Worstelen met God

De titel boven dit artikeltje is een bijbelse uitdrukking. Maar hi komt slechts één keer in de Bijbel voor, namelijk in de bekende geschiedenis van Jakob in Pniël, zoals je die lezen kunt in Genesi 32. En daar is het zowel een lichamelijke als een geestelijke „worsteling". Toch begrijpen jullie best wat we met die uitdrukking bedoelen: worstelen met God! Wij denken dan voo aan een geestelijke worsteling, een zielsworsteling. Wie met God worstelt, is biddend en smekend bezig voor Gods aangezicht om Zijn zegen te verkrijgen. Je houdt aan en je houdt God als het ware vast, totdat Hij verhoort. Net als Jakob: „Ik zal U niet la gaan, tenzij dat Gij mij zegent. "

Wat is jouw worsteling?

De een tobt met een langdurige ziekte, de ander met zijn eenzaamheid. Je zou best verkering willen hebben, en het lukt maar niet. Of je verkering is uit en daar lijd je onder. Misschien strijd je nog steeds tevergeefs tegen een bepaalde boezemzonde of heb je geen enkel begrip bij je ouders als je met hen over je probleem wilt praten. Het kan zijn datje moeite hebt om op school mee te komen of dat je nog steeds werkloos bent na je studie. Wat kun je het daar moeilijk mee hebben. Vooral met het allergrootste probleem: de verhouding met God! Als dat nu maar eens goed kwam, wat zou je dan gelukkig zijn.

Het Hebreeuwse woordje voor , .worstelen'' betekent eigenlijk twee dingen: wegvluchten en vasthouden, enerzijds je met iemand verenigen en anderzijds proberen hem te ontkomen. Dat is nu echt worstelen. Zo heeft Jakob dat ook ervaren, toen hij aan de Jabbok met God heeft geworsteld. Enerzijds wilde hij loskomen uit de greep van God. die opeens zijn tegenstander was geworden, en anderzijds wilde hij God niet loslaten voordat hij Zijn zegen ontvangen zou hebben. Is het jou ook daar om te doen? De zegen van God? Zijn hulp en kracht in je moeilijkheden? Lees dan nog maar even verder!

Alleen overblijven

Wie echt met God worstelt, is alleen met God overgebleven. Dan kunnen je vrienden je niet meer helpen, ook je ouders niet. Dat is een zaak die zich afspeelt onder vier ogen met God. Kijk maar naar Jakob! Je weet wel, Jakob, de man van de sluwe berekening. Eerst bedroog hij zijn vader, later zijn schoonvader. En als hij uit Paddan-Aram wegtrekt, gaat dat ook al niet zoals het hoort. Hij vertrekt met de noorderzon. Maar hoe dichter hij bij huis komt, hoe meer zijn oude schuld begint te drukken. Als hij denkt aan de ontmoeting met Ezau, straks, dan voelt hij zich niet lekker. Dan komen zijn oude leugens weer levensgroot op hem af. Logisch, want onbeleden zonden, zijn onvergeven zonden!

Daar ligt de oorzaak, jongelui, van onze worsteling met God. Er zou niets te worstelen zijn. j als alles goed was. De zonde is de oorzaak van onze worste-s ling. En als je nog rondloopt met onbeleden zonden, zul je ook nooit rust vinden. Hoe ral dichter Jakob Kanaan nadert, hoe moeilijker het voor hem wordt. Er staat: „Toen vreesde Jakob zeer en hem was bange". ten Ja, dat komt ervan als je iets op je geweten hebt. Hij brengt zijn gezin en zijn bezittingen over de Jabbok, en zelf keert hij terug naar de andere kant, de kant buiten Kanaan. Hij wil alleen zijn, alleen met God. Hij wil zijn hart uitstorten voor de Heere. En dat staat er: „Doch Jakob bleef alleen over". Dat is echt zo'n typerend zinnetje. Dan blijf je alleen over. Niemand kan je helpen. Alleen God nog.

En daar, aan de oever van de Jabbok in de stilte van de nacht zoekt Jakob geestelijke versterking bij God. Alle andere stemmen zwijgen. Alleen het ruisen van de Jabbok kun je horen. Maar de stem van zijn geweten is niet tot zwijgen te brengen. Wat een eenzaamheid! O, zo kan het niet langer. Zo kan Jakob niet verder. Hij weet het niet meer. Het moet eerst weer goed komen tussen God en zijn ziel. Maar ook met Ezau. Zelfs zijn lieve Rachel kan hem nu niet helpen. Hij blijft alleen over met God! O, als Gods troostrijk aangezicht nu maar met hem meegaat! Kijk, daar buigt een zondige Jakob voor de heilige God. Jakob weent, hij smeekt, hij vraagt om vergeving en om hulp. Zonder God kan hij niet verder. Zonder God kan hij het leven niet meer aan, ook Ezau niet ontmoeten. En daar ziet hij toch zo tegenop. Jij ook? Kun

jij ook het leven niet meer aan zonder God? Kniel dan maar neer naast Jakob! Hij kwam er door!

Helpt bidden eigenlijk wel?

Veel mensen zeggen: bidden heeft geen zin. Bidden is overbodig. De natuurwetten beheersen immers alles! Ook veel godsdienstige mensen denken dat bidden niet helpt (al zullen ze dat nooit zeggen.!). God is toch alwetend! Dan hoef ik Hem toch niet te vertellen wat ik nodig heb. God is ook onveranderlijk! Dan kan ik Hem toch ook door mijn gebed niet van Zijn plan af brengen. Daar doet bidden of biddeloosheid toch niets aan of toe. Waarom zou je bidden of God je bewaart en je leven leidt? Wat Hij besloten heeft, zal toch wel gebeuren!

Ja, zo'n God bestaat natuurlijk niet. Dat is „het noodlot", maar niet de God van de Bijbel. Dat is niet de barmhartige Vader van onze Heere Jezus Christus. Hij is wel alwetend, maar Hij wil toch graag onze stem horen. Hij wil ons ontmoeten. Hij wil dat wij onze nood aan Hem bekend maken. God heeft ook berouw! Dat wil zeggen dat Hij soms Zijn straffen niet uitvoert op het gebed. Denk maar aan Ninevé.

En dan weet je heus wel, dat het gebed er niet in de eerste plaats is om je verlanglijstje aan de Heere voor te leggen, maar om gemeenschap met Hem te hebben. Het gebed is net als de levensschreeuw van een pas geboren kind: dat zoekt gemeenschap, hulp en levensonderhoud. In het gebed kun je juist die hartelijke persoonlijke intieme omgang met de Heere beleven. Is dat bij jou ook zo? Bidden is een teken van liefde en verlangen naar God. Het is een ontmoeten van God en een zien van Zijn vriendelijk aangezicht. En als je dat mag zien, kun je weer verder, al zijn je moeilijkheden nog niet opgelost. Dan is het gebed de ademhaling van je hart! Wie biddend met God worstelt, zal merken dat hij ongemerkt uitstijgt boven zijn eigen kleine bekrompen wereldje met al zijn noden en zorgen tot voor de troon van God. daar waar alles heerlijk is en waar alles mogelijk is.

Dc catechismus zegt dat God Zijn genade en de Heilige Geest alleen aan diegenen geven wil, die Hem met hartelijk zuchten zonder ophouden daarom bidden en daarvoor danken (antw. 116). En wat heb je nu eigenlijk nog meer nodig dan Zijn genade en de Heilige Geest? Worstel dan maar verder hoor! Het heeft zin. Wie de Geest heeft, is gelukkig en met Gods genade kom je door de diepste nood en eenzaamheid. En dat betekent niet dat de Heere altijd geeft wat je vraagt. Het onthouden van iets kan meer genade zijn dan het schenken ervan. Als het ons maar dichter bij God brengt. Dan mag je roemen in de verdrukkingen.

En als God nu je Tegenstander lijkt?

Daar weet Jakob ook van mee te praten. Lig jij daar nog geknield naast hem in die donkere nacht van angst voor het leven? Uit die duisternis nadert een Man. Het is God Zelf! Het is Christus in een oudtestamentische verschijning. Dat weten we uit de profeet Hosea. En Hij komt met Jakob afrekenen in het bangste uur van zijn leven. Maar God komt hem tegen uit genade. De strijd gaat nu niet meer uit van Jakob, maar van God. „Een man worstelde met hem". God had Ezau best door een ziekte kunnen laten sterven, zodat Jakob veilig Kanaan kon binnen trekken. Maar dat doet God niet. Hij wil Jakob redden en louteren. Hij wil alles goed maken met Jakob. Zijn onbe-

leden zonden moeten eerst maar eens op tafel komen. En hij moet leren dat hijzelf niets meer kan. nergens recht op heeft en alles verzondigd heeft. En dat is tot zijn bestwil.

Ken jij die worsteling ook? Is God misschien nu je Tegenstander geworden? En je loopt stuk met alles wat je deed of wilde. Wat een worsteling, een ongelijke strijd. Maar weet je wat het wonder is bij Jakob? De almachtige God betoont Zich machteloos. In die strijd laat Hij Jakob toch winnen. Hoe dat kan? Omdat deze ..Man" Zelf later ook alleen zou achter blijven nadat Hij door Zijn discipelen en Zijn Vader verlaten werd. Hij zal in de nacht van Golgotha het toornend aangezicht van de Vader voelen en Zich als een Machteloze aan het kruis laten spijkeren om de machteloze Jakob te kunnen verlossen. Lig jij daar nog op de grond? Komt God je tegen in wegen van beproeving en tegenspoed. in ziekte of werkloosheid.

Drukt de last van je zonden je neer? Je weent en je smeekt. Je worstelt en je vraagt om kracht. Je raakt uitgeput en je geeft de strijd toch niet op. En weet je hoe dat komt? Calvijn zegt dat zo mooi: „Wanneer God ons beproeft, slaat Hij ons met Zijn linkerhand, maar Hij houdt ons met Zijn rechterhand staande."

Dus Hij strijdt tegen je maar tegelijkertijd geeft Hij de kracht om te volharden en de overwinning te behalen. Wonderlijk! God is dan onze tegenstander en beschermer.

Hij heft Zijn zwaard op. maar tegelijkertijd Zijn schild. Hij verwondt en Hij heelt. Dat valt niet mee. om afgebroken te worden in jezelf. Die worsteling zocht Jakob ook niet. Die ontliep hij juist jarenlang.

Misschien doe jij dat ook wel. Maar juist daar. waar je alles ontvalt, krijgt de genade van God waarde. Waar je zonden op tafel komen en je denkt te moeten omkomen, maakt God je enkel vast op de bodem van Zijn Woord als Hij je vat geeft aan de beloften van het evangelie en je oog richt op dc algenoegzaamheid van het offer van Christus. Kijk. dat is de winst van die worsteling. Dat zie je niet als je er midden in zit, maar wel daarna. De kreupele wint de prijs!

De aanhouder wint!

God laat Zich verbidden, want Jakob ontvangt de zegen. Hij ziet Gods aangezicht (in Christus) en ..zijn ziel is gered". Zijn zonden worden hem vergeven. Nu komt alles goed. Alles komt vlak te liggen. Er blijft niets meer tussen Jakob en God zitten. Het wordt vrede. Jakob kan het leven weer aan. Jakob kan Ezau ontmoeten. Jakob kan het beloofde land intrekken, onder Gods gunst. Dat is het resultaat van de worsteling. Maar die zegen ontving Jakob in de weg van volharding.

God stelt zijn geloof en lijdzaamheid op de proef. Zal Jakob Hem laten gaan zonder zegen? Nee. Jakob klemt zich vast aan de Heerc: , , Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent". Jakob doet geweld op het koninkrijk Gods. Hij houdt vast en vol. en hij houdt aan! Hij ontvangt de zegen ir. de weg van het aanhoudend bidden en smeken. En zo wordt de zegen door worstelaars ontvangen. Jongelui, hoe moeilijk je het ook hebt. met je natuurlijke of geestelijke nood, God laat Zich verbidden.

Jakob klemt zich vast aan God, aan Gods Woord, aan Gods belofte. Want God had in Bethel beloofd: „Ik zal met u gaan en u zegenen". En daar kan God niet meer van af. Dat is als het ware een zwakke plek bij God. Wie vlucht naar het kruis kan niet meer getroffen worden door het zwaard van Gods gerechtigheid. De zonde is gestraft aan Christus. En waar jij alleen nood en schuld overhoudt, daar beginnen de beloften van God in die duisternis op te lichten.

Kun jij in jouw nood ook de Heere niet missen, net als Jakob? Laat Hem dan niet los, maar houdt Hem aan Zijn Woord. Zeg dan maar: Heere ik heb de vloek verdiend en geen rechten om geholpen te worden, maar om het bloed van Christus zoek ik de zegen alleen bij U, o Bron van troost en licht. Wees dan biddend bezig bij de Belover om de vervulling van Zijn beloften. Als het over onze lichamelijke (natuurlijke) nooddruft gaat, moeten we de Heere vrij laten, maar als het over onze geestelijke nooddruft gaat niet, want daarvoor heeft de Heere Zijn beloften gegeven. Boston zegt in een preek over Genesis 32: „Sinds Hij de zegen heeft beloofd en ze u heeft getoond in het evangelie, zo moet ge door het geloof op de belofte pleiten. Dat doende zult ge vat krijgen aan de grote Belover, die geenszins zal uitwerpen, die tot Hem komt. op Zijn eigen Woord en belofte".

De kreupele wint de prijs

Volgens werelds begrippen is Jakob er maar slecht af gekomen. God heeft zijn heup ontwricht. Hij is voor zijn hele leven gehandicapt. Zie je hem gaan? Een rechte en een verkeerde stap. Steeds weer. Herken je daarin jezelf misschien? Zijn eigen kracht is gebroken. Voortaan roemt Jakob in zwakheden. Eerst overwonnen door God en dan overwinnen bij God. Als ik zwak ben, dan ben ik machtig. Daar gaat Jakob. Liever verwond en vernederd onder de zegenende en terechtbrengende hand van God, dan dartelend in de wereld buiten God. Want, jongelui, dat eindigt in eeuwig sterven.

Elke stap in Kanaan getuigde van genade, genade alleen. En daarvan te mogen leven! Niets meer van jezelf te verwachten en alles van de Heere. Ken jij die „hinkende gang"? Ja, echt waar. alleen de kreupele wint de prijs. Eerst werd Jakobs heup ontwricht, daarna volhardde hij in zijn worsteling, en tenslotte kreeg hij de zegen. Zo gaat dat. En dan omschijnt je de gouden glans van de Zon der gerechtigheid. Er staat zo duidelijk: „En de zon rees hem op, als hij door Pniël gegaan was". Speciaal voor hem! Zo kwam de nieuwe dag. De dag van nieuw leven. De dag van het leven in Gods gunst. Is dat jouw verlangen geworden? Dat is de prijs, die uit genade in de handen valt van de worstelaars.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen