Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods gaven en onze gaven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods gaven en onze gaven

9 minuten leestijd

Als iels haaks op onze natuur staat, dan is het geven. Wanneer ik m'n oudste dochtertje twee koekjes geef, eet ze ze het liefst alle Dat mag niet. Daarom geeft ze er een aan haar zusje. Maar eers houdt ze ze naast elkaar, om ze te meten met een timmermansoog

Ze wil ervan verzekerd zijn, dat ze niet de grootste weggeeft. Ze is niet anders dan haar vader, al laat die z'n hebzucht niet zo duidelijk blijken. Daarom is het zo n hachelijke onderneming, o iets te schrijven over het geven. Of beter gezegd, om te luisteren wat de Bijbel ervan zegt. Dat snijdt in mijn vlees. Dar snijdt oo jouw vlees. Toch is dat goed. Want als de Heere ons verwondt Zijn Woord, dan is dat om ons voor eeuwig te helen.

Oordeel

Is geven dan zó belangrijk? , vraagje misschien. Ja. De Bijbel leert hoé belangrijk.

Op de oordeelsdag zal de Heere Jezus zeggen tot hen die aan Zijn linkerhand staan: „Gaat weg van Mij. gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk de duivel cn zijn engelen bereid is. Want Ik ben hongerig geweest cn gij hebt Mij niet te eten gegeven. Ik ben dorstig geweest en gij hebt Mij niet te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling cn gij hebt Mij niet geherbergd. Naakt en gij hebt Mij niet gekleed. Krank en in de gevangenis cn gij hebt Mij niet bezocht."

Waarom geven?

Adam had niets van zichzelf. Alles was gekregen goed. Het paradijs om in te wonen. Een vrouw als een hulp tegenover hem. Wij doen en praten, of alles van ons is. Mijn huis. mijn brommer, mijn auto. mijn vriendin, mijn vrouw, mijn kinderen. Daar is niets van jou bij, zegt de Heere. 't Is allemaal geleend goed. „Wij hebben niets in de wereld gebracht", schrijft Paulus aan Timotheüs, „het is openbaar dat wij ook niet kunnen iets daaruit dragen".

Ons geven is niet anders dan doorgeven. David besefte dat. Toen hij en het volk hadden gegeven voor de tempelbouw, dankte hij God en zei: ..Wie ben ik en wat is mijn volk. dat wij dc macht zouden verkregen hebben om vrijwillig te geven, als dit is? Want het is alles van U en wij geven het U uit Uw hand."

Armen

Het Oude Testament leert, dat God bijzondere zorg draagt voor de armen. ..Die de arme verdrukt of bespot, smaadt deszelfs Maker." Een uitgebreide wetgeving had tot doel. armoede tc voorkomen en te bestrijden. Er mocht geen geld worden geleend tegen woeker. De dagloner moest voor het ondergaan van de zon zijn loon uitbetaald krij-bei gen. op. Elk derde jaar was een t deel van de tienden bestemd . voor de armen. Elk zevende jaar een deel van dc opbrengst van de braakliggende akkers. De andere jaren m moest een deel van de oogst naar op het veld worden achter-k in gelaten.

Schulden die niet betaald konden worden, moesten in het sabbatsjaar worden kwijtgescholden. Een Israëliet die zichzelf als slaaf had verkocht. herkreeg in dat jaar zijn vrijheid en moest worden overladen met goederen. In het vijftigste jaar. het jubeljaar. werden verkochte akkers gelost en kwamen weer in bezit van dc oorspronkelijke eigenaar. Opvallend is, dat God hierover niet spreekt als gun sten van de rijken, maar als rechten van de armen (Deut. 27 : 19).

Aan wie geven?

Dc Bijbel geeft duidelijke richtlijnen voor de besteding van onze giften. De Heere. onze Schepper, dient voorop tc staan. Denk maar eens aan al de offers die de Israëlieten brachten. In het verlengde er

van liggen de giften voor de bouw van Gods huis, de onderhouding van dc eredienst cn dc verbreiding van het Evangelie.

Het geven voor dc Heere en Zijn dienst mag niet worden uitgespeeld tegen het geven aan dc overheid. Malcachi bestrafte zijn volksgenoten, omdat ze het geroofde offerden. Zwart geld wordt in de kollektezak niet wit. „Geeft dc keizer dat des keizers is en Gode dat Gods is", sprak Jezus.

Na het geven voor de dienst van God. volgt het geven aan de naaste. Dat geldt allereerst binnen de familiekring. Jozef zorgde in een tijd van honger voor zijn familieleden. Ouders horen te sparen voor hun kinderen. Anderzijds hebben oudere kinderen dc plicht hun ouders bij te staan, als die in armoede leven (Mark. 7 : 10 t/m 12).

Het stopt niet bij dc familie. „Laat ons goed doen aan allen". schrijft Paulus aan de Galaten, „maar meest aan de huisgenoten des geloofs." We hebben een bijzondere verantwoordelijkheid voor de armen binnen de christelijke gemeente, maar daarmee zijn we niet klaar. Dan begint het pas. Een grote stroom hulpbehoevenden trekt aan ons voorbij. Naasten uit ons dorp. uit onze stad. uit ons land, uit dc wereld.

Draagkracht

Als wc het Oude Testament lezen, valt op dat God rekening houdt met draagkracht. Het schuldoffer bestond uit een wijfje van klein vee, een lam of een jonge geit. Wie dat niet kon betalen, offerde twee tortelduiven, of twee jonge duiven. De armstcn mochten volstaan met het tiende van een efa meelbloem. Ook op de grote feesten gaf ieder naar de zegen die de Heere hem gegeven had (Deut. 16 : 17)?

Nu betekende dat niet. dat ieder zelf kon bepalen wat hij eaf. Er waren konkrete richtlijnen. Denk maar aan de tienden, die dc Israëlieten af moesten staan aan de Levieten. En daar bleef het niet bij.

Ze droegen ook tempel belasting af, cr werden extra heffingen geïnd en persoonlijke offers gebracht.

Je hoort weieens. dat in de tienden de overheidsbelasting begrepen was. Verschillende bijbelgedeelten spreken dat tegen. De hofhouding van Salomo kostte een vermogen, dat grotendeels door het volk moest worden opgebracht. Niet voor niets klaagt het tegen Rehabeam: „Uw vader heeft ons juk hard gemaakt." Onder de voorgangers van Nchemia was het niet beter.

Honderd procent

Ik geloof niet. dat de instelling van de tienden voor onze tijd geldt. Nergens in het Nieuwe Testament lezen we over percentages. Maar dat betekent niet. dat je nu opgelucht adem kunt halen, omdat je cr zo goedkoop vanaf komt. Mozcs vroeg tien procent. Dc Heere Jezus vraagt in principe honderd procent. Denk maar aan die rijke jongeling. Ja. maar dat geldt toch niet voor mij? , werp je legen. Waarom voor die rijke jongeling wel cn voor jou en mi j niet?

Niet iéder hoeft alles w r cg te geven. Ieder moet wel bereid zijn alles weg te geven, als hij moet kiezen tussen zijn goed en Christus. Mozcs werd voor die keus geplaatst. Hij deed de goede keus en achtte „de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn. dan de schatten in Egypte".

Nivellering

In de eerste christengemeente zei niemand, dat iets zijn eigendom was. „maar alle dingen waren hun gemeen". Die situatie heeft ons iets tc zeggen. We doen Gods Woord Geen recht, als we beweren dat het hier gaat om een eenmalige zaak. Wanneer Paulus de Korinthiërs opwekt om te kollckteren voor de arme christenen van Jeruzalem, geeft hij als motief: „Opdat uit gelijkheid, in deze tegenwoordige tijd. uw overvloed zij om hun gebrek tc vervullen".

Als het over nivellering gaat. denken wij clirekt aan socialisten. Hier zien we dat er ook een bijbelse nivellering is. Voor Paulus was dat praktijk. Als hij afscheid neemt van de ouderlingen van Efezc. zegt hij: ..Ik heb niemands zilver, of goud. of kleding begeerd. En gij zelve weet, dat deze handen tot mijn nood-

druft cn dergenen die met mij waren, gediend hebben. Ik heb u in alles getoond, dat men alzo arbeidende de zwakken moet opnemen cn gedenken aan de woorden van de Heere Jezus: het is zaliger tc geven, dan tc ontvangen." Maar wat mag ik dan voor mezelf hebben? , vragen wij. „Als wij voedsel cn deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd zijn", antwoordt Paulus.

Twee penningen

Ik kan me voorstellen, dat je zegt: geldt dat nou ook voor mijn beetje zakgeld? Er zijn toch voldoende rijken, die veel makkelijker kunnen geven? Het laatste wil ik niet ontkennen. Maar dat betekent niet dat jij buiten schot blijft.

De gemeenteleden van Macedonië gaven ondanks hun armoede overvloedig aan de arme gemeente van Jeruzalem.

Je hoeft je niet te schamen, als je weinig kunt geven, omdat je weinig hebt. Dc arme weduwe wierp meer in de schatkist, dan al dc rijken voor haar. Revius zei al: „God rekent niet hoeveel, maar van hoeveel men geeft."

Hoe geven?

Nu zijn we aangekomen bij dc belangrijkste vraag. Hoe geef jij? Hoe geef ik? Paulus zei: „Al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde ( ) en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven." Nu moet je niet zeggen: „Als het zo ligt geef ik maar niet meer. want ik ben niet bekeerd." Dat argument zal in dc laatste dag je oordeel verzwaren. Je verdraait dc woorden van de Bijbel lot je verderf.

De Heere vraagt niet in de eerste plaats je gift. Hij smeekt: Mijn zoon. Mijn dochter, geef Mij jc hart. Misschien bid je met Willem de Mcrode: „Heer\ 't moet door u genomen." Dan geldt ook voor jou het antwoord van Christus: „Daartoe ben ik gekomen."

Zijn leven lang heelt Hij gegeven. Het begint al voor Zijn geboorte. Een ander krijgt de herberg. Hij trekt in een stal.

Een ander heeft een bed. Hij neemt genoegen met een kribbe. Bij Zijn ouder worden is het niet anders. Dc vossen hebben holen cn dc vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft zelfs geen kussen om Zijn moede hoofd neer te leggen. Tenslotte hangt Hij naakt aan het kruis, om Zijn leven te geven tot een rantsoen voor velen.

Geloof

„Gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus", schrijft Paulus, „dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden."

Als de Heere onze ogen daar voor opent, is geven niet moeilijk mee. Dan gaat het vanzelf.

Sommige mensen vragen: moet je met je gevoel geven of met je verstand? Geen van beide. Je moet uit geloof geven. En dan volgt het onbe grijpclijke wonder. Dan ontvangen we loon op ons geven. Genadeloon! We zullen uit Christus' mond horen: „Gij goede en getrouwe dienstknecht. over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal Ik li zetten. Ga in. in dc vreugde uws Heeren." Dan zullen wc als koningen heersen in alle eeuwigheid. Wat meer is. dan zullen we Hem zien Die ons kocht met Zijn bloed. „Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1988

Daniel | 32 Pagina's

Gods gaven en onze gaven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1988

Daniel | 32 Pagina's