Jeruzalem
Jeruzalem! O Hemelstad! Uw schoonheid is volkomen; Gij, die des Heeren troon bevat En 't lustoord aller vromen!
Uw grondslag is der eeuwen rots. Die wijken kan noch vallen; Ook gordelde u de liefde Gods Met diamanten wallen.
Daar binnen gloeit de Levensvrucht Ons onverderfelijk tegen: Daar springen bronnen van genucht, Gerechtigheid en zegen...
O, dat het ons verlangen zij Om dactr bij God te wonen! De rechte Leidsman is nabij, Die ons de weg zal tonen.
Hij Zelf, Hij is de Weg! Zijn Woord, De staf waarop wij leunen; Zijn Geest, het licht dat vriend'lijk gloort. Door nacht en nevel henen!
O Heer, zie ons ontfermend aan! WH nimmer ons verlaten! Doe eens ons aller voeten staan Op Sions gouden straten!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1991
Daniel | 32 Pagina's