordt komt dat ook allemaal uit Gods Vaderhand?

Waarom moet die weduwe zo vroeg haar man missen? Waarom zegt dat meisje: „Ik heb geen moeder meer"? Waarom....? Waarom....? Is God de werkmeester van het kwaad?

Hier moeten we wel even een paar nuances aanbrengen. In het begin heb ik al gezegd dat zondag 10 de persoonlijke belijdenis is van een kind van God, dat vertrouwend opziet tot Gods Vaderhand.

Als God dus het kwaad (levensleed, ziekte, dood en rampen) in Zijn Goddelijke hand gebruikt om daar de goddelozen — soms ook een heel land en volk — mee te straffen, dan kunnen we natuurlijk niet zeggen, dat dat nu voortkomt uit Zijn Vaderhand, want dan neemt Hij het kwaad in dienst van Zijn richtend handelen. Dan is daar de straffende hand van de Rechter.

Geheel anders is dat als God het kwaad gebruikt in Zijn hand ten goede van degenen, die Hij liefheeft. Dan komt het wel uit Zijn Vaderhand, hetzij om Zijn volk, dat van Hem afgeweken is te kastijden, hetzij als Hij Zijn kinderen beproeft met de bedoeling om hun geloof te louteren.

Het kan ook zijn dat de Heere het kwaad (ziekte, ongeluk, tegenslag) in Zijn hand gebruikt juist om ons tot bekering te roepen. Dan is het een roepstem in ons leven om tot inkeer te komen. Misschien is dat in jouw leven wel zo.

Hoe heeft Job met de vraag naar de oorzaak van zijn lijden geworsteld. Zouden wij het goede uit Gods hand ontvangen en het kwade niet? Dat betekent echter niet dat God het kwade doet. Neen, het kwaad komt door de zonde. Het kwaad is voortgekomen uit de handen van satan, de mensenmoorder van den beginne. Het kwaad is een gevolg van onze zondeval.

Toen kwam de ziekte en de dood, de armoede en de ellende in de wereld. We mogen dus het kwaad (ellende, leed, ziekte, dood enz.) nooit even rechtstreeks en direkt aan Gods hand toeschrijven als het goede. En dan bedoel ik hier wat de werkende oorzaak betreft, dus als het gaat over de oorsprong van het kwaad. Dan zouden we God voor de voeten werpen, wat door onze zondige handen en door satans vernietigende klauwen is verricht.

Een mens kan het daar soms heel moeilijk mee hebben en zich afvragen: „Hoe kan

God dat toch allemaal toelaten? " Asaf heeft het daar ook moeilijk mee gehad. Hij zegt: .Nochtans heb ik met al mijn kracht, de Godsregering overdacht. Maar 't was een stuk dat in mijn oog, mij moeilijk viel en veel te hoog." Totdat hij in Gods heiligdom inging en daar het geheim ontdekte. Daar mocht hij even achter de schermen kijken bij God. En toen zag hij dat God het nooit verkeerd doet.

En zo bedoelt zondag 10 het ook als 't gaat over ziekte en armoede en al het levensleed. Het geloof belijdt dat er uiteindelijk niets buiten Gods hand om gaat. Dus al het levensleed gaat voor Gods kinderen door Gods Vaderhand en daar wordt het van karakter veranderd. Dan werkt het mede ten goede. Dan trekt Hij ook de angel uit het kwaad zodat ziekte en dood en alle vijandige machten ons niet meer kunnen scheiden van de liefde van God welke is in Christus Jezus onze Heere. In Christus is de vloek uit elk leed weggenomen.

Dan blijft het leed nog wel bitter, maar als het zo door Gods Vaderhand gaat, komt er een zoete druppel troost bij. Dan is er toch honing aan de roede. En dan mag je toch wel eens zeggen: , , Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest". Wat God doet is goed. Hij regeert. Zijn Vaderhand bestuurt alle dingen ten goede van Zijn Gemeente.

En dat wil niet zeggen dat er dan geen raadsels of „waaroms" meer overblijven. En toch God regeert Zijn Kerk door de hand van Christus, en dat is een doorboorde hand. Wat heeft het Hem gekost om het levensleed voor-Zijn kinderen te veranderen van karakter, zodat het niet meer schaadt, maar hen ten goede komt. Daarvoor moest Hij uitroepen: , , Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? " Geen verlating is zo diep geweest als Zijn verlating. Geen lijden zo diep als Zijn lijden. Geen kruis zo zwaar als Zijn kruis. En zo volvoert God Zijn raad dwars door alle menselijke „waaroms" heen.

Wat heb je aan dat geloof in Gods voorzienigheid?

Is die troost van zondag 10 ook jouw troost? Dat kan alleen als je de Heere vreest, want het gaat hier over de belijdenis van een kind van God. Wat ben je toch arm als je die troost moet missen. Dan sta je alleen in dit leven met alle leed datje om der zonden wil overkomt. Dan heb je geen liefhebbend Vader in de hemel. Als dan de tegenslag komt en de ziekte en de armoede, dan sta je daarmee alleen en je proeft er Gods ongenoegen in. Wat erg om die troost te moeten missen. Laat het je uitdrijven tot Hem, Die nog steeds zondaren ontvangt.

Wat een onuitsprekelijke troost geeft het geloof in Gods voorzienigheid aan hen die God liefhebben. Dan mag je in alles Zijn Vaderlijke hand zien. En als dan het verdriet komt en het leed en de pijn, dan hoef je niet op die pijn te zien en op dat leed, maar op de hand. Het is immers de hand van de Vader! En Hij weet wel wat Zijn kinderen nodig hebben.

En zo alleen kun je in tegenspoed geduldig zijn. Niet berusten in je lot als een stoïcijn, en ook niet lopen te slepen met je kruis, maar het achter Jezus aandragen omdat je weet dat het goed voor je is. Zo gaat Paulus roemen in de verdrukkingen, wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt ! Dat kan alleen als we door het geloof mogen zien op Gods Vaderhand.

Hij kastijdt immers een iegelijk zoon, die Hij aanneemt. En Hij wil al het levensleed gebruiken om ons te louteren en dichter bij Hem te brengen.

Maar zo mag je ook in voorspoed dankbaar zijn. Dat is haast nog moeilijker dan in tegenspoed geduldig zijn. En je kunt dat alleen door genade. Dan verbreekt je hart onder al Gods weldaden. Niet zo maar in een opwelling of blijde stemming, want die dankbaarheid is een levenshouding, die blijkt in de dagelijkse bekering.

En dan heb je ook een vaste hoop op God voor de toekomst. Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand. Ook als die Vaderhand 't kruis en 't leed voor ons beschikt. Want zondag 10 zegt nergens dat ons geen leed zal overkomen, maar wel dat die geestelijke liefdeband niet zal verbroken worden. Zijn liefde blijft in nood en dood voor ons, Zijn volk, oneindig groot.

Dat is de troost, die het geloof in Gods voorzienigheid meebrengt. Dan mag je leven uit Gods Vaderhand. En dan gaat het nooit verkeerd in je leven. En dan ervaar je iedere dag je afhankelijkheid van God. Wat is dat groot en rijk! Is dat ook jouw troost?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1985

Daniel | 32 Pagina's

Het geloof in Gods voorzienigheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1985

Daniel | 32 Pagina's