Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het begin der laatste dingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het begin der laatste dingen

Eerste lezing winterconferentie

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het jaar 2000 houdt de aandacht van velen gevangen. Naarmate wij de drempel van het derde milennium naderen, stijgt de spanning zowel binnen de kerk als er buiten. De profeten van het New Age denken vertellen dat er een geheel nieuw tijdperk op komst is, een tijdperk zonder christendom als hoogste waarheid. Verschillende secten beweren echter dat na 6000 jaar wereldgeschiedenis thans de rustdag gaat aanbreken van een 1000-jarig vrederijk. En binnen de kerk vragen ouderen en ook veel jongeren zich af of misschien het einde der wereld nabij is. Wie heeft er nu gelijk?

Laten we eerst vaststellen dat de eindtijd reeds is aangebroken. Sinds de eerste komst van Christus zijn 'de einden der eeuwen op ons gekomen'(1 Korinthe 10:11). Hoor Petrus maar getuigen op de Pinksterdag: En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees..." (Handelingen 2:16, 17). Vóórt wentelen nu de eeuwen. Het wordt steeds later op de wereldklok. We zijn reeds in het laatste uur (1 johannes 2:18). Hoe laat is het? Is het half twaalf of... al vijf voor twaalf. Niemand kan het zeggen.

Juist daarom is het zo belangrijk om te lezen in Gods Woord en om te letten op het tijdsgewricht waarin we leven. „Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden? " (Mattheüs 16:3).

Tekenen van de eindtijd

Die tekenen zijn zo belangrijk. Zij zijn een roepstem dat Christus in aantocht is, en dat niemand die grote dag ongewaarschuwd tegemoet gaat. Maranatha, Jezus komt! Hoe vreselijk zal dat zijn voor allen die niet gewild hebben dat Hij Koning over hen zou zijn. Maar wat een blijde dag zal het wezen voor Zijn bruidsgemeente. „Heft dan uw hoofden op, want uw verlossing genaakt!”

Zo ligt er een bijzondere prediking in de tekenen van de eindtijd. Het is geen mens die op de troon zit, maar de allerhoogste God. De loop van de geschiedenis wordt niet bepaald in de grote steden van deze wereld, maar ze ligt vast in Gods eeuwige raad. Het welbehagen des Heeren zal gelukkig (dat wil zeggen gelukkend) voortgaan door de hand van Christus. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde!

We doen er dus goed aan om te luisteren naar het geruis van Zijn voetstappen, de tekenen van de eindtijd. De Zaligmaker heeft daar Zelf op gewezen, toen Hij sprak met Zijn discipelen op de helling van de Olijfberg met het gezicht op Jeruzalem (zie Mattheüs 24, maar ook Lukas 1 7 en 21).

Hij heeft het einde van Jeruzalem voorzegd, maar ook het einde der wereld. In Zijn profetie liggen deze twee gebeurtenissen als het ware ineen. Het is als met de toppen van een bergketen: wie er nog voorstaat meent dat het om één grote berg gaat, wie er dichterbij komt zal echter verschillende toppen onderscheiden. Je kunt het ook vergelijken met de sterren aan de lucht: ze lijken alle naast elkaar te staan, maar in werkelijkheid staat de één veel dichter bij de aarde dan de andere.

Zo heeft Jezus gesproken van de tekenen der tijden en dit onderwijs nader verklaard aan Zijn apostelen (zie bijvoorbeeld de brieven aan de Thessalonicenzen en de Openbaring aan Johannes).

Laten we een aantal van die tekenen eens van dichtbij bezien.

Grote rampen

In Mattheüs 24 spreekt de Heere van oorlogen, hongersnoden, aardbevingen en pestilentiën. Dergelijke rampen zijn er altijd geweest, maar het bijzondere van de eindtijd is dat ze zullen toenemen in aantal en in hevigheid. Deze dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Ze zijn maar een 'beginsel der smarten'. Steeds heviger worden de barens

weeën, steeds sneller volgen ze op elkaar. De vloek die krachtens de zonde van de mens rust op de schepping (Genesis 3), doet haar zuchten als een vrouw in barensnood en doet haar uitzien naar de vrijmaking en de openbaring der kinderen Gods (Romeinen 8).

Heb je dat zuchten al eens gehoord, jonge vrienden? Het zijn de roepstemmen des Heeren die nog tot je komen. Opdat je leren zou om méé te zuchten! De Heere schenke jou de eerstelingen des Geestes in de weg van wedergeboorte en waarachtige bekering. Dan zul je het niet kunnen laten hand en oog op te heffen naar omhoog!

Zending onder alle volken

Het gaat door bange weeën naar het einde, maar God volvoert Zijn raad. Hij brengt de Zijnen toe, al de gekenden van eeuwigheid, die gekocht zijn met het bloed des Lams.

Daarvoor gebruikt de Heere het werk der zending. Hij zegt het Zelf: En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde zijn" (Mattheüs 24:14). Het werk der zending baant de weg naar de voleinding der wereld. Hoe ver is het al daarmee?

Er zijn niet zo heel veel witte plekken meer op de aardbol, niet zo heel veel volkeren of stammen waar het Woord van God nog nooit heeft geklonken. Het gaat hard!

Nee, wij doen geen voorspellingen. Maar één ding staat vast: het Evangelie moet gebracht worden, in woord en daad. Ligt daar misschien een taak voor jou? Ver weg of dichtbij? Vraag om licht van boven. Vraag bovenal om genade voor je ziel. Want het zal wat zijn om anderen gepredikt te hebben en zelf verwerpelijk bevonden te worden. God heeft ook een Bileam gebruikt, maar zelf viel hij er eeuwig buiten. Ontzaglijk!

Het herstel van Israël

Intussen gaat de Heere voort. Hij zendt Zijn discipelen heen: Gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde" (Handelingen 1:8). Het Woord mag klinken buiten Israël. De volheid der heidenen gaat binnen. Een kerk uit heidenen ontstaat. Wat is het doel? Om Israël tot jaloersheid te verwekken! „Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen anders dan het leven uit de doden? " (Romeinen 11:15).

Wonderlijk is de terugkeer der joden naar hun land na eeuwenlang te hebben rondgezworven. Opmerkelijk is de vestiging van de staat Israël in 1948 temidden van een vijandige Arabische wereld. Wat staat er nog te gebeuren? Heeft het Evangelie zijn kringloop haast volbracht en gaat het nu terug naar zijn uitgangspunt, Jeruzalem? Onze vaderen leefden in de verwachting dat de Heere Zich nogmaals zal wenden tot Zijn oude bondsvolk. Lees er de kanttekeningen bij Romeinen 11:12 en 26 maar op na!

Zou dan het Evangelie des kruises achtergehouden mogen worden? Zouden we dan niet moeten bidden om en uitzien naar hun bekering? Het zal een gelukkige dag zijn als Israël de Messias zal omhelzen door het geloof. En kerk zal er wèl bij varen!

Valse godsdienst

Die kerk komt echter ook onder vuur te liggen. Vanbinnen en vanbuiten. Ze zal niet alleen delen in de rampen die de wereld treffen, maar ze zal in het bijzonder geplaagd worden door een valse godsdienst. Het is het eerste teken dat de Heiland noemt in Mattheüs 24; een teken dat Hij telkens weer herhaalt! Hij spreekt van vele valse Christussen en van vele valse profeten, die er velen zullen verleiden door grote wonderen.

Valse godsdienst zal zich aandienen als vervanging voor het Christendom. We kunnen denken aan oosterse godsdiensten, maar ook aan de groeiende macht van de Islam. Spreekt de koran niet over Mohammed als 'het zegel van de profetie'? Wordt de Godheid en het verzoenend lijden van Christus niet geloochend? In veel Islamitische landen hangt de wet op de godslastering als een zwaard van Damocles boven het hoofd van kleine christelijke minderheden.

Een valse godsdienst kan echter ook binnensluipen onder de dekmantel van het Christendom. Denk aan het

remonstrantisme dat onder andere in de evangelische beweging de kop weer opsteekt en dat ook onze kerkdeuren niet voorbijgaat. Men roept je toe in Jezus te geloven en Hem maar aan te nemen. Men loochent de doodsstaat van de mens en men springt over het stuk der ellende heen. jonge vrienden, wees toch op je hoede voor deze valse profetie, dit zelfbedrog. Laatje toch niets in handen stoppen wat je door God niet is geschonken. De Heere geve je geen rust, maar Hij bekere je zoals Hij al Zijn volk bekeert.

De grote afval

Het Evangelie is wel vóór de mens, maar het is niet naar de mens. Het moet ons dan ook niet verwonderen dat velen zich zullen afwenden van de waarheid, naarmate het einde nadert. De Heere Jezus zegt: En dan zullen er velen geërgerd worden" (Mattheüs 24:10a).

Afval is er altijd geweest. Hoe afvallig was niet het volk van Israël in de dagen der richteren! Afval was er ook reeds in de vroege kerk. Die afval zal echter toenemen in de laatste tijden (1 Timotheüs 4:1). De apostel wijst daar met nadruk op in zijn brief aan de gemeente van Thessalonica. Velen in die gemeente meenden dat het einde zeer nabij was en stopten daarom met hun werk. Nee, zegt Paulus, de grote afval moet nog komen (2 Thessalonicensen 2:3). Die afval veronderstelt immers dat eerst de wereld gekerstend zal zijn.

In 1996 zijn wij daar dus wel dichterbij. Wat een ontzettende doorbraak heeft er plaats gevonden na de Tweede Wereldoorlog! Wat een kerkverlating! Jazeker, de Heere gaat nog voort met Zijn kerkvergaderend werk, ook onder jonge mensen. Maar de tijd is voorts kort. Velen vinden het te benauwd in de kerk. Anderen gaan op in het materialisme. Een grote scheiding is bezig zich te voltrekken. Let op dit vijfde teken!

Een ingezonken kerk

Hoe zal het met de kerk zijn in die laatste dagen? Het valt niet mee. Het wachten duurt zo lang. Ze horen en zien maar niets. De Bruidegom vertoeft te komen. En dan? Dan vallen ze

in slaap, niet één uitgezonderd. Het is het beeld dat de Heere jezus Zelf geeft van de kerk in de eindtijd (Mattheüs 25). Een kerk van wijze maagden en dwaze maagden. Een kerk die half dood is en half levend, maar allemaal zijn ze in slaap gevallen. Sluimerende maagden met walmende of met gedoofde lampen. Nog wel met een belijdenis, maar er gaat geen licht meer van hen uit. Nee, het is geen opwekkend beeld, maar de Heere zegt het nog uit liefde. Opdat we onszelf zullen onderzoeken! Moet het ook van ons gelden: Gij hebt de naam dat ge leeft, maar ge zijt dood" (Openbaring 3:1)?

Of mag het door genade anders zijn? „Zijt dan wakende, en versterk het overige, dat sterven zou!”

Het grootste oordeel is immers wanneerwij de oordelen niet meer opmerken en de tekenen der tijden niet zien.

De oorzaken? Een wereld die opdringt in de kerk, een prediking waarin het onderscheid wordt gemist, een leven dat zo druk is... Ach, vul het zelf maar in. En buig je knieën voor de Heere!

Een verloederde samenleving

Terwijl de kerk is ingedommeld, zit de satan niet stil. Hij wacht op het ogenblik dat 'de wederhouder' of 'datgene wat hem wederhoudt' is weggenomen (2 Thessalonicensen 2).

Wat wordt daarmee bedoeld? Sommigen hebben gedacht aan Paulus zelf met zijn prediking, anderen aan de Heilige Geest en Zijn invloeden. Ik denk echter dat de apostel hier doelt op het Romeinse Rijk met zijn rechtsorde. Wij zouden vandaag zeggen: Gods algemene genade. Die genade is net als de tralies van een leeuvvenkooi. Zij neemt het kwade niet weg, maar zij beteugelt het nog. Wee echter als de tralies van de overheid, de politie en het geweten worden weggebroken. Dan komt het beest tevoorschijn. Het beest in de mens en het beest uit de afgrond. De Heere jezus wijst erop: „En omdat de ongerechtigheid (of wetteloosheid) zal vermenigvuldigen, zo zal de liefde van velen verkouden”

(Mattheüs 24:12). Weer zo'n beeld van de eindtijd. Geen liefde tot God en de naaste, ja zelfs geen natuurlijke liefde meer. Mensen die alleen maar rechten hebben en van plichten niet willen weten, jongeren die hun lichaam zien als een gebruiksartikel en hun ziel verwoesten.

En helaas, een overheid die ruim baan maakt voor de uitleving van de ongerechtigheid. Het huwelijk moet op de helling. Alles wat herinnert aan het Christendom moet worden opgeruimd. Hoe ver zijn we al in Nederland? „Desgelijks ook, gelijk het geschiedde in de dagen van Lot..." (Lukas 1 7:28).

De antichrist

In zulke dagen krijgt de antichrist zijn kans (1 johannes 2:18). Paulus noemt hem 'de mens der zonde, de zoon des verderfs' (2 Thessalonicensen 2:3). Hij is het beest dat opkomt uit de zee (Openbaring 13).

Deze antichrist heeft zijn voorlopers. Hij had die reeds in de dagen van johannes. Vele antichristen zelfs! De verborgenheid der ongerechtigheid wordt airede gewrocht... De geest van de antichrist is al werkzaam... Maar tenslotte komt dè antichrist. Dan wordt de duivel voor een korte tijd ontbonden (Openbaring 20), Samen met de valse profeet en de antichrist zal hij zich verbinden tot een satanische drieëenheid om Gods Kerk te verwoesten.

De grote afval loopt dus uit op deopenbaring van de antichrist. Hij zal een persoon zijn, een afvallig geworden christen, die zich in plaats van Christus stelt, zich meester maakt van de kerk en zich verheft boven al wat God genaamd is.

Deze grote werelddictator zal slechtskorte tijd regeren. De Heere zal de dagen verkorten terwille van de uitverkorenen, anders zou geen vlees worden behouden. Als de nood het hoogst is, zal echter het teken van de Zoon des mensen worden gezien in de hemel. Dan zal Christus komen en de ongerechtige verdoen met de adem van Zijn mond!

De grote verdrukking

je begrijpt, het zal een bange tijd zijn voor degenen die dan leven en begeren te wandelen naar het Woord des Heeren. Nee, verdrukking is op zichzelf geen vreemde zaak voor Gods Kerk. De Koning heeft gezegd: In de wereld zult gij verdrukking hebben..." (johannes 16:33). Daarvan getuigen de catacomben in het Romeinse Rijk, de brandstapels en schavotten in de tijd van de Reformatie, het bloed van Gods kinderen in Frankrijk en in Schotland, de boetes en gevangenschap in de tijd der Afscheiding, enzovoort.

Maar die grote verdrukking tart elke beschrijving! „Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld

tot nu toe, en ook niet zijn zal" (Mattheüs 24:21).

Er zal voor de kerk geen plaats meer over zijn op de markt of in het sociale leven. De kerk zal kerk zijn in de woestijn (Openbaring 12). Een ontzaglijke tijd! Dan zal de kerk gelouterd worden, tot verheerlijking van Gods genade. Maar dan zal ook de geveinsde worden ontdekt.

Wie zal die proef kunnen doorstaan? Ben je nooit bang dat jij dan de eerste zal zijn die de Naam des Heeren gaat verloochenen? O, vlucht dan vandaag nog aan Zijn voeten en smeek Hem om het leven der genade. Want dat leven zal door God worden bewaard!

De greep naar de jeugd

Gelukkig zijn de jonge mensen die biddende ouders mogen kennen. Die een plaatsje in de gemeente mochten verkrijgen. Die meegenomen worden door Gods volk aan de troon der genade, ja méér, die overgenomen worden door de Heere in de hemel! Christus wijst daarop in de gelijkenis van de weduwe en de onrechtvaardige rechter (Lukas 10:1 - 7). Blijkens het verband is die weduwe de kerk in de eindtijd. Een hulpeloze kerk. Een kerk in nood. Wat is haar nood? Waar klaagt ze over?

De geschiedenis in 2 Koningen 4 kan hier uitkomst schenken. Ook daar lezen we van een weduwe die in nood is. Ze loopt het gevaar dat ze van haar kinderen beroofd wordt. De schuldeiser is gekomen om die jongens tot slaven te maken. Nu schreit ze haar nood uit bij de profeet Elisa en doet een beroep op hem om haar recht te verschaffen. Ziedaar de nood van de kerk vlak vóór jezus' wederkomst: het is nood van de jeugd. De grote tegenstander strekt zijn klauwen uit om hen te grijpen. Immers, wie de jeugd heeft, heeft de toekomst!

Dat wist Hitier ook: vandaar zijn Hitlerjugend, in het gareel gebracht met verdovende marsmuziek. Dat wist reeds Nebukadnezar. Hij deed het nog geraffineerder. Hij liet Daniël en zijn vrienden komen aan het hof om heel geleidelijk hen aan te passen aan het schema van de wereld.

Jongelui, wees op je hoede. De boze is ook vandaag aktief. Hij komt zo sluipend en het gaat zo geleidelijk.

Andere normen, andere muziek, andere kleren, andere haardracht en tenslotte alles anders! De Heere geve jullie getrouwheid en doe ons biddend letten op de tekenen der tijden.

Tenslotte

Als Christus in Lukas 17 gewezen heeft op de komst van Gods Koninkrijk, dat geeft Hij Zelf de toepassing: „Gedenkt aan de vrouw van Lot!”.

Zes woorden die diep in ons hart moeten indringen. Deze vrouw was meegegaan met Lot in die vreselijke nacht, toen Sodom verwoest zou worden. Maar... een uitleiding uit Sodom is nog geen inleiding in Zoar! Zij is er nooit gekomen. Halverwege is ze omgekeerd en veranderd in een zoutpilaar.

Je zegt misschien: hoe kan dat nu? De Heere doet toch geen half werk? Dat is waar. Maar er is zoveel eigen werk, ook in de godsdienst. Het zal er om gaan dat de Heere begonnen is, in Zijn zaligmakende genade. Er is immers ook een nabijkomend werk. Er zijn algemene overtuigingen, gewerkt door de Heilige Geest, en toch tekort voor de eeuwigheid.

De Heere doe ons veel vragen om ontdekkend licht. Hij werke in jullie harten tot zaligheid, opdat je een levend lidmaat van Christus' Kerk mag worden. Die Kerk heeft toekomst! Godsvolk komt eenmaal thuis. Het zal door grote verdrukkingen heengaan, maar de Heere verlaat niet wat Zijn hand begon. Ze kunnen dikwijls worden aangevochten of het wel waarheid is bij hen, maar de Heere zal het gekrookte riet niet verbreken. Hij werkt het geloof en Hij versterkt het ook. En als dat geloof levend mag zijn en ze mogen zien op de heerlijkheid van een gekruiste Zaligmaker, dan stemmen ze wel eens in met Guido de Brés: „Daarom verwachten wij die dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in jezus Christus, onze Heere”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1996

Daniel | 32 Pagina's

Het begin der laatste dingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1996

Daniel | 32 Pagina's