Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In gesprek met oud-evangelist ds. A. Vermeij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In gesprek met oud-evangelist ds. A. Vermeij

8 minuten leestijd

Al maandenlang wordt in korte berichten op de 'Pagina's van haar' aandacht besteed aan het 50-jarig jubileum van de Bond van Vrouwenverenigingen. In die berichten las u ook telkens, dat daarom een actie gevoerd wordt om geld in te zamelen voor onze evangelisatie. Vele vrouwenverenigingen zijn actief, boeken worden verkocht, verkopingen ten bate van onze actie georganiseerd, giften worden geschonken. Straks zal er geld beschikbaar zijn voor de evangelisatie, het verbreiden van Gods Woord in ons eigen land. Om het werk van de evangelisatie wat dichter bij u te brengen, wil ik u - in twee artikelen - in gedachten meenemen naar de pioniersfase van een van de vijf evangelisatieposten. Het is ongeveer tien jaar geleden, dat in de provincie Drenthe, in de stad Emmen, het evangelisatiewerk ter hand werd genomen. Als evangelist was toen de heer A. Vermeij, nu dominee, werkzaam. Aan hem mocht ik vele vragen stellen. De antwoorden laten zien, dat dominee Vermeij de periode in Emmen niet vergeten is.

Dominee, kunt u iets over uzelf vertellen, vóór u evangelist werd in Emmen?

Als ik daarop antwoord geef, denk ik aan de woorden van de dichter van Psalm 77:

Heilig zijn, o God, Uw wegen; Niemand spreek' Uw hoogheid tegen; Wie, wie is een God als Gij, Groot van macht en heerschappij? ja, Gij zijt die God, die d' oren Wond'ren doet op wond'ren horen; Gij hebt Uwen roem alom Groot gemaakt bij 't heidendom. Ik haal deze Psalm aan met betrekking tot Gods opzoekende zondaarsliefde aan zo-een als ik ben. Ik groeide op in een groot gezin van twaalf kinderen; wij gingen naar de Oud Gereformeerde Gemeente in Oud-Beijerland. Helaas ben ik vanaf mijn twaalfde tot mijn eenentwintigste jaar niet meer in de kerk geweest. De Heere liet mij echter niet los, want toen ik achttien was, hamerde het voortdurend in mijn hart: „Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen!" Wat maakte mij dat soms zeer ongerust. Een mens gaat echter door, en - als God het niet verhoedt - tot in de eeuwige rampzaligheid. Ik kon, toen ik 21 jaar en inmiddels getrouwd was, het buiten de kerk echter niet meer uithouden. Terug in Gods huis werd ik getroffen door het Woord:

„Ontwaakt, gij die slaapt, en staat op uit den doden, en Christus zal over u lichten". Dat trof mijn hart. Ik meen te mogen zeggen: ik ontwaakte. Ik zag de grote kloof tussen God en mijn ziel! Ik was door eigen schuld God kwijt. Na ruim twee jaar, toen ik het niet meer wist, wilde de Heere spreken van troost: „Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom het Ik u getrokken met goedertierenheid."

Daarna werd in mijn hart de begeerte geboren om eens in Gods wijngaard te mogen werken. Dat werd een zaak van hart en gebed.

Wat trok u aan om evangelist te worden?

Eerlijk gezegd, in eerste instantie niets. Ik wist nauwelijks iets af van het evangelisatiewerk. Wel liep ik al geruime tijd rond met de vraag of de Heere mij aan het voorbereiden was, om mij geheel in Zijn dienst te nemen. Daarbij dacht ik veel meer aan het werk dat ik nu als predikant mag doen. Het was in het jaar 1987, het jaar van de actie van de jeugdbond voor de evangelisatie: „Zaait aan alle wateren", dat een van Gods knechten in die dagen tegen mij zei: „Het deputaatschap zoekt een evangelist voor de nieuw te openen post in Emmen. Daar ben jij mogelijk een geschikte man voor. jij hebt ook in de wereld geleefd. Jij verstaat het leven van die mensen daar, en een stroper vang je immers met een stroper!"

Die zaak greep mij aan en ik kon het niet meer kwijt raken. De evangelisatie trok mij dus aanvankelijk niet, maar... de Heere trok mij en maakte mij gewillig door middel van Zijn Woord: „Wat staat gij ledig op de markt? " Later heeft God dit nog eens willen bekrachtigen met de woorden: „Ik zal u een visser der mensen maken". Dit was het wat mij trok om evangelist te mogen worden.

Hoe bent u nu juist in Emmen terecht gekomen?

Ik heb u zo-even gewezen op de actie „Zaait aan alle wateren". Die actie was gehouden op verzoek van het Deputaatschap voor de Evangelisatie. Wijlen ds. D. Hakkenberg, deputaat evangelisatie, stond toen in Groningen. Hij zag de grote geestelijke nood in het noorden van ons land en met name wel in zuid-oost-Drenthe.

De Heere bond de nood op zijn hart en gaf hem te geloven, dat er op die plaats een post geopend zou worden. Dat gebeurde met de woorden uit Ezechiël 47:10: Ook zal het geschieden, dat er vissers aan dezelve zullen staan, van Engedi aan tot En-eglaïm toe; daar zullen plaatsen zijn tot uitspreiding der netten; haar vis zal naar zijn aard wezen als de vis van de grote zee, zeer menigvuldig." Vandaar dat mijn werkterrein de stad Emmen werd.

Kunt u iets vertellen over de studie, die nodig is om evangelist te worden?

Voorzover mij bekend, was er voorheen geen studie aan verbonden in

onze gemeente om evangelist te kunnen worden. Nodig is dit echter wel. In het maatschappelijk leven vraagt men ook naar vakbekwaamheid. Hoeveel te meer is dat dan noodzakelijk, wanneer men - ook als evangelist - in Gods wijngaard arbeiden mag. Dan gaat het niet in de eerste plaats om de hoeveelheid talenten die iemand heeft, maar men moet er. wel mee woekeren. Dat geschiedt middellijk. Ook al moet een evangelisatietoespraak eenvoudig wezen - dat moet een preek ook zijn! - hij moet echter wel gegrond zijn op Gods Woord. Daar is studie voor nodig, want horen de mensen elke zondag hetzelfde, dan zullen ze - eerder dan een lid van de gemeente - zeggen: „Ik ga niet meer".

Er was dus geen aparte opleiding. Daarom kreeg ik in de privé-sfeer les. Ds. A. F. Honkoop gaf dogmatiek, ds. M. j. van Gelder onderwees gewijde geschiedenis, archeologie en sekten en stromingen - belangrijk voor het evangelisatiewerk! Wijlen ds. Hakkenberg leerde mij hoe ik toespraken maken moest. Hij was tevens mijn mentor, mijn begeleider.

De evangelisatiepost in Emmen moest nog helemaal worden opgezet. Kunt u iets vertellen over de aanvang daarvan?

In 1987 werd ik aangenomen en nog in hetzelfde jaar ben ik in Emmen gaan pionieren. Het was in december van datzelfde jaar, op maandag en het was zeer mistig. Nooit zal ik vergeten, hoe ik toen Emmen binnenreed. Een nieuw werkterrein wachtte mij; een nieuw leven moest ik beginnen en een onbekende toekomst ging ik tegemoet. Van te voren had ik enkele adressen van mensen gekregen, die ik zou gaan bezoeken. Ik stelde de mensen de vraag, of zij, als er een post geopend zou worden, bereid waren om de samenkomsten te bezoeken. Enkele mensen wilden dat wel doen.

Sommigen reageerde zelfs zeer enthousiast, maar... zijn nooit geweest.

Toen het dan werkelijk zover kwam, dat de post geopend zou worden, werd er een advertentie geplaatst in een huisaan-huis blad en folders rondgebracht, waardoor enkele anderen naar de samenkomst kwamen.

In de eerste week van pionieren ging ds. Hakkenberg mee op zoek naar een geschikte vergaderruimte. Na lang zoeken en veel vragen konden we een gedeelte huren van de johan Frisoschool aan de Zuidlaarder Brink.

Het gymlokaaltje van deze basisschool was klein en primitief. Er konden zo'n 50 tot 60 mensen in. Voor en achter in het zaaltje waren klimrekken, en aan de zijkanten stonden banken, 's Zaterdags maakten we de zaal gereed. Voorin kwam een eenvoudige lezenaar. Een orgeltje, beschikbaar gesteld door de jeugdbond, en een aantal harde stoelen tussen de klimrekken deed vermoeden, dat hier samenkomsten gehouden werden! Zo'n samenkomst verloopt ongeveer hetzelfde als een gewone kerkdienst, met dit verschil dat het een kwartiertje korter is.

Op zondag 10 april 1988 - na vele voorbereidingen - was het zover, 's Morgens waren er zes toehoorders en 's middags zeven. Daarbij waren ook de twee oudste kinderen van ons geteld! Na enige tijd groeide het aantal bezoekers uit tot 25 tot 30. Ondanks het geringe aantal mensen en het sobere

gebouwtje mag ik toch zeggen, dat de Heere menigmaal betoonde opening te geven in het uitspreken van Zijn Woord, ja dat Hij soms betoonde kennelijk in ons midden te willen zijn. Dat is op zich al een wonder. Het is tevens ook de beste bevestiging van Gods goedkeuring op het werk. Bovenal belooft de Heere in Jesaja 55:11, dat Zijn Woord niet Jedig tot Hem zal wederkeren, maar doen wat Hem behaagt.

Mijn bede was vaak: „Heere, dat het U behagen mocht, om velen te trekken uit de duisternis tot Uw wonderbaarlijk licht." Want dat is toch het doel van het uitspreken van het Woord Gods: dat Zijn Naam verhoogd wordt in de toebrenging van zondaren. Als dat leeft in het hart van een evangelist, dan maakt het niet zoveel meer uit, of er nu veel of weinig mensen onder het Woord verkeren. Dan krijgt elk mens waarde voor de eeuwigheid en dan is het de liefde van Christus die het hart vervult, om zondaren te winnen voor Hem. Dan is het mooi werk! Nee, niet dat een evangelist mensen moet of kan bekeren, dat is Gods werk, maar hij mag zaaien in het geloof, dat God het gebruiken wil en zal.

Dominee, tot hiertoe hartelijk dank! Alle vragen zijn nog niet beantwoord en we zullen D. V. nog meer horen van uw werk als evangelist in Emmen. Graag hopen wij u in de volgende Daniël weer te ontmoeten!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1997

Daniel | 32 Pagina's

In gesprek met oud-evangelist ds. A. Vermeij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1997

Daniel | 32 Pagina's