Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wilhelmus Schortinghuis en zijn vijf ’nieten’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wilhelmus Schortinghuis en zijn vijf ’nieten’

Het innige Christendom

7 minuten leestijd

Wilhelmus Schortinghuis zag het levenslicht op 23 februari 1700 te Winschoten. Reeds op vierjarige leeftijd moest hij z'n moeder missen. Toen hij twaalf jaar oud was, werd hij wees: ook zijn vader ontviel hem door de dood. Dat was een grote teleurstelling ook in verband met zijn studie aan de Latijnse school, want vijf jaar lang kon hij niet studeren, maar werkte hij als leerling bij een zilversmid. Met tussenpozen wist hij toch z'n studie voort te zetten en in 1719 vertrok hij met zijn diploma op zak naar Groningen om theologie te gaan studeren. Een korte levensschets en karakteristiek.

Hij kreeg les van dezelfde leermeester als Alexander Comrie, Professor Driessen. Het klassikaal examen legde hij in 1722 af voor de classis Winschoten en een jaar later werd hij beroepen in Weener, een plaatsje in Oost-Friesland. Deze gemeentewas ontstaan in de tijd van de Hervorming. Hollandse vluchtelingen hadden toen een goed heenkomen gevonden in Embden. Schortinghuis deed intrede met de tekst uit Jesaja 40 : 11 a: Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder'.

Bekering

In Weener stond Schortinghuis niet als enige predikant, maar samen meteen oudere kollega, ds. H. Klugkist. juist deze predikant werd het middel in Gods hand om de ogen van de jonge predikant te openen.

Zijn bekeringsgeschiedenis vertelt Schortinghuis in zijn boek: Het innige Christendom'. Daarin bekent hij eerlijk dat hoewel hij een rechtzinnig predikant was met een voor het oog onberispelijke levenswandel, hij toch een vijand was van het werk van de Heilige Geest en van de 'fijnen'. Ds. Klugkist wees hem een paar maanden na zijn intrede op de tekst uit Ezechiël 15:22 en 23: Omdat gij het hart van de rechtvaardigen door valsheid bedroefd hebt, ... daarom zult gij niet meer ijdelheid zien noch waarzegging gebruiken, maar Ik zal Mijn volk uit uw hand redden, en gij zult weten dat Ik de HEERE ben!' Deze pijl miste zijn doel niet! 'Ik was die leraar', zei Schortinghuis. 'Ik heb het hart van Gods volk bedroefd en ik heb wereldse mensen in hun ijdele levenswandel gestijfd'.

Prediking

Deze verandering had ook z'n uitwerking op de prediking. De vraag: 'Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde', was een telkens terugkerend refrein in zijn preken. Maar dat toch niet alleen. 'Ook werd ik levendig ingeleid in de heerlijkheid, dierbaarheid, algenoegzaamheid en bereidwilligheid van de dierbare Heere jezus en vewuld met zoveel licht en inzicht in des Heeren hoogheid en in het zalige van Zijn dienst, zodat het een onbegrijpelijk voorrecht scheen, de Heere te dienen'.

In de gemeente werkte dit enerzijds bekering, maar ook spot, lastering en ergernis. Ds. Klugkist was verheugd over deze omkering en zo arbeidden ze vanaf dat ogenblik vanuit dezelfde geest. Elf jaar diende hij deze gemeente. In 1734 kwam het beroep naar Midwolda (Gr.) Dit beroep nam hij aan. Hij preekte afscheid met als tekst Filippenzen 4 : 9: Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn'.

Midwolda

In Midwolda deed hij intrede met Zacharia 6:9: Des Heeren Woord geschiedde tot mij!'

Zijn werk in Midwolda typeerde hij zelf als ploegen op rotsen. Een klein gedeelte van de vijftienhonderd zielen, die aan zijn zorgen waren toebetrouwd, verstond de geestelijke waarheid. Het grootste gedeelte was lauw en onverschillig. In de zestien jaar hebben slechts 23 personen belijdenis des geloofs afgelegd. Belijdenis en Avondmaal waren in die tijd nauw met elkaar verbonden. Vanuit een zekere lijdelijkheid en onverschilligheid zag men maar af van het belijdenis doen. Soms ontaardde de onverschilligheid in vijandschap. In 1744 kwam een lid onder censuur te staan. Waarom? Hij meende met een beroep op Schortinghuis' prediking te kunnen zeggen: 'De Bijbel leidt de mensen naar de verdoemenis'.

Teleurstellingen

De vele teleurstellingen, vooral in het pastoraat, gaven Schortinghuis een tamelijk pessimistische stemming. Zijn hoofdwerk 'Het innige Christendom' dat in 1740 verscheen, ademde ook deze sombere stemming.

Rondom de uitgave van dit boek ontstond nogal wat rumoer. De classis moest zijn goedkeuring (approbatie) aan een theologisch boek geven. Dat gebeurde nu ook, maar niet zonder kritiek. Wat was de inhoud van de kritiek? De classis was van mening dat Schortinghuis de gevallen mens te weinig als zondaar en zijn zonde te weinig als schuld zag. Dat werkte volgens hen de lijdelijkheid in de hand. Ook zou Schortinghuis te veel verschil maken tussen verstandelijke en bevindelijke

kennis. Dit zou kunnen leiden tot geringschatting van GodsWoord. Bij het lezen van Schortinghuis' werk kom je er achter dat de theologisch faculteit niet helemaal ongelijk had. De schrijver zelf was het met deze kritiek niet eens en liet de approbatie (goedkeuring) van de Groningse faculteit, met de gematigde kritiek, weg. De classis kon dit niet zo erg waarderen. Er ontstond een strijd voor of tegen 'Het innige Christendom'. Het boek kreeg al tijdens Schortinghuis' leven drie herdrukken.

Levenseinde

Lichamelijk en geestelijk heeft Schortinghuis behoorlijk geleden onder de kritiek op zijn werk. Op 20 november 1750 kwam het einde aan zijn leven. In de kerk van Midwolda is zijn graf. Van de elf kinderen stierven er vijf op jeugdige leeftijd. Van de andere zes (allen jongens) kozen vijf hetzelfde beroep (ambt) als hun vader: predikant. Een van hen is op 22-jarige leeftijd als student overleden en heeft dit doel niet mogen bereiken. In Midwolda is een straatnaam naar Schortinghuis genoemd. Helaas moeten we konstateren, dat de kerk, waarin hij preekte, zowel innerlijk als uiterlijk in ven/al is geraakt.

Het innige Christendom

Dit boek 'Het innige Christendom' bestaat uit 25 samenspraken, waarin achtereenvolgens de volgende 'personen' aan het woord komen: geoefende, begenadigde, kleingelovige en onbegenadigde. Aan de hand van de sprekers weet de lezer wat je aan deze mensen had. In 't bijzonder keert hij zich tegen 'letterkennis', die hij bij veel predikanten aanwees. Hij ging niet zozeer in op het geloof zelf, maar op de. vraag hoe het geloof persoonlijk ervaren werd. Hij sprak uitvoerig over de 'gestalten'van de christen. Daaronder verstond hij de gesteldheden van een gelovige tijdens de ervaringen van Gods genade. Daarnaast stelde hij de ongestalten, waarin de lezers hun lauwheid, matheid en aanvechtingen konden herkennen.

De vijf nieten

Herhaaldelijk citeert hij Van Lodenstein en Hellenbroek. In de veertiende samenspraak zegt geoefende, dat de dierbare gestalten Gods gaven zijn en de mens op grond daarvan niet moet menen iets te zijn, te hebben of iets zelf te kunnen.

Zo kwam hij tot de 'dierbare vijf nieten' en leerde bij eigen ervaring en bevinding deze enigszins kennen: ik wil niet, ik kan niet, ik weet niet, ik heb niet en ik deug niet.

In de herdruk voegde Schortinghuis bijbelse bewijsplaatsen toe, maar toch wekte deze opsomming lachlust, en ergernis op, vooral bij die predikanten over wie Schortinghuis afkeurend geoordeeld had; die de godsdienst als bron van zedelijke vernieuwing beschouwden. Weer anderen stootten zich aan het taalgebruik. Toch bedoelde Schortinghuis zijn lezers te wijzen op de genademiddelen. Hij wilde beslist schriftuurlijk blijven, waardeerde de theologie als wetenschap en toonde grote kennis van de zielservaringen. Hij was bij uitstek een schrijver, die het over het algemeen in kerkdiensten te geleerd en te onpersoonlijk toe vond gaan.

Wie de geest en de adem van het piëtisme nader wil leren kennen, kan in dit werk van Schortinghuis als een der beste bronnen van de tale Kanaans goed terecht. Wie Schortinghuis volledig wil leren kennen, zou ook zijn andere boeken moeten lezen, onder andere 'Nodige waarheden, de geboren Christus en een aantal bundels geestelijke gezangen'.

Schortinghuis is duidelijk een man van de natijd van de Nadere Refor-matie. Bij Lodenstein was ook een kritische houding ten aanzien van de kerk, maar daar overheerste toch meer het 'mea culpa' (door mijn schuld). Ik heb mede schuld aan de grote brand der kerk en ik moet die helpen blussen. Deze trek komen we bij Schortinghuis weinig tegen.

Opnieuw een onmogelijkheid om op twee pagina 's in Daniël recht te doen aan een late vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie: Wilhelmus Schortinghuis. Daarom wijs ik al bij voorbaat naar het standaardwerk van dr. M. de Vrijer: 'Schortinghuis en het innige

Christendom'. Hij heeft op onnavolgbare wijze Schortinghuis en zijn belangrijkste werk in een breder kader geplaatst. Hij heeft lijnen getrokken vanuit de Nadere Reformatie naar de achttiende en negentiende eeuwen een uitvoerige beoordeling gegeven van het bekendste boek van Schor-tinghuis: 'Het innige Christendom'. Het boek van De Vrijer waarschuwt aan het eind voor Schortinghuisianisme (uitwassen door verkeerd gebruik en inter-• prefatie van dit boek).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1995

Daniel | 32 Pagina's

Wilhelmus Schortinghuis en zijn vijf ’nieten’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1995

Daniel | 32 Pagina's