Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HULDRICH een kind van de beroen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HULDRICH een kind van de beroen

4 minuten leestijd

deel 1

Huldrich zat rechtop in zijn bed. Hoorde hij daar niet de stem van de oude knecht Kaspar? Die was er dan al vroeg bij, want het was nog maar nauwelijks licht. In het kleine slaapkamertje, waar ook z'n broers Heini en Klaus sliepen, was het nog helemaal donker. Het kleine raampje liet maar heel weinig licht door. Hij kon het ledikant van Heini en Klaus bijna niet zien. Die sliepen zeker nog.

Huldrich luisterde of hij zijn broers ook hoorde ademen, maar hij hoorde niets. Zouden die er dan al uit zijn?

Meteen herinnerde hij zich het plan van vader. Gisteravond had hij het daar over gehad. Ze zouden overmorgen met de koeien naar de alm, de bergweide, gaan. Het voorjaar was aangebroken. Al een paar weken had het vee gegraasd op de weilandjes rondom het huis. Huldrich had er met z'n broertje Hans op moeten passen. Die weilandjes waren maar klein. Het jonge gras was al gauw door de koeien opgegeten. Daarom moesten ze nu met het vee hogerop, de bergen in. Naar de almen, waar in het voorjaar vers gras en heerlijk ruikende kruiden groeiden.

Huldrich mocht dit jaar ook mee. Op 1 januari, een paar maanden geleden, was hij tien jaar geworden. Dat was een feestdag voor hem geweest. Ze hadden anijsmelk gedronken. En 's avonds hadden de oudsten een glas wijn gehad. Van de wijn die ze zelf maakten, van bessen en kruiden die groeiden bij het riviertje de Thur.

Nu was hij groot geworden. En omdat hij tien jaar was mocht hij ook voor het eerst mee naar de alm.

Hij was er zo vol van, dat hij bij het eerste hanegekraai al wakker was geschrokken. Maar 't was toen nog pikdonker. En naast zich hoorde hij Heini en Klaus nog snurken. Maar nu waren ze er uit.

Het was dus dag geworden. Buiten hoorde hij stemmen. Hij had niet eens gemerkt dat zijn broers waren opgestaan.

Graag zou hij nu ook meteen uit z'n bed springen en naar buiten stormen. Maar hij waagde het niet. Vader had het uitdrukkelijk verboden. Hij mocht niet opstaan, voor moeder hem riep. „Zo'n klein jongen moet z'n slaap hebben'', had vader gezegd.

Nou, kleine jongen! Hij was al tien! Hij kon al koeien melken, en elke dag melkte hij de beide geiten: moeder kookte 's morgens pap van die melk. Hij hakte hout in het bos en sprokkelde droog hout voor moeders kachel. Hij hoedde de tien koeien op de wei en zorgde er voor dat die niet op de grond van buurman Gruber kwamen.

Huldrich hield niet zo van Gruber.

Dat kwam niet alleen, doordat de man niets van de kinderen van Zwingli kon verdragen, maar ook vooral doordat Gruber zo vreemd deed. Die liep altijd maar gebeden te prevelen met het hoofd naar de grond, en hij had een kettinkje om de hals met een beeldje van de heilige Sebastiaan. Vader zei: „Buurman Gruber is veel te vroom." Soms vertelde vader dat ook tegen buurman Gruber zelf. Hij zei dan: „Buurman, je hoeft niet heel de dag met het hoofd naar beneden te lopen. Dat doen de dieren, die het van de aarde moeten hebben. Je mag gerust je gezicht naar boven richten. Want daar moeten wij mensen het van hebben."

Dan haalde Gruber z'n kettinkje voor de dag en dan zei hij: „De heiligen zijn ons voorgegaan, zouden wij zondaars hen dan niet volgen!"

„Dat wij zondaars zijn. ben ik met je eens", zei vader dan. „Maar niet de heiligen, maar Jezus Christus heeft voor de zonden betaald."

„Jij bent een ketter!" schold Gruber dan. Vader lachte er wat om.

Maar Huldrich schudde die gedachten van zich af. Hij had nu wel andere dingen aan het hoofd. Hè. mocht hij vast maar uit bed.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1987

Daniel | 32 Pagina's

HULDRICH een kind van de beroen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1987

Daniel | 32 Pagina's