Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welk beeld heb jij van God?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welk beeld heb jij van God?

Over (waan) beelden van God

13 minuten leestijd

Donderdagmiddag het 7e uur: Ethiek, de Tien Geboden. Aan de beurt is het tweede gebod: „ Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken van hetgeen boven in de hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wate-onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen noch hen ren dienen... "jongelui, al heb je thuis geen beelden en al knielen we njet net als roomskatholieken voor een beeld, dat betekent nog niet, dat we het tweede gebod houden, zoals God van ons vraagt. Ook wij hebben een (waan)beeld van God. Vaak wordt God op een totaal andere wijze voorgesteld dan Hij is. je kunt bijvoorbeeld de verschillende deugden (beter dan het woord eigenschappen) van God tegen elkaar uitspelen, bijvoorbeeld de deugd van Gods rechtvaardigheid tegenover Zijn barmhartigheid. Zo maken wij een beeld van de Heere, dat niet beantwoordt aan het beeld van de ware God. Dan leggen wij onze eigen opvatting vast en zeggen: dat is ons beeld van God. Heb jij er wel eens over nagedacht of jouw Godsbeeld terug te vinden is in Zijn Woord? Want ook onze godsdienstige opvattingen of vastgeroeste gewoonten kunnen zo gemakkelijk afgodsbeelden worden.

Met deze lessen in havo 4 en vwo 5 uit de praktijk van het schoolleven en de opdracht van de redactie van Daniël om iets mee te geven over 'het beeld van God' heb ik in vier klassen enkele vragen gesteld met betrekking tot dit onderwerp. Zo kreeg ik een aardig 'beeld' hoe jongeren met deze materie omgaan. Op de volgende vragen hebben zij antwoord gegeven: „Welk beeld heb jij van God? Heb jij wel een beeld van God? Waar denk je aan bij het woord God? Hoe kunnen we een goed beeld van God krijgen? " De reacties kun je over de verschillende pagina's verdeeld, terugvinden.

Is God er wel?

Door alle eeuwen heen is er door mensen nagedacht over God. Bij de vragen over de zin van het leven tegenover de werkelijkheid die ons omringt, neemt het denken over een God boven en achter de dingen een grote plaats in. Zo is het tenminste altijd geweest. In onze huidige samenleving is echter weinig plaats meer voor God. Primitieve volken hadden een verklaring nodig voor allerlei verschijnselen die ze niet begrepen, maar in onze samenleving waar de natuurwetenschappen en de computer niet meer weg te denken zijn, een samenleving waarin alles verklaarbaar wordt, past God eigenlijk niet meer. Dat geldt niet alleen voor mensen buiten de kerk, maar ook mensen binnen de kerk vinden het moeilijk God een plaats te geven. Dit denken is natuurlijk bepaald niet opbouwend voor ons geestelijk leven.

* God is voor mij een Vader, Die elke dag voor mij wil zorgen, een Vader die mij lief heeft en Zijn eigen Zoon voor mij liet sterven, zodat ik straks voor eeuwig bij Hem kan zijn. Het is Iemand, aan Wie ik alles kan vertellen en Die mij steeds opnieuw vergeeft als ik mijn zonden belijd. Hij is Degene Die mijn leven bestuurt. Hij is Degene, voor Wie ik wil leven en Wie ik wil dienen. Maar je moet wel beseffen, dat God ook een heilig God is, Die de zonde haat.

* God is volmaakt en neemt altijd goede beslissingen.

Kan de mens toch zonder God?

Is het trouwens wel waar, dat voor de 'moderne' mens het bestaan van God heeft afgedaan? Hoe is dan de toenemende belangstelling voor allerlei theologische literatuur te verklaren? Is het misschien toch waar, dat in een zeer materialistisch ingestelde wereld toch weer de behoefte ontstaat om over het doel van ons leven en een relatie met (een) God na te denken? Maar als we nadenken over God, dan moet we! de Bijbel open gaan. Je hebt het immers op de catechisatie geleerd dat we dat we God kunnen leren kennen 'uit de natuur en uit de Schriftuur'. Je kunt dit ook vinden in artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Een levende kennis van de HEERE Zelf, zoals Hij Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard kan ons van waandenkbeelden bevrijden. In Zijn Woord heeft Hij Zich genoeg geopenbaard om Hem te leren kennen, tot Zijn eer en tot heil van onze naaste te leven.

Als mensen over God gaan denken...

Als mensen over God gaan denken, kunnen er vreemde dingen gebeuren. Dat komt omdat wij een God willen 'ontwerpen' als resultaat van onze eigen denkprestaties. Door heel de geschiedenis heen is dat te zien geweest. In de zeventiende eeuw bijvoorbeeld, toen de natuurwetenschap zich steeds sterker ging ontwikkelen, ging God er uitzien als een ingenieur, die alles heel kunstig in elkaar heeft gezet en af en toe alleen maar moest controleren of de machines goed werken. Hij hoefde slechts in te grijpen als het nodig was. In de vorige eeuw beschouwde de Duitse wijsgeer Feurbach God(sdienst) als projectie: God is niet meer dan de voorstelling, zoals mensen die in een bepaalde tijd beleefden.

Verkeerde godsbeelden in de Bijbel

Het maken van verkeerde godsbeelden heeft Jesaja ook al onderkend. In hoofdstuk 42 staat de geschiedenis van de smid, die de gloed van het vuur doorstaat en zelfs honger trotseert om voor zichzelf een beeld te maken om voor te knielen. De methode van de timmerman is weer anders. Hij hakt een boom om en gebruikt een gedeelte als brandhout voor het vuur, waarbij hij zich kan warmen en waarop hij brood bakt.

Een ander deel van diezelfde omgehakte boom bewerkt hij met zijn gereedschap en maakt er een beeld van, waarvoor hij knielt, dat hij aanbidt met de volgende woorden: „Red mij, want gij zijt mijn God!" Kan het nog dwazer?

Zo maakt een mens een 'beeld' van God. Het ontwerpen van een beeld van God was misschien vroeger meer 'handwerk' en nu meer 'hoofdwerk'. Maar de mens maakt nog steeds een beeld van God op de wijze, zoals hij er zelf over denkt. Uiteindelijk is het knielen voor deze 'beelden', knielen voor zichzelf. Vroeg of laat voldoet zo'n beeld niet meer en is men aan een ander toe.

Als ik aan God denk, heb ik zoiets van de ene keer liefde de andere keer iets van: bestaat Hij nog wel? Hij bestaat wel en dat weet ik ook, maar soms ben ik het niet met Hem eens. Ik wil het bijvoorbeeld zo, maar Hij doet het toch anders. Hij doet wat goed voor mij is. Soms voel ik me best eenzaam en dan denk ik toch: waar is God nu?

Ik heb een beeld van God en dan niet persé hoe Hij eruit ziet, want dat is niet belangrijk, maar hoe Hij is. God is een rechtvaardig God. Hij handelt rechtvaardig. Al begrijpen wij soms niet waarom God zus of zo gehandeld heeft, toch is het goed. Soms heb ik het recht niet om te leven. Maar God kent genade en-bij Hem mag je troost zoeken en alles zeggen. God is liefde en bij Hem ben je veilig.

Als ik aan God denk, denk ik aan angst. Waarom dan? Ik ben bang, dat als God gaat oordelen, Hij mij dan naar de hel wijst. Ik kan hier wel om een nieuw hart bidden, maar dan ben ik bang dat als ik heel vroom word, mijn vrienden kwijt zal raken. Het liefst zou ik met iedereen gelijk bekeerd

Ik vind het moeilijk voor te stellen hoe God is. Ik heb er eigenlijk helemaal niet zo'n goed beeld van. Ik vind het ook moeilijk als God bijvoorbeeld tot je spreekt. Hoe merk je dat dan? En als God je bekeert, hoe merk je dat? Ik vind het altijd mooi als mensen vertellen hoe ze tot bekering zijn gekomen, maar ik kan het moeilijk begrijpen.

Ik vind zelf dat ik een zeer vaag beeld van God heb. God is voor mij allereerst een straffend God, maar ook een God van liefde. Bij het woord God denk ik aan liefde, maar ook zeker aan angst. Liefde omdat Hij Zijn Zoon gezonden heeft en angst omdat Hij een rechtvaardig, dus straffend God is.

God is Drie-enig, rechtvaardig, heilig, liefde. God kan geen zonden door de vingers zien (rechtvaardig), maar Hij heeft Zijn Zoon gezonden (liefde), opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven beërve.

Voor mij is God ontzettend ver weg. Ik ken Hem ook niet persoonlijk. Wanneer ik in de Bijbel lees, lijkt het soms of God hard is en mensen graag in het verderf stort, bijvoorbeeld wanneer Hij zegt farao's hart verstokt te hebben. In de kerk hoor ik vaak het tegenovergestelde, namelijk dat Hij op het behoud van zondige mensen uit is.

Bij het woord God denk ik voornamelijk aan rechtvaardigheid, omdat God ons eens zal oordelen naar Zijn recht en gerechtigheid. Maar ik denk ook aan barmhartigheid en liefde, dat Hij wil werken in zondaren, maar daaraan is ook weer het begrip rechtvaardigheid verbonden (God kan niet buiten Zijn recht om). God is ook genadig (niet zaligmakend) in Zijn voorzienigheid voor alle mensen.

Refo-jongeren

De antwoorden op de gestelde vragen over het beeld van God varieerden nog al. Je leest van almacht, dood, hemel en hel. Maar ook dat jongeren Iemand nodig hebben, op Wie zij kunnen vertrouwen. Anderen benadrukken Gods gerechtigheid meer: de grootheid, de verhevenheid van een straffend God. Er zijn vragen bij, die voortkomen uit een hoogmoedig hart, maar je merkt ook tussen de regels door van een worsteling om God te kennen met het hart.

Je proeft bij sommigen een optimistisch Godsbeeld: het zal in de oordeelsdag allemaal wel mee vallen, anderzijds bespeur je ook wel trekken, die wijzen op een stuk lijdelijkheid en pessimisme. Bij hen komt het beeld van God niet verder dan een Wreker over de zonden.

Vanzelfsprekend kijk je niemand echt in het hart, dat is alleen mogelijk door de HEERE Zelf. De verschillende antwoorden geven aan, dat je er verstandelijk nooit uitkomt, 't is voor alles een zaak van het hart! Eerlijk, maar ook huiveringwekkend vond ik het antwoord: „ Voor mij is Cod ontzettend ver weg. Ik ken Hem ook niet persoonlijk...”

Graag had ik alle reacties doorgegeven, maar dat is in het bestek van dit artikel onmogelijk.

Het is goed er over na te denken welk beeld je van God hebt en te toetsen of dat een goed beeld is. Graag wil ik nog wijzen op het boekje van ds. C. Harinck: 'Ik geloof in Cod', waarin deze en gelijksoortige vragen indringend aan de orde komen.

Maar nog belangrijker dan een boek 'over God' is Het Boek, Gods Woord Zelf, waarin God Zich openbaart als de God, Die trouwe houdt en eeuwig leeft en nooit laat varen de werken Zijner handen. Hij wil dat we een goed beeld van Hem hebben.

En dat goede beeld hadden wij in het paradijs. We zijn geschapen naar Gods beeld in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Maar door de zondeval hebben wij dat beeld verloren. Toch heeft de Heere ons opnieuw een beeld gegeven in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus.

Niemand heeft ooit God gezien

Heidenen moeten zelf een beeld maken van hun goden, maar de

* Ik denk aan Iemand Die we nodig hebben. Zonder Hem kunnen we niet leven. God bestuurt alles, ook de dingen die we niet begrijpen. En juist die leiding van God, het erkennen daarvan, maakt je afhankelijk, ook in de gewone dingen. Als je helemaal alleen staat, is God er. Hij is er om vooraf en achteraf 'op terug te vallen'.

* Ik denk aan een persoon met de figuur van een man. Iemand, Die je niet kunt zien, omdat Hij feller is dan de zon.

* Die de wereld bestuurt (zie ik weinig van) en rechtvaardig is en zonden straft. God is onbereikbaar ver!

* Voor mij is God de Schepper, Die voor de zonden Zijn Zoon heeft gegeven, waardoor wij gered kunnen worden. Zijn Woord is voor mij de Waarheid. Het is vreugde en liefde voor hen, die in Hem geloven, die bekeerd zijn, maar angst voor hen, die dat niet zijn.

HEERE heeft een beeld geschonken van Zichzelf in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. „Niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard" (Johannes 1:18), belijdt johannes de Doper.

En op een andere plaats zegt de Heere Jezus: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien" (Johannes 14:9). God de Vader heeft Zich geopenbaard in God de Zoon.

Maar... de Heere Jezus leert ons niet alleen wie God is, Hij leert ons ook, wie we zelf zijn. Deze twee zaken horen onlosmakelijk bij elkaar. Als Rembrandt de kruisiging van de Heere Jezus schildert, dan herken je in het gezicht van één van de helpers om Jezus te kruisigen duidelijk Rembrandt zelf. Dat toont ons toch wel hoe schuldig we staan tegenover zo'n goeddoend God. 't En zijn de Joden niet Heer' Jesu, die U kruisten... Weet je hoe het komt dat wij zo'n waandenkbeeld van God hebben? Wij kunnen ons alleen een beeld van God vormen met ons verduisterd verstand. Het goede, volmaakte en enig juiste beeld van God wordt misvormd en verduisterd omdat wij dat beeld waarnemen door de bril van ons zondige bestaan.

We moeten, wil het goed zijn voor de eeuwigheid, herschapen worden naar het Beeld van God. Dat betekent steeds meer gelijkvormig te worden aan de Heere Jezus Christus, als het Beeld van Zijn Vader. We begonnen met het tweede gebod, dat beeldendienst verbiedt... maar het gebiedt een innerlijke bekering, daarom is het nodig, dat het gebod omgezet wordt in een gebed: „O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk".

Hendrik Ido Ambacht

Bij God denk ik aan alles. Het is moeilijk te zeggen wie God is. God is voor mij een Helper, iemand aan Wie je altijd alles kwijt kunt. Maar Hij is ook rechtvaardig en dat kan soms moeilijk zijn. Als je iets gedaan hebt, wat niet mag, voel je je soms angstig tegenover God, maar als iets je meevalt, heb je toch wel vreugde tot God.

Ik denk dat je God niet als een beeld moet voorstellen, maar als een geestelijke macht. Hij is de Almachtige.

Een persoon (met een lichaam, zonder lichaam, kan ik me niet goed voorstellen).

Ik heb niet een bepaald beeld van God, als ik de naam God hoor. Het ligt eraan of je God hoort in tijden wanneer het goed gaat. Ik moet eerlijk zeggen, dat wanneer het goed gaat ik het beeld heb dat God goed is. Dan probeer ik de gedachte dat God ook toornig is en rechtvaardig weg te duwen. Hoewel ik weet dat dit ook waar is.

Het beeld dat ik van God heb is van een goede maar ook straffende God. Als ik aan Hem denk, heb ik dat beeld voor me. Ook als ik tot Hem bid, heb ik soms het gevoel van: tegen Wie spreek ik nu eigenlijk? Daar moet ik volgens mij wel erg op letten. Hij is voor mij ook een heilig God. Als ik soms een keer vloek of Zijn Naam verkeerd gebruik, ben ik wel bang voor Zijn almacht.

God heeft voor mij heel veel eigenschappen in één. Door genade mag ik weten een kind te zijn van God en mag ik op grond van de Bijbel God mijn Vader noemen. Maar dat is het niet alleen. God is liefde door Zijn rechtvaardigheid en rechtvaardig door Zijn liefde. Daarnaast moeten we niet uit het oog verliezen dat we met een heilig God te maken hebben. Dat wil zeggen dat we de nodige eerbied moeten hebben. Maar door het nooit volprezen werk van de Heere Jezus en door Zijn bloed dat ons rein maakt van alle zonden ziet God ons rein in de Heere Jezus.

God is de Schepper van hemel en aarde, Die alles door Zijn barmhartigheid ook bestuurt en onderhoudt. God heeft ons Zijn Woord gegeven, waarin wij kunnen lezen Wie God is, wat Hij doet en hoe wij moeten leven. Het Woord van God is vooral bedoeld om te lezen dat Christus voor zondaren gestorven is en geleden heeft om hen weer met de Vader te verzoenen. Het is dus een vreugdevolle boodschap maar we dienen ook verdriet en berouw te hebben van onze zonden.

Ik heb helemaal geen beeld van God. Bij het woord God denk ik aan almacht, dood, hemel en hel.

God is volmaakt. Hij ziet en hoort alles. Je denkt aan God met eerbied. Hij is heilig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1996

Daniel | 32 Pagina's

Welk beeld heb jij van God?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1996

Daniel | 32 Pagina's