Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Filippus en Nathanaël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Filippus en Nathanaël

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen Johannes 1:44-52

Waarover pralen wij met onze vrienden? We kunnen vrienden hebben met wie we nieuwtjes uitwisselen over de fijnste nuances van bepaalde muziekstukken. Of over de kneepjes van de informatica, of van de belastingtechniek.

Misschien hebben we ook vrienden met wie we wel eens praten over de geheimen van het Woord van God.

Het kan zijn dat iemand met de vraag loopt: „Hoe zal het zijn, wanneer je de Christus mag leren kennen? " Wanneer je dan iemand ontmoet die met dezelfde vraag worstelt, dan geeft dat verbondenheid. Natuurlijk, alleen de Heilige Geest kan ons de Christus leren kennen. Maar toch...

Vrienden hebben is een groot goed. Zielevrienden hebben, is een bijzondere gave van de Heere.

Ver van huis

Johannes de Doper preekte in de woestijn van Judea in de buurt van de Jordaan. Hij was daar „predikende de doop der bekering tot vergeving der zonden". We treffen daar onder zijn gehoor vijf Galilese mannen aan.

Waarom waren zij daar? Zij hadden hun werk immers in Galilea op cn rondom hel meer van Galilea. Dat was wel meer dan honderd kilometer noordelijker. Misschien waren zij naar

Jeruzalem geweest vanwege ccn van de grote Joodse feesten. We leren hen immers kennen als mensen die ernstig met de godsdienstige dingen omgaan. En mogelijk hebben ze toen daar in Jeruzalem gehoord van deze Johannes, die sprak in de geest cn de kracht van Elia. Naar die scherpe wetsprediker zijn ze gaan luisteren. Vonden ze aansluiting vanwege dc onrust van hun hart?

Zoekende vrienden

Filippus cn Nathanaël waren zoekende mensen. Zoekend naar de rust voor hun ziel. Zoekend naar de vrede met God. Zoekend naar dc beloofde Messias. Door Hem zou immers de vrede met God en de rust der ziel komen.

Want als Filippus zijn vriend

Nathanaël gaal roepen, zegt hij: „Wij hebben Die gevonden van Welke Mozes in dc wet geschreven heeft en de profeten" (46). Hij heeft gevonden Ilcm. Die ze zochten. Filippus en Nathanaël waren blijkbaar zoekers in de Schrift. Dat wisten ze van elkaar. En wat zochten ze dan in de Schriften? Moest hun nieuwsgierigheid bevredigd worden? Zc zochten niet iets, maar ze zochten Iemand, namelijk de Messias. Waarom waren ze zo aan het zoeken gegaan in het Oude Testament? Dat zal uit innerlijke drang voortgekomen zijn. Zo moeten we immers ook de stille plek van Nathanaël onder de vijgeboom zien. De Heilige Geest had hen zoekende gemaakt.

Johannes de Doper

Wat misten ze dan? Wel. wij mensen zijn van nature allemaal : : God kwijl. En als we daaraan ; ; ; Xöhtdekt worden, gaan we deze •x'God juist zoeken. In Zijn Woord. : In dc stilte. In het gebed. Dat vinden we van deze vissers beschreven.

Fn zo kwamen ze onder de prediking van Johannes de Doper. Die hoorden ze de zonden scherp aanwijzen. Hij legde de wet immers konkreet uit. In de breedte cn in dc diepte. En hij stelde de luisteraars verantwoordelijk voor hun daden cn hun leven.

Verantwoordelijk tegenover God. Hij was immers de prediker der gerechtigheid. Hij kondigde het oordeel aan en stelde de straf van God in het vooruitzicht.

Dc Joodse leidslieden moesten niet zoveel van Johannes hebben. Zc wisten eigenlijk niet goed raad met diens boodschap. Ze wilden zich niet bekeren en hun zonden verlaten cn belijden. Maar het is opmerkelijk dat deze Galilese vissers juist vanonder de prediking van Johannes dc Doper tot Christus geleid worden.

Het Woord maakt wijs

Mensen die in het Woord aan het zoeken raken, omdat ze God kwijt zijn, krijgen hemels onderwijs. Daar zorgt de Heilige Geest voor, Die immers over (delen van 1 dat Woord bijzonder licht laat vallen. Zo lezen ze in dit Woord over zichzelf: een zondaar, een missend mens. Zo leren ze vanuit het Woord Wie God is: enerzijds vol goedheid, anderzijds zo heilig en rechtvaardig. In dat Woord komen zc dc wet tegen van waaruit immers de kennis der zonde is. Dal was herkenbaar in de prediking van Johannes.

Vanuil dat Woord had de Heilige Geest hen ook op de weg der zaligheid gewezen. Die was voor hen ontsloten in dc beloften. En zo waren zc Mcssiaszoekers geworden. Opnieuw mogen we zeggen: dat was herkenbaar in de prediking van Johannes. Die wees Hem immers aan: „Zie het Lam Gods Dat dc zonden deiwereld wegneemt".

En toch: hoe rijk de prediking kan zijn. cr is meer nodig. En de prediking was rijk aan inhoud.

Ontdekking, schuldigstelling, heenwijzing naar de Christus. Wat een voorrecht als jc al die dingen in dc prediking mag herkennen. En dan kan toch de vraag overblijven: ..Hoe leer ik nu persoonlijk de Christus kennen? "

Hem kennen uit het Woord

Fi lippus was de eerste van de twee die dil grote wonder ontving.

„En Jezus vond Filippus en zcide lot Hem: ..Volg Mij". Heel eenvoudig cn kernachtig lezen wc dat in vers 44.

Het ging van Jezus uil. Hij openbaarde Zich. Hij deed dat door Zijn Woord. En de Heilige Geest gaf geloof in het hart van Filippus, zodat hij dal woord gehoorzaamde.

Aanstonds belijdt hij ook dit geloof. Tegenover Nathanaël. Maar Nathanaël kan het zomaar niet geloven. Hij moet het zelf uil Zijn mond horen. Het is geen slecht teken wanneer we achterdochtig zijn tegenover wal men zegl en tegenover onszelf. Inderdaad kan een mens alleen bouwen op Hem cn op Zijn .spreken.

Trouwens, Filippus had ook twee onjuistheden vermeld: „Jezus, de zoon van Jozef van Nazareth". Hij was niet de zoon van Jozef cn Hij kwam niel uit Nazareth. Nathanaël zegt het: „Kan uit Nazareth iets goeds zijn? " Wist hij dal de Messias uit Bethlehem moest komen? Filippus geeft een kort antwoord: „Kom en zie". Hij had zelf zoveel heerlijkheid cn waarheid in deze Jezus gezien, dal gunt hij ook graag aan zijn vriend.

Het geloof ziet Zijn heerlijkheid

En hij weet het sinds kort uit ondervinding dat wie Jezus mag kennen, antwoord vindt op al de vragen van zijn hart. Daar houdt het geworstel op. Want waar het geloof in Jezus doorbreekt, worden het hele hart cn het hele leven veranderd. Als de Heilige Geest het spreken van God toepast, wordt dc twijfel weggenomen. Dan wordt hel geloof gewekt, met liefde. Dat werkt ootmoed en schaamte over het ongeloof. Dan wordt dc zonde bedekt en het gemis vervuld.

Jezus kent hem

Nathanaël gaat mee. Als Jezus hem aan ziet komen, zegl Hij over hem: „Zie. waarlijk een Israëliet in welke geen bedrog is".

Geen bedrog. Daarmee wil de Heere Jezus niet zeggen dat het portret uil Romeinen 3 niet op Nathanaël van toepassing zou zijn. Maar Nathanaël was eerlijk voor God en mensen. Dat wilde hij zijn. Hij was eerlijk gemaakt. En zo zal hij zich in dc prediking van Johannes en in de tekening van de mens zoals die (later) beschreven is in Romeinen 3 heel goed herkend hebben.

De Heere Jezus noemt hem ccn Israëliet. Waar kreeg Jakob deze naam? Bij Pniël, toen hij met God geworsteld had. Toen hij Ezau moest ontmoeten, toen hij meende onder le zullen gaan. Is dat niet een zuivere typering geweest voor deze zoekende, worstelende Nathanaël? En dat uit dc mond van de Heere Jezus. Nathanaël begrijpt er niels van. Hij zegt niet: ..Hoe weet u dat van mij? " Hij gaar niel op de inhoud in. Hij zegt: „Van waar kent Gij mij? " Zijn hart wordt geraakt en blootgelegd. Hij wil graag weten Wie dil van hem zegt.

Jezus doorgrondt hem

En dan gaat dc Heere Jezus ook hem (iets van) Zijn heerlijkheid openbaren. Hij laat hem zien dat Hij de Alwetende is. Tegelijk laat Hij hem ervaren dat 11ij van hem afweet. Deze Jezus blijkt te welen van zijn stille uren, van zijn eenzame plaatsen. Deze Jezus moei God zijn. Hij kent immers de nood cn de worsteling van zijn hart; hij blijkt immers te weten van zijn zoeken en bidden, van zijn stille gedachten cn van zijn diepste verlangen.

Hij is de door hem gezochte Messias. Dit moet dc beloofde Zoon van God zijn. En deze alwetende Jezus weel van hem af, wil hem kennen. Dal is een wonder. Op Zijn spreken gaat zijn hait geheel voor Hem open en naar Hem uit.

Persoonlijke geloofsbelijdenis

Dan mag ook Nathanaël zijn geloof belijden dat Jezus inderdaad de Messias is. De Messias bij Wie hij zoveel belang had. Want vooi' hem was het waar: buiten deze door God beloofde Messias is geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Daarom had hij er zo'n belang bij gekregen om Hem te mogen leren kennen. Daarom had hij Hem gezocht in de Schrift. En nu mag hij Hem persoonlijk ontmoeten. Dat is een wonder. Hij getuigt van wat cr in zijn hart leeft: „Gij zijl de Zone Gods. Gij zijt de Koning Israëls".

Capelle aan den IJssel ds. P. Mulder

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1994

Daniel | 32 Pagina's

Filippus en Nathanaël

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1994

Daniel | 32 Pagina's