Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bijbelse visie op arbeid en vrije tijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bijbelse visie op arbeid en vrije tijd

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Arbeid adelt! Je hoort dit spreekwoord niet zo vaak meer noemen. Is het dan niet waar? Bij velen lijkt het er inderdaad op dat arbeiden, werken, alleen maar een noodzakelijk kwaad is, omdat je nu eenmaal geld moet verdienen om van te leven. Het rond moeten komen van een sociale uitkering betekent immers ook geen vetpot! 's Maandags wordt het werk met tegenzin begonnen en naarmate de vrijdagmiddag dichterbij komt, worden de verwachtingen over het komende vrije weekend al groter.

Ik hoop niet dat er ook maar één is van degenen die dit lezen, die zichzelf in dit beeld herkent. Want gelukkig zijn er veel anderen die hun werk met plezier doen. die dagelijks arbeidsvreugde hebben. De ene dag meer dan de andere, dat wel. maar in het algemeen toch arbeidsvreugde en voldoening in hun dagelijks werk.

Er zijn mensen, voor wie hun dagelijkswerk hun hobby is en die zich dan ook niet storen aan werktijden, maar zich ook in hun vrije tijd met hun werk bezighouden. Er zijn er ook die zichzelf geen rust gunnen omdat ze in de ban van het geld zijn of omdat ze menen dat ze onmisbaar zijn of..... vul zelf maar in. Iedereen kent uit zijn of haar omgeving wel iemand die nooit klaar is met zijn of haar werk, die nooit tijd heeft om te rusten, om te ontspannen. Ook sommige huisvrouwen kunnen zo rusteloos bezig zijn. dat er geen moment voor rust, dan alleen de nachtrust, overblijft. Ze rollen als het ware van de ene dag in de andere en hebben geen tijd voor ontspanning en geen tijd om bezig te zijn met de dingen van de eeuwigheid.

Ook zie je wel eens dat mensen weliswaar met plezier of plichtmatig hun werk doen tijdens de voorgeschreven werktijden, maar zich daarna volledig werpen op het beoefenen van hun hobby, of dat nu sport of andere vrij eti j ds b es tedi ng b et re ft.

Arbeid - vrije tijd

Als we het hebben over arbeid en vrije tijd, dan zien we daarin dikwijls een tegenstelling. Arbeid is dan datgene dat we doen om loon. inkomen te verwerven en vrije tijd is dan de niet voor de arbeid benodigde tijd die we naar eigen inzicht kunnen besteden. (Over dat „naar eigen inzicht" straks nog meer).

Voor velen is het klassieke beeld van een vijfdaagse werkweek van 36 of 38 uur, verdeeld over gelijke perioden per dag nog steeds geldend. Waar variabele werktijden en andere maatregelen tot flexibilisering van de arbeidsen bedrijfstijd ingang hebben gevonden, is dat beeld steeds minder herkenbaar. Voor bepaalde groepen mensen is de scheiding tussen arbeidstijd en vrije tijd altijd al minder vanzelfsprekend geweest. Ik denk dan bijvoorbeeld aan huishoudelijk werk en het werk in de agrarische beroepen.

Arbeid(stijd) en vrije tijd hebben, hoe onderscheiden ook. toch gemeenschappelijke kenmerken. Ik zal er in dit verband twee noemen. In de eerste plaats betreft dat de oorsprong van de ti jd. Arbeidstijd en vrije tijd, geheel de tijd, die ons gegeven wordt tussen geboorte en sterven, krijgen wij uit Gods hand. Al onze tijden zijn in Gods hand, zegt Psalm 31. En in de tweede plaats is er een gemeenschappelijk doel van arbeidstijd en vrije tijd. In 1 Korinthe 10 : 31 wordt ons aangewezen waarop al ons bezig zijn gericht moet zijn, wat het doel van ons bezig zijn moet zijn. ..Hetzij dan dat gijlieden eet. hetzij dat bij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet. doet het al ter ere Gods". Alles doen ter ere Gods. daartoe zijn wij geschapen.

Maar, zul je vragen, wie kan dat van zichzelf en wie doet dat uit zichzelf, leven tot eer van God? Er wordt ons toch geleerd dat wij van nature geneigd zijn God en onze naaste te haten? Ja. dat is waar. En alleen waar zaligmakende genade in het hart van de zondaar is verheerlijkt, wordt de begeerte geboren om heilig voor God te leven en Zijn eer te bedoelen. Dat neemt echter niet weg, dat de Heere het van ons allemaal vraagt om tot Zijn eer te leven en Zijn geboden te onderhouden. In het onderhouden van Gods geboden ligt grote loon. zingt Psalm 19. Alleen daarom al is het nodig met elkaar na te denken over de vraag wat nu een bijbels verantwoorde visie is op arbeid en vrije tijd. Waarom werken we eigenlijk?

Hoe kunnen we onze vrije tijd op een verantwoorde manier besteden? Op deze en andere vragen probeer ik hierna wat in te gaan.

Vóór de zondeval

We kunnen er niet om heen ons af te vragen hoe dat nu was vóór en na de zondeval. Je zou de gedachte kunnen hebben, dat in het paradijs, in de staat der rechtheid, niet gewerkt behoefde te worden door Adam en Eva; dat alles vanzelf zou gaan, dat de Heere zelf wel zou zorgen voor het onderhoud van het door Hem geschapene. Dat de Heere zorgde en nog zorgt is vanzelfsprekend ook zo. Hij deed dat in het poaradijs en Hij doet dat ook nu nog. Zijn heerlijke schepping had Zijn bijzondere zorg. Maar

ook in die voor ons niet te bevatten situatie van onmiddellijke gemeenschap tussen de Heere en de mens. bediende de Heere Zich van de door Hemzelf geschapen middelen. De mens als het pronkjuweel van de schepping mocht in een zuivere liefdesverhouding tot God vanaf het begin als Gods mede-arbeider de geschapen aarde bouwen en onderhouden. In Genesis 1 : 28 geeft de Heere het eerste mensenpaar de opdracht daartoe: .Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt en vervult de aarde en onderwerpt haar en hebt heerschappij over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt". En in Genesis 2 : 15 lezen we hoe de Heere de mens plaatste in de hof van Eden en de mens daar werk gaf in het bouwen en bewaren van die hof. Dus ook het paradijs was geen plaats om lui te zijn.

Op grond van die zuivere liefdesrelatie was het voor de mens geen last om te werken, maar was hem de arbeid een lust en een voortdurende vreugde, omdat het ging om de eer van God. Zelfs in haar oorspronkelijke toestand liet de natuur nog plaats voor verbeteringen door kunst en vlijt.

Nu was die menselijke arbeid in het paradijs niet direkt nodig tot levensonderhoud. De Heere heeft hen het zaadzaaiende kruid en de vruchten van het geboomte aangewezen tot spijze (Gen. 1 : 28). God geeft hen vrijelijk daarvan te eten. Die vruchten vielen het eerste mensenpaar als het ware in de schoot. Maar middellijk werkt de mens in het bouwen en bewaren van de aarde mee aan de voorziening in zijn eigen levensonderhoud.

Na de zondeval

Ook in dit opzicht heeft de zondeval verschrikkelijke gevolgen met zich gebracht. , .Zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt, en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens. Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen en gij zult het kruid des velds eten. In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten...." (Gen. 3:17-19).

Ook de arbeid is onder de vloek komen te liggen. De arbeid zélf is geen vloek, dat niet. maar de moeiten, waarmee de arbeid gepaard gaat. zijn een gevolg van onze opstand tegen God in het paradijs. De arbeid na de val heeft een slaafs karakter. Door de breuk met God is ook het oorspronkelijke doel van de arbeid: de eer van

God te bedoelen, niet meer aanwezig. In de eerste plaats gaat de zorg van de werkende mens uit naar zijn levensonderhoud. Was er in het paradijs geen noodzaak om te werken voor het levensonderhoud. nu is die noodzaak er wel. Om in leven te blijven! Een bittere noodzaak! De arbeid wordt ons in de Schrift geschetst als zwaar en met moeite gepaard gaand. Lees bijvoorbeeld Prediker 2 maar eens.

Waarom werken?

Hoewel de arbeid door de zondeval onder de vloek is komen te liggen, toch blijft de arbeid goddelijke opdracht en roeping. De opdracht tot bouwen en bewaren is gebleven, ondanks het feit dat daarin een zwaar kruis is gekomen en die arbeid beheerst blijft door de zondeval. Daardoor is ons werk vol gebrek. Toch moeten we werken, want dezelfde Prediker, die elders wijst op de vergankelijkheid van het leven, zegt in hoofdstuk 9 : 10: .Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht". Luiheid wordt in de Bijbel veroordeeld. Bewijzen daarvoor kun je vinden in het Spreukenboek (bijv. hoofdstuk 6 : 6 e.v.) en in de gelijkenis van de tien talenten in Mattheüs 25.

We moeten dus in de eerste plaats werken omdat het goddelijke opdracht is, met het oog op Gods eer. In de opdracht tot het bouwen en bewaren van de aarde ligt ook besloten de strijd tegen de verwoesting van de schepping. Dan gaat het niet alleen om de strijd tegen bodem-, lucht-en waterverontreiniging, maar ook om de strijd tegen ziekten bij mensen, dieren en planten, opdat, zoals Psalm 145 : 10 zegt: Al Uw werken,

HEERE. zullen U loven". Vanuit het bijbelse liefdegebod: God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf, moeten wij ook arbeiden met het oog op het heil, het welzijn van onze naaste. Waar dat mogelijk en nodig is, moeten wij onze naaste helpen en bijstaan. ook financieel. Door te werken worden wij daartoe in staat gesteld.

Die hulpverplichting strekt zich uit tot gezin en familie, tot diakonie en andere kerkelijke doeleinden en tenslotte ook tot „allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs" (Gal. 6 : 10). In het kort: ot de naaste dichtbij en ver.

Wie niet werkt, zal niet eten. Je zult begrijpen, dat het hier niet gaat over iemand die wel wil, maar niet kan werken. Thessalonicenzen 3 : 10 is daarover duidelijk. Iemand, die niet kan werken, is aangewezen op hulp van anderen. Maar iemand, die wel kan werken, is verplicht dat ook te doen om in eigen levensonderhoud te voorzien. In de dagen van Calvijn waren er mensen die het verrichten van arbeid voor levensonderhoud afwezen, zelfs het uitoefenen van het aards bedrijf voor een christen ongeoorloofd achtten. Sarcastisch merkt Calvijn daarover op, dat zulke mensen verdienen, de gehele

dag in een kamer te zitten, met niets anders dan de Bijbel bij zich, zonder dat zij voedsel en kleding krijgen! Er zou nog veel meer te zeggen zijn over het oogmerk of de oogmerken, waarmee we onze arbeid verrichten. In verenigingsverband zou bijvoorbeeld eens besproken kunnen worden of het geoorloofd is te werken met het oog op de ontplooing van de mens of ter bevordering van de ontwikkeling van de samenleving, om rijk te worden, om geëerd te worden, om onze kreativiteit te bevredigen of om afleiding te hebben. |

Inspanning/ontspanning

De plicht en de opdracht om te werken houdt niet in dat we rusteloos dag (en nacht) bezig moeten zijn met onze al of niet betaalde arbeid. Dc boog kan niet altijd gespannen zijn. Het volk van Israël kreeg van de Heere rust voorgeschreven. We zien dat bijvoorbeeld in de instelling van de sabbat, waar de Heere Zelf het ritme heeft aangegeven van rusten en werken. Er is een grens gesteld aan onze arbeidzaamheid. Wie leeft om te werken, maakt van het werk een afgod. In onze jachtige tijd met de zich in steeds hoger tempo opvolgende veranderingen in het maatschappelijk leven, heeft de mens steeds meer behoefte aan ontspanning, aan vrije tijd. Helaas brengen velen die vrije tijd door op een wijze die in strijd is met Gods Woord, dat zegt dat ook onze vrije tijd Zijn tijd is. We krijgen geen vrije tijd om onszelf dan uit te leven in de zonde. We moeten zodanige ontspanning zoeken, dat we de inspanning van het dagelijks werk weer aan kunnen.

Iemand schreef eens dat vrije ti jd dat gedeelte van 's mensen leven is, waarin de strijd tussen engelen enm duivelen om het bezit van zijn ziel het hevigst is. Veel vrije tijd wordt waardeloos verkwist. De tijd wordt „gedood" met allerlei onnutte bezigheden. Er zijn echter zoveel mogelijkheden om de vrije tijd op een verantwoordemanier door te brengen. Gebruik je vrije tijd voor het lezen van een verantwoord boek. voor het maken van een wandeling, voor het uitoefenen van een hobby, voor het helpen van je ouders in huisgezin of bedrijf, het helpen van oudere mensen en van zieken, voor verenigingswerk of voor een goed gesprek met vrienden. Er is zoveel te doen. Vergeet ook het bijwonen van de bijbellezingen niet. als die in de gemeente waartoe je behoort gehouden worden. Maar onze vrije tijd zal ook gevuld moeten zijn met „stille" tijd. Veelal het sluistuk van de dag. maar van zo grote betekenis. Onmisbaar is deze tijd voor gebed, schriftlezing en meditatie.

Onder de zegen des Heeren kan deze tijd ook een bijzonder vruchtbare tijd zijn voor ons geestelijk leven. Heel ons leven, ook onze arbeid en vrije tijd en ook onze „stille tijd, moet strekken tot Gods eer in het besef dat het in ons leven niet in de eerste plaats gaat om het werken om de spijze die vergaat, maar om de spijze die blijft tot in het eeuwige leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1988

Daniel | 32 Pagina's

Een bijbelse visie op arbeid en vrije tijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1988

Daniel | 32 Pagina's