„De gemeente roept zelf de anti-christ over zich uit

Op veel plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over de eindtijd of over het laatste der dagen. Bijvoorbeeld in Mattheus 24. Daar spreekt de Heere Jezus over de verleiding die er zal komen door de valse Christussen, over oorlogen, hongersnoden, pestilentiën en aardbevingen. Wat zeggen al deze dingen over de wederkomst van Christus?

Vooral" wil ik dil stellen: elke profetie heeft meer dan één vervulling! De profetieën van Amos zijn vervuld voor het tienstammenrijk. Dat wil niet zeggen dat deze boodschap ons niets meer te zeggen heeft. Dat voelen we allemaal wel aan.

Ook voor ons zijn die profetieën nuttig tot lering, vermaning en vertroosting. De omstandigheden veranderen, maar de boodschap blijft gelijk.

Bij Mattheus 24 ligt het even wat moeilijker. Daar gaat het over Judea. De discipelen laten aan de Heere Jezus de pracht van de tempel zien. Jezus geeft dan een heel konkreet antwoord: ..Van dat gebouw zal niet een steen op de andere gelaten worden". De discipelen slaan aan het rekenen: ..Als de tempel afgebroken wordt, zal het einde van dc wereld nabij zijn". De Heere Jezus zegt dan dat ze niet zo moeten rekenen: er zal nog veel meer gebeuren. Die dingen golden toen voor Jeruzalem en voor de mensen die in Judea woonden. Voor ons zegt het dat alles dat we zien weggevaagd zal worden bij het einde.

Zijn die signalen er niet altijd geweest in de geschiedenis?

Ja. die signalen zijn er altijd al geweest. Al bereiken ons in deze tijd veel meer signalen.

Als ergens een aardbeving geweest is. weten we dat binnen 24 uur. Al die signalen roepen de mensen - in elke periode - steeds toe: ..Wees bereid!"

De Heere Jezus vervolgt Zijn rede in Mattheus 24 met de woorden: en al die dingen zijn maar een beginsel der smarten ". Het zal dus nog veel erger worden. Zijn kinderen zullen overgeleverd worden in verdrukking, gedood en gehaat worden. Er wordt zelfs van een grote verdrukking gesproken. Wat wordt met deze grote verdrukking bedoeld?

In het kopje boven dit bijbelgedeelte staat vaak: „De grote verdrukking". In de grondtekst staat het bepalend lidwoord ..de" er niet. Er zullen dus meer grote verdrukkingen zijn. De genoemde verdrukking zal niet de eerste, maar ook niet de laatste zijn. Vanaf vers 9 worden de verschijnselen uitgewerkt die met deze grote verdrukking gepaard zullen gaan. De kern is dat het gaat om de naam van de Heere Jezus. Zij die Zijn naam belijden zullen vervolgd worden.

Hoe moet je die verdrukking konkreet invullen?

Ik denk dat de grote verdrukking al meerdere malen is geweest. Voor ons zijn de voortekenen er al: oorlogen, pestilentiën, aardbevingen, valse profeten, toename van ongerechtigheid waardoor de liefde zal verkouden. De grote verdrukking kan - ik zeg niet ..moet" - dan volgen. Die verdrukking is zo verschrikkelijk dat je niet weet waar je je lijf moet verbergen. Ik denk dan heel konkreet aan bijvoorbeeld de Armeniërs die in het begin van deze eeuw op een gruwelijke wijze door de Turken zijn verdreven of aan de vervolging van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog of aan de verschrikkingen in Cambodja. Dus die verdrukking hoeft niet tegelijkertijd over de hele wereld plaats te vinden. Dal kan op verschillende tijden en in verschillende gebieden.

Geldt de verdrukking alleen voor Gods kerk?

Nee, als die verdrukking er is. /al ze het hele land en volk treffen Dus /owel gelovigen ds ongelovigen.

Gaat die verdrukking het m/< n esten op chr nu mu nt i oorhif' Ja. ik denk dai je dat kunt zeggen.

In I Thessalonicensen 5 2 en staal . Wam gq weet zeken rerr wel. dat de dag des Heeren ülzn komen zal gelijk een dtej ut de nacht Want minneer zi/ .uilen zeggen: ..Het is vrede, en zonder gevaar", dan zal een haastig verderf hun overkomen gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden". Lijkt dil gedeelte niet in tegenspraak te zijn met Mattheus 24 waar over duidelijke tekenen gesproken wordt?

In Mattheus 24 gaat het om een opklimming in de ernst van de tekenen. Maar ook daar wordt gesproken over het plotselinge van de komst van Christus in vers 27: ..Want gelijk de bliksem uitgaat van het oosten en schijnt tot het westen, alzo zal ook de toekomst van de Zoon des mensen wezen". Dus duidelijk is dat dc Heere Jezus er ineens zal zijn. Maar.... voor Gods kinderen hoeft dat niel onverwacht le zijn. Als ze maar waakzaam en nuchter zijn. Daarvoor is nodig dat ze de genademiddelen ijverig gebruiken. Want in 1 Thess. 5 staat ook: ..Maar gij. broeders, gij zijt niet in duisternis dat u die dag als een dief zou bevangen. Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags: wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken en nuchteren zijn ( ) Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging van de zaligheid door onze Heere Jezus Christus...." Volgens de kanttekenaren moeten wc voor het verkrijgen van de zaligheid moeite doen: ..Het Griekse woord betekent eigenlijk veel doen omtrent een zaak om die te verkrijgen". Dat vraagt een aktieve houding.

Wat wordt bedoeld met een tijcl waarin men zegt: „Het is vrede en zonder gevaar"? Leven wij in zo'n tijd a/s we kijken naar allerlei ontwikkelingen in het oostblok? De dreiging van het kommunisme lijkt tot het verleden te behoren. Daaronder wordt een lijd verstaan waarin men geen enkel signaal van de eindtijd meent te bespeuren. Er zijn geen geruchten van oorlogen. Men meent dat de wederkomst nog een hele tijd kan duren.

Wie denkt dal hij op dit moment leeft in een tijd vol van vrede is wel wat naïef. Als je de kranten leest word je er toch naar van wat er allemaal, in deze „vredige" wereld gebeurt?

In 2 Thess. 2:3 schrijft Paidas dat de dag van Christus' wederkomst pas komt nadat de afval gekomen is. Wat wordt bedoeld met „afval"? Houdt Lukas 18:8 („Doch de Zoon des mensen, als Hij komt. zat Hij ook geloof vinden op de aarde? ") hiermee verband?

Dit vind ik een van de moeilijkste gedeelten van de Schrift. Ook hier gaat het volgens mij niet om „de" grote afval, maar om een algemene afval in een bepaalde tijd en in een bepaald gebied. Het is een van dc vele tekenen van de eindtijd.

Er is zeker verband te leggen tussen de afval en Lukas 18. al is dat verband niet zo direkt als op het eerste gezicht lijkt. In Lukas 18:8 zit een opvullende wending: .lk zeg u. dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch dc Zoon des mensen, als Hij kómt. zal Hij ook geloof vinden op de aarde? " Calvijn merkt hierbij op dat er slechts enkelen zijn die in verwachting en in geloof uitzien naar de wederkomst van Christus. Het gaat hier dus niet om het waar zaligmakend geloof maar om het kleine aantal mensen dat in verwachting naar dc komst van Christus uitziet. „Daarom", zo zegt Calvijn. „vertoeft Hij zo met komen".

Maar.... aan dc afval is iets voorafgegaan. Dat kunnen we lezen in 2 Thess. 2:10: aarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden". Men heeft het Evangelie afgewezen. Men heeft de waarheid niet in liefde aangenomen en daarom ook niet geloofd. Daarom stuurt God de anti-christ. Een ontzaggelijk iets: e gemeente roept zelfde anti-christ over zich uit!

Wie of wat moeten we onder de anti-christ verslaan?

In 2 Thess. 2:3 staat: Dat u niemand verleide op enigerlei wijze: ant die komt niet. tenzij dat eerst de afval gekomen zij en dat geopen-baard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs". Twee dingen worden dus tegelijkertijd genoenid: n de eerste plaats zal cr een algemene afval zijn van het Evangelie en in de tweede plaats zal de mens van de wetteloosheid zich openbaren.

„Anti" betekent „tegen" maar ook „in dc plaats van". Dat laatste is nog wel zo gevaarlijk als het eerste. Het verraderlijke is dat de anti-christ in de gemeente, in dc kerk werkt: .Die zich tegenstelt. cn verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in de tempel Gods als een God zal zitten, zichzelvcn vertonende, dat hij God is" (2 Thess. 2:4). Dat is wat! De antichrist ontmoeten we niet in de eerste plaats in het stadion of in de diskotheek - hoewel hij daar natuurlijk ook is - maar in de kerk.

Wat voor de profetieën geldt, geldt ook voor de anti-christ: onder de anti-christ moet je een reeks van personen zien die als anti-christ optreden in een bepaalde periode in een bepaald gebied of vertegenwoordigers van een bepaalde misleidende ideologie of denksysteem.

Zoals....?

Als eerste denk ik dan aan de paus. dus de verschillende pausen. Deze werken binnen de kerk en tellen zich in de plaats van en zo tegen Christus.

Verder denk ik aan bepaalde ketters die op grote schaal de gemeente hebben verleid. Bijvoorbeeld Montanus in de tweede eeuw (vertelde dat hij gezalfd was met de Heilige Geest en dat hij de openbaring had) en Arius in de vierde eeuw (hij ontkende de godheid van de Heere Jezus) en Soccini in de zestiende eeuw (hij ontkende het verlossende werk van de Heere Jezus).

Ook zou ik dc leiders van totalitaire regimes die ook binnen de kerk verering en gehoorzaamheid eisten, willen

noemen. Denk aan. Hitier en Mao.

Tenslotte zou je aan vertegenwoordigers van een denksysteem kunnen denken.

Bijvoorbeeld de Verlichting. Hierdoor is de vrijzinnige theologie ontstaan die tot op de dag van vandaag voor een totale verwoesting zorgt.

Wat is het verschil tussen de grote verdrukking en de grote afval?

De grote verdrukking komt vooral van buitenaf. De afval komt van binnenuit. Eerst zal er een algemene afval van het zuivere Evangelie zijn. Daardoor roept de gemeente de vreselijke werking van de antichrist over zich uit. Je zou kunnen zeggen dat er een direkte relatie is tussen het gedrag van mensen en het handelen van God.

Zal de kerk de anti-christ herkennen?

Nee. de kerk zal dc anti-christ niet onderkennen. Het onderscheidingsvermogen is weggevallen. De kerk zal veeleer onder de indruk komen door dc krachten, tekenen en wonderen die geschieden (2 Thess. 2:9). Als het kon zouden zelfs de uitverkorenen worden verleid. Zo echt lijkt het.

„Daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven" (2 Thess. 2:11). Het kan waar lijken maar het is toch dc leugen.

En er is geen kerkelijke kring waaraan dat voorbij gaat. Daarom is een bewogen prediking nodig zoals bij de Erskines en Smytegelt. Een prediking waarin een hartelijke bewogenheid doorklinkt over het eeuwig heil van de hoorders. Een prediking zoals bij Paulus die de mensen trachtte te bewegen tot het geloof. Er is een bewogenheid nodig zoals bij de Heere Jezus Die weende over Jeruzalem. Beseffen wij hoe erg het is om het evangelie af te wijzen? Verschrikkelijk wat we dan over ons uitroepen!

Laten we daarom steeds blijven bidden om de geest der onderscheiding.

Wat is het verschil tussen valse Christenen en de anti-christ?

In wezen zijn zc gelijk. Maar de anti-christ doet alles op veel grotere schaal dan een valse Christus. Het optreden van een anti-christ gaat gepaard met wonderen en mensen-eer. Een anti-christ stuurt aan op mensenverering. Zijn manier van werken is heel verfijnd. Maar alles gebeurt buiten Christus om.

Als je dit op je in laai werken ziet de toekomst er donker uit. Is er troost temidden van deze duisternis?

Jazeker, die troost is er. In 2 Petr. 3:13 lees ik: Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont". De verdrukking en verleiding zal ontzettend wezen. maar.... wij verwachten. Dan verlang je ernaar om zonder zonde en bij de Heere te zijn. Om daar te zijn waar het precies zo zal zijn zoals de Heere het wil. Waar gerechtigheid zal wonen.

Hoe kom je aan die troost?

Er is er maar Een waar je naar toe kunt gaan. Wil je bekeerd worden, dan moet je naar de Heere Jezus toe. Waar kun je hef anders ontvangen? In Handelingen 5:31 staat: Dezen heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving van zonden". Of roep het met de blinde Bartimeüs: Gij Zone Davids. ontferm u mijner". De omstanders riepen: Stt dat mag je niet roepen". Maar hij riep des tc harder.

Jezus verlost verloren zondaren en leert alles wat nodig is om van kind van satan kind van God te worden. Wij zijn van onszelf volslagen blind in geestelijke zaken zowel ten aanzien van onze ellende als van onze verlossing, maar Hij geeft blinden het gezicht. Tot wie zouden we anders heengaan? Lees wat we belijden in art. 26 van onze NGB.

Er zijn misschien ook jongeren die zich herkennen in wat in 2 Pelrus 3:4 staat: , Waar is de belofte van Zijn toekomst? Want van die dag. dat de vaders ontslapen zijn. blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping". Met andere woorden: l die honderden jaren is er niks gebeurd terwijl iedereen zei dat het einde dichtbij was: ou de Heere Jezus wel terugkomen? Wat zou u hen willen antwoorden?

Het klopt dat er al die jaren niets is gebeurd. Een normaal mens zal dan ook zeggen: „Keer op keer zijn er signalen geweest, maar de Heere kwam niet". Er zijn kinderen van God geweest die een nacht hebben gewaakt omdat ze stellig van mening waren dat dc Heere die nacht terug zou komen. Op zich is dat geen slecht teken.

Als je mij vraagt waarom de Heere nog niet terug is gekomen, zeg ik met Petrus: „Niet willende dat enigen verloren gaan. maar dat zij allen tot bekering komen

(2 Petrus. 3:9). Als je de Heere nog niet vreest, dan roept Zijn nog tiu'l wvdet komen je op tol bekering Wij /icn hier Gods wonderbare liefde voor zondaren. aldus C alvijn Hij wil de zaligheid van een iuk: van ons. Hij geeft nog uitstel en laat ons de weg tot Hem weten: ekering, met berouw tot Hem gaan. Hoe erg zal straks de straf zijn van allen die weigeren zich tot de Heere te bekeren.

Het prachtige slot van onze Nederlandse Geloofsbelijden is („Daarom venvachten wij die dag met een groot verlangen om ten volle te genieten de beloften Gods. in Jezus Christus, onzen Heere") hoor je tegenwoordig zo weinig. Het lijkt alsof het Gods kinderen aan vrijmoedigheid ontbreekt om zo de wederkomst van Christus te verwachten? Hoe zou dat komen?

Laten we voorop stellen dat alles genade is. Niemand komt uit zichzelf tot goede zaken: en goede gedachte, een zuivere zucht. Het is de Heilige Geest alléén Die in alle waarheid leiden kan. Bij ons is dwaasheid, verblinding en verharding. Nodig is het gebed van Daniël: .Ik bad tot de Heere, mijn God. en deed belijdenis, en zeide: ch Heere! Gij grote en verschrikkelijke God. Gij Die het verbond en de weldadigheid houdt dien. die Hem liefhebben en Zijn geboden houden. Wij hebben gezondigd. en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden en van Uw rechten" (Dan. 9:4, 5).

Verder komt het doordat maar weinig mensen weet hebben van de vergeving van zonden. Wordt in de prediking wel voldoende aandacht geschonken aan de vergeving der zonden en hoe de Heilige Geest dit toepast en verzegeld? Dat is toch ook een opdracht! Dc Heere Jezus heeft opgedragen in Lukas 24:47: .En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem".

Wanneer de zekerheid van de vergeving ontbreekt, ontbreekt de zekerheid van het geloof en zo ook de zekerheid van het eeuwige leven. Ontbreekt bij Gods kinderen niet vaak het gebed uit Psalm 51:14 en 15: .Geef mij weder dc vreugde Uws hcils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij. Zo zal ik de overtreders Uw wegen leren: n de zondaars zullen zich tot U bekeren".

Wanneer David belijdenis doet van zijn zonde met Uria en Bathseba. zegt de profeet Nathan gelijk: .De Heere heeft ook uw zonde weggenomen" (2 Sam. 12:13). En in 1 Johannes 1:9 staat: Indien wij onze zonden belijden. Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve. en ons reinige van alle ongerechtigheid". Op het belijden van de zonden mag/moet de prediker zeggen: Uw zonden zijn u vergeven".

Iemand denkt misschien: Ja. maar al zeg je het honderd keer; het gaat om de toepassing. Inderdaad. Maar dat geldt voor alles. Ook voor het schuldig verklaren is de toepassing nodig zodat wij gaan zeggen: „Ja. Heere. dat ben ik".

Tenslotte denk ik dat christenen le weinig rentmeester en te weinig pelgrim zijn. Het besef ..Ik ben op doorreis" ontbreekt vaak. In 1 Thess. 1:9 en 10 staat dat het doel van de bekering mede is het verwachten van de wederkomst: Want zijzelven verkondigen van ons. hoedanigen ingang wij tot u hebben en hoe gij tot God bekeerd zijt van de afgoden, om de levende en waarachtige God te dienen: n Zijn Zoon uit de hemelen verwachten. Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn".

J. de Wildt

W. C. Polinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen