Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De poëzie van Wilma

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De poëzie van Wilma

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag: Wie was Wilma? Hoe moeten we haar bundel 'De koningsmantel' lezen?

Wilma Vermaal (1873-1967) is bekend geworden als schrijfster van romans en verhalenbundels. die tot de christelijke literatuur gerekend kunnen worden. Ze heeft slechts een klein deel van haar leven een beroep uitgeoefend, omdat ze vanaf haar kinderjaren meer dan vele anderen met hel lijden te maken heeft gehad. Haar verhalen en gedichten zijn blijvend de moeite waard voor literatuurlijsten op de middelbare school en voor de vrije tijd. Om hun intense weergave van het lijden dwingen zc dc lezer tot het vormen van een eigen bijbels antwoord op het lijden.

Wilma's leven

Ze werd geboren in Zetten in de Over-Betuwe in kringen die zich verwant voelden aan het Réveil (een protestantse stroming uit de vorige eeuw). Al in haar kinderjaren was ze diep doordrongen van het lijden van de mensheid. Haar moeder overleed voor ze veertig jaar was. Haar vader moest zijn leraarschap opgeven vanwege ordeproblemen. Een zus overleed aan tuberculose. Met haar eigen lesgeven moest ze ophouden. Ander werk in een batikkerij kon zc niet volhouden. Vanaf 1925 tot 15 maanden voor haar dood woonde ze in de buurtschap Oosterhuizen, bij Beekbergen, in de vrije natuur, waarvan zc hartstochtelijk genoten heeft. Hoe ouder ze werd, hoe meer ze zich bewust was van het voortdurende lijden, waarin de hele schepping én de mensheid zuchten (Romeinen 8:22). Wilma's worstelen met het lijden heeft gestalte gekregen in haar boeken, waarin ze de idee van het vrij will igcrsch ap ui twerkte. Het vrijwilligerschap is het gebed in en het (proberen te) aanvaarden van het lijden in eigen leven en dat van anderen. Als andere mensen met problemen tot haar kwamen, zag ze het als haar taak zoveel mogelijk te helpen, allereerst door goed cn aandachtig luisteren. Dit antwoord op het lijden was niet alleen pastoraal in gesprekken en briefwisselingen. In de Tweede Wereldoorlog verborg ze Joden in haar werkhut.

Net als de mensen van het Réveil wilde Wilma ccn onleerstellig christendom. Ze was voorstander van het pacifisme en voelde zich verwant aan de Möttlingenbeweging. In het duitse plaatsje waar deze beweging naar vernoemd is. was rond 1810 een bezeten nierpatiënte genezen. Dit had een geweldige boete-en gebedsbeweging tot gevolg mei spontane genezingen. Wilma koos en ging duidelijk een eigen weg in het protestantisme.

C. Brcgman merkt hier over op: „Vooral in haar proza merk je dat ze romantisch denkt, maar ook vaag-Te weinig hoor je over Christus als Verlosser. Wiens bloed reinigt van alle zonden. Wel komt Christus steeds als inspirerend voorbeeld naar voren. Enerzijds komt haar visie sympathiek over. anderzijds vraag je jc af: wat heb ik wezenlijk aan haar. I)c voluit reformatorische tonen worden bij haar niet beluisterd. De lezer bedenke dit".

Wilma's poëzie

Het laatste van Wilma's 46 boeken was haar eerste en enige gedichtenbundel De koningsmantel. Deze bundel met 14 gedichten verscheen in 1963. De meeste van deze gedichten hebben duidelijk bijbelse motieven. Vooral de laatste 7 verwijzen naar Jezus' omwandeling op aarde, waarin de dichteres de navolging van Christus onder woorden wil brengen. Ze bidt daarom voortdurend om verlossing, zich ervan bewust dat het gebed de ademtocht van de ziel is. In dc volgorde van de gedichten wil de dichteres de levensreis weergeven met haar hoogten cn diepten. In 'Wanneer...' verwondert ze zich over de laatste verlossing, waarna ze opnieuw Gods beeltenis zal dragen. De verlossing in het leven is veelomvattend. De dichteres is op zoek naar schoonheid en heiligheid. Als ze in 'De Allernaaste' daarnaar zoekt, moet ze belijden dat nooit te hebben gevonden. Maar als ze vraagt of God meer voor haar wil worden dan 'ouders, broeders, vrinden', verhoort God haar en schenkt daarbij 'het allerschoonste woord' (Markus 10:29-30). Later wenst ze de Ene. Enige te ontmoeten, om God als de-Redder van haar leven te begroeten en met dank ootmoedig te eren. Zc ontmoet het Lam. 'staande als geslacht", maar weet dat het de tijd nog niet is. Als ze nadenkt over haar leven, vermoedt zc dat God de Vader haar ziet als 'ccn tarwegraan in donk're aardcschoot'. dat door lijden tot heerlijkheid gevoerd wordt.

Zo komen al Gods kinderen thuis. Ze vraagt om leiding in haar leven, om vergeving. Al weet ze dat Jezus' dood 'voor mij het leven werd', toch is duisternis rondom en 'voor mij, één voetstap slechts / in kleine krans van licht, niet meer'. Maar juist in menselijke zwakheid kan Gods kracht zich "t heerlijkst openbaren'. De dichteres wacht dan op God. "zoals de aarde wacht op zonneschijn cn regen'. In dit leven staat Gods glorie tegenover het duister van Jezus" lijdensnacht in Gethsémané; de 'verlaten oever van ons verwachten' is. nee was 'de overzijde van de angst.' Maar daarna kleedt de hemel 'zich in morgenrood”.

Voor de dichteres staat God de Vader centraal. Zolang Jezus God met Vader aanspreekt, kan de lofzang niet sterven. Maar voor

Pontius Pilatus wéét de dichteres van het 'geheim van / ons aller schuld'. Dit geladen gedicht eindigt met:

Daar staat de Mail van Smarten voor de verwoede menigte ten voeten uit! O Pontius Pilatus, volk, ovérpriesters, schriftgeleerden, mensheid: Zie de mens!

In 'Golgotha' maakt dc dichteres gebruik van woorden uit het avondmaalsformulier: ze weet zich 'zekerder dan ooit tevoren / (...) besloten in het bloedsverbond / van Gij in mij, en ik in U'. Die gemeenschap tussen God cn mens is 'luisteren naar een stil gesprek / van God met onze ziel'. Ze ziet met groot verlangen uit naar Jezus' terugkomst.

Misschien ontwaren we in de schemer 't aanlichten van Uw grote Dag.

Je kunt meer over Wilma en 'De koningsmantel' lezen in:

- C. Rijnsdorp: In drie etappen (...). Baarn (1952). Vooral p. 114-115.

- H. H. J. van As: 'Schrijfster Wilma debuteerde als dichteres toen ze 90 was...'.

In: RD. vrijdag 18 september 1981, p. 3 van hel katern.

- Niek van der Heide in Uitgelezen 9 reakties op boeken. Den Haag 1987. p. 135-139.

- Hans Werkman: 'Nawoord in: Wilma: Gods gevangene'. Baarn. tweede druk. copyright 1988. p. 141-160.

Hel sekretariaat van de Wilmastichting berust bij M. Veldhuizen-Prins. Stadsweg 23. 8081 PH 't Harde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1991

Daniel | 32 Pagina's

De poëzie van Wilma

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1991

Daniel | 32 Pagina's