Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jakob, Israël en wij...! (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jakob, Israël en wij...! (2)

Bijbelstudie over Hosea 12:4b-5a

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lees ook Genesis 32

De vorige keer zagen we hoe Israël omging met leugen en bedrog. Dat bedrog voert de profeet terug op bepaalde momenten uit de geschiedenis van hun stamvader Jakob. We zagen echter ook een positieve lijn: het was Jakob dwars door alles heen toch om God te doen. Hij kon Gods zegen niet missen. En daar heeft hij heel wat voor afgeworstcld. Daarbij bepaalt Hosea ons in vers 4b: „En in zijn kracht gedroeg hij zich vorstelijk met God". Dat brengt ons op de ontmoeting tussen Jakob en God bij Pniël.

Jakob in Pniël

Wie naar een bewijs zoekt van de waarheid dat ..ook de allerheiligsten zolang zij in dit leven zijn. maar een klein beginsel van deze gehoorzaamheid hebben", kan in het leven van Jakob terecht. Wat een geknoei, gckronkel en gestruikcl. Wat een zwarte bladzijden in zijn levensboek. Toch richten zijn struikelende voeten zich altijd weer naar God toe. En dat geloof is de doorgaande lijn in zijn leven. Zodoende staat hij toch ook in de rij van dc geloofshelden in Hebreen ll. Dc onbewuste hielgreep waar Hosea eerst op wijst is uitgegroeid tot een bewust aangrijpen van de Engel des Verbonds. In die worsteling gaat het niet in de eerste plaats om lichaamskracht, maar om geestelijke kracht van het gelovig gebed. En aan dat geloof van vader Jakob waren zijn zonen in de dagen van Hosea ten enenmale ontzonken. In plaats van net als Jakob bij God sterkte en hulp te zoeken, zoeken ze het bij de wereldmachten Assur en Egypte. Zo werd de afstand tussen dc ..vader" en zijn „zonen" steeds groter. Men kende natuurlijk wel die glorieuze geschiedenissen van de aartsvaders en hun graven waren tot op die dag onder hen. ook de plaatsen waar ze hun voetstappen ge/.et hebben, hun altaren gebouwd en hun putten gegraven, maar hun geloof was in de harten van de „kinderen" niet meer. Ze werden wel als heiligen vereerd, maar dat hartstochtelijk verlangen naar de komende Christus was hun vreemd. Ze wilden wel gezegend worden, maar zc kenden de weg niet meer waarin de Heere die zegen geeft. En daarom haalt Hosea de geschiedenis nog eens op met dc schijnwerper vooral gericht op dc gcloofsworsteling van Jakob.

Jakob gaat naar Pniël bij de grens van Kanaan. De Heere heeft gezegd dat hij terug mag keren tot zijns vaders huis en dat hij hem zal zegenen. Maar hoe dichter Jakob bij de grens van Kanaan komt. hoe benauwder hij wordt. Zijn geweten begint te spreken. Eens heeft hij zijn oude vader bedrogen cn Ezau het eerstgeboorterecht ontfutseld. Hoe dichter bij huis. hoe meer die oude schuld van twintig jaar geleden begint te drukken. Onbeleden zonden zijn onvergeven zonden. Jakob wordt heel klein voor God. Lees dat maar in Gen. 32:9-11. Hij bidt. Ja jongelui, dat heb je wellicht zelf ook wel eens ervaren: ls cr nood komt en je wordt bang, komen al je bedreven zonden levensgroot voor je te staan. Daar staat Jakob. in het nachtelijk duister buiten Kanaan I en deel van zijn bezittingen is al over de beek. Hij blijft alleen achter om in het gebed te worstelen met God. Alleen met God in dc stilte van de nacht. Het moet eerst weer goed komen tussen God en hem. Zo kan hij Kanaan niet binnengaan, als ccn dief met een gestolen zegen.

Hij gedroeg zich vorstelijk tegen de Engel

Daar komt de Heere hem tegen om hem te leren dat hij Kanaan en Gods beloften niet beërven kan door eigen slimheid. De Engel des Heeren greep hem aan. Dat was Christus Zelf. de Zoon van God. in Zijn oudtestamentische openbaringsvorm. Hij openbaart zich eerst als de tegenstander van Jakob. Die gekomen is om met hem af te rekenen. Juist nu. in het bangste uur van zijn leven. Jakob gaat hier leren dat hij nergens recht op heeft en de grote zegen diep heeft verzondigd. Zo worstelen ze de hele nacht door. En het opmerkelijke is: dc strijd gaat niet van Jakob uit. maar van de Heere. Met die gestolen zegen mag Jakob niet zo het beloofde land in. Met al die zonden van list en bedrog kan Jakob Kana3n niet beërven. En daarom werpt God eerst alles omver wat Jakob door list heeft opgebouwd. Hij moet eerst de gestolen zegen teruggeven om hem daarna in een weg van recht uit genade opnieuw tc mogen ontvangen.

Jongelui, zo is het genade als de Heere ons tegenkomt in ons leven. Dan laat Hij ons zien dat we in eigen kracht onderweg zijn. En Hij maakt ons verlegen om Zijn eeuwige zegen te mogen ontvangen. Dan komen al jc onbeleden zonden op tafel. Zc branden je in het hart. Je wordt ccn buitenstaander, net als Jakob. buiten Kanaan. Maar dan ken jc ook iets van die worsteling van Jakob: Heere. ik laat U niet los, tenzij Gij mij zegent. Je kunt de Heere niet missen.

En weet je wat dan zo'n wonder is? De Heere laat Zich verbidden. Hij laat Jakob overwinnen. De Almachtige betoont Zich machteloos om Jakob de worsteling te laten winnen. Dat is het geheim van de Pniëlnacht. Christus werd aan

hel kruis door God verlaten. Het toornend aangezicht van dc Vader brandde in Zijn ziel. Hij kon niet afkomen van het kruis, want Hij had op Zich genomen om de schuld en zonde van Zijn volk te verzoenen. De Almachtige wordt machteloos aan het kruis. Gewillig machteloos om machteloze zondaren te redden. Een wonderlijke worsteling, daar aan de Jabbok. God houdt Zijn almacht in om Jakob niet tc vernietigen. Maar tegelijk zet Hij net zoveel kracht bij. als Jakob tegenweer kan bieden. Zo is Jakob aan de winnende hand. Omdat de Heere niet alleen aanvalt, maar ook ondersteunt. Hij is tegenstander en beschermer. Het lijkt of God hem buiten Kanaaii wil houden, maar het is juist andersom. Dc Iiccre wil hem in Kanaan brengen, maar wel in een rechte weg. Zijn schuld moet eerst vergeven worden. Maar dan moet zc ook eerst beleden worden. En die worsteling had Jakob al jarenlang geprobeerd te ontlopen. Misschien doe jij dat ook wel? Dan is het genade als God jc tegenkomt.

Hij weende en smeekte Hem

Als een rechteloze heeft Jakob geworsteld om de zegen van God. Wenend en smekend. Wie zou niet wenen om zijn zonden en smeken om genade, als hij ziet dat er buiten God geen leven is? ..En hij overmocht". staat er. Dc kreupele wint de prijs. Dc Engel heeft geprobeerd zo weg tc gaan. maar Jakob smeekt en zegt: ..Ik zal U niet laten gaan. tenzij dat Gij mij zegent." Zie jc wel. de aanhouder wint. God kan daar met eerbied gesproken niet tegenop. God laat Zich verbidden. want Jakob ontvangt dc zegen. Jakob doel geweld op het Koninkrijk Gods. Hij houdt vast en houdt vol en houdt aan! En dat alles om de bevestiging van de zegen, die hij eenmaal van Izak ontvangen had. Alleen.... nu niet met bedrog, nu in een rechte weg. En daarin stelt Hosea Jakob ten voorbeeld voor Israël. Volg zijn geloof na! Hij overwon. Hij beleed zijn zonden en smeekte om de gemeenschap met God. Wat zou Egypte en wal zou Assur helpen, als God niet voor ons is? Vertrouw op dc Heere. Laat het u te doen zijn om Zijn zegen. Die wordt alleen ontvangen in dc weg van zelfvernedering, in de weg van wenen en smeken. Daar legt Hosea de nadruk op. Jakob was gebroken in eigen kracht, maar hij worstelt verder. De overwinning wordt aan worstelaars geschonken.

De Heere had aan Jakob beloofd: ..Ik zal met u gaan en u zegenen." En daar pleit Jakob op. Die zegen wil hij ontvangen. Pleiten op Gods belofte, dat is de weg van het geloof. Wenen cn smeken. Juist in het donker van onze schuld beginnen die beloften van God op te lichten. Jonge vrienden, laat de Heere niet los. tenzij Hij ook jullie zegent. Of kun je de Heere nog wei missen? Nee toch! Pleit dan op Zijn Naam. op Zijn Woord, op Zijn beloften. Hij houdt getrouw Zijn Woord.

Als teken van Gods gunst en vande gebedsverhoring krijgt Jakob een nieuwe naam. Maar eerst moet hij zijn oude naam opbiechten. De Engel vraagt immers: ..Hoe i.s uw naam? " Weet God dan niet dat hij Jakob heet? Jawel, maar hij moet het nu zelf zeggen. De Heere bedoelt'. ..Weet je eigenlijk wel wie je bent" F.n dan moet Jakob zeggen: „Ik ben Jakob." Daar is eigenlijk alles mee gezegd: een hiellichtcr. een bedrieger, een zondaar, die nu heel diep gaat buigen voor God. Ik heet Jakob. Mijn leven is een aaneenschakeling van zonde cn ongerechtigheid. Alles is vcrzondigd. Uit mij kan nooit meer iets goeds voortkomen. Heb jc zo je eigen naam al eens leren spellen voor het aangezicht van dc heilige God? Juist daar. waar wij het verliezen voor God. maakt Hij een nieuw begin.

Israël: Vorst Gods!

Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israël, want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en met de mensen cn hebt overmocht. Wat een wonderlijk geheim: waar Jakob voor dc Heere buigt en /.egt: ..lk ben een zondaar, ik ben een bedrieger", daar zegt de Heere: ..Voor Mij bent u Israël, vorst Gods. strijder Gods. In jezelf ben je Jakob. want je zonden zijn ais scharlaken, maar in Christus, door genade ben je Israël." Wat een naam! Jakob wordt Israël. Zo leerde hij dat tussen het erfgenaam zijn en het ontvangen van de erfenis zijn zonde lag, die eerst moest worden weggenomen. De glans van de schuldvergeving komt over hem. Vorst Gods! Ja. dat kan alleen in Christus. Die onschuldig ter dood veroordeeld is. opdat wij in het gericht van God zouden vrijgesproken worden.

Jakob noemt na deze gebeurtenis de naam van die plaats Pniël. Dat betekent: aangezicht van God. Hij zegt: ..Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn ziel is gered geweest." Het aangezicht van God is Jezus Christus. En wie in Hem gelooft, is gered. Die zal niet verderven, maar het eeuwige leven hebben. Zo rees de zon voor Jakob op toen hij door Pniël gegaan was. De nieuwe dag breekt voor hem aan. De dag van Gods gunst. Wel moet hij voortaan kreupel door het leven, maar dat is om hem steeds aan dit gebeuren te herinneren. Zo zal hij nooit hoogmoedig kunnen worden op de aan hem geschonken genade.

Israël, dal is nu de naam vanJakobs nageslacht. Dat is wel schrijnend, als je „vorst Gods" heet en je zoekt je vertrouwen bij Egypte en Assur. Dat is wel beledigend voor God als je de Baal vereert, terwijl je naam heeriwijst naar Gods onverdiende zegen. Zal dal hun hart nog verbreken? Israël, dat is de weg van Jakob en ook de enige weg voor zijn nageslacht. Niet door leugen of bedrog, maar in de weg van het gebed, als een ootmoedige smekeling bij God. Ken jij ook die worsteling met God? Een andere weg is cr niet om Gods zegen te ontvangen.

„Zalig hij. die in clil leven Jakobs God ter hulpe heeft. Hij die dooi-de nood gedreven, zich tot Hem om troost begeeft. Die zijn hoop in 't hachlijkst lot. vestigt op den Heer' zijn God.”

Vragen

1. In verband nwI deze bijbelstudie heb je ook Genesis 32 gelezen. Wal betekent de naam „Pniël". en wat betekent dit in Jakobs leven?

2. In Hosea 12 staat dat Jakob zich , . vorstelijk gedroeg met God". In Genesis 32 staat dat hij zich vorstelijk gedroeg met ..God en met de mensen ". Dat gedrag met God is duidelijk, maar was zijn gedag tegenover de mensen zo vorstelijk? Denk alleen maar aan Izak. Ezatt en Laban. Hoe moeten we dat verklaren? Denk eraan, dat die ..Engel" de Middelaar is!

3. Langs welke weg kreeg Jakob de zegen? Zie vers 5! Wat betekent dat voor ons?

4. Maak nu nog eens duidelijk wofirom Hosea hier Jakob teil tonele voert!

Vlissingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1990

Daniel | 32 Pagina's

Jakob, Israël en wij...! (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1990

Daniel | 32 Pagina's