Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie niet horen wil, moet maar voelen! (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie niet horen wil, moet maar voelen! (2)

Bijbelstudie over Hosea 8:1-14

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lees nu vooral v.v. 4-7 en daarnaast 2 Kon. 17:1-23 en Jes. 44:6-20.

De vorige keer hebben we eerst gelet op de bedoeling van dit achtste hoofdstuk in zijn geheel: de Heere straft alle afwijkingen van Zijn verbond en wet. Daarna hebben we gezien hoe de assyrische vijand Israël zal overvallen zoals een snelle roofzuchtige arend zijn prooi overvalt. En die waarschuwing van hel komende gericht is nog bedoeld om Israël lot bekering te brengen. De Heere wacht als hel ware nog tot ze zich zullen gedragen zoals het behoort. We hebben tenslotte ook gezien dat de boodschap voor ons is. dat we niet voorbij leven aan de oordeelsaankondigingen, die de Heere ook tot ons laat komen. Een kennen van God met hel verstand is niet genoeg. We moeten met Hem verbonden zijn door het levende geloof en die nieuwe gehoorzaamheid beoefenen, waar het doopsformulier van spreekt: om de drie-enige God aan te hangen, le betrouwen en lief te hebben van ganser harte..." Deze keer gaat het vooral over de vervalsing van het koningschap en hel dienen van de afgoden. Ook hier blijkt weer de waarheid van de spreekwoorden: .. Wie niet horen wil. moet maar voelen " en .. Wie wind zaait, zal storm oogsten.”

Onwettige koningen en hun afgoden (vs. 4-6)

Het spreekwoord dat afkomstig is uit het zevende vers voorspelt niet veel goeds. We zien de donkere wolken zich samenpakken als een teken dat er zwaar weer op til is. Met twee duidelijke voorbeelden maakt Hosea duidelijk, dat Israël zich die naderende storm van de ballingschap heeft waardig gemaakt. Het eerste betreft de koningen en ministers, die ze hebben aangesteld en het tweede gaat over de afgoderij van de kalverdienst.

Wat dat koningschap betreft. Hosea veroordeelt niet de monarchie als zodanig, want die had de Heere Zelf ingesteld. Nee. zijn oordeel gaat over dc manier waarop ze die koningen en vorsten (ministers) hebben aangesteld.

Dat is namelijk gebeurd buiten de Heere om. zonder Zijn toestemming cn goedkeuring. Hij is er niet in gekend. Ze kwamen aan de macht door samenzwering en geweld na de dood van Jcrobeam II (vgl. 7:3) en zo waren het in ieder geval geen koningen, die van Israëls God gegeven waren.

Daar zat dus de fout. in die samenzweringen en paleisrevoluties. Daardoor was het koningschap voor Hosea als profeet Gods onaanvaardbaar geworden. Naar alle waarschijnlijkheid moeten wc hier denken aan Hosea's gewelddadige opvolging van IVkah Zo bestraft de proleet hier m (iods Naamb zijn naamgenoot.

Let daar maar op. want dit i-ook een waarschuwing voor ons. Je kunt wel persé iets willen bereiken, maar denk nooit dat het doel de middelen heiligt. Als jc er niet voor bidden kunt. is je manier van werken ongeoorloofd. De wereld denkt: gri jp je kansen en zorg voor jezelf, want een ander doel het niet. Als je echter de Heere liefhebt. wil je niets doen zonder Zijn goedkeuring en gunst. Dan is het je voortdurende vraag:

„Heere. wat wilt Gij dat ik doen zal? ”

Als tweede voorbeeld van Israëls overtreding noemt Hosea de afgoderij. ..Van hun zilver en hun goud hebben zij voor zichzelf afgoden gemaakt." Hier moeten we niet in de eerste plaats denken aan allerlei beeldjes van Baal en Astarte. die ook wel in de privé-sfeer werden vereerd, maar (zoals vs. 5 uitwerkt) aan de gouden kalveren in Dan en Bethel, die door Jcrobeam I als symbolen voor de Heere waren ingevoerd. Hosea ziet daarin een teken van Israëls a Igodische ei gen zi n n ighcid (vgl. het kalf uit Ex. 32). Uit de eerste hoofdstukken van Hosea kunnen we ons nog herinneren dat dc Heere aan Zijn bruid (Israël) sieraden van goud en zilver gegevan had. Daar klinkt Zijn klacht al dat ze met dat goud naar de Baals gaan. Hier maken ze er een gouden kalf van. Maar dit alles zal leiden tot de ondergang van het volk.

Uw kalf o Samaria, heeft u verstoten

Je kunt dit opvatten in die zin. dal de afgoderij van Israël er de oorzaak van is. dat ze in ballingschap zullen worden weggevoerd. De kanttekening in de Slatenvertaling geeft ook nog een andere mogelijke uitleg, die door vele verklaarders wordt gevolgd, namelijk Hij (de Heere) heeft uw kalf o Samaria verstoten, gelijk gij Zijn goed verstoten hebt. alzo verstoot Hij uw kwaad." De Heere zal dat beeld vermorzelen (lezen wc in vs. 6). en de aankondiging van die vernietiging wordt hier ingeleid door een vloek over dat stierbeeld. Zijn loorn is ook ontstoken tegen dc vereerders ervan (Israël). En als de Heere hier Samaria aanspreekt, wil dat niet zeggen, dat het afgodsbeeld voor dat stierkalf in Samaria stond, want dat stond in Belhel (cn ook één in Dan). Samaria wordt hier genoemd omdat het de hoolstad is van het noordrijk cn zo dus het hele tien stammen rijk vertegenwoordigt. Het afgodsbeeld was gemaakt van hout en met goud overtrokken. Hel Hebreeuwse woord voor dit stierbeeld is spottend bedoeld. Het is een ironische aanduiding'. ..kalf'. Het wijst namelijk op het afhankelijke jonge kalf, dat nog geleid moet worden.

Het zesde vers is ook spottend bedoeld: ..Een werkmeester heefl het gemaakt." Het komt niet uit God voort, maar uil mensenhanden! De Israëlitische ambachtsman kan wel een stom beeld maken, niaar geen god. Wat een dwaasheid dan ook om daarvoor te knielen. En ... dat dit kalf van Samaria geen God is, maar een afgod, en dus niet bij machte om zijn aanbidders te beschermen, zal wel blijken als het door Gods oordeel aan dc vernietiging wordt prijsgegeven. ..Het zal tot stukken worden", dat wil | zeggen God zal het aan splinters slaan.

Bedenk dat maar jongelui! Er blijft van je afgoden niets over. Calvijn heeft gezegd dal het menselijk hart „een fabriek van afgoden" is. En dat is maar al te waar. Je zult zeker geen houten of stenen afgodsbeeldjes in je kamer hebben, maar het kan ook een poster zijn van een bepaalde „ster", of een bepaald soon muziek die je alleen met je walkman beluistert omdat vader en moeder hel niet mogen horen. Een ander wordt getrokken door okkulte spelletjes of de horoskoop, En hoeveel verkeerde denkbeelden zijn er van God niet in omloop. Dal is ook beeldendienst en zonde tegen hel tweede gebod. God neemt het heel nauw met dit gebod. Nicl voor niets heeft het een bedreiging. Maar het heeft ook een belofte. Denk daar I maar aan als je je eigen leven onderzoekt op afgoden!

Wie wind zaait, zal storm oogsten (vs. 7)

Iti dit 7e vers citeert Hosea twee spreuken, die de onontkoombaarheid van het komende oordeel voor Israël illustreren. Beide beelden zijn ontleend aan de landbouw. Hij sluit daarbij helemaal aan bij de denkwereld van zijn tijdgenoten. Hel ging hen immers om de rijke opbrengsten van het land. Daarvoor dienden zij de Baals en dat was ook het doel van de kalverendienst. Juist daarin zal de Heere hen straffen. Ze verwachten er zegen van. maar het brengt hen de vloek.

Wie wind zaait, zal storm oogsten. Wind is het beeld van leegheid en nietigheid. Hosea bedoell daarmee het ijdele vertrouwen van Israël op de afgoden (vs. 4-6) en de politieke machten (vs. S> ). En de storm of wervelwind uit het beeld van de komende verwoesting, die de Heere door de assyrische legers zal ' laten aanrichten.

Het tweede spreekwoord komi i in de nederlandse vertaling niet zo goed tot zijn recht als I spreekwoord. , .F.r zal geen staand koren zijn cn van hel uitspruitsel is geen meel te maken." De bedoeling is duidelijk. Ergens vond ik een I mooie vertaling, die het Hebreeuwse spreekwoord helemaal rechtdoet: ..Halmen zonder aren geven geen meel te vergaren". Israël zal ervaren I dat dc machten, waarbij hel steun zoekt (politiek of godsdienstig) loze halmen zijn. die niets opleveren. De slotregel van vs. 7 borduurt j nog even door op de letterlijke betekenis van het tweede spreekwoord: er zal een lijd van hongersnood aanbreken en als er dan misschien nog ergens voedsel is. dan zullen de vreemde vijandelijke soldaten het verslinden. Wat een beschamende uitkomst van die overvloedige dienst van de Baals. waarmee Israël meende de vruchtbaarheid te bevorderen.

En nu wij!

Wie wind zaail. zal storm oogsten. Storm is meer dan wind. Het is dc vermenigvuldiging van wind. Goed zaad brengt goede vruchten voort, maar verkeerd zaad geeft een veelvoud van het verkeerde. Slorm is een ramp, denk maar aan al dc verwoestingen. die de orkaan Gilbert heeft aangericht. Dat was nog ver van je bed. Maar als nu de orkaan eens opsteekt in je eigen leven? Je zult toch de vruchten plukken van je I eigen zaaisel. Is dat wind? Nietswaardigheid, ijdelheid, leegheid? En dat terwijl het

goedc zaad van het Woord och ook gestrooid wordt in je even. Is je hart daar nog 'oor gesloten? En wel open 'oor allerlei lege en dwaze begeerlijkheden? Zo wat de ens zaait, zal hij ook aaien. Dat wil zeggen dat e onze eigen daden een keer huis krijgen cn dan zo dat iet zaaisel is uitgegroeid en angezwollen tot ..de oogst", c ziet zc wel eens bij elkaar, roepjes jongelui, „zomaar niets doen" vervelend doen, wind zaaien, nietszeggende inhoudsloze ijdcle leegloperij edrijven. Soms komt er vandalisme van. Ledigheid is des duivels oorkussen. Wat en ernstige waarschuwing oor ons! Want de storm zal al die lege levens omver lazen. Een leeg leven, dat is een leven zonder Christus, en leven zonder het liefhebben van de Hccre, een leven zonder God. En al zou e nog zo ijverig en vlijtig je rgens voor inzetten, zonder od worden onze werken niet vol bevonden voor God. Niet vol maar hol. leeg, wind! Hoe nodig dat de wind van Gods Geest dc hof van ons onge leven doorwaait, opdat de oogst van de vreze des Heeren ons leven zal oortrekken. Dan is alle eegheid en zinloosheid erdwenen. En dan zijn we ol van Hem. die Zijn Geest uitstortte op de Pinksterdag m Zijn weldaden aan ondaren te kunnen schenen. Bid daar toch vurig om: Ontwaak noordenwind, cn om gij zuidenwind, en oorwaai mijn hof'. Dan indigt het niet in de storm an Gods verpletterende ordeel, waarin we voor euwig zullen vergaan, maar n het „uitvloeien van de pecerijen" van geloof, hoop n liefde tot die God. die nog aderlijk op de uitkijk staat m verloren zonen op te achten in Zijn liefdearmen. oe lang nog gedraald (vs. 5)?

Gespreksvragen

1. Waarom keert Hosect zich tegen het in zijn dagen geldende koningschap? De monarchie was toch door God Zelf ingesteld? Jerobeam I was door de profeet Ahia aangesteld op Gods bevel en Jelui was door Elisa tot koning gezalfd. Zie 2 Kon. 17:1-23!

2. Vs. 6 spot met het produceren van ..eigen" afgoden. Hoe spot Jes. 44:6-20 daar ook mee? Bestaan afgoden echt of gaat het alleen om inbeelding? Noem eens een aantal afgoden uit onze eigen tijd! Waarom zou er bij het tweede gebod in de wet zowel een bedreiging als een belofte staan?

3. Wat betekent hel spreekwoord: . Wie wind zaait, zal storm oogsten"? War is de betekenis ervan hier in dit verband van vs. 7? Wat is de wind en wat is de storm? Komt dit spreekwoord inhoudelijk nog op andere plaatsen in de Bijbel voor? Vergelijk Spreuk. 22:8: ob 4:9 en Gal. 6:7.

4. Waarom trekt Hosea de vergelijking tussen Israël en de ezels en hoeren? Vul dat eens konkreet in vanuit het verband! Wat heeft die waarschuwing ons nu te zeggen?

5. Wat zijn ..vazal-koningen " en noem er eens een paar. Waarom brachten ze schatting aan Assyrië?

6. In de eerste hoofstukken van Hosea zijn de minnaars vooral een beeld van de Baals. Hier ook van de politieke machten, waarop Israël zijn vertrouwen stelt. Is de waarschuwing hiertegen voor ons nog aktueel? Waar kannen wij ons vertrouwen op stellen in plaats van op de Heere?

Vlissingen ds. C.G. Vreugdenhil

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1989

Daniel | 32 Pagina's

Wie niet horen wil, moet maar voelen! (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1989

Daniel | 32 Pagina's