Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik zal Israël zijn als de dauw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik zal Israël zijn als de dauw

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hosea 14:6a

De strekking van de profetie van Hosea is bijzonder vermanend en waarschuwend. Wat heeft de profeet met priesterlijke bewogenheid, profetische wijsheid en koninklijke ernst het volk opgeroepen tot een reformatie. Maar wat heeft hij ook liefdevol vertroost.

Met talrijke beelden wil de Heere in Zijn Woord de geheimen voor Zijn volk laten zien. En in ieder beeld ligt, als de Heilige Geest ons het doet verstaan, een zee van troost en vrede. Ook in het beeld van de kostelijke dauw.

De dauw was onmisbaar in het oosten. Daar regende het soms maanden niet. Dan moest het gewas in stand gehouden worden onder de moordende hitte van de schroeiende zon. 's Avonds leek het wel of alles bezweken was. Dan was het zo dor en droog of er geen leven meer in was. Maar als het dan 's nachts gedauwd had, dan was datzelfde gewas, 's morgens weer fleurig en sappig. Die dauw bracht door Gods goedheid en gunst weer verkwikking en leven. We lezen in het boek der Spreuken over de wetenschap Gods waardoor de afgronden gekloofd worden en de wolken kostelijke dauw druipen.

Toen de godzalige vader Izak zijn leugenachtige zoon jacob zegende, sprak hij: "Zo geve u dan God van de dauw des hemels en de vettigheid der aarde en menigte van tarwe en most." En in

Deuteronomium zegent Mozes Jozef: "Zijn land zij gezegend van de Heere, van het uitnemendste des hemels van de dauw en van de diepte die beneden is liggende." Het was een vreselijk oordeel als de Heere de regen en de dauw inhield. Denk aan de dagen van Elia. En wij hebben ook een droge tijd achter de rug. Het is een wonder dat het weer wat regenen mag. Wij hebben het met z'n allen verzondigd. Wordt dat nog beleefd in ons hart? Zijn wij nog verootmoedigd in waarachtige boetvaardigheid? Is het nog een wonder als er iets groeit? Terwijl er zoveel is vernietigd. Wat klaagt een levend mens; een ieder klage vanwege zijn zonden. Wie zorgt voor het kostelijke hemelwater of wie baart de dauwdruppels? Het is de Heere Die daarin wijst op de verkoelende en vruchtbaarmakende werking van Zijn genade. En dat in een tijd van dorheid. Hoe kunnen in de ziel de levenssappen zijn opgedroogd. Hoe onvruchtbaar kan het leven zijn. Hoe kunnen de hitte van de strijd met satan, de wereld en ons eigen vlees de overhand gekregen hebben. De aanvechtigen, moeiten en verzoekingen kunnen de ziel doen klagen: "Verlaat niet wat Uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden".

Het door God ingeplante leven, kan zichzelf niet in leven houden. Het verlept, het verdort. Het zou bezwijken buiten de dierbare onderhoudende genade die in Christus is. De Heere weet wat van Zijn maaksel zij te wachten. "Zonder mij kunt gij niets doen. Uw vrucht is uit Mij gevonden".

Ik zal Israël zijn als de dauw. Hij Die het beloofd heeft, is getrouw, Die het ook doen zal. Hoe dor en donker de weg mag wezen; Hij ziet in Christus op Die Hem vrezen. Onze afmakingen en dagelijkse overtredingen geven genoeg reden dat de Heere laat omkomen. Maar Hij getuigt: "Ik doe het om Mijns Naams wil, opdat die verheerlijkt worde." Christus heeft onder de hitte van Gods toorn moeten sterven. Hij heeft de gramschap Gods tegen de zonde gedragen. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem. Als Hij aan het recht Gods niet genoeg gedaan had, zou er geen verkwikking zijn door de dauw des Geestes. En nu zegt de Heere niet: "En Ik zal ze worden als de dauw", nee: "Ik zal ze ZIJN..." De rivier Gods is vol hemelse dauw. In Hem woont al de volheid. Hoe meer ontdekking aan onze dorheid en levenloosheid hoe beter. En nu worden de kleinste en geringste plantjes door de dauw der genade in Christus niet vergeten of overgeslagen. Wat het laagst bij de grond groeit, krijgt de meeste dauw. Dat schenkt de Heere uit vrije gunst aan ellendige en dorre zielen. Dat is het werk van de Heilige Geest. De Geest werkt als de dauw: geruisloos, niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden. Dan krijgt men een droefheid naar God die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt.

Dat begint niet met feest, maar met droefheid. Die dauw gekomen zijnde, zal ons overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Maar die dauw zal ook Christus verheerlijken in onze harten..

De Heere geve uit vrije genade veel van die dauw in onbekeerden tot waarachtige bekering en nodige voorbereiding voor die grote eeuwigheid.

Opheusden ds. J. Karens

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1996

Daniel | 32 Pagina's

Ik zal Israël zijn als de dauw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1996

Daniel | 32 Pagina's