Waarom ga je naar de belijdeniscatechisatie?

Waarom?

Allereerst dus: waarom ga ik naar de belijdeniscatechisatie? Dan is het antwoord kort en goed: 'Omdat ik nu nog dooplid ben. En dat kan ik niet blijven.

Als dooplid ben ik in mijn ouders begrepen. Maar nu word ik geroepen om wat mijn ouders bij de doop beloofd hebben, zelf op me te nemen'. Hoewel dit antwoord niet volledig is, zoals we straks zullen zien, is er inderdaad een nauwe relatie tussen het gedoopt zijn èn hel doen van openbare belijdenis.

Calvijn schrijft cr over. dat. als de kinderen der gemeente tot hun verstand zullen gekomen zijn. zij onderwezen moeten worden om zo te komen tot een getuigenis van hun geloof,

waarvan zij nog geen blijk hebben kunnen geven bij hun doop. Eigenlijk hadden zij dat al moeten doen bij hun doop. Maar zij konden dat uiteraard nog niet.

Ze kregen uitstel van de geloofsbelijdenis, maar geen afstel.

Jc behoort immers door geboorte of door adoptie tot de gemeente.

Op het erf van het verbond

Dat je bij de gemeente hoon, is bij je doop bevestigd. De Heere liet je uit ouders geboren wor

den. die tot de gemeente behoren. Hij stelde je daarmee apart op deze wereld namelijk als dooplid van de kerk. In deze ouders word je lid van de gemeente.

Maar op oudere leeftijd, dus de lijd van je volwassenheid, sta je voor eigen verantwoordelijkheid.

Ds. Kersten schrijft erover: 'Om de rechten van de kerk te kunnen uitoefenen, is het noodzakelijk, dat degenen, die uit kracht van geboorte en doop tot haar behoren, door hun belijdenis zichzelf uitspreken bij haar te willen blijven. De belijdenis des geloofs beoogt dus niel nieuwe leden tot de kerk te voegen - dat hebben we cd gezien - maar wordt afgelegd door hen. die reeds lid zijn. (...) Wie zich niet tot de kerk voegt, doet tegen de ordinantie Gods'.

Ook Calvijn schrijft: 'Tot hel Heilig Avondmaal mag niemand komen, die zijn geloof niet heeft beleden'.

Amen zeggen op Gods Woord

Belijdenis doen wil eigenlijk zeggen: hetzelfde zeggen, samenstemmen, toestemmen. Het dus 'amen' zeggen op wat Gods Woord zegt. wal dc belijdenis van de kerk leert. En daarmee is dan natuurlijk verbonden de noodzaak van het kennen van de hoofdwaarheden ervan door hei catechetisch onderwijs.

Bij hel afleggen van de belijdenis des geloofs stemmen we in met datgene, wat op grond van Gods Woord in de kerk geleerd wordt.

Met hart en mond

Maar belijdenis doen is uiteraard veel meer dan een verklaren het hiermee eens te zijn. Want dan zou hel doen van belijdenis op een soort examen lijken.

Natuurlijk komt op de catechisatie de leer aan de orde. Jc kunt niet belijden zonder kennis te hebben van hetgeen waarvan je belijdenis doet. Maar het gaat om meer dan alleen verstandelijke kennis. Het woord 'geloof' geeft ook aan. dat het hart erbij betrokken is. Geloven met het hart en belijden met de mond zijn in Gods Woord ten nauwste verbonden. En hiermee zijn we bij de tweede vraag gekomen.

Waaróm?

Als het goed is ga je naar de belijdeniscatechisatie met het verlangen Ruth tc mogen naspreken. Op de grens van Moab en Israël sprak zij de bekende belijdenis uit: 'Uw volk is mijn volk, en uw God mijn God'.

De Heere vraagt naar waarheid in het hart. Dan wordt dikwijls de vraag gesteld: kan en mag ik dan belijdenis doen als ik nog onbekeerd ben? Kan ik het dan niet beter uitstellen? Het antwoord hierop moet nee zijn.

Wat uit het geloof niet is: ... zonde

De Heere roept jc tol het doen van belijdenis. De Heere heeft recht op je leven, op je hart.

Dat wij niet kunnen wat de Heere vraagt, is onze schuld. Dat moet ons bij de Heere brengen om van Hem te vragen: 'Heere, wilt U aan mij geven, wat U vraagt? '

Zonder waarachtige bekering kunnen wij niets: niet echt bidden. niet van harte meezingen: God heb ik lief... Wat uit hel geloof niet is. is zonde, zegt Gods Woord. Daarom mogen wc echter dit alles niet nalaten. Wc mogen geen rust vinden in ons nog onbekeerd zijn. Laat het ons maar in de noocl brengen van het niet te kunnen, maar er toch toe geroepen te worden.

Als dir woord ons werkelijk zwaar weegt, zullen we de Heere niet los kunnen laten. Wat hiervoor nodig is, wil Hij schenken. Ga maar naar de Heere toe in het gebed en houd maar aan. Nergens zegt Hij: 'Zoekt Mij tevergeefs'.

Leer en leven

De kerkeraad oordeelt niet over het hart. Hij oordeelt wel over de kennis van de geloofsleer en behoort ook kennis te hebben van je levenswandel. Die mag ook niet het kenmerk dragen van wereldgcl ij kvorm igheid. Tenslotte mag dc belofte om naar Gods Woord te zullen leven niet weersproken worden door onze levenswandel. Maar waar geloof gevonden wordt, dringt ook de liefde tot het vragen naar Gods wil. Van dit alles is de Heere de Bron. En Hij wil Zijn zegen schenken over het gaan in de weg van Zijn Woord.

De Heere is het zo waard

De Heere is het zo waard dat we de wereld zouden verzaken en ons zouden richten naar Zijn Woord en wil. Alles wat ervan afwijkt, wekt Zijn heilig ongenoegen op. Bovendien: de godzaligheid is tot alle dingen nut.

Het heeft de belofte van hel tegenwoordige en het toekomende leven. Laten we voor alles bedenken: ons leven is kort en de eeuwigheid nadert snel.

Zoekt dan eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en alle dingen zullen jc toegeworpen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen