Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toorn van God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toorn van God

9 minuten leestijd

De eeuwige pijn, de buitenste duisternis, de volslagen wanhoop, het zijn woorden die ons misschien wel bang maken en angst inboezemen. Wellicht vinden we ze ook onbegrijpelijk. Mogelijk vinden we ze niet in overeenstemming met de liefde van God. Toch mogen we deze zaken niet verdoezelen. Ze staan in de Bijbel en de hele bijbelse boodschap moet gebracht en geleerd worden. De toorn van God en de straf op de zonde is daarvan niet uitgezonderd.

Bijbelse boodschap

In de Bijbel wordl op vele plaatsen gesproken over de loom van God. De concordantie vermeldt tientallen teksten waarin gesproken wordt over Gods toorn.

Allereerst enkele voorbeelden in hel Oude Testament.

Tijdens dc woestijnreis van het volk Isracl ontsteekt verschillende malen dc toorn des Heeren. We lezen in Numeri 11:33: Dal vlees was nog tussen hun landen, eer het gekauwd was, zo ontstak de toom des HEEREN tegen het volk, en de HEERE sloeg het volk met een zeer grote plaag'. Als Israël hoereert met de dochteren van dc Moabieten ontsteekt daarover dc toorn des Heeren (Numeri 25:3).

Mozes heeft verschillende redenen waarom hij niel bekwaam is om naar Egypte te gaan. Over deze houding van Mozes onlsieekt de toorn des Heeren (Exodus 4:14). In Psalm 90:7 lezen wc: Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt.' En even verder in dezelfde Psalm staal: Wie kent de sterkte uws toorns? ' (Psalm 90:11).

Hel Nieuwe Testament spreekt ook vaak èn aangrijpend over de toorn van God.

Johannes dc Doper vraagt aan de scharen: Wie heeft u aangewezen le vlieden van de toekomende toorn? ' (Lukas 3:7). Paulus spreekt over de toekomende toorn (Romeinen 2:5). De Heere Jezus zegt: Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.' (Johannes 3:36). De loom van God is een voluit bijbels begrip. Ook in onze belijdenisgeschriften wordt over de toorn van God gesproken (Heidelbergse Catechismus antwoord 14, 37, 84). In dit artikel willen we wat dieper ingaan op de zaak die hiermee wordt bedoeld.

Tegenstand

Er zijn twee elementen in de bijbelse boodschap die door alle eeuwen heen sterke weerstand hebben opgeroepen. Het is de leer van dc predestinatie (voorverordinering) en de leer dat God toornt over de zonde en dal Hij dc zonde haat en straft.

De gcdachtc dat God van eeuwigheid cn vrijmachtig bepaald heeft wie er zalig worden cn wie er verloren gaan, is een heldere en bijbelse gedachte. Het is ook een ergernis voor de gevallen mens. De vrijmacht van God is voor mensen moeili jk te aanvaarden. Het getuigenis van Romeinen 9 is voor velen ccn steen des aanstoots. Het lijkt op gespannen voet te staan met de verantwoordelijkheid van de mens. De strijd op de Synode van Dordrecht in 1618-1619 is

uiteindelijk een strijd geweest over de vrijmacht Gods.

Maar ook de gedachte dat God over dc zonde toornt en de zonde straft met eeuwigdurende straf i.s een moeilijk te aanvaarden geloofsartikel. Reeds in dc oude kerk waren er mensen die hierover onbijbelse gedachten hadden. De eeuwige pijn laat zich, naar het gevoel van velen, niel verenigen met de genade en de barmhartigheid van God.

Zorgvuldig spreken

De toorn van God over de zonde is een ernstige boodschap. Ds. Alexander Comrie merkt in dit verband in zi jn catechismusverklaring op: 'Dc stukken die verhandeld moeten worden, zijn van het allergrootste aanbelang, schoon onze haren te berge moeten rijzen, als wij daaraan gedenken en de zaken overwegen'.

God is vertoornd over de zonde en Hij moet de zonde straffen. Toorn en straf gaan in de Bijbel samen. Daar mogen we niet overheen stappen.

Deze boodschap moet echter wel evenwichtig gebracht worden. We kunnen er op zo'n manier over (s)preken en praten dat het niet meer raakt en klemt. Dan worden vele zware en mogelijk ook wel ware woorden gebruikt, maar hel raakt niet. Comrie wijst in zijn catechismusverklaring op een predikant die 'op de stoel zijnde, na wat gepredikt te hebben, begon uit te roepen met een heftige stem, en handbeweging, alsof hij zulks bij hem had: nu zal ik vonken der hel onder u weipen. Groot was de zielskillende en koudmakende benauwdheid, maar daar was geen smelting van het hart'.

Toorn

Het begrip toom kunnen we gebruiken voor bepaalde reakties van mensen. Mensen kunnen vertoornd raken. Het woord toorn verbinden wij dan vaak mei een grillige cn plotseling opkomende woede. Het heeft iets ongrijpbaars. Menselijke toorn heeft daarom ook vaak iels onbillijks. Dc profeel Jona was ontstemd over Gods weg met Ninevé. De Heere vraagt aan Jona: Is uw toorn billijk ontstoken* (Jona 4:4).

De toorn van God is wezenlijk anders. Het heefl niets met grilligheid en onbillijkheid te maken. De toom van God is een bijbelse spreekwijze om de reaktie van God op de zonde weer te geven. Andere woorden die de Bijbel gebruikt zijn: de grimmigheid des Heeren' ('door Uw grimmigheid worden wij verschrikt" Psalm 90:7); 'de verbolgenheid des Heeren' ('Wie kent Uw verbolgenheid, naar dat Gij te vrezen zijt? ' Psalm 90:11).

In Nahum lezen we: Een ijverig God en een wreker is de HEERE, een wreker is de HEERE, en zeer grimmig; een wreker is de HEERE aan Zijn wederpartijders, en Hij behoudt dc toom Zijn vijanden' (Nahum 1:2).

Toorn en heiligheid van God

De loom van God is niet grillig cn onbillijk. In de Bijbel lezen we voortdurend dat God een heilig God is. Mozes moet het volk van Israël aansporen tot heiligheid 'want Ik de HEERE UW God ben heilig' (Leviticus 19:2). Ook Jozua wijst het volk op de heiligheid van God (Jozua 24:19). In Jesaja lezen we dat de serafs zeggen: Eleilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharcn' (Jesaja 6:3).

Heiligheid, zondeloosheid, kenmerkt het wezen van God. Dc heilige God is de Schepper van de hemel en de aarde. Hij heefl de aarde zó geschapen dat het zeer goed was. God heeft Zich vermaakt in het werk van Zijn handen.

Het scheppingswerk is dooide zonde van de mens bedorven. Door de zonde is er een radikale breuk ontstaan tussen Schepper en schepsel, tussen God cn mens. De heilige God kan geen gemeenschap hebben met onheilige mensen.

Door de zondeval van de mens is God ook de rechtvaardige Rechter. De toorn van God is een uiting van het rcchtcrlijke in God. Hij moet de zonde straffen. God is heilig en rechtvaardig en daarom moet Hij antwoorden op de zonde van mensen. Het van God eist dat de zonde wordt gestraft. God zou wezen ophouden God te zijn als dit anders was. De toorn van God noemen we de wraakvorderende gerechtigheid van God.

Toorn en straf

De toorn van God wordl zichtbaar en merkbaar in het straffen van de zonde. In gericht, straf en oordeel koml de toorn van God tot openbaring. Het straffen van de zonde noemen wij dc straffende gerechtigheid van God. In de Heidelbergse Catechismus wordt deze straffende gerechtigheid 'schrikkelijk' (Heidelbergse antwoord 10). genoemd Catechismus

Het cmslige karakter van de toom van God blijkt ook wel uit dc straffen waarvan de Bijbel spreekt en de woorden die de Bijbel voor de straffen gebruikt.

De straf op de zonde is lijdelijk en eeuwig. De tijdelijke straf vinden we terug in allerhande ellendigheid: ziekte, angst, verwoestingen, aardbevingen, oorlogen, enzovoort. De eeuwige straf is het oordeel der verdoemenis.

Aangrijpende woorden worden hier in dc Bijbel voor gebruikt. De Hecrc Jezus heeft gewaarschuwd voor 'heen te gaan in de hel, in hel onuitblusselijk vuur; waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordl (Markus 9:45-46). In de

Openbaringen van Johannes lezen we van de poel des vuurs, die met sulfer brandt (Openbaring 19:20). Op vele plaatsen in de Schrift komen wc dc ingrijpende realiteit van de straf op dc zonde tegen.

Toorn en vergeving

Heel duidelijk spreekt de Bijbel over de toom van God. de ernst van de zonde cn dc verschrikkelijke straf op dc zonde. Sodom en Gomorra zijn in het Oude Testament dc sprekende voorbeelden van Gods toom. Het meest aangrijpend komt Gods toom openbaar in de dood en dc bloedstorting van de Heere Jezus aan het kruis. God laat de zonde niet ongestraft. Op Golgotha komt de hitte van Gods toorn tot volledige openbaring. 'Doch het behaagde den HF.FRF Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt' (Jesaja 53:10). In het licht van die openbaring heeft Christus gehuiverd en gebeden. Maar Hij heeft geleden en de straf gedragen. Daarom kan de apostel Paulus schrijven en verwachten: Jezus. Die ons verlost van den toekomende toorn' (1 Thessalonicensen 1:10). Dc boodschap van de toorn Gods is tevens een heenwijzing naar Golgotha.

Daar is dc vrede met een kus van het recht gegroet. Op Golgotha blijkt dat 'de toorn Gods tegen de zonde zó groot is. dat Hij die (eer Hij ze ongestraft liet blijven) aan Zijn lieven Zoon Jezus Christus met den bittere en smadelijke dood des kruises gestraft heeft.' (Avondtnaalsformulier).

Toorn en prediking

De boodschap van de toorn van God moet duidelijk en zonder omhaal van woorden worden gepredikt. Dat hebben de proleten en de apostelen gedaan. Dc Heere Jezus Zelf heeft veel cn vaak over dc toorn van God en dc straf op de zonde gesproken. De boodschap van vergeving, genade, liefde, vrede en blijdschap krijgt alleen inhoud tegen dc zwarte achtergrond van onze zonde en schuld voor God.

Een genadeboodschap zonder schuld en straf is een halve boodschap en kan nooit lokken. Een boodschap met alleen maar 'hel en verdoemenis' is zonder uitzicht cn kan niet uitdrijven. Dood cn leven, schuld en vergeving, toorn en genade moeten in de bijbelse prediking funktioneren.

Opmerkelijk mag het wel zijn dat juist de grote predikers met zoveel klem deze dingen hebben geboodschapt. Van R.M.MacCheyne is bekend dat hij de laatste maanden van zijn bediening wel vier maal gepredikt heeft over het toekomende oordeel cn dc rampzaligheid. In ccn preek over Markus 9 : 44 spreekt hij als laatste de onbekeerden aan:

'O. u bent dwaas en waan! uzelf wijs! Maar o, ik smeek u, onderzoek de Schriften. Daarin staal da! de hel een eeuwige hel zal zijn; neem mijn woord dan niet aan, maar neem Gods Woord aan ; dat is Gods getuigenis. O, als dit dan waar is, als er dan een vurige oven is, als er dan een tweede dood is, als er dan geen vernietiging maar een eeuwige hel is. O. is het dan normaal dat u doorgaat mei uw leven in de zonde?

U denkt dat u wijs bent. dal u geen dweper en geen hypocriet bent; maar weldra zult u uw tanden knersen in de pijn. Het zal gebeuren, en de bitterste gedachte zal zijn dat u hebt horen spreken over de hel en Christus nochtans hebt verworpen! O dan. bekeert tt. bekeert u. want waarom zoudt ii sterven? Amen' (R.M.MacCheyne, De Ark der behoudenis, pag. 215).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1994

Daniel | 32 Pagina's

De toorn van God

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1994

Daniel | 32 Pagina's