Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leidt God mijn leven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leidt God mijn leven?

8 minuten leestijd

Zo'n veertig jaar geleden kon men in menige huiskamer een wandbord zien hangen met de woorden: „En gij zult gedenken aan al den weg dien de HEERE u deze 25 (of 40) jaar geleid heeft".

Kennelijk was dit een cadeau geweest dat ter gelegenheid van een huwelijksjubileum aan een echtpaar gegeven was. Dit bord hield de gedachte levendig dat het God is, Die het leven van een mens leidt.

Tegelijkertijd was het een belijdenis naar een bezoeker toe.

Dat God het leven van een mens bestuurt was toen voor een groot deel van ons volk geen vraag. In hoeverre het beleefd werd is een andere vraag.

De titel van dit artikel had ook kunnen zijn: „Leidt God het leven van de mens? " We zouden dan als antwoord een algemeen betoog kunnen houden met verwijzing naar wat bijbelteksten en eventueel Zondag 10 van de Heidelberger, waar geen speld tussen te krijgen zou zijn, maar zelf zouden we buiten schot blijven.

Gods Voorzienigheid

Maar nu komt de vraag persoonlijk op ons af. Het gaat er niet alleen om een antwoord op de vraag te geven maar juist meer nog: „Hoe beleef ik dit? " Als het goed is, zijn we met name tijdens de jaarwisseling hiermee bezig geweest.

Terugziend en vooruitziend. Of waren ook bij ons luidruchtigheid en het geknal van het vuurwerk erop gericht om dergelijke gedachten te verdrijven? Je kunt er zo mistroostig van worden, nietwaar?

De leiding van God in een mensenleven heeft alles te maken met Zijn voorzienigheid. Lees eens wat Guido de Brés hierover zo mooi gezegd heeft in artikel 13 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis. De Heere heeft Zijn schepping niet aan het toeval of aan een noodlot overgelaten, maar Hij blijft alle dingen besturen, ook de kleinste. Zelfs de haren van ons hoofd zijn geteld. Zouden dergelijke kleine dingen buiten Gods regering vallen, dan zouden ze op een gegeven moment erg belangrijk kunnen worden. Ze zouden immers Gods plannen in de war kunnen sturen. Het is juist een teken van Gods grootheid, dat Hij de allerkleinste dingen bestuurt. Hij hoeft er de grote niet om te veronachtzamen.

Dit Godsbestuur is de eeuwen door ontkend geweest. De dwaas in Psalm 14, die zei: „Er is geen God", zal geen atheïst geweest zijn. Die waren er in Davids dagen nauwelijks. Maar het was een mens die de Heere bewust buiten zijn leven geplaatst had.

De Griekse filosoof Epicurus leerde dat God zich nergens mee bemoeit. De consequentie daarvan is dat de mens dan maar van zijn leven moet maken wat er van te maken valt. Geen wonder dat men gaat denken: laat ons eten en drinken want morgen sterven wij. (Tegenwoordig zegt men dan: „Morgen gaan we toch dood".) Zo'n levenshouding maakt dat iedereen voor zichzelf gaat leven met als gevolg: eenzaamheid.

Aanvaard ik Gods leiding?

Vanuit Gods Woord denkend, kunnen we niet anders dan , ja" zeggen op de vraag: „Leidt God mijn leven? "

Dan kan de volgende vraag gesteld worden: „Aanvaard ik Gods leiding in mijn leven? " Zolang mij alles voor de wind gaat, kan ik het er wel mee eens zijn dat de Heere de zaken bestuurt in mijn leven.

Dan wil ik ook wel zeggen: „Zoals de Heere het doet is het goed." Voor Jobs echtgenote was het best zolang zij maar voorspoed hadden, maar toen de narigheid kwam, adviseerde ze Job er maar een eind aan te maken.

Och. hoe vaak gebeurt het niet dat Gods kinderen moeite hebben met de Godsregering. Een sprekend voorbeeld hiervan is wel Psaim 73. Asaf zou het beter gedaan hebben dan God. vond hij. Hij diende de Heere toch zo goed. maar de Heere gaf ellende op ellende. Zijn goddeloze buurman had alleen maar voorspoed. Onbegrijpelijk. Asaf piekerde zich suf hoe de Heere dit toch zo kon doen. Zijn gezondheid leed er zelfs onder (vers 21). Totdat hij bij wijze van spreken eens even naast de Heere mocht staan en in de toekomst mocht kijken. Toen zag hij dat goddelozen hun goed in dit leven krijgen. Het zal hun verantwoordelijkheid voor hun onbekeerd blijven alleen maar groter maken. Hij zag ook dat voor Gods kinderen alle dingen moeten medewerken ten goede. Asaf had ijn les geleerd. Hij schaamde zich diep. Hij noemde zichzelf een kalf, onwijs en bot [Datheen) en gaf de leiding graag aan de Heere over. Daarbij voelde hij zich veilig. Daarbij was hij veilig.

Vraagtekens

Ia maar, zul je zeggen, alles goed en wel. maar er gebeuren toch wel dingen die ik moeilijk met Gods rechtvaardige regering kan rijmen. En dan komen de vragen: „Had de Heere niet kunnen zorgen dat ? ", „Waarom laat de Heere dat zo maar toe? ", „Waarom moest de godvrezende koning Eduard VI van Engeland op 16-jarige leeftijd sterven en opgevolgd worden door de fel-roomse Maria de Bloedige, echtgenote van Filips II van Spanje? ", „Waarom moest die flinke moeder van dat grote gezin sterven en bleef de oude demente oma leven? "

Salomo schrijft in Prediker 7:15: Er is een rechtvaardige die in zijn gerechtigheid omkomt; daarentegen is er een goddeloze die in zijn boosheid zijn dagen verlengt? ". Salomo konstateert dit alleen maar. Hij keurt Gods handelen niet af maar probeert er ook geen gezochte verklaring voor te vinden om God te gaan verdedigen. Aan de ene kant zegt hij: Wie kan recht maken wat Hij krom gemaakt heeft? " Met andere woorden: Wij moeten, al is het met de beste bedoelingen, niet proberen zo te redeneren dat Gods onverklaarbaar handelen voor ons verklaarbaar wordt". De Heere heeft onze goedkeuring niet nodig. Aan de andere.kant zegt Salomo: Wees niet al te rechtvaardig". Roep de Heere niet ter verantwoording volgens onze opvattingen van recht en onrecht, hoe goed die op zichzelf zouden kunnen zijn.

Mijn leven

Als je nu terugkijkt in je leven, zie je dan daar Gods leiding in? Of is het toeval dat je op het erf van het Verbond geboren bent en een christelijke opvoeding gehad hebt? Datje niets tekort gekomen bent voor het tijdelijke leven? Denk alleen al aan het feit datje nog leven mag in tegenstelling tot leeftijdgenoten die je gekend hebt. En.... waar brengt dit jou? Is er dankbaarheid? Hebben Gods goedertierheid en lankmoedigheid al tot bekering geleid?

(Rom. 2 : 4).

Ja maar, zal een ander zeggen, het leven heeft mij alleen maar ellende gebracht. Ik heb geen ouders meer; mijn ouders zijn gescheiden; ik ben ziekelijk; ik ben gehandicapt, hulpbehoevend; ik ben al jaren zonder werk

Zo zouden we door kunnen gaan, zelfs zover dat er gezegd wordt: „Ik heb er toch niet om gevraagd om geboren te worden." Wat zouden we daarop moeten antwoorden? Alles wat we nog boven de hel hebben, is genade, onverdiend? Op zich is dat wel waar, maar het kan zo goedkoop klinken uit een mond van iemand die in veel betere omstandigheden verkeert. Dit hangt echter grotendeels af van de manier hoe het gezegd wordt.

Hoe moeten we dan hiermee klaar komen? Sommigen worden verbitterd, onverschillig. Is dat een oplossing? Doffe berusting of gelatenheid maakt een betere indruk, maar op de bodem van het hart smeult de opstand. In beide gevallen is er een zich afkeren van God. Paulus noemt dit de droefheid der wereld die de dood werkt (2 Kor. 7 : 10). Dus deze dingen doen ons verder in het moeras zinken.

Wat moeten we dan? Er is maar een oplossing: naar de Heere toekruipen. Je hart tegen Hem leegpraten. „Ja, maar de Heere luistert toch niet; ik heb het al zo vaak gedaan". Blijven doen! Hij hoort het geroep der jonge raven! (Psalm 147). Er is eens gezegd tot iemand die aan zelfmoord dacht: „Met de Heere blijven praten, hoor." Doe het gepast en eerbiedig. Je mag vaak hetzelfde zeggen. De Heere Jezus bad in Gethsemane ook met dezelfde woorden.

Overgave

De Heere Jezus heeft eens tot Petrus gezegd: „Na deze zult gij het verstaan." Vraag daarom niet naar het waarom, maar vraag om overgave. Als de Heere dat geeft, kijken we anders tegen de omstandigheden aan. Onderwerping geeft rust. David mocht zelfs zeggen: „Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest." Dan zul je Gods leiding aanbidden. Wonderlijk om het zo met de Heere eens te mogen worden. Dat is bijzondere genade.

Dat geeft hoop voor de toekomst. Want dan weten we uit ervaring dat we altijd bij de Heere terecht kunnen. De dichter van Psalm 48 prijst de Heere in Zijn almacht en trouw. Hij eindigt met de woorden: Want deze God is onze God. Hij zal ons geleiden tot de dood toe." Mag je dat al voor jezelf weten? Dan kun je een heel leven vooruit, maar je leeft bij de dag omdat je de Heere elke dag nodig hebt. Dat is een rijk leven. Dat kan ik iedereen aanbevelen. Gewen je toch aan Hem en heb vrede; daardoor zal je het goede overkomen. Job 22 : 21.

Aanbevolen literatuur: Thomas Boston: Het Kromme in het Levenslot

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1986

Daniel | 32 Pagina's

Leidt God mijn leven?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1986

Daniel | 32 Pagina's