Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De besnijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De besnijdenis

Het verbond met Abraham en al zijn nakomelingen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De HEERE heeft de besnijdenis ingesteld ten tijde van Abraham. We lezen daarover in Genesis 17. Als Abram negenennegentig jaar oud is. sluit de HEERE Zijn verbond met hem en al zijn nakomelingen. De HEERE spreekt lol Hem: Ik ben God de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht! En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u..." (Genesis 17:1). Abram krijgt bij die gelegenheid een nieuwe naam. Hij zal niet meer Abram heten, maar Abraham. Ook herhaalt de HEERE al Zijn beloften aan Abraham. Hij zal hem tot een groot volk maken. Hij zal Hem hel beloofde land geven en zal hem lot een God zijn. Zo bevestigt de HEERE Zijn verbond en beloften aan Abraham. Elk verbond bestaal echter in twee delen. Als zijn gedeelte legt de HEERE Abraham de verplichting op om zich zelf en al zijn nakomelingen te besnijden. De besnijdenis is he! leken van wijding aan Gods verbond. De Israëliet betuigt in de besnijdenis zijn volkomen overgave en toewijding aan God.

Alle mannelijke Israëlieten, zelfs ook de buitenlandse slaven. die in hun huizen wonen, moeten besneden worden. Op de achtste dag na dc geboorte moet de besnijdenis worden voltrokken. Wie zich niet aan deze bepaling houdt, moet uit Israël worden uitgeroeid!

Nog diezelfde dag voert Abraham Gods bevel uit. Al wat mannelijk i.s, wordt besneden. Als Izak een jaar later geboren wordt, besnijdt Abram hem ook acht dagen later. De aartsvaders hebben eveneens dit gebod gehouden. De zonen van Jakob hebben er zelfs eenmaal gruwelijk misbruik van gemaakt.

Heiliging voor de HEERE en Zijn dienst

In de wel van Mozes aan Israël heeft de besnijdenis

ook een plaats gekregen. Zc heeft een plaats gekregen tus ; sen de reinigingsvoorschritlen voor een vrouw na ccn beval i ling. We U: /en daar in l.cviiicus 12: ..En op de acht sic dag zal hel vlees zijner voorhuid besneden worden" (vers 3).

In de wetgeving heeli dc besnijdenis tc maken met de reinheid van clc Israëliet. Dit blijkt uit een vergelijking met dc eerste vruchten van de bomen in Kanaan. In Lcviticus 19. De Israëlieten mogen dc eerste drie jaren niel eten van deze vruchten. Ze moeten hen zijn als de voorhuid, dat wil zeggen onrein. De vierde oogst moeten ze aan de Heere wijden. Pas de vi jfde oogst zal door hen binnengehaald mogen worden.

Zo is de besnijdenis een teken van wijding aan de HEERE. Het nageslacht is onrein. Daarom moet elk jongetje van de voorhuid ontdaan worden. De Israëliet moest met zijn nageslacht, van kind tot (eind, aan dc HEERE gewijd worden. Alleen als men besneden was, mocht men deelnemen aan de eredienst. Ook uit deze bepaling blijkt, dat de besnijdenis toewijding betekent aan de HEERF. en Zijn dienst. Door de besni jdenis werd de vreemdeling bi j Israël ingelijfd. In de besnijdenis werd men de HEERE geheiligd.

De besnijdenis van het hart

Het ging in de besnijdenis uiteindelijk niet om het uiterlijke leken. Uiterli jke heiliging en toewijding aan Gods dienst kan nooit voldoende zijn.

Vooral in Deuteronomium en Jeremia horen we spreken over de besnijdenis van hel hart. Mozes houdt het volk de eis voor: Besnijdt dan de voorhuid uws harten, en verhardt uw nek niet meer.

(Deuleronomium 10:16). Ook Jeremia houd deze eis met kracht aan hel zondige volk voor: esnijdt u clc HEERE en doet weg de voorhuiden uwer harten, gij mannen van Juda cn inwoners van Jeruzalem! opdat Mijner grimmigheid niet uitvare als een vuur, en brande, dat niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen (Jeremia 4:4). Hiermee wordt liet volk gewezen op de noodzaak van volkomen overgave en toewijding aan Gods dienst. Het is duidelijk, dat deze van hun kant niel te verwachten is. In Zijn genade schenkt de HF.ERE Zijn volk evenwel Zelf dat besneden hart. In hetzelfde Deuteronomium lezen we: n de HEERE. UW God. zal uw hart besnijden, en het hart van uw zaad, om den HEERE, UW God, lief te hebben met uw ganse hart cn met uw ganse ziel, opdat gij levet (Deuteronomium 30:6). Ook Jercmia schrijft op verschillende plaatsen over het nieuwe hart als gave van hel nieuwe verbond. God geeft wat Hij eist.’

De HEERE zal Zelf Zi jn volk dat nieuwe hart geven, dat geschikt is voor Zijn dienst. Hij doet dat in het uur van de wedergeboorte. Dan verlicht God het verstand en vernieuwt Hij wil en gevoel. In de Dordtse Leerregels lezen wc: Hij opent het hart. dat gesloten is; Hij vermurwt wat hard is; Hij besnijdt wal onbesneden is (TTT/IV. 11).

Menselijke vermogens schieten niet alleen tekort om God te dienen. Ze zijn totaal verdorven. Alleen bij God is er nog doen aan. Hij is gewillig om ook nu nog gesloten harten te openen, harde harten te verbreken en onbesneden harten te besnijden. Hel is de grote belofte van het verbond der genade, dat Hij dat doen wil!

Christus is besneden

Op dc achtste dag na Zijn acboorte werd de Heere Jezus

volgens Lukas 2 naar gewoonte besneden. Evenals alle Joodse jongetjes kreeg Hi j op die dag Zi jn naam. Jozef cn Maria noemde Hem Jezus met de naam die de engel hen gegeven had.

Hiermee wordt duidelijk, dat Christus ook deze wel heeft vervuld. In de volheid des tijds is Christus gekomen. Hij is mens geworden en onder de wet geboren. Doel van Zijn komst was de verlossing van zondaren van de vloek der wet. Paulus getuigt hier van in Galaten 4:4, 5: aar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet; opdat Hij degenen. die onder de wet waren, verlossen zou, (en) opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.

Moeten wij nog besneden worden?

In de eerste christelijke kerk is er een grote strijd ontbrand over de besnijdenis. Dc grote vraag was: moeten christenen uit de heidenen besneden worden? We lezen daarover in Handelingen 15.

Op dc eerste zendingsreis waren er heidenen tot bekering cn geloof in de Heere Jezus Christus gekomen, Paulus had hen niet de verplichting opgelegd zich te laten besnijden als voorwaarde om zich bi j de gemeente te voegen.

Naar Joods besef was dat in tegenspraak met dc gebruikelijke gang van zaken.

Proselieten konden immers pas in dc gemeente van Israël worden opgenomen als ze besneden waren. Hel gevoelen van een groep christenen, afkomstig uit het Joodse farizeïsme, was dat Paulus met de heidenchristenen ook zo had moeten handelen. Zc vermengden zo Wet en Evangelie op een ongeoorloofde wijze en wierpen een onoverkomelijke barrière op voor het zendingswerk.

Hierover ontstaat aan het einde van de eerste zendingsreis een konflikt in de gemeente van Antiochië. Om de problemen op le lossen, vertrekken Paulus en Barnabas naar Jeruzalem om een beslissing van de apostelen en de oudsten te vragen in deze kwestie. Eerst lijkt het op deze vergadering mis te gaan, maar op het juiste moment springt Petrus in. Hij herinnert aan zijn bezoek aan Cornelius in Cesarca en waarschuwt ervoor dc christenen uit de heidenen een onnodig juk op te leggen. Joden en heidenen worden door de genade van dc Heere Jezus Christus zalig!

Hierop vertellen Barnabas cn Paulus over Gods grote daden onder de heidenen.

De woorden van Jakobus, de broeder des Heeren, die een leidende plaats inneemt in dc Jeruzalcmse gemeente, geven tenslotte dc doorslag. Hij wi jst op hel Oude Testament, waarin dc verkondiging van het Evangelie is voorzegd. Hij oordeelt dat hel daarom niet nodig is, dat dc hcidenchristenen besneden worden. Om het de Jodenchristenen mogelijk te maken gemeenschap met hen te hebben, stelt hij voor van de heidenchristcncn le vragen zich te onthouden van vlees dat aan dc afgoden is geofferd en vlees van een dier dat door verstikking om hel leven is gekomen, van hoererij en van bloed.

Op deze vergadering wordt door de leiding van dc Heilige Geest het advies van Jakobus overgenomen. Heidenchristenen hoeven zich niet le laten besnijden. Met deze beslissing heeft dc kerk de weg vrijgemaakt lol het zendingswerk.

Later houdt Paulus zich ook nauwkeurig aan deze beslissing. Timotheiis, die dc zoon van een Griekse vader cn een Joodse moeder is, wordt door hem besneden. Titus, die van geboorte geen Jood is, wordt niet genoodzaakt zich tc lalcn besnijden.

Hieruit is het duidelijk, dat wij niet meer besneden hoeven te worden.

De besnijdenis heeft afgedaan als heilsweg

In sommige brieven gaat Paulus nog dieper op dit probleem in.

In de brief aan de Romeinen legt Paulus er slerk de nadruk op. dat dc besnijdenis op zich geen waardigheid voor God betekent. Wc lezen daarover in Romeinen 2.

Paulus strijdt daar tegen het roemen van de Joden op het bezit van de besnijdenis. Hij maakt zijn tegenstanders duidelijk. dal hun besnijdenis alleen waarde heeft, als ze de wet van God houden. Als ze dat niet doen, kan de besnijdenis hun niets baten, maar zal hij juist legen hen getuigen. Men is geen echte Jood. omdat men als een Jood gebo-

ren is cn besneden is. Een echte Jood is hij. wiens hart besneden is. Hiermee haalt Paulus gedachten aan die we reeds in Deuteronomium en bi j de profeet Jeremia zijn tegengekomen. Dc uiterlijke besnijdenis heeft daarmee al zijn waarde verloren.

Paulus onderstreept dat nog eens met hel voorbeeld van Abraham in Romeinen 4. Hij stelt zijn lezers de vraag, wanneer Abraham de geloofsgerechtigheid toegerekend kreeg: was dat toen hij besneden of onbesneden was? Toen hij onbesneden was. Want Abraham heeft de besnijdenis ontvangen als zegel van de rechtvaardigheid door het geloof, zegt Paulus. Zo kan Abraham een vader zijn van de gelovigen uit de Joden en uit dc heidenen. Besneden zijn is niet van belang. Het koml erop aan door het geloof te wandelen in de voetstappen van Abraham. Paulus strijdt clan ook in de

Galatenbrief tegen de dwaalleraren die de besnijdenis in de gemeente van Christus willen invoeren. Fel valt hij tegen die dwaalleraren uit: iet. ik Paulus zeg u. zo gij u laat besnijden, dal Christus u niet nut zal zijn (Galaten 5:2).

De doop is in plaats gekomen van de besnijdenis

Nog duidelijker is het dat de besnijdenis voor Paulus afgedaan heeft uit Kolossenzen 2.

Kennelijk waren er ook in Kolosse die de besnijdenis verplicht wilden stellen.

Paulus maakl duidelijk. dat degenen, die in Christus geloven in Hem besneden zijn. Dit is ccn besnijdenis zonder dat cr mensenhanden aan te pas komen. Ze bestaat niet alleen in het verwijderen van het voorhuid, maar in het uittrekken van het vlees.

Hij blijkt hiermee te doelen op de inhoud van de doop. Wie gelooft, is in de doop met Christus begraven en met Hem opgewekt tol een nieuw leven. Hij is in Christus begrepen. In Christus begrepen zijn, belekenl niet minder dan een besnijdenis. Wie in Hem geloofl, is niet meer van zichzelf, maar van God. In de doop wordt dit betekend en bezegeld. Het is om deze reden, dal ons doopformulier zeggen kan: „Dewijl dan de doop in de plaats der besni j-denis is gekomen, zo zal men ook de jonge kinderen als erfgenamen van het rijk van God en Zijn verbond, dopen". We ontlenen zo aan de besnijdenis van de jongetjes in Israël een argument voor de kinderdoop. Op dezelfde manier doet ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis dat. Ze wijst erop, dat de kinderen in Israël werden besneden op dezelfde beloften, die onze kinderen gedaan zijn (art. 34). Zo is de doop in de plaats van dc besnijdenis gekomen!

Zijn we in Christus Jezus?

Dc grote vraag die nu voor ons overblijft is. of wc in Christus Jezus zijn. Een Jood zal hei niel mei zijn besnijdenis kunnen doen, evenmin als wij aan onze doop genoeg zullen hebben. Een Jood kon het niet met zijn wetswerken, zo zullen wij het ook niet met onze ijver en toewijding kunnen.

Eigen vermogens falen tol het behoud. Van nature hebben wc een hart, dat niet uitgaat naar Gocl en Zi jn dienst. Ook onze beste godsdienstige verrichtingen zijn voor God blinkende zonden.

Zijn wc nu door het geloof in Christus wedergeboren? Is ons hart besneden? Zijn we door het geloof in Christus gestorven aan de macht van de zonde? Of vinden we hierin nog ons levenselement? Is er in ons die gelovige overgave van hart cn leven aan Hem? Leven we totaal voor Hem? Zijn wc met Hem gestorven cn opgestaan? Je verstand zal besneden moeten worden, want het is ongeschikt voor Gods Koninkrijk. Je wil zal moeten besneden worden, omdat zc niet vaardig is tot Gods dienst. Je hart zal moeten worden besneden, omdat het geen heldere klankbodem is voor Gods Woord. Laat het je uitdrijven tot het

gebed of God je verstand wil verlichten en je wil en hart wil vernieuwen. Wat je nodig hebt, is een besneden hart. Leg je in de stille van de morgen of de avond voor Hem neer en vraag Hem. of Hij je dat nieuwe hart geven wil. Alleen dan zul je volkomen voor Hem kunnen zijn. Totaal voor Hem. Afgezonderd van de wereld en gewijd aan zijn dienst. Een ware Israëliet. Heb je een besneden hart?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1994

Daniel | 39 Pagina's

De besnijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1994

Daniel | 39 Pagina's