Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zorg voor ouderen in de loop der geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zorg voor ouderen in de loop der geschiedenis

7 minuten leestijd

Anno 1890. Een tweetal oude mannen vervullen de nachtwake van 's avonds tien tot 's morgens zes uur. Op zo'n nacht moeten de oudjes vier maal ccn ronde doen door het gehele huis. Ze zijn met z'n tweeën en zijn voorzien van een lantaarn. Zc krijgen verder een aantal turven en moeten daarmee het fornuis aanhouden, doch hebben tevens de zorg dat de turven niet geheel vergaan. En des morgens te zes uur moeten zij er zorg voor dragen dat de huismeester en de portier kokend water hebben voor de thee of koffie. Tot zover dit citaat uit een artikel over het Diaconie Oude Vrouwen en Mannenhuis te Amsterdam uit 1890.

Oude mensen van nu hebben deze en soortgelijke verhalen zelf of van hun ouders gehoord. Je moet er maar eens naar vragen. Wc zien in deze bijdrage om. en kijken naar de zorg voor ouderen, zoals die in Nederland was. We kunnen de zorg van nu dan beter plaatsen, en misschien begrijp je dan ook meer van onze ouderen nu.

Middeleeuwen

In de Middeleeuwen werd de zorg voor hulpbehoevenden als taak van de kerk gezien. Vanaf de veertiende eeuw nam de burgerij deze verantwoordelijkheid over. Als je geen familie had. kwam dat voor een hulpbehoevende meestal neer op een bedelend of zwervend bestaan.

De zestiende eeuw. waarin de hervorming plaats vond en de gereformeerde religie de overheersende godsdienst werd. was tevens een eeuw van grote armoede. De kloosterlingen hadden zich de nood van armen, zieken en oude mensen aangetrokken. Maar door de reformatie werden veel kloosters opgeheven. Daarbij kwam dat onder invloed van verstedelijking, nijverheid cn handel het aantal hulpbehoevenden steeds groter werd. Hulp werd niet direkt en onvoldoende door de kerk ter hand genomen. Calvijn, die hulpverlening als taak van de christelijke gemeente zag, moest zeggen: „En in deze ongelukkige tijd is men in zulk ccn rampzalige toestand gekomen, dat bijna geen aalmoezen, althans door de meesten. zonder smaad worden uitgereikt". Vervolgens wijst hij de gemeente op de plicht vriendelijkheid, medelijden, menselijkheid en hulp te tonen, zoveel als in ieders vermogen ligt naar de regel der liefde (Institutie deel 1 par. 7 pag. 555).

Luther beschouwde de zorg voor armen en zieken als een taak voor de christelijke overheid.

Ook mede door invloed van het humanisme werd het verzorgen van hulpbehoevenden in de zestiende en zeventiende eeuw dus steeds minder door religieuzen verricht.

Later werd dc zorg tot overheidstaak gemaakt, waardoor overheidsinstellingen ontstonden. Het karakter van de zorg is dus in de loop deitijd veranderd. Gelukkig was het ook wel zo dat er voor die tijd ook veel gedaan werd door de kerk en het partikulier initiatief.

Gouden Eeuw

Vooral in de zeventiende eeuw werd veel geld gestoken in liefdadigheid, terwijl de armoede afneemt. Notabelen stichtten vele Gods-en/of Gasthuizen. Hier ontvingen armen en ouden voedsel, kleding en onderdak. Gaven in natura werden 'p reu ven' genoemd. Zo werden in de zeventiende eeuw in Utrecht in bijna alle gasthuizen en kerken 'prcuven' als brood. haring, turf, erwten en lakens verstrekt. Later namen ook nietgereformeerden de zorg ter hand. De roomse armenzorg was officieel verboden cn had het daardoor veel moeilijker. De ouderen die geen spaargeld of bezit hadden en niet meer in staat waren om in hun levensonderhoud te voorzien, kregen een plaats in een Gasthuis. Door de grote belangstelling werden er toelatingskriteria gesteld. Gast-en Oudeliedenhuizen gingen zich beperken tot het huisvesten van ouderen (daarvóór was het een kombinatie van tucht-en weeshuis).

Een andere vorm van liefdadigheid was het uitbesteden van ouderen bij partikulieren. Instellingen voor armenzorg betaalden voor de kosten. Over dc verzorging werd vaak geklaagd. Mede door het ontbreken van sociale wetgeving was het onmogelijk zelfstandig tc wonen. Een alternatief werd gevonden in het bouwen van Oudeliedenhuizen. ook wel Besjeshuizen genoemd, zoals bijvoorbeeld het Oude Vrouwen Charitaathuis tc Delft anno 1652.

Hofjes

'Hofjes' dateren veelal uit de zeventiende en achttiende eeuw. Ze bestonden uit ccn aantal huizen om een tuin heen. Het leven op een hofje in een kamertje met een zoldertje, ccn bedstee, een schouw en wat prcuven was met recht een verzorgde oude dag. Ze werden uit liefdadigheids of godsdienstige motieven gesticht. Later ook voor diakonieen. Zij zijn de voorlopers van de onder ons bekende bej a a rd enwon i ngen. Doordat dc handelspositie van Holland achteruit ging. werd het in de achttiende eeuw steeds moeilijker goede zorg tc bieden. Zo sliepen in 1789 in het Bcsledelingen-

huis te Amsterdam twee mensen in één bed. en kon er niet gestookt worden. Groeiende armoede doet ook Oudeliedenhuizen voor mannen en vrouwen van burgerafkomst ontstaan. In 1811 moet het Oudemannenhuis te Delft verkocht worden door gemaakte schulden. De ouderen werden uitbesteed. Velen leiden een kommervol bestaan. De huizen raakten overvol. In dc laatste helft van de achttiende eeuw (Verlichting), achtte men hulp voor ouderen, die steeds algemener werd, noodzakelijk.

Algemeen aangenomen wordt, dat ouderen die op het platteland woonden, beter af waren. Als men een boerderijtje had en wat overschotten van de produktcn, bleef de oudere binnen zo'n mccrgeneratiegezin. hielp hij mee en gaf tradities en gebruiken door. Velen zullen zo gefunktioneerd hebben, maar lang niet iedereen werd geacht en geëerd. Deze vorm van wonen kwam minder voor dan vaak wordt gedacht. Ook wordt er wel gezegd dat de zorg voor ouderen vroeger beter was georganiseerd. Door het uitgebreide netwerk van zorg zoals wij dat kennen, zou de zelfzorg en mantelzorg zoals burenhulp zijn weggevallen. LJit de geschiedenis kunnen we leren, dat de zogenaamde professionele hulp juist is ontstaan doordat andere vormen wegvielen.

Negentiende eeuw

Aan het begin van de negentiende eeuw nam de armoede door industrialisatie, verstedelijking en ekonomische stagnatie toe. Dc oudeliedenhuizen stonden onder de burgerlijke overheid. Bij opname kreeg de bewoner een uitzet met uniform.

Mannen en vrouwen werden gescheiden. Eigendommen moesten worden afgedragen.

Men sliep op een zaal. Het ontvangen van bezoek was beperkt en aan tijden gebonden. Het niet navolgen van regels leverde straf op zoals bijvoorbeeld eenzame opsluiting of inhouding van zakgeld. Het was een sombere tijd! In deze tijd van Reveil hebben mensen als Betsie Groen van Prinsterer en anderen open oog gehad voor de nood van hun medemensen.

Armenwet

In 1854 kwam de armenwet. Uitgangspunt was, dat armenzorg en liefdadigheid in feite een christelijke, dus kerkelijke plicht is. en dat staatszorg aanvullend gegeven wordt (dit kon toen nog zo gesteld worden!).

Van 1600 tot 1945 hebben enorme veranderingen plaatsgevonden.

Tot aan de tweede wereldoorlog stond de zorg voor ouderen in het teken van de liefdadigheid. Daarna kwam dc sociale rechtvaardigheid hiervoor in de plaats en hing de positie van dc oude mens nauw samen met het inkomen. Pas in dc twintigste eeuw zijn er wijzigingen opgetreden met betrekking tot de positie van ouderen. Niet alleen nam hun aantal toe. maar ook de poging om de ouderen financieel onafhankelijk te doen zijn cn ze op een bepaalde leeftijd niet meer aan het arbeidsproces deel te laten nemen. AOW cn ABW dateren respektievelijk uit 1949 en 1965. Rond 1920 werd gestichtkleding afgeschaft. In de vijftiger jaren ontstond een zeker recht op verzorging. Die zorg kon mede door allerlei wetgeving steeds verder ontwikkeld worden. In 1929 werd het als verpleegtehuis aan te merken huis te Beekbergen geopend. Later ontstonden daarin ook weer onderscheidingen, zodat we nu van psycho-geriatrischc of somatische verpleegtehuizen spreken.

De wet op Bejaardenoorden dateert uit 1963. Vanaf 1970 is het regeringsbeleid erop gericht oude mensen in staat te stellen zelfstandig te blijven wonen. Er wordt meer aandacht aan zelf-en-mantelzorg op wijkniveau besteed. Hoe meer je je verdiept in de achtergronden van de mensen die zich aan je toe willen vertrouwen en aan je toevertrouwd worden, hoe groter de voldoening als je merkt dat je werkelijk iets voor hen kunt betekenen. Want om echt een stukje met hen mee te kunnen gaan. moet je kunnen begrijpen dat dit veel meer is dan een stukje lichamelijke zorg alleen. Ik hoop dat deze terugblik daartoe een bijdrage mag zijn. want ook aan jou de taak om een stukje mee te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1990

Daniel | 32 Pagina's

Zorg voor ouderen in de loop der geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1990

Daniel | 32 Pagina's