Gods trouw aan al de Zijnen
Lezen hoofdstuk 5. paragraaf 1 t/m 3
Hoe kom ik er af? En hoe houd ik het vol? Twee vragen waar iemand mee kan worstelen die verslaafd is aan dc drugs. Het zijn dezelfde vragen die we gaan stellen, als de zonde tot een last wordt in ons leven. Hoe kom ik van dc zonde af? Hoe word ik ooit tot God bekeerd? En zou ik wel volharden in de strijd?
Ik hoop dat jij die vragen kent. Want op die vragen wil de HEERE antwoord geven. Hoe moet het dan? Het kan alleen door Hem! Hij is de Eerste en de Laatste. De Lerste in Zijn opzoekende liefde en de Laatste in Zijn onfeilbare trouw. Weet jc waarom Gods kinderen zalig worden? Omdat de HEERE ze vastgrijpt èn omdat Hij ze vasthoudt! Daarom zal er niet één achterblijven. Ze komen allemaal thuis! Dat is het grote wonder waarvan in Dordt gesproken is.
Niet meer verslaafd...
We zijn inmiddels gekomen bij het laatste hoofdstuk van de Dordtse Leerregels. Veel is er al gezegd over het werk van een drieënig God tot zaligheid van verlorenen.
We vatten even samen. Eerst ging het over de verkiezende liefde van God de Vader (hfdst. 1). Toen over het verzoenende lijden van Christus (hfdst. 2). En tenslotte over de levendmakende bediening van dc Heilige Geest (hfdst. 3 en 4). God heeft van eeuwigheid ccn volk bemind dat verslaafd was aan de zonde. Het waren niet de besten. Integendeel! Toch heeft de HEERE naar hen omgezien. Ongevraagd en onverdiend. Uit vrije gunst die eeuwig Hem bewoog. Hij heeft Zijn Zoon voor hen gegeven. Hij trekt ze uit de duisternis. Hij overtuigt ze van hun schuld. Hij brengt ze tot het wonderbare licht van Zijn genade in Christus Jezus. Zo gebeurt er iets dat bij de mens onmogelijk is. Zondeslaven worden vrijgemaakt! Verlost van de heerschappij der zonde. Ontwend aan de macht van de satan en gewend aan een leven met de HEERE. Is dat ook bij jou gebeurd? Of ben je nog verslaafd? O. buig dan je knieën voor de HEERE! Gewen je toch aan Hem en je zult vrede hebben (Job 22:21).
Nee. van ons is geen verwachting. Wij liggen in de armen van de boze en we slapen rustig voort. Wie meldt zich bij dc HEERE? Wie vraagt om hulpverlening? Niet één van ons! We kunnen niet en willen niet. Maar er is een God Die. om Zijn macht te tonen, gevangenen uit de boeien redt...! (Ps. 68).
... en toch niet vrij!
Nu weet je dat zo'n exverslaafde soms heel moeilijke tijden doormaakt. Zijn lichaam kan ineens weer zo hunkeren naar de dingen die hij vroeger gebruikte. Wat een strijd kan dat geven!
Ook Gods kinderen kennen die ; s; rijd Jawel, et is iets nieuws tn : hun leven gekomen. I)ai zouden ze vooi geen goud mcei willen missen! I r ligt meer vreugde in hei bewenen van dc zonde dan in het bedrijven van de zonde. En de HEERE is geen woestijn voor Zijn volk. Over Hem valt niets te klagen. ..Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten...!"
Maar ze komen zichzelf zo dikwijls tegen. Ze zijn niet zomaar van hun 'ik' verlost. Ze hebben nog een zondig hart. Daarover kun je lezen in par. 1. De HEERE verlost dc Zijnen wel van de slavernij der zonde. ..doch Hij verlost in dit leven niet ganselijk van het vlees en het lichaam der zonde". Dat is een levenslange strijd, tot aan je laatste snik. Minder zonde doen cn groter zondaar worden. Dan ben je vaak een raadsel voor jezelf en voor de wereld, en zéker voor de vrome godsdienst. En toch is het geen vreemde weg. Ook Paulus heeft ermee geworsteld. Hoor hem eens kermen: .Ik ellendig mens. wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods!" (Rom. 7:24). In Rome begreep men wel wat Paulus daarmee bedoelde. Als daar een moord gepleegd was. kreeg de misdadiger het lichaam van het slachtoffer om zijn nek gebonden. En dan moest hij rondzeuïen met dat 'lichaam des doods', totdat hij er bij neerviel. Is jouw leven daarmee getekend? Al Gods kinderen zullen dat verstaan. Zij hoeven niet te sterven vóór cle zonde. Zij gaan wel sterven aan de zonde. Een levenslang proces!
Nog niet volmaakt...
Nu zijn er mensen die dit allemaal te somber vinden. Waarom al dat klagen? Waar is dan de blijdschap? Een christen wil toch leven voor de Heere? Jazeker, dat willen al degenen die de HEERE getrokken heeft! Dat wil ji j ook. als de liefde Gods in je hart is uitgestort. Dan wordt de wereld jou de dood. Dan zou je heilig
voor Hem willen leven. En als je kon. zou je de zonde met wortel en tak uitroeien. Maar ach. die wortels zitten zo diep. ..Hieruit spruiten de dagelijkse zonden der zwakheid, en ook aan de allerbeste werken der heiligen kleven gebreken", zo lezen we in par. 2. Je voelt wel: zo'n uitspraak is een doorn in het oog van de zogenaamde volmaaktheids-drijvers ol' perfektionisten. Maar is het niet de werkelijkheid? En is het niet de grootste droefheid van Gods kinderen: ..Als ik het goede wil doen, ligt het kwade mij bij...!" Als we dat gaan inleven,
kunnen we nooit meer boven een ander staan. Dan hebben we 'een gestadige oorzaak tot verootmoediging'. En dan is het elke dag opnieuw verzondigd.
... en toch op weg!
Zo wordt het aan onze zijde steeds minder. Ja. het wordt omkomen met onszelf. Rechtvaardig verloren. Van God geen kwaad meer weten. Maar in die weg wordt een gekruisigde Christus onmisbaar en dierbaar. Dan wordt Hij alles in ons leven! Heb je werk voor Hem? Dat heb je niet. wanneer je denkt dat het steeds beter gaat. Dat heb je wel. als je erachter komt wie je bent en wie je blijft. Laat het geen oorzaak zijn tot ontmoediging, maar tot verootmoediging.
Geen oorzaak om weg te vluchten van dc Heere. maar om de toevlucht te nemen tot het bloed van Christus. Er is een fontein geopend tegen de onreinheid en tegen de zonde! O wat een wonder als je mag schuilen bij de Heere Jezus. Als je mag rusten in Zijn wonden. Als je genoeg mag hebben aan Zijn werk tot rechtvaardiging èn tot heiliging. Want dat is het wonderlijke: hoe dichter je bij Hem mag leven, des te beter gaat de strijd | tegen de zonde. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Zijn Geest! Dat is 'de Geest des gebeds'. Zo wordt het vlees al meer gekruisigd. Zo gaan Gods kinderen voort. Met vallen en opstaan. In Egypte zijn ze niet meer. In Kanaan nog niet. Ze zijn nog onderweg. En daarom hunkerend "naar het eindperk der volmaaktheid', waar ze verlost zijn van zichzelf cn eeuwig zullen regeren met het Lam van God.
Niet standvastig...
Het is een vreemd begin geworden van het vijfde hoofdstuk. Laten we maar eerlijk zijn. We hadden verwacht dat het zou gaan over de volharding der heiligen. Er is echter meer gesproken over de zwakheden der heiligen. Misschien verbaast je dat. Het kan zijn dat je als kind wel eens gedacht hebt: waarom moet er zoveel voor bekeerde mensen gepreekt worden? Die komen er toch wel...! En nu zegt onze belijdenis, dat die bekeerde mensen in de genade Gods 'niet volstandig kunnen blijven, zo zij aan hun eigen krachten overgelaten worden'. Dat is niet alleen voor jou een ontdekking, dat is het ook voor henzelf! In de tijd van de eerste liefde hebben ze wel eens gezegd: „Ik zal U volgen waar Gij ook heengaat...!" Maar wat is er van terecht gekomen? Niets! Hoe komt dat nu? Door die doodsvijanden van Gods Kerk: de inwonende zonde, de verleiding der wereld en de aanvallen van de satan. Nee. daar zijn ze niet tegen opgewassen, al zouden ze een vast karakter hebben en veel van de HEERE ondervonden hebben. Ze zouden in het zicht van de haven nog stranden en eeuwig schipbreuk lijden.
... en toch bewaard!
„Maar God is getrouw. Die hen in de genade, hun eenmaal gegeven, barmhartig bevestigt en ten einde toe krachtig bewaart." Wat een heerlijk slot van par. 3! Een bijbels slot! Leg 1 Korinthe 1:8 en 9 er maar eens naast. Gods kind is niet getrouw, maar God is getrouw... Die het beloofd heeft. Die het ook doen zal... Dat geldt nu al Gods kinderen, de kleinen en de groten. De HEERE wist wel wie ze waren, toen Hij ze riep. Daarom kunnen ze Hem nooit meer tegenvallen. Hij weet wat van Zijn maaksel zij tc wachten.... (Ps. 103). Maar Hij heeft er ook op gerekend. Zijn liefde blijft dezelfde. Hij zal het gekrookte riet niet verbreken en de rokende vlaswiek niet uitblussen. Hij schenkt genade voor genade. Bekerende genade, maar ook bewarende genade. Heb jij dat eerste al ontvangen? O vraag erom! Dan zal Hij ook het tweede schenken.
Krimpen aan den IJssel ds. C. Sonnevelt
Gespreksvragen
1. Kan verslaving aan de zonde wel vergeleken worden nier verslaving aan verdovende middelen? Geldt dat ook de bevrijding ervan?
2. Welk verband zie je tussen hoofdstuk 5 van de Dordtse Leerregels en het voorafgaande?
3. 'Minder zonde doen en groter zondaar worden'; wat wordt daarmee bedoeld?
4. Wat zijn 'volmaaktheids-drijvers'? Wat zegt de Bijbel over hun opvattingen? Betrek hierbij vooral wat Johannes zegt in 1 Joh. I en 5.
5. In par. 2 staat dal het vlees gedood moet worden door 'heilige oefeningen der godvruchtigheid'. Hoe zou je dat invullen voor jezelf?
6. Waarom hebben Gods kinderen in de lentetijd van hun geloof vaak goede moed dat ze zullen volharden? Waarom wordt dat later wel eens anders?
7. Er wordt soms gezegd: ..Het is een wonder dat er nog een kerk is vandaag!'' Maar dat was het ook al in de eerste eeuw! Bewijs dat uit de eerste brief van Paulus aan de gemeente van Korinthe.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1992
Daniel | 32 Pagina's