Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zorg voor kinderen van de varende gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zorg voor kinderen van de varende gemeente

9 minuten leestijd

't Is eind september, mooi weer en tegen half zeven nog lekker licht. Een groepje jongens en meisjes is met een bal op weg naar het speelterrein. Twee anderen binden hun rollscates onder. In de hal staan een paar meisjes gezellig te kletsen. En overal komen kinderstemmen vandaan. Voor de kleinsten begint het al bedtijd te worden. Ze kruipen dicht tegen hun juf aan als die uit de kinderbijbel gaat voorlezen.

We zijn in het schippersinternaat 'Eben-Haëzer' aan de rondweg in Dordrecht. Aan de muren zie je foto's van de schepen waar de kinderen thuishoren. Er hangen ook rekken met wel 400 glazen potjes, waar even zoveel monsters inzitten van de verschillende ladingen die deze schepen vervoeren. Voor de ingang staan huiten ijzeren boeien, in de hal is een anker met scheepskabels cn de receptie waar telefoniste Wilma Smidt zit, heet 'De Seinpost'. Direkteur is de heer T. C. Nobel, getrouwd en vader van vier kinderen. Hij was vroeger hoofd van de school in Waardenburg. In 1979 volgde hij de heer B. van der Heiden, die toegelaten was tot de Theologische School, op als direkteur van het internaat. Mevrouw B. P. van der Pol is vanaf het begin adjunkt-direktrice. Zij werkte daarvoor op het eerste kantoor van de Jeugdbond.

Mijnheer Nobel, kunt u iets vertellen over de totstandkoming van het internaat?

Het begin ligt in kerkelijke vergaderingen! Al in 1954 werd op de Partikuliere Synode West van de Gereformeerde Gemeenten naar een eigen internaat voor schipperskinderen gevraagd.

In 1956 werd door de Generale Synode een kommissie in het leven geroepen, die zich daarvoor moest gaan inzetten. Dit deputaatschap ging aan het werk. maar verschillende pogingen liepen op niets uit. Dc ouderlingen G. Sterk en J. Kattenberg uit Dordrecht en D. W. J. Rietveld uit Rotterdam, die zelf schipper was. hebben er toen steeds op aangedrongen de moed niet op te geven.

Door de komst in 1964 van ds. D. Hakkenberg naar Dordrecht kregen de plannen een nieuwe stimulans. Het duurde nog tot 1 augustus 1975 voor we in een paar flats van start konden gaan. Op 23 oktober 1976 werd het nieuwe gebouw in gebruik genomen, dat de toepasselijke naam 'Eben-Haëzer' kreeg: 'Tot hiertoe heeft ons de Heere geholpen'.

Het bestuur is nog altijd het 'Deputaatschap tot vestiging van internaten voor schippersjeugd', waarvan de leden dus benoemd worden door de Generale Synode. Ds. C. Harinck is voorzitter. Naast het dagelijks bestuur zijn er nog zes andere leden, onder wie oud-schipper H. van Dalen. Ik woon de bestuursvergaderingen altijd bij. We hebben een uitstekend bestuur. waarbinnen een fijne, open sfeer heerst en waarmee het prettig samenwerken is.

Hoeveel zijn er? schippersinternaten

Ons land telt er 25 met in totaal ongeveer 2000 kinderen. In Krimpen aan den IJssel en Werkendam staat ook een reformatorisch internaat. Die zijn speciaal

gesticht voor de kinderen van schippers uit die plaatsen. "De Driemaster' in Krimpen is er al sinds 1954; 'De Merwede' in Werkendam is ongeveer gelijk met ons van start gegaan.

De bestaansgrond van een schippersinternaat ligt in het feit. dat man en vrouw samen varen en ook schipperskinderen leerplichtig zijn. In Duitsland kent men geen internaten; daar wonen de vrouwen aan de wal.

Overigens loopt in ons land het aantal kinderen dat in een internaat verblijft met ongeveer 100 per jaar terug.

Mevrouw Van der Pol, hoe zijn de kinderen over hei internaat verdeeld?

We hebben in het hoofd-

gebouw acht groepen van zestien kinderen met wat we noemen een vertikale leeftijdsopbouw van zes tot zestien jaar. De kinderen uit een gezin blijven zoveel mogelijk in dezelfde groep. Op de bovenverdieping woont een groep van acht oudere meisjes in de kamers die oorspronkelijk voor leidsters bestemd waren.

In 1986 is het internaat uitgebreid met de dependance 'De Drechtstromen': daar zijn ook drie groepen ondergebracht. Sinds twee jaar hebben we ook de begeleide kamerbewoning voor jongens in 'De Uiterton'.

De jongelui kunnen tot hun achttiende jaar bij ons blijven. Daarna moeten ze helemaal zelfstandig gaan wonen als ze nog verder willen leren. Vroeger kwamen de kinderen met hun elfde jaar weer terug aan boord. Omdat ze nu minstens tot hun zestiende hier moeten blijven, komen ze soms helemaal niet meer bij hun ouders terug.

Hoeveel personeel is er in dienst?

We hebben twee hoofdgroepsleiders (een man en een vrouw), 36 leidsters en één leider, huishoudelijke hulpen, drie personen voor de linnenkamer en nog een naaister voor halve dagen. Elk gebouw heeft ook zijn eigen koks en voor het hele komplex is er een onderhoudsman.

Door wie wordt het internaat bekostigd?

De heer Nobel: Alles wordt door de overheid betaald! En dan praten we over zo'n vier en een half miljoen, die we jaarlijks van het ministerie van WVC ontvangen. De ouders moeten wel per jaar ± ƒ 2000, - per kind aan het ministerie afdragen. Dit is volgens het zogenaamde besparingsprincipe. De ouders besparen thuis geld, omdat hun kinderen de hele week in het internaat verblijven.

Bent u niet bang voor de bezuinigingen van minister d' Ancona?

Mevrouw d' Ancona heeft het plan ongeveer 19 miljoen te bezuinigen op het totale budget voor schippersinternaten. Tegelijkertijd wordt echter ook een aanpassing van de vergoeding per kind doorgevoerd, met als gevolg dat wij er nauwelijks op achteruitgaan. Wat wel zorgen baart, zijn de plannen internaten met minder dan 150 kinderen tot bestuurlijke samenwerking te dwingen. Ook de verhoging van de ouderbijdrage behoort tot het pakket bezuinigingsmaatregelen. Voor sommige schippersechtparen zou deze kostenverhoging weieens de diskussie 'moeder aan de wal' (en zelf voor de kinderen zorgen) of 'moeder aan boord' (en kinderen naar het internaat) opnieuw op gang kunnen brengen. Buitenlandse schippers zien de overheidsvergoeding voor internaten als een extra subsidie voor de Nederlandse binnenschippers. Ook vanuit die hoek zouden wel eens problemen kunnen rijzen! Al met al zijn we samen in roerig vaarwater verzeild geraakt.

Wat is uw taak, mijnheer Nobel?

Ik ben, bijgestaan door mevrouw Van der Pol, verantwoordelijk voor de algehele gang van zaken in de drie vestigingen. Verder woon ik veel vergaderingen bij en neem ik deel aan landelijke overlegorganen. Regelmatig heeft overleg plaats met hoofdgroepsleiders, groepsleidsters en uiteraard ook met de ouders. Met de kinderen verloopt het kontakt gelukkig informeler.... In diensten, waarin wij elkaar afwisselen, zijn mevrouw Van der Pol en ik hier van 's morgens half acht tot 's avonds tien uur aanwezig.

Wanneer er geen besprekingen zijn, staat de deur van de direktiekamer open, zodat ook de kinderen vrij toegang hebben. Elke avond gaan we de groepen langs om welterusten te zeggen. We doen ons best op allerlei manieren bij de dagelijkse gang van zaken betrokken te blijven. Mevrouw Van der Pol neemt daarbij tevens de funktie van 'hoofd van de huishouding' voor haar rekening en verzorgt een deel

van de interne administratie een echte 'duizendpoot' dus!

Er zijn zeker nogal wat huisregels.'

Mevrouw Van der Pol Heel veel zei Is' Die zijn in de loop der jaren zo gegroeid en ze moeten ook worden nageleefd.

De regels hebben eigenlijk betrekking op alles dat in het internaat gebeurt; ik noem alleen: de tijd om huiswerk te maken, bedtijd, de maaltijden, kleding, rekreatie, hygiëne, familiebezoek. Kinderen, ook de ouderen, die uit het internaat weggaan om een boodschap te doen of voor familiebezoek, moeten zich behalve bij hun leidster ook bij dc direktie afmelden. En als ze weer terugkomen, willen we dat ook weten. Wij zijn voor hen verantwoordelijk en willen ervan op de hoogte blijven waar ze zijn, ook tegenover hun ouders als die opbellen.

Ik kan me voorstellen, dat sommigen er moeite mee hebben. Er zijn meisjes die al stage lopen; ze hebben in hun werksituatie veel vrijheid, maar zodra ze hier binnenkomen, moeten ze zich weer aan de regels houden. Je kunt in een internaat nu eenmaal geen onderscheid gaan maken.

Geeft het handhaven van die regels veel problemen?

De heer Nobel: Net als in een gezin zijn hier ook kinderen die zich soms niet aan de regels willen houden. Als eenzelfde kind regelmatig problemen veroorzaakt, wordt het anders. Het is fijn als de leidsters die moeilijkheden dan zelf in dc groep op kunnen lossen. Lukt dat niet. dan volgen gesprekken met de hoofdgroepsleider cn met ons. Zonodig worden de ouders erbij betrokken.

Gelukkig hebben de meeste kinderen het hier goed naar hun zin; ze kijken later met plezier op hun internaatstijd terug. Toch zijn er die het internaatsleven eigenlijk nooit accepteren. Ze zeggen: „Dit wil ik m'n kinderen niet aandoen; ik word geen schippcr(svrouw)".

De kinderen gaan ook veel vaker naar boord dan vroeger. De meeste schippers hebben nu een auto en telefoon. Ze komen soms uren rijden om hun kroost op te halen. Als het vrijdag wordt, zitten de kinderen altijd in spanning. Zal er voor hen gebeld worden dat ze naar boord mogen?

Moeten ze blijven of kunnen zc weg....? Ze gaan ook wel met de trein, bijvoorbeeld naar Keulen of Luxemburg, waar hun ouders hen dan afhalen.

We hebben als regel dat ze maandagmorgen weer terugkomen. Naast de principiële kant geeft dit het voordeel, dat ze meteen al hun aandacht aan het schoolleven moeten geven en op school ook hun vriendjes en vriendinnetjes weer ontmoeten. Dat maakt het voor sommigen altijd moeilijke afscheid van thuis gemakkelijker.

Hebt u nog een slotopmerking?

We hebben een boeiende.

levendige en zeer verantwoordelijke werkkring. Evenals alle andere medewerkers van ons internaat zetten we ons graag met liefde in voor kinderen van onze varende gemeente.

Als na het ongedwongen gezellige gesprek met de de deuren van de kamer en direktie weer opengaan, komt kleine Volkert binnen hollen. Hij roept enthousiast: „Johan is er weer. Johan is er weer". Hij is pas op het internaat en gelijk met Johan gekomen, aan wie hij zich in korte tijd erg gehecht heeft. Johan is een paar dagen naar boord geweest, omdat zijn ouders dichtbij lagen met hun schip. Gelukkig is hij nu weer terug en dat moet Volkert even komen vertellen. Daarna huppelt hij weer vrolijk weg. En ik ga voor een volgend gesprek naar hoofdgroepsleidster mevrouw Van Belle.

Geldermalsen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1993

Daniel | 32 Pagina's

Zorg voor kinderen van de varende gemeente

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1993

Daniel | 32 Pagina's