Mag jij het ”Onze Vader” bidden?
De vraag waarover het hier gaat is: Mogen wij het "Onze Vader" bidden? Luther zei in zijn dagen al: "Het Onze Vader is de grootste martelaar op aarde: want iedereen plaagt het en misbruikt het". Daarmee wilde Luther iets zeggen over de wijze waarop het gebed des Heeren gebeden werd in zijn dagen. Velen in die dagen deden het slechts uit sleur zonder enig gelovig en kinderlijk opzien tot de Heere. Maar dat betreft niet zozeer de vraag OF wij het mogen bidden, maar HOE wij het Onze Vader bidden. Nergens verbiedt Luther de christenen het “Onze Vader” te bidden.
Wie mogen er bidden?
Laten we eerst eens een andere vraag stellen: Wie mogen er bidden? Wel, wij vinden in de Schrift een gebod om te bidden. Dus iedereen moet dit gebod gehoorzamen. ja, maar we kunnen toch niet bidden? Wie zegt dat mijn bidden het ware bidden is? En wie zegt dat een mens verhoring ontvangt? Maar laten we toch eerst naar het Woord van God luisteren. Ook als het gaat om bidden moeten we vragen wat er in de Bijbel staat. Want de Schrift heeft vele opwekkingen tot het gebed.
Gij hoort het gebed
Calvijn zegt in zijn Institutie: In het bijzonder moet deze lofspraak van God ons in de geest komen, op welke steunend wij zonder moeite alle bezwaren zullen overwinnen: ij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen! (Psalm 65:3 S.V.). Hieruit maakt de profeet op, dat de deur openstaat niet voor weinige, maar voor alle mensen, want allen spreekt hij ook toe met deze woorden: Psalm 50:15) Roep Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren". Allen worden dus opgewekt tot gebed, volgens Calvijn. Hij haalt de woorden aan uit bekende psalmen, waarin deze opwekkingen gedaan worden. Deze gelden voor alle mensen, zegt Calvijn. Een andere zaak is of iedereen het ook werkelijk doet! Overigens merkt hij daarbij op dat "van de honderd wordt er nauwelijks één bewogen om God tegemoet te gaan..”.
Mag ik het “Onze Vader” bidden?
Maar mogen wij het "Onze Vader" bidden? Brakel voelt hier de spanning. Hij zegt: "Dewijl het woord Vader ziet op de genadige aanneming, wedergeboorte, ondertrouw en vereniging met de Heere jezus, de Zoon van God door het geloof, zo worden dan door het woord "onze" niet verstaan alle mensen, maar alleen de wedergeborenen, gelovige kinderen Gods. Een onbekeerde is geen kind van God, zo kan hij dan ook God niet aanspreken met de naam van Vader". Let wel hij zegt: "kan" en niet "mag". Hieruit blijkt, voorzover ik Brakel versta, dat hij niet verbiedt het "Onze Vader" te bidden.
In Zijn Naam gedoopt
Bij het antwoord op de vraag of wij het "Onze Vader" mogen bidden, moeten we ook bedenken dat God onze Vader is, omdat wij Zijn schepselen zijn. Hij is onze Schepper en daarom mogen en moeten wij tot Hem bidden. Het komt Hem toe dat we tot Hem bidden. Hij alleen kan geven al wat wij nodig hebben. Maar wat is daarvoor nodig om echt te kunnen bidden? Onze catechismus geeft antwoord op deze vraag (antw, 117). Dan moeten we de enige ware God van harte aanroepen, onze nood en ellende grondig kennen en ons voor Hem verootmoedigen, en dan hebben we deze vaste geloofsgrond nodig dat Hij ons gebed, hoewel wij dat onwaardig zijn, om jezus' wil verhoren wil.
Maar als je dan moet zeggen dat je onbekeerd bent? Van nature hebben we immers de duivel tot onze vader en hoe kunnen we dan zo bidden en God onze Vader noemen? Dat kan toch niet?
Inderdaad, om echt te kunnen bidden hebben we de Heilige Geest nodig. En nu zegt ds. Ledeboer dat we om de Heilige Geest mogen bidden omdat we gedoopt zijn. Doe dat maar veel. We zijn gedoopt in de Naam van een drieënige God. We zijn ook gedoopt in de Naam van de Vader. Waar zou ik de vrijmoedigheid vandaan moeten halen als dat niet waar was? En als dan de Heilige Geest ons de vrijmoedigheid geeft om tot de Heere te vluchten in het gebed, dan mag het geloof om Jezus' wil zeggen: “Onze Vader”.
De Heidelbergse Catechismus spreekt ervan dat Christus Zelf de kinderlijke vrees en toevoorzicht tot God verwekt. De berijming van het allervolmaaktste gebed, die teruggaat op Luther, heeft het heel mooi verwoord: "Wij roepen U in Uwen Zoon, als onze Vader need'rig aan”.
Scheveningen, ds. J.B. Zippro
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1995
Daniel | 32 Pagina's