De Heere zegene u...
Met een plechtig „Amen " heeft de dominee de verkondiging van het Woord beëindigd. De slotpsalm is gezongen en de dominee zegt tot de gemeente: „Ontvang de zegen des Heeren en ga heen in vrede". Terwijl de gehele gemeente eerbiedig staat, mag de dienaar van het Woord de zegen des Heeren uitspreken: „De HEERE zegene u. en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede!" Misschien heb je wel eens gedacht, wat houdt deze zegen in? Wat betekent het voor mij of waarom juist deze zegen aan het einde van de dienst? Laten we eens proberen daar achter te komen.
De zegenbede
In de Bijbel lees je van bijvoorbeeld Izak en Jakob dat zij hun zonen zegenden. Je leest van priesters en profeten die personen of het hele volkin Gods naam zegenden. Ook in het Nieuwe Testament keert het uitspreken van zegeningen steeds terug. De apostel Paulus besluit elke brief met een zegenbede. Het werd een vast gebruik in de oude kerk om de samenkomsten met een zegenbede te besluiten. De dienaar spraak eenvoudig: .De Heere zij met u". Ook sprak men wel een Schriftwoord uit zoals bijvoorbeeld Ps. 28:9: .Verlos Uw volk. en zegen Uw erve. en weid hen. en verhef hen tot in eeuwigheid". Naarmate dwalingen de kerk binnenslopen, verloor men de schriftuurlijke betekenis van de zegenbede uit het oog. Bij Rome heeft de zegen van de priester iets mysterieus gekregen. De priester spreekt Latijn bij het bedienen van de mis. Wanneer hij dan de zegen over het brood uitspreekt, vindt cr een mysterieuze verandering plaats: et brood is wezenlijk veranderd in het lichaam van Christus. Verder dacht men dat de priesterzegen zonde en duivel uit kon bannen. De priester draagt als gevolmachtigde van God de zegen in zich cn laat door het uitspreken van de woorden dc zegen tot de gemeente ondergaan. Hoe onbijbels dit is, zullen we straks nog zien. Ook meent Rome dat de zegen van een bisschop rijker is dan die van een priester, van de paus weer rijker dan van de bisschop. Hoe hoger op de hiërarchische ladder, hoe rijker de zegen waarover hij beschikken kan. Het is aan de Reformatie te danken dat ook de zegenbede in de eredienst weer in bijbels licht verstaan werd. Van Calvijn weten we dat hij de dienst des Woords eindigde met dc aaronietische zegen (Num. 6:24 t/m 26). Later zijn verschillende synodevergaderingen Calvijn hierin gevolgd. De synode van 1574 te Dordrecht sprak uit dat aan het slot van de dienst de dienaar aldus spreekt: Ontvangt den zegen des Heeren. en spreekt dan Num. 6:24-26". De bekende Gijsbert Voetius wijst er op dat het gebruik van nieuwtestamentische zegenspreuken als bijvoorbeeld 2 Kor. 13:13 niet afgekeurd kan worden. Ook dit zijn immers door de Heilige
Geest ingegeven woorden. Toch moet de voorkeur uitgaan naar Num. 6:24-26. want deze woorden zijn door de Heere Zelf voor dit doel gegeven.
Eerst het offer...
Dat dc Heere Zelf deze zegenbede bevolen heeft, lezen we in het 27e vers: ..Alzo zullen zij (Aaron en zijn zonen) Mijn Naam op de kinderen Israëls leggen". God heeft het bevolen. God bekleedde Aaron en zijn zonen met macht en autoriteit om Zijn Naam op de kinderen Israëls te leggen.
Alleen wettig geordende dienaren mogen in Gods Naam de zegen op de gemeente leggen. Zij mogen naar Schriftuurlijk gebruik daarbij de handen opheffen in een zegenend gebaar. Maar.... de zegen geven, kan de HEERE alleen! ..En Ik zal hen zegenen”.
De dienaar spreekt echter wel de zegen uit in de naam van Hem Die alleen de zegen geven kan.
Alleen Aaron en zijn zonen mochten het volk in de naam des HEEREN zegenen. De handen, waaraan het bloed van de offerdieren was. werden uitgestrekt om te zegenen. Eerst het offer, eerst het bloed der verzoening en dan de zegen. Hier ligt een les in voor ons.
Wij kunnen geen zegen van God ontvangen, dan door het priesterschap van Christus. Zijn offer. Zijn bloed tot verzoening moet er eerst zijn eer de zegen des Heeren voor zondaren gelden kan.
Dit wordt duidelijker als we er op letten voor wie die zegen bestemd was. Aaron en zijn zonen moesten de kinderen Israëls zegenen.
Wat was dat voor een volk? Zeg ik te veel als we dit een schuldig volk. een verzameling van gevallen zondaren noemen. Ik denk van niet.
Want.... hoe waren zc ontvangen en geboren? In zonde en daarom kinderen waren ze des toorns. Alleen daarom al waren ze schuldig voor God.
Hoe hadden ze zich gedragen? Wat hadden ze het voor de Heere verdorven. Weet je wat dc Hecrc van Israël zei: ..Ik heb dit volk gezien, en zie, het is een hardnekkig volk". Isracl was een schuldig volk. Zij waren overtreders van Gods heilige wet. Het was een vloekwaardig, strafwaardig volk.
Misschien zeg je: „Hoe kan de Heere zo'n volk nu zegenen? " Alleen omdat er bloed gevloeid had, alleen omdat het offer voor de zonde was gebracht.
Dit alles zag op het grote offer van Christus op Golgotha. Christus is de grote Hogepriester, Die Zichzelf Gode onstraffelijk opgeofferd heeft. Hij is het goddelijke kanaal van de zegen. Buiten Zijn offer, buiten Zijn bloed kan geen zegen tot ons komen. God buiten Christus is een verterend vuur en een eeuwige gloed. Wie is er onder ons. die bij een verterend vuur wonen kan? Wie is er onder ons. die bij een eeuwige gloed wonen kan? O. jonge mensen, houd je niet verre van dat dierbare bloed.
Na het offer de zegen. En welk een rijke zegen! Een zegen uit de hemel. Een zegen in de naam van de HEERE. in de naam van JEHOVAH. Dat is de drieeënige Verbondsgod. De eeuwige, onveranderlijke God Die aan Zijn verbond gedenkt en zegt: „Ik doe het niet om uwentwil, het zij u bekend! o. huis Israëls! maar om Mijn heilige Naam”.
De HEERE zegene u...
De sleutel tol het verstaan van deze woorden moeten we zoeken in Ef. 1:3: Gezegend zij dc God en Vader van onze Heere Jezus Christus. Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in de hemel in Christus". In deze zegenbede gaan immers de geestelijke zegeningen voorop.
Niet dat we de tijdelijke zegeningen gering achten, integendeel. Gezondheid, eten. drinken, een goed verstand, een fijne baan, een gezellig thuis, een goed rapport, een diploma als resultaat van je studie-, wie durft zeggen dat dil alles en nog veel meer geen zegeningen zijn waarvoor wij de Heere moeten loven en danken?
Toch kunnen deze lijdelijke zegeningen, die met de tijd vergaan, niet opwegen tegen de geestelijke zegeningen die eeuwig zijn. Wat een eeuwige zegen is een hart waarin de vreze des Heeren woont.
Welgelukzalig is hij die dc Heere vreest. Nee. niet in een slaafse vrees, niet als Kaïn dievan de Heere wegliep. Maar een vrezen van God als het hoogste goed. omdat Hij het zo waard is, omdat we alles aan Hem te danken hebben vooral omdat Hij naar mij dc schuldige zondaar om heeft willen zien.
Weet je wat ook een geestelijke zegen van de HEERE is: het geloof. O. wat een zegen is het geloof. Het is een gave uit de hemel. Ieder die zucht onder de ongelovigheid van het eigen hart zal dit beamen. Ieder die door dat geloof eens over de bergen van zijn schuld en verlorenheid heen op Christus mocht zien. zal zeggen: „Wat een eeuwige zegen des Heeren is het geloof!”
Wat maakt de zegen van het geloof je rijk. Het geloof stelt de zondaar in het bezit van de schatten van het Koninkrijk der hemelen.
Al dc genaden van Christus zijn zegeningen des HEEREN. De bron waaruit genade begint te vloeien, is dc zegen des HEEREN. De bron waaruit genade blijft vloeien, is de zegen des HEEREN. Een nieuw hart, een biddend hart. een gelovig hart is zegen van God. Is het je daar al om te doen? Kom buig je knieën en zoek de zegen bij de
HEERE. Wat ik nu zeg. klinkt misschien wonderlijk, maar is niet dikwijls het kruis een zegen? Is Gods slaande hand. Zijn bestraffing, het verbergen van Zijn aangezicht voor velen niet een zegen geweest? ., "t Is goed voor mij verdrukt te zijn geweest....”
En behoede u...
Eerst zegening, daarna bewaring. De onder ons bekende en gewaardeerde J. C. Philpot merkt hierbij op: , .De zegen gegeven en dan. nadat hij gegeven is. bewaard. De brief geschreven en dan verzegeld. Het kleinood in het kistje gelegd en dan gesloten". Wat hebben wij deze zegen van bewaring, beschutting en beveiliging nodig. Als we om ons heen kijken in de wereld, wat woelt er dan veel aan zonde en ongerechtigheid. Beter nog is het om eens in ons eigen hart te kijken. Wat woelt daar veel! Een poel van vuile wanbedrijven.
Wat is dit een troostrijke zegen voor iemand die kennis heeft van de boosheid van eigen hart. Voor iemand die zeggen moet: „Ik kan mijzelf niet bewaren, ik kan niet tegen de wereld en mijn eigen zondige hart op”.
Hier moeten wij denken aan wat de Heere Jezus bad in het hogepriesterlijke gebed: „Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van de boze”.
Wat ben je gelukkig als de HEERE je bewaart. Denk niet dat je het zelf kunt redden. Wie op eigen kracht vertrouwt is een dwaas.
O. bid deze zegenbede toch mee: „HEERE bewaar mij voor de verzoekingen van de wereld, voor mijn boze hart. voor een leer die de waarheid niet is. Ook voor ramp en leed. ja voor alle kwaad, maar bovenal bewaar mijn ziel”.
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten
Volgens de verklaarders mogen we hierbij aan de zon denken. De zon maakt licht. De zon geeft warmte, vruchtbaarheid, genezing.
Gods aangezicht is in Christus als de zon. De wolken van toorn, vloek en straf heeft Christus weggenomen. De straf die ons de vrede aanbrengt. was op Hem. Al onze ongerechtigheden deed dc Heere op Hem komen.
Weet je voor wie deze zegen zo'n wonder wordt? Voor een zondaar die eerlijk zeggen moet: „Ik heb tegen U gezondigd, ik ben des doods schuldig". Toen David beleed: „Tegen U. U alleen, heb ik gezondigd en gedaan dat kwaad is in Uw ogen: opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten", heeft hij dat wonder van Gods vriendelijk aangezicht in Christus mogen ervaren.
Toorn en gramschap waardig; maar o. eeuwig wonder! Geen donkere wolken van toorn en gramschap bij God maar het lichten van Zijn aangezicht. Wanneer de Heere Zijn aangezichl over een schuldig zondaar doet lichten zal ons aangezicht ook gaan lichten zoals dat van Mozes toen hij met de Heere op de berg was geweest.
En zij u genadig
Het woordje genade is de samenvatting van het hele Evangelie. Juist dit éne woordje
maakt het Evangelie tot wat het is. namelijk een goede boodschap, een heil brengende boodschap dat er bij God genade is. Als we het woordje genade uit de Bijbel wegnemen, dan houden wij geen Evangelie meer over.
Genade vind je niet in de wet. De wet oordeelt, veroordeelt en vloekt de zondaar. Al kreeg je de jaren van Methusalem om door de werken der wet genade te vinden, je zou de vloek niet kunnen ontgaan. Want zelfs de minst zondige gedachte stelt ons eeuwig schuldig aan de wet. Bij de wel is geen genade wel dc kennis der zonde. Paulus wist het: „Als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden maar ik ben gestorven". De wet baart kennis der zonde. De wet eist, vloekt, slaat al onze verdiensten uit handen. De wet laat niet anders van een mens over dan een schuldige en stukgeslagene.
Zulken raapt dc Heilige Geest op door de genade in het Evangelie. Het Evangelie eist niet, maar het schenkt! Het Evangelie vloekt niet. maar het spreekt vrij! In het Evangelie laat de Heilige Geest de zondaar het woordje „genade" spellen. Heb jij dit woordje al leren spellen?
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u
Wanneer wij iemand beledigd hebben dan is zijn aangezicht niet tot ons als in andere tijden. Dan letten wij op het gezicht: is er een frons, is cr een afwijzende blik of worden we zelfs niet aangekeken? Hoe verheft God Zijn aangezicht? Als een liefdevol Vader over een ongehoorzaam kind. Wat doet een kind dat ongehoorzaam is geweest, het kijkt naar de ogen van z'n vader. Leest het kind in de ogen van z'n vader toorn en boosheid, dan is er schuld en schaamte. Jonge vrienden, zo is het ook in hel leven van Gods kinderen. Als het geweten veroordeelt en aanklaagt, dat ze gezondigd hebben dan is er vrees.
Maar wat een verandering als de frons verandert in een glimlach, in een liefdevolle en vergevende blik. Het ongehoorzame kind valt met tranen van berouw in de armen van zijn vader. De vader kust de tranen weg. Kijk, dat doet de Heere wanneer Hij Zijn aangezicht over Zijn kinderen verheft. Hij kust hen met dc kussen van Zijn liefde, genade en vergeving. Dan valt de verloren zoon in de armen van Zijn vader en ontvangt het beste van zijns vaders huis. Zo door God te worden ontvangen. is beter dan door vorsten te worden geprezen.
En geve u vrede
Als de HEERE begint met zegenen dan kan het niet anders of het einde van de zegen moet zijn: vrede. God geeft vrede. Dat is vrede met God door Jezus Christus, vrede door het Offer. Hier komt de zegenbede tot een climax. Hier ontvangt de zegenbede haar kroon: „En geve u vrede". Deze vrede is de stervensgift die Jezus voor de Zijnen achterliet. „Vrede laat Ik u. Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef ik Hem u". Voor Christus had dit zo'n waarde dat Hij Zichzelf overgaf tot in de dood des kruises. Zo moest het ook bij ons zijn. Vrede met God door Christus moet voor ons de hoogste waarde hebben. Zoek je geluk? Zoek je troost? Zoek je houvast? Zoek dan deel te krijgen aan deze zegen! Dat is het goed dat nimmer vergaat.
De HEERE zegene u.... De woorden van deze bede zijn als gouden schakels die samen een gouden ketting vormen. En het slot van deze bede is als de parel die aan de ketting hangt: „En geve u vrede". Waarschijnlijk is het je al opgevallen dat heel de zegenbede in het enkelvoud staat. Waarom? Omdat Gods volk één is. De hogepriester zegt niet: De HEERE zegene Efraïm en Manasse. Juda en Benjamin. Maar alsof hij in Gods naam al de kinderen Israëls aanwijst en zegt: de HEERE zegene u.... één voor één en hart voor hart. Zo wordt in dit enkelvoud de enkeling en de ganse gemeente omvat. Heb jij jezelf wel eens afgevraagd: „Is dat ook voor mij", terwijl je daar staat als de zegen op de gemeente gelegd wordt: „de HEERE zegene «...." Mag ik het je eens anders vragen: schreit het van binnen weieens als de zegen wordt uitgesproken in de kerk en Gods gemeente gezegend wordt in de Naam van Jezus en jij.... er buiten valt. hoewel je eronder zit? Dit moest je doen schreien naar God. doen roepen naar God net zo lang tot je weet: ja. niet alleen anderen maar ook mij. En toch is het een wonder van genade er onder te zitten, er onder te mogen zitten. Laat het je eens verwonderen dat de HEERE aan het einde van de dienst geen vloek laat horen. Dat hebben jij en ik ons waardig gemaakt. Maar de Heere laat Zijn zegen op de gemeente leggen: „Dc HEERE zegene u....”
Het is een wonder er onder te mogen zitten, want dat zegt dat het Woord des Hccrcn tot je komt en het heil je wordt aangeboden. Ja, bijna zou ik zeggen: opgedrongen. Of is er geen heilige drang in het Woord: „Zo zijn wij dan gezanten van Christus' wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus' wege. laat u met God verzoenen”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1989
Daniel | 40 Pagina's