Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

C. LEVEN OF DOOD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

C. LEVEN OF DOOD

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Opbouw en struktuur

Om beter zicht te krijgen op dit bijbelgedeelte is het goed te letten op de verschillende delen waarin het uiteenvalt. Bij heel nauwkeurig lezen, ontdek je de volgende prachtige opbouw: om van hem de woorden Gods te vernemen. De HEERE zal zwijgen (vgl. Klaagl. 2 : 9). Radeloos zullen de Israëlieten dan rondzwerven van „zee tot zee" (van de Dode Zee tot de Middellandse Zee). Jonge vrouwen en mannen zullen omkomen. En dat alles omdat Israël afgevallen is van de HEERE (afgodendienst). Het volk Israël heeft vanuit zichzelf niet anders te wachten dan de ondergang.

Toch blijft de HEERE Israël aanspreken met „Mijn volk" (Amos 7 : 8; 8 : 2; 9 : 10), de verbondsnaam. Het oordeel is niet het laatste woord wat God te zeggen heeft. De oordelen zullen dwars door Israël heen een scheidingslijn zichtbaar maken tussen de zondaren die omkomen, en een rest die behouden wordt (Amos 9 : 8). Voor hen die door de oordelen heen bewaard mogen blijven, zal de heilstijd aanbreken. „Te dien dage" zal de HEERE Zich in gunst en genade tot Zijn volk wenden: ij zal het koningshuis van David in haar vroegere staat terugbrengen. De oude grenzen zullen dan hersteld worden (Amos 9 : 12). Andere volken worden in Israël ingelijfd. Toch blijft Israël het centrum van het heil. Gods zegen heeft heilzame gevolgen: r is sprake van grote vruchtbaarheid in de natuur, er is duurzame vrede en er is geen ballingschap meer te vrezen. Dit komende heil is uitsluitend het werk en de gave van de HEERE hun God.

En de vervulling van deze heilsprofetie? Calvijn heeft er op gewezen dat de profetie in letterlijke zin niet is vervuld. Jakobus ziet de vervulling ervan in beginsel aangebroken met het heil dat in Christus verschenen is (Hand. 15 : 16 en 17). De volle vervulling wacht tot het einde der tijden (Rom. 11 : 25; Openb. 15 : 4).

Bijbelstudie over Amos 5 : 1-17

Dezelfde kunstige struktuur vind je ook in vs 4-6 en 10-12. De HEERE zoeken; het is een kwestie van leven of dood!

2. Vers voor vers

vers 1: Amos heft een klaaglied (dodenklacht) aan over Israël alsof het komende onheil reeds ingetreden is. Dit zal ongetwijfeld diepe indruk gemaakt hebben op zijn hoorders. Zeker in een tijd van welvaart en vrede!

vers 2: Israël wordt voorgesteld als een jonkvrouw (in haar bloeiende levenskracht en schoonheid). Maar ze is gevallen: dodelijk getroffen (door het zwaard) ligt ze ter aarde.

vers 3: oe komt Amos er echter bij in een tijd van welvaart en vrede over dood en ondergang te klagen? Hij gaat zelfs nog verder: e legers van Israël zullen tot een tiende gereduceerd uit de strijd terugkeren! Slechts een kleine rest blijft bewaard (vgl. Gen. 18 : 32; Jes. 6:13; Amos 6 : 9).

vers 4: Wie zullen het er dan levend afbrengen? Alléén degenen, die de HEERE zoeken! Daarom klinkt de oproep van de HEERE door de mond van de profeet: Zoekt de HEERE en leeft. Wat is dat, „de HEERE zoeken"? Amos zegt het zelf in vers 14. Het is het „goede doen": leven naar Gods heilige wil in het leven van alle dag. Het is een leven in verbondenheid met de HEERE. Het is Hem dienen als de God des levens.

vers 5: et is in elk geval niet: et bezoeken van de heiligdommen te Bethel, Gilgal of Berseba. Want daar zoeken de „vrome" Israëlieten zichzelf (Amos 4 : 5). Daar zoeken ze in hun valse gevoel van zekerheid en veiligheid gesterkt te worden. Maar deze plaatsen zullen door het oordeel getroffen worden.

vers 6: Toch, ondanks de oordeelsaankondiging, is de mogelijkheid tot bekering nog niet uitgesloten; integendeel, Amos herhaalt de vermaning van vers 4. Als de Israëlieten blijven weigeren de HEERE op de juiste wijze te zoeken, zal God met Zijn oordeel doortrekken. Met het „huis van Jozef' bedoelt Amos het noordelijk rijk, waarvan Jozef en Efraïm de belangrijkste stammen uitmaken. Het onuitblusselijk vuur zal zijn verterend werk in Bethel doen, als Israël zich niet bekeert.

vers 7: mos richt zich met name tegen de manier waarop het recht gehandhaafd wordt in Israël. De hele rechtsorde in de samenleving die door God gegeven is, wordt in het tegendeel omgekeerd. De gerechtigheid, de levensinstelling die overeenkomstig is met de door God gestelde orde, ligt — gepersonifieerd voorgesteld — ter aarde geworpen. Het recht wordt vertrapt (vgl. Amos 2 : 6-8; 3 : 10; 4 : 1). Het recht is veranderd in bitter onrecht (de alsemstruik had een bittere smaak). Amos doelt hier dus op de sociale wantoestanden in zijn dagen. Recht en gerechtigheid zijn er echter juist om de zwakken te beschermen (vgl. Deut. 10 : 18).

vers 8: recies als na de oordeelsdreiging van Amos 4 : 12 en 9 : 5, heft Amos ook nu een hymne op de HEERE aan. Daarmee wijst hij op Gods almacht. Hij heeft de indrukwekkende sterrenwereld gemaakt, het Zevengesternte (de Plejaden) en de Orion (vgl. Job 38 : 31). De natuurkrachten zijn Hem, de HEERE, onderworpen.

vers 9: e God, die als Schepper macht heeft om in de natuur in te grijpen, is ook machtig om met Zijn oordelen in te grijpen in het leven van mensen. Hij verwoest al wat sterk en machtig is: owel onder de mens, als onder hetgeen de mens tot stand gebracht heeft (vestingsteden waarbinnen zij zich veilig waanden, Amos 3 : 11).

vers 10: n dit vers en de volgende verzen wordt de beschuldiging van vers 7 nader uitgewerkt. De vertrappers van het recht haten degene, die in de poort opkomt voor het recht van de arme en verdrukte. Blijkbaar zijn er toch aanklagers of getuigen die het aandurven de volle waarheid te zeggen en die zo tegen de verdrukkers ingaan. De stadspoort, de ruimte bij de ingang van de stad, was vanouds de plaats waar de rechtspraak door de oudsten beoefend werd (Deut. 21 : 19; Ruth 4; Spreuken 22 : 22).

vers 11: én soort van machtsmisbruik jegens de zwakken noemt Amos bij name: orenheffing. Is hier sprake van een boete of van een verkapte vorm van rente in natura? In beide gevallen maakt men zich schuldig aan overtreding van de wet (Lev. 25; Ex. 22 : 21; Deut. 23 : 20). De rijken beroven de armen van hun noodzakelijke voeding en bedreigen daarmee hun leven. De luxueuze huizen, gebouwd ten koste van de armen, zullen ze niet (meer) bewonen, de wijn van hun prachtige wijngaarden zullen ze niet drinken.

vers 12: Ter waarschuwing zegt Amos dat de HEERE weet hoe machtig veel hun zonden zijn. Voor Hém is niets te verbergen. Als konkrete misstanden worden genoemd: de omkoopbare rechters nemen steekpenningen aan („zoengeld"); voor de armen blijkt er in Israël geen recht te bestaan. Maar voor de HEERE, de rechtvaardige Rechter, zijn de machtigen schuldig, en zijn de opzij gedrongen armen de onschuldige „rechtvaardigen".

vers 13: In zo'n verschrikkelijke tijd zal een verstandig mens van schrik verstomd zijn. Dit tekent de ontstellende ernst van Israëls situatie.

vers 14: Het leven is er alleen voor degenen, die het goede zoeken, die in hartelijke verbondenheid met de EKERE Zijn geboden liefhebben. Je moet de HEERE niet alleen zoeken, om aan Zijn oordelen te ontkomen. Het moet uit de goede bron komen: de liefde tot God. En de liefde tot God wordt zichtbaar in de afkeer van de zonde. Vanuit de ware liefde tot God komt ook de liefde tot de naaste weer tot haar recht. Dan pas, na een hartelijke bekering, mag weer gelden: „de HEERE is met ulieden". Met de woorden „gelijk als gij zegt" maakt Amos duidelijk, dat de Israëlieten het als een vanzelfsprekende zaak beschouwden,

dat God met hen was (vgl. Amos 6 : 3; 9 : 10).

vers 15: Was het — gelet op de voorspoed onder Jerobeam II — niet vanzelfsprekend, dat zij vol vertrouwen zeiden: de HEERE is met ons? Amos wijst echter alle vanzelfsprekendheid af: misschien zal de HEERE genadig zijn. Leven is alleen mogelijk door Gods soevereine genade en niet door een lichtvaardig vertrouwen op het verbond. De hoop op genade is er trouwens alleen voor „de rest" van Jozef (Israëlieten die door de oordelen heen behouden blijven).

vers 16: u volgt de definitieve strafaankondiging. Er wordt over de vele doden in Israël rouw bedreven. Het oordeel is reeds een voldongen feit! Overal is er rouw: an akkerman tot de beroepsklagers („degenen, die verstand van kermen hebbe", vgl. Jer. 9 : 17; 2 Kron. 35 : 25; Pred. 12 : 5).

vers 17: De wijngaarden, anders plaatsen van uitgelaten vreugde tijdens de druivenoogst, worden vervuld van rouwklachten. Al deze rouw heeft een duidelijke achtergrond. God komt ten oordeel! Hij zal door het midden van Israël doortrekken, zoals eenmaal in Egypte, toen alle eerstgeborenen stierven. Israël is zover van de HEERE afgeraakt dat Hij het moet straffen.

3. Toespitsing

Amos doorlicht de sociale wantoestanden tot op de bodem. De achtergrond ervan is gelegen in het verachten van Gods geboden. Ook jij leeft in een samenleving waar God veracht en Zijn gebod vertrapt wordt. We kennen het rijtje zo langzamerhand wel: abortus, euthanasie, samenwonen, zelfdoding, kerkverlating, En jij? Hoe sta jij tegenover je naaste? Ja, denk dan ook eens aan de zwakke, gehandicapte, gediskrimineerde en „verre" naaste? Hoeveel wil jij inleveren van je luxe? En komt het echt uit je hart? Komt het — door genade — voort uit de ware bron: de tere liefde tot God? Is er ook in jouw omgeving niet veel onrecht? Hoe spreek je over en hoe is je houding tegenover je medeleerlingen of de andere catechisanten? Is je houding wel altijd eerlijk en fair? Draait het niet vaak alleen om jezelf? Heb je al eens gezien dat dat het wezen van de zonde is: jezelf en niet God centraal stellen?

Zoek je het kwade of het goede? Zoek je de Heere in de weg van de middelen die Hij geeft? Of gaat je hart nog uit naar de dingen van deze wereld misschien wel het kwade? Of denk je dat het allemaal uiteindelijk wel mee zal vallen, net zo als veel Israëlieten dachten? Is Gods genade, in je doop beloofd en verzegeld, misschien vanzelfsprekend en gewoon geworden? Steun je op je bidden, bijbellezen, naar de kerk en catechisatie gaan? Is de prediking van het „God met ons" geen wonder? Je leeft in de eindtijd. Het goddelijke oordeel komt steeds dichterbij. De tijd dringt. Maak haast met het zoeken van de Heere. Een leven met de Heere is pas echt leven. Zo'n leven heeft pas perspektief en uitzicht! Wend je tot Hem, Die zegt: „Want die Mij vindt, die vindt het leven, en trekt een welgevallen van de HEERE". Zodat je biddend gaat vragen: Leer mij naar Uw wil te hand'len 'k Zal dan in Uw waarheid wand'len; Neig mijn hart, en voeg het saam Tot de vrees van Uwe naam

(Ps. 86 : 6 ber.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1986

Daniel | 32 Pagina's

C. LEVEN OF DOOD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1986

Daniel | 32 Pagina's