Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De offerdienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De offerdienst

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het belangrijkste onderdeel van de Israëlitische eredienst is de offerdienst. Naast dc voorgeschreven offers door de priesters zijn er ook de verschillende offers van de individuele Israëliet. Wij beperken ons tot de laatste, omdat de namen ervan misschien nog wel bekend zijn, maar vorm en betekenis meestal niet.

Zoals eerder gezegd, het offer was al lang bekend, maar de Heere geeft er een bijzondere betekenis aan en plaatst het in het geheel van een uitgewerkte eredienst binnen een heiligdom. Met rcchl een 'dienst der schaduwen'. Elk onderdeel is als het ware een vooruitgeworpen schaduw van de Christus Die komen zal.

Betekenis van het offer

Allereerst de plaatsvervanging. De te offeren gave komt in plaats van de mens, die offert. De Heere heeft recht op de gehele mens. Als bevestiging daarvan offert dc mens een gave, bijvoorbeeld een geheel dier, aan de Heere.

Bovendien, de mens is een zondaar, hij staat bij dc Heere in de schuld. Heeft hij een bepaalde zonde bedreven, dan moet als verzoening daarvoor een offer gebracht worden.

Als schuldig zondaar had de offeraar zelf moeten sterven. In zijn plaats sterft een dier. Het bloed i.s de drager van het leven. Het bloed van de schuldige mens had moeten vloeien, in plaats daarvan vloeit het bloed van het offerdier. Bij het brandofferaltaar kwam al ter sprake dat het ook bij het brengen van een offer op hel hart aankomt. Zonder oprecht schuldbesef geen vergeving! Toen niet en nu niet. Altijd legt de Heere een direkt verband tussen bekering (berouw, boete) en vergeving, onder andere Luk. 24:47, I Joh. 1:9.

Het brandoffer

Gods voorschriften voor dc offerdienst staan vooral in Leviticus. Hoofdstuk 1 gaat over het brandoffer. Dat kan ook vertaald worden met 'opstijgoffer'. Het hele offer is voor de Heere en als bewijs daarvan stijgt de rook van het offer op naar de hemel. Iedere morgen en avond brengt de priester het brandoffer, maar los daarvan brengen de Israëlieten hun eigen persoonlijke brandoffer. Daar gaat het nu over. Het offerdier wordt gebracht aan de deur van de voorhof. Als het kan moet hel een mannelijk rund zijn. Hel offer wordt volkomen vrijwillig gebracht, er is geen speciale aanleiding voor nodig.

De offeraar legt zijn hand op het dier, waarmee hij zeggen wil: het dier is van mij, ik geef het de Heere, Die recht op mij heeft, om voor Hem te zijn in plaats van mij. De man slacht het zélf. Hij snijdt de hals van het beest door. Het opgevangen bloed wordt dooide priester rond het altaar gesprengd. Het bloed is het leven en dit behoort God toe.

Daarna gaat het hele dier op het altaar om verbrand te worden. Zo wordt het 'tot een liefelijke reuk den Heere'. Is het financieel voor de offeraar niet mogelijk om een rund te offeren, dan mag klein vee geofferd worden, een schaap of een geit. Is zelfs dat niet mogelijk, dan mag het gevogelte zijn, tortelduiven of jonge duiven.

Het spijsoffer

Leviticus 2 noemt de voorschriften inzake het spijsoffer. Dit hoort bij het brandoffer, het is cr de voltooing van. Het bestaat uit meelbloem, olie en wierook. Dc priester neeml wat van het bloem en de olie, doet er alle wierook bij en brengt dit deeg op het altaar.

Het overschot van het meel en de olie is voor de hogepriester en de priesters. Meel en olie mogen ook geofferd worden in de vorm van koeken of in een pan of ketel gekookt.

Zuurdesem mag bij het spijsoffer niet gebruikt worden, want hel is een teken van bederf. Wel moet er zout in zitten, want dat geeft juist aan het onbedorven en onbederfelijke karakter van Gods Verbond. Alles heeft een sprekende symboliek!

Het dankoffer

Leviticus 3 behandelt het dankoffer. Het wordt ook wel vertaald met 'vrede-offer', maar dat is toch een misleidende titel, omdat dit offer niet is bedoeld om vrede en

verzoening met God te verkrijgen. Hel valt in drie soorten uiteen:

a. LOFOFFER. Men wil de Heere danken en loven met dit offer voor een bijzondere zegen die men omving.

b. VRIJWILLIG OFFER. Er is geen bijzondere aanleiding tot dit offer. Men offert spontaan. Het is een opwelling vanuit een vroom hart.

c. GELOFTE-OFFER. Het offer is het inlossen van een belofte, die men de Heere gedaan had, bijvoorbeeld bij het bidden om een bepaalde zaak.

Net als bij het brandoffer wordt het ritueel geopend met het leggen van de hand op de kop van het dier en besloten met een spijsoffer. Het grote verschil is, dat hier alleen het vet verbrand wordt. Het borststuk en de rechterschenkel zijn voor de priester, de rest is voor de offeraar, die daarmee thuis voor zich en zijn familie een maaltijd aanricht.

Misschien heb je wel eens gehoord van een "beweegoffer'. Wel, dat is een onderdeel van het dankoffer. De offeraar neemt daarbij het borststuk op zijn handen en de priester brengt zijn handen onder die van dc offeraar. Samen bewegen zi j het stuk vlees naar voren en terug. Daarmee zeggen zij: Heere, wij brengen U dit offer, het hoort U geheel toe. Wi j geven het U en wij onlvangen het van U terug als een persoonlijke gave van U aan ons.

Het zondoffer

Levilicus 4 behandelt het zondoffer. Dit offer komt veel voor. Begrijpelijk, er wordt helaas veel zonde gedaan. In dit verband moeten wij denken aan afdwaling van Gods geboden. Het zondoffer is nodig als verzoening voor de begane overtreding. Het gaat hierbij vooral om het bloed!

Denk bijvoorbeeld aan Lev. 17:11 „want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen" en Hebr. 9:22 „en zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving".

De grootte van het offer hang! af van de maatschappelijke positie van de betrokken persoon. Bij dil offer wordt van een priester een rund geëist, van een overste een geitebok en van de gewone man een geit of een lam. Het bloed van het dier wordt voor een deel gesprenkeld voor de voorhang van het Heilige, iets wordt aan de hoornen van het reukaltaar gestreken cn het grootste deel wordt uitgestort bij het brandofferaltaar. Alleen het vet en de nieren worden op hel altaar verbrand. Gaat het om een overtreding door een priester of door het gehele volk, dan wordt het overige van het dier buiten de legerplaats verbrand, in de overige gevallen uitsluitend het vet. Het vlees is dan voor de priester.

Het schuldoffer

In Leviticus 5-7 wordt het schuldoffer behandeld. Schuld hier op te vatten in de zin van belediging. Die moet goed gemaakt worden. Het kan gaan om het horen van een vloek zonder dit te melden. Of hel aanraken van iets onreins, zelfs als dit per ongeluk zou zijn. Of het onbedachtzaam doen van een eed.

De Heere zegt er bij in wat voor gezindheid hel schuldoffer gebracht moet worden: men moet eerst belijdenis van zijn zonde doen en daarna offeren. Wat geofferd moet worden, hangt helemaal van de draagkracht af. Het kan zelfs zijn 1/10 efa, dat is 2, 3 liter meel. Je hebt het wel gemerkt, het offer is steeds naar vermogen. De Heere legt geen zware lasten op. Hij wil ons hart.

De dienaren

Er zijn mensen nodig voor de talloze diensten in het heiligdom. De stam van Levi wordt hiervoor afgezonderd. Aaron wordt de eerste hogepriester, zijn zoons de eerste priesters, Num. 8-10. De overige leden van de stam van Levi worden hem toegevoegd om te waken en in de tabernakel te dienen,

Num. 3 en 4. De taken, dc kleding en de inwijding worden door de Heere lot in details voorgeschreven. Ook de eisen waar bijvoorbeeld de priesters aan moeten voldoen, Lev. 21 en 22. Uit alles blijkt Gods eis tot en zorg voor een heilige, volmaakte dienst!

Op verschillende plaatsen

In het begin, tijdens de woestijnreis, gaat de tabernakel van legerplaats naar legerplaats. Iedere keer moet alles uit elkaar genomen en naar de volgende bestemming gedragen worden. Ook daarvoor gelden speciale voorschriften,

Num. 4:1-15, 7:6-9. Eenmaal in Kanaan wordt Silo de vaste verblijfplaats van dc tabernakel. Daar is waarschijnlijk een stenen bijgebouw of een muur rond het geheel, want het heiligdom wordt 'tempel' genoemd, 1 Sam. 1:9, 3:3, al wordt ook de oude naam 'tent

der samenkomst' gebruikt, 2:22. Na de slag bij Afek, I Sam. 5, gaat de Ark via de steden van de Filistijnen naar Beth-Semes en vandaar naar Kirjath-Jearim. Tenslotte wordt hij door David in twee etappen naar Jeruzalem gebracht. Silo is vermoedelijk kort na de slag van Afek verwoest, Ps. 78:60-64, Jcr. 7:12-15. Wel bleef er een priester, 1 Sam. 14:3. In Nob wordt weer een tabernakel opgericht, 1 Sam. 21. die later wordt overgebracht naar Gibeon, l Kon. 3 en 4. Als dc tempel van Salomo klaar is worden de resten van dc tabernakel met al de heilige voorwerpen daarin opgeborgen, 1 Kon. 8:4.

De tempel

Er zijn drie tempels geweest. Allereerst die van Salomo. De Heere zegt wel dat Salomo hem bouwen moet, maar Hij geeft geen aanwijzingen hoe.

De tempel wordt ingewijd in 960 voor Chr. en verwoest na de derde wegvoering naar Babel, 586 v. Chr. De Heere Zelfheeft hem verwoest! KL Jer. 2:6, 7. Moet je eens over na denken... De tweede tempel is die van Zerubbabel, 516 v. Chr., na de terugkeer uit de ballingschap. De derde en laatste is gebouwd door Herodes de Grote. Hel is een herbouw en vernieuwing van de tweede tempel. Hij wordt in 70 na. Chr. verwoest.

De praktijk

Wij hebben gemerkt hoe de Heere Zelf alles, de bouw, de dagelijkse gang van de offerdienst en de offeraars tot in onderdelen voorschreef met nadruk op reiniging cn heiliging. Hij wil wonen bij Zijn verbondsvolk en dat moet zich als Zijn volk gedragen.

Wat valt de praktijk dan legen! Meteen bij hel begin al. De priesters Nadab en Abihu brengen vreemd vuur, Lev.10:1. Het verschrikkelijk wangedrag van de priesters

Hofni en Pinchas, 1 Sam. 2:12-17. De opeenstapeling van zonden van koning Achaz tegen de dienst en tegen het heiligdom des Heeren, 2 Kon. 16, 2. Kron. 28. De alsmaar terugkerende afgodendienst.

De Heere laat nadrukkelijk welen hoe erg Hij dit vindt, zo in 2 Kon. 22:16, 17. Hoe erg het verworden is blijkl uit 2 Kon. 23:4-15, 19-24. Dc Heere moet bij monde van de profeten als maar klagen dat Israël nog wel de vorm bewaart, maar die op eigenwillige manier vult en dal het hart er niet in is. Geleidelijk aan komt de afgodendienst brutaalweg daarvoor in de plaats. Steeds de uitslijting, steeds dc gang naar omlaag, van God af, tot de straf, in genade aangekondigd, wordt uitgevoerd.

En nu?

De hele offerdienst met al zijn vormen wees op het offer van de Heere Jezus en is door Zijn lijden cn sterven overbodig geworden. Dat is overduidelijk verwoord in de Brief aan de Hebreen. Leg die er eens naast. Wat geeft de Heere daar een mooie uitleg van de offerdienst! Uit de overvloed nu slechts dit: Maar Deze, omdat Hij in eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap. Waarom Hij ook volkomen kan zaligmaken, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden", 7:24, 25. Datzelfde Iaat de Heere ons ook zien in de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal, de beide onbloedige sacramenten, „heilige, zichtbare waartekenen en zegelen door God ingesteld, opdat Hij door het gebruik ervan dc belofte van het Evangelie des te beter te verstaan geve, nl. dat Hij ons vanwege het enige slachtoffer van Christus aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt". H. Cat. antw. 66. Wat getroost de Heere Zich een moeite tot ons behoud! Op alle mogelijke manieren wil Hij ons laten zien en horen Zijn genade in Christus tegenover onze schuld. „Hoe zullen wij ontvlieden indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? ", Hebr. 2:4.

De Hecrc woont bij Zijn volk. Dat was toen zo, dat is nu zo en dat zal straks altijd zo zijn. Want dc tijdelijke vorm met al zijn beperkingen wijst ook naar dc nieuwe hemel en naaide nieuwe aarde, waar God bij de mensen zal wonen, „en zij zullen Zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen en hun God zijn", Openb. 21:3. Dat zal wat zijn! De tempel was prachtig, maar straks de heerlijkheid van het nieuwe Jeruzalem! Zie ook Hand. 7:44, 48-50: ebr. 8:5; 9:11, 24: penb. 11:19.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1994

Daniel | 32 Pagina's

De offerdienst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1994

Daniel | 32 Pagina's