Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Hooglied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Hooglied

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het bijbellezen is niet altijd gemakkelijk. Er kunnen soms moeilijke gedeelten zijn, die we niet zo maar begrijpen. Dat is zeker wel het geval met de dichterlijke boeken. Gedeelten die ov de geschiedenis van Israël handelen, of over de geschiedenis v de rondwandeling van de Heere Jezus gaan, zijn eenvoudiger volgen dan gedeelten uit het Hooglied bijvoorbeeld. Bij dichterlijke boeken, soms ook bij delen van de profetische boeken, komen we niet gemakkelijk tot een antwoord op de vraag naar de betekenis. Vandaar dat we in deze , , Daniël-special" willen proberen het Hooglied wal toegankelijker te maken.

De plaats van het Hooglied in de kanon

Allereerst wil ik wat vertellen over de plaats van het Hooglied in de kanon.

Het Hooglied „ontvangen wij voor heilig en kanoniek. om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden en daarmee te bevestigen. En wij geloven zonder enige twijfel al wat daarin begrepen is", zo belijden wij met artikel 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Dat belijden wij van harte. De kerk heeft de bijbelboeken voor heilig en kanoniek ontvangen. Nooit heeft de kerk de boeken van de Bijbel heilig verklaard.

De kerk heeft ze voor heilig en kanoniek ontvangen. Wij zeggen daarbij: door de leiding van de Heilige Geest. De Geest, Die tot schrijven inspireerde. Die de boeken al de eeuwen door bewaarde, heeft ook de kanon doen groeien. Daar heeft de Geest zeker ook mensen voor gebruikt.

Rabbi's hebben vergaderd over de samenstelling van de kanon van het Oude Testament.

Over het Hooglied waren er verschillen van mening. Enkele rabbi's hadden problemen met de beantwoording van de vraag of dit boek van Goddelijk gezag was. Een zekere rabbi Agiba zou aan deze meningsver-er schillen een eind gemaakt an hebben. Hij zou gezegd hebben:

„Het zij verre dat ooit iemand in Israël over het Hooglied van mening verschilde alsof dit de handen niet zou verontreinigen (dat wil zeggen niet van goddelijk gezag was), want de wereld is niet zoveel waard als de dag waarop het Hooglied aan Israël werd gegeven, want alle heilige Schriften zijn heilig, maar het Hooglied is zeer heilig."

De kanoniciteit werd nauwelijks bestreden. De rabbi's hebben het Hooglied ontvangen als kanoniek vanwege de allegorische uitleg. In het jaar 90 na Chr. heeft een Joodse synode van Jamnia de kanon van het Oude Testament erkend en beleden, die reeds van overlang vaststond. Geen mensenhand kwam er beslissend aan te pas. De kerk beleed eenvoudig, wat allang vaststond. Het was Goddelijke leiding dwars door menselijk

handelen heen; de Heere gaf en de kerk ontving het Hooglied.

Naam van het boek

Elk kommentaar op het Hooglied vertelt dat het boek in 1 : 1 het lied der liederen wordt genoemd. Lied der liederen betekent zoveel als het schoonste lied. In onze Bijbel heet het boek: ooghed. Die naam hebben wij aan Luther te danken, die Lied der liederen op deze wijze vertaalde, en de Statenvertalers namen deze titel van hem over.

Verder vraagt de toevoeging „van Salomo" onze aandacht. Dit duidt de dichter aan. Er zou ook gelezen kunnen worden „over Salomo", of „op Salomo". In deze laatste vertalingen is Salomo niet persé de dichter, hij is wel de bruidegom over wie dit lied gaat. Vanouds is aangenomen dat Salomo de dichter is. Zo zegt de Statenvertaling: Het Hooglied, hetwelk van Salomo is. Hij is de dichter en het gaat over hem.

Uitlegging van het boek

Hoe moeten wij dit boek uitleggen? Wat betekent dit? Dat zijn de vragen die bij het lezen rijzen kunnen.

Wij kunnen niet ontkomen aan wat uitweidingen over de uitleg van de Schrift, als we inzicht willen hebben in de uitleg van het Hooglied.

Hiervóór schreef ik dat de rabbi's het boek aanvaardden vanwege zijn allegorische uitleg. Ik kom op de allegorische uideg hierna uitvoerig terug. Nu zeg ik alleen dat de rabbi's het Hooglied zagen als een lied op de liefde van God tot Zijn uitverkoren volk Israël, en van het uitverkoren volk tot God. Hier liggen aanwijzingen, meer niet, voor de verklaring van het boek.

Het is misschien aardig om te weten dat de Targum in het Hooglied zinspelingen heeft gezien op de uittocht van Israël uit Egypte en de wetgeving. Het Hooglied werd in Israël altijd gelezen op het Pascha. In navolging van hetgeen dc rabbi's lazen in het Hooglied heeft de kerk vanouds in dit bijbelboek de liefde tussen Christus en Zijn bruidsgemeente gelezen. Hippolytus en Origenes, een naam die wij straks weer zullen horen, waren wel de eersten, voorzover wij weten, die dat deden.

Allegorie

Het is nu tijd om wat te zeggen over allegorese en allegoriseren.

Allegorie is de naam voor een bepaald soort beeldspraak. Wij verstaan onder een allegorie een verhaal, waarvan elk detail, elke bijzonderheid, elke trek moet worden overgebracht. Een onder ons heel bekende allegorie is de Christenreis, geschreven door John Bunyan.

Allerlei geestelijke belevenissen worden in heel konkrete gebeurtenissen aanschouwelijk voorgesteld. De letterlijke tekst heeft een geestelijke betekenis. De letterlijke tekst moet

worden overgebracht, verklaard. uitgelegd.

Een allegorie is wat anders dan een gelijkenis, zoals de Heere Jezus die uitsprak. De gelijkenis is ook wel een verhaal van een alledaagse gebeurtenis, maar niet elke kleinigheid van het verhaal moet worden overgebracht. Het gaat in de gelijkenis om één bepaalde kerngedachte van de gebeurtenis die wordt verteld. Het gaat in een gelijkenis om de hoofdzaak.

De allegorie geeft een verhaal waarvan elk detail een andere beduiding heeft.

Nu het allegoriseren. Dat is het werk van de uitlegger. Een allegorie is het werk van een schrijver, het is een verhaal. Allegoriseren is het werk van een uitlegger, van een Schriftverklaarder.

Bij het allegoriseren kent de uitlegger aan de letterlijke en eigenlijke zin van de woorden een figuurlijke of geestelijke betekenis toe. Hij behandelt dus elke tekst alsof het een allegorie ware!

Dat is niet zomaar toegestaan. Een geschiedenis uit de Bijbel is en blijft geschiedenis, werkelijkheid. Die geschiedenis wordt ons niet aangeboden als allegorie, maar als geschiedschrijving, zij het dat het de beschrijving van de heilsgeschiedenis is.

Niet elke tekst mag als een allegorie behandeld worden. Want dan gaat de fantasie aan het werk. En.... de eigenlijke boodschap wordt verduisterd! De verkondiging van het Woord vindt dan geen plaats. Eigen vondsten en gedachten worden in de Schrift ingebracht en er dan, als boodschap, uit te voorschijn gehaald.

Allegoriseren is alleen geoorloofd als de Schrift zelf duidelijk aangeeft dat wij in het desbetreffende gedeelte met een allegorie te maken hebben. Het bekende voorbeeld is het gedeelte uit Galaten 4 : 20-31 over Hagar en Sara. als voorbeelden van de twee verbonden. Zelfs in die gevallen is de uitleg niet vrij voor de uitlegger. Ook dan zal de gouden regel moeten worden gebruikt, dat de Schrift met de Schrift uitgelegd moet worden. Verder moet de uitleg zijn naar de regel des geloofs, overeenkomstig de, op grond van de Schrift beleden, geloofsleer. Allegoriseren is een oud kwaad. De vader van deze kwalijke methodiek is Origenes (182 — 259 na Chr.). En deze vader heeft helaas veel kinderen gehad. Augustinus en Gregorius de Grote brachten deze manier van Schriftuitleg naar het Westen over.

Toch bleven er altijd veel theologen zich tegen de allegorie verzetten. Chrysostomus, misschien als naam nog wel bekend, moest er niets van hebben.

De reformator Calvijn keerde terug naar een nuchtere Schriftuitleg. De regels voor het verklaren van de Schrift werden in de Schrift zelf opgediept. De teksten werden vanuit het Hebreeuws en Grieks gelezen.

De richtlijnen van de Schrift zelf werden gevolgd. Een voorbeeld van een voorschrift hoe de geschiedenissen in de Schrift gelezen moeten worden vinden we in 1 Korinthe 10:6 en 11; daar staat van de Israëlieten in de woestijn geschreven: n deze dingen zijn geschreven ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust tot het kwaad gehad hebben. Dus: eze dingen van de geschiedenis zijn ons tot voorbeeld, opdat wij niet in het kwaad zouden vallen. En in 1 Korinthe 10 : 11 staat: ij zijn beschreven tot waarschuwing van ons. op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn.

Is het Hooglied een allegorie?

De vraag die we ons moeten stellen is. moeten we het Hooglied als een allegorie zien en dus dan ook zo verklaren? Het antwoord moet de Schrift zelf geven. En dan lezen wij nergens dat het Hooglied zich als zodanig aandient. Het is het Hooglied van Salomo dat over Salomo gaat. En dat zullen we toch zeker moeten laten staan. Salomo's naam wordt in het lied zelf een aantal malen genoemd (1 : 5, 3 : 11, 8 : 11). De naam van zijn bruid ook (6 : 13). In dit zeer schone, verheven lied wordt de liefde bezongen tussen Salomo en Sulammith. De liefde tussen man en vrouw, hier de koning en zijn prinses. Dat is het stramien voor de uitleg.

Nu moeten we daaraan toevoegen, dat er in dit lied in bepaalde gedeelten beeldspraak gebruikt wordt. En die gedeelten moeten we dan wel als beeldspraak behandelen. Een voorbeeld daarvan vinden we in hoofdstuk 4. De bruidegom roemt de bekoorlijkheden van de bruid. Dat doet de bruidegom in beeldspraak. Hij zegt: ij zijt een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein. Van deze hof noemt de bruidegom verder de voortreffelijke vruchten: en paradijs van granaatappelen, cyprus met nardus, nardus met saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen van wierook, mirre en aloë, mitsgaders alle voornaamste specerijen (4 : 12-14).

Het is duidelijk dat deze beschrijving de bruid niet naar werkelijkheid weergeeft. Het is beeldspraak. De zin van deze beeldspraak moet worden opgezocht. Het is duidelijk dat de bruidegom aan een kostbare specerijenhof denkt. Besloten, dat wil zeggen ommuurd, met een beschutting er omheen, opdat de specerijstruiken niet verwoest zullen worden. Bewaakt dus en bewaard. Wij gaan er verder niet op in. Duidelijk is, dat al is het lied zelf de liefdeszang van Salomo en zijn bruid, in het lied beeldspraak wordt gebruikt, waarvan de betekenis nauwkeurig moet worden nagegaan.

Typologie

Het is het minnelied tussen

bruid en bruidegom. Een beurtzang, waarin afwisselend bruid en bruidegom aan het woord zijn. Geen allegorese, een werkelijk minnelied. Maar waarom staat het nu in de Bijbel? Heeft het ons dan niet meer te zeggen dan de liefde tussen koning Salomo en prinses Sulammith? Of niet meer dan de liefde tussen man en vrouw?

Daar heeft de Bijbel wat over te zeggen. Daar heeft de Bijbel zelfs heel veel over te zeggen. Als wij op dit gebied de Bijbel niet laten spreken en ons door de Bijbel niet laten gezeggen, dan komen we in grote en in velerlei ellende terecht. Ook in het Hooglied is de Bijbel over de tere verhouding tussen man en vrouw aan het woord. Dit lied moeten we biddend lezen.

Toch is er meer. Als kopje schreef ik het woord typologie. Wat is dat? In bijbelse zin verstaan we onder type een oudtestamentische figuur die in zijn persoon of werk een afspiegeling vertoont van Christus' persoon of werk. We kunnen dus in bepaalde personen afschaduwingen lezen van de Heere Jezus. Of door een bepaald voorval in het leven van een bepaald persoon kunnen, we in Hem een afschaduwing zien van Christus. Hier valt te denken aan Jona die drie dagen was in de buik van de grote vis.

Ook hier valt de wacht te betrekken. Niet iedere willekeurige , .bijbelheilige" is een type van de Heere Jezus. Ook hier hebben we gehoorzaam te luisteren naar de Schrift. Alleen als de Schrift zelf er toe aanleiding geeft dan mogen we van een type van Christus spreken. Anders vervallen we weer in een willekeurige Schriftuitleg. Bij Jona's voorbeeld is er heel duidelijk sprake van een type. De Heere Jezus Zelf noemt hem zo (Matth. 21 : 40).

Voor wij deze kennis toepassen op het Hooglied wil ik naast het begrip type nog het begrip symbool noemen. Een type heeft betrekking op een persoon; symbool heeft betrekking op een zaak. Een symbool is een zaak waarmee een geestelijk goed wordt afgeschaduwd. En het tweede dat ik ter afronding wil zeggen is, dat de koningen, profeten en priesters van het oude Israël naar hun ambt te beschouwen zijn als typen van de komende Messias.

Typen in het Hooglied

Is koning Salomo type van de Heere Jezus? Wij moeten hierop volmondig , ja" zeggen, want de Heere Zelf maakt de vergelijking. Alleen, méér dan Salomo is hier. Het type wordt altijd overtroffen (Matth. 12 : 42). Bovendien is hij koning! Koning in vrede. In tegenstelling tot koning David, die altijd in de strijd was. Salomo is type van de verhoogde koning. Is koning Salomo type van Christus als Bruidegom? Ja! Naar Paulus ons doet horen in Éfeze 5 behoort in elke bruidegom iets van Christus uit te stralen. De liefde van Christus voor Zijn gemeente wordt ten voorbeeld gesteld aan elke bruidegom: ij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus zijn gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven (Ef. 5 : 25). De vraag is, mag je de gemeente vergelijken bij de bruid of anders gezegd is de bruid type van de gemeente van Christus? Ja! In Éfeze 5 : 23 en 24 wordt de vrouw vergeleken

met de gemeente. De apostel neemt het huwelijk ten voorbeeld voor de verhouding van Christus tot de gemeente (Ef. 5 : 32).

Verder denk ik aan de Openbaring van Johannes waarin de bruiloft van het Lam en de bruid van het Lam herhaaldelijk genoemd worden (18 : 23:21 : 2:21 : 9:22 : 7; 19 : 7).

Om niet meer te noemen, wie denkt niet aan de machtige, zeer schone 45ste psalm. Dr. H. F. Kohlbrugge promoveerde in de vorige eeuw met een proefschrift over dit bruiloftslied. dat hij helemaal betrok op Christus. Al zijn opponenten versloeg hij met zijn uitnemende Schriftkennis, verkregen door vele uren omgang met de Bijbel.

Deze typologische opvatting stemt het meest overeen met de Schrift. Dat heeft gevolgen voor de uitleg. Niet elk detail kan en behoeft te worden uitgelegd, behoudens de opmerkingen, die wij hiervoor maakten over de in dit lied zelf gemaakte beeldspraak. Het gaat om de bruidegom-koning en zijn bruid en hun omgang met elkaar. Zij zijn als historische figuren transparant, doorzichtig tot op Christus. Daardoor kan en mag erover gepreekt worden en kunnen wij er geestelijke lessen uit ontvangen tot versterking van het geloof en tot opscherping in de liefde.

Andere opvattingen omtrent het Hooglied, als zouden er niet twee maar drie of zelfs vier personen aan het woord zijn. of als zou het gaan over Abisag, over wie in 1 Koningen 1 : 4 geschreven wordt, wil ik voorbijgaan, omdat deze opvattingen zo weinig bodem hebben in de Schrift en ook weinig geestelijk onderwijs bieden.

indeling van het Hooglied

De oorspronkelijke tekst heeft geen indeling. Elke indeling is een door mensen aangebrachte verdeling. Toch kan het nuttig zijn om daarvan kennis te nemen om inzicht in het geheel te krijgen. Er zijn verscheidene indelingen te vinden. Toch is er een eenheid te ontdekken. tengevolge van een steeds weerkerend vers, dat als een soort refrein kan worden opgevat.

Het refrein wordt gezien als het laaste vers van een gedeelte. Het refrein keert driemaal terug, namelijk 2 : 7, 3 : 5 en 8 : 4. Dit refrein luidt: , Ik bezweer u, gij, dochters van Jeruzalem, die bij de reeën, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste (het kursieve komt in 8 : 4 niet voor). Aan de hand daarvan zijn verscheidene indelingen aan te treffen bij dr. G. Ch. Aalders,

Korte Verklaring; prof L. H. van der Meiden, Het Hooglied en dr. M. A. Beek, Het hooglied. In het algemeen kunnen we zeggen, dat het Hooglied in vier hoofddelen wordt onderscheiden. De eerste drie delen zijn, wat versindeling betreft, gelijk. De benoeming van deze drie delen is, uiteraard, verschillend.

I hoofdstuk 1 : 2 - 2 : 7 II hoofdstuk 2:8-3:5 III hoofdstuk 3:6-8:4

Deel I gaat over het verlangen van de bruid naar de bruidegom en hoe zij in het koninklijk paleis is gebracht.

Deel II beschrijft ons de gedachten van de bruid over de bruidegom. Daarin horen we de bruid haar liefde vertolken voor de bruidegom.

Deel III beschrijft ons de bruiloft of de bekroning van deze liefde.

Zeer gevarieerd zijn de indelingen van het vierde deel van dit boek. Het vierde deel omvat hoofdstuk 8:5-8:14. Het is het slotgedeelte. Dr. Aalders noemt het een toegift. Duidelijk is dat vooral deze laatste verzen van dit lied niet eenvoudig zijn. Het is echter niet nodig om daar nu uitvoerig op in te gaan. Het is goed om dc grote gedachte van dit lied der liederen te verstaan. Het is samen te vatten in de vraag die dc grote Meester stelde aan Simon bar Jona: ebt gij Mij lief?

Het Hooglied is en blijft een diepgeestelijk boek. Een van de (vele) verklaringen zegt: Men verliczc niet uit het oog. dat een onwedergeborene, zinnelijke mens dit boek niet kan verstaan, maar wel hij, die. hemelsgezind gemaakt door de Heilige Geest, in waarheid van Christus kan zeggen: Deze is mijn Liefste; deze is mijn Vriend.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1988

Daniel | 32 Pagina's

Het Hooglied

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1988

Daniel | 32 Pagina's