Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waarheen gaat gij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarheen gaat gij

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

...en waar zult gij heengaan? Genesis 16:8m

De vraag 'Waarheen gaat gij? ' komt veel in het leven voor. Ze wordt gesteld door ouders aan kinderen, door de leraar op school aan de leerling. Deze vraag kennen we allemaal.

Ook aan Hagar werd eens die vraag gesteld. Dat was toen ze uit de tent van Sara was gevlucht en in de woestijn omdoolde. Het was echter geen mens, maar de Heere Die ze deze vraag stelde. Hagar was met de plaats bij Sara niet tevreden. Ze wilde geen slavin, maar meesteres zijn. Tenslotte kan ze het in de tent bij Sara niet meer uithouden en vlucht de woestijn in, op weg naar Egypte. En let nu eens op de lankmoedigheid van de Heere! Hij gaat haar achterna, haalt haar in en vraagt waar ze vandaan komt en waar ze naar toe gaat. En dan moet Hagar belijden dat ze uit de tent van Sara komt en op weg is naar Egypte. Ze verlaat dus de plaats waar het Woord is en gaat naar Egypte, dat wel het diensthuis der zonde genoemd wordt. Het is de plaats waar de Heere niet woont, waar Farao regeert die de afgoden dient. Ze is dus eigenlijk op weg naar haar eigen ondergang, naar de eeuwige duisternis. Welk een goedheid Gods dat Hagar deze vraag nog gesteld wordt. De Heere laat haar nog niet los. Hij waarschuwt nog, Hij roept nog tot bezinning. En straks zal de Engel zeggen dat ze terug moet gaan. Terug van deze heilloze weg, die naar het verderf voert. Jongelui, wij staan aan het begin van een nieuw jaar. Waar zult gij heengaan? Wat is je voornemen?

Waarheen gaan je verlangens en begeerten uit? Deze vraag stelt de Heere jou. Nee, Hij laat ons nog niet los. Hij geeft ons nog niet over aan het goeddunken van ons boze en dwaze hart, maar stelt de liefdevolle vraag: „Waarheen gaat gij? " We zijn allen op reis en elk jaar brengt ons dichter bij het eindpunt.

Waarheen ben jij op weg? Naar de eeuwige dag of naar de eeuwige nacht? Meer dan twee bestemmingen zijn er niet. Het is behouden worden of verloren gaan. Het is naar de hemel of naar de hel. O, sta stil, jongere en oudere, en overdenk op welke weg je loopt. Wat is de richting van je leven? Dat de Heere deze vraag stelt, is goedheid. Zelfs deze vraag heb je niet verdiend.

Rechtvaardig had de Heere Hager kunnen laten gaan. En dat is met ons ook zo. Maar Hij doet dat niet. Hij heeft immers geen lust in de dood van de goddeloze! O, Hij zoekt ons behoud. Hij stelt aan het begin van dit nieuwe jaar de vraag naar het doel van de reis in ons leven. Hagar kwam van een plaats waar God Zijn Woord geschonken had. Dat geldt van ons ook. Ons zijn de Woorden Gods toebetrouwd. Ons wordt de boodschap van Wet en Evangelie, verlorenheid en redding verkondigd. Het is mijn diepe wens en bede dat de Heere jou door Zijn hand stilzet en de vraag stelt door de bediening van de Geest: „Waar zult gij heengaan? ". Anders leggen we deze vraag naast ons neer en gaan verder, al maar verder van God af. En het einde is de eeuwige nacht, het Egypte van de eeuwige duisternis. Het zou het grootste wonder in ons leven zijn als we van levensrichting mogen veranderen. Door Zijn goddelijke hand is dat mogelijk. Daartoe gebruike de Heere de prediking, alle ambtelijke arbeid en jeugdwerk in ons midden. Nóg stelt God deze vraag. Dat houdt in dat bekering, wederkeer, omkeer nóg mogelijk is.

Zo gij Zijn stem dan heden hoort, Gelooft Zijn heil-en troostrijk Woord; Verhardt u niet, maar laat u leiden.

O, smeek dan veel om deze hemelse genade. Het is nog het heden der genade, de welaangename tijd, de dag der zaligheid. Dan komt er een nieuwe lust, een nieuwe begeerte, een nieuwe liefde, maar ook een haten en laten van de zonde. Dan wordt de bede geboren: „Leer mij Heere, Uw weg, dan zal ik in Uw Waarheid wandelen. Verenig mijn hart tot de vreze van Uw Naam". Wat het nieuwe jaar ons brengen zal, weet de Heere alleen. Dit weten we wel dat het die zal wélgaan, die God vrezen. Met die wetenschap kan en mag de Kerk verder.

Steekt hen de hete middagzon In 't moerbeidal, Gij zijt hun bron

En soms mogen ze weieens zingen, als vrucht van Zijn gezegende nabijheid, met R. M. MacCheyne:

Nu reis ik getroost onder 't heiligend kruis

Naar 't erfgoed daarboven, in 't Vaderlijk huis. Mijn jezus geleidt mij door de aardse woestijn,

’Gestorven voor mij!'zal mijn zwanenlied zijn.

Hardinxveld-Giessendam ds. B. van der Heiden

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1996

Daniel | 36 Pagina's

Waarheen gaat gij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1996

Daniel | 36 Pagina's