De Heilige Geest en het Woord
Eeröte lezing winterconferentie
„Ik ken bij eigen ervaring, hoe men zichzelf kan bedriegen; men z, 't voor het Woord neder, men leest; maar heeft er niets aan, hoe gaarne men ook een woord van troost daarin zou willen vinden; ^ aar ver beeidt men zich zelf levend te zijn, maar het Woord dood is, terwijl men het omkeren moest... daar ik voor het Woord nederzit en niet getroost word, zo ben ik dood en een lijk gelijk... Intussen ken ik ook dit bij eigen ervaring, dat Cod de Heere nu en dan het hart met zulk een macht opent, dat men acht geeft op het Woord, en dat het gehele Woord erin gaat" (H. F. Kohlbrugge).
Op veel plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over de Heilige Geest. De Bijbel openbaart ons God ais één in Wezen en drie in Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Heilige Geest is 'te zamen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God' (H.C. antwoord 53). De belijdenis van de drie-eenheid is fundamenteel voor het christelijk geloof. Wie dit artikel 'niet geheel en ongeschonden bewaart, die za) zonder twijfel eeuwig verloren gaan' (Geloofsbelijdenis van Athanasius).
Wie is de Heilige Geest?
De Heilige Geest is de derde Persoon in het goddelijke Wezen. Hij is wezenlijk gelijk aan de Vader en de Zoon. Hij heeft goddelijke namen, eigenschappen, werken en eer. Er zijn ook verschillen. Belangrijk is bijvoorbeeld dat de Heilige Geest niet is gegenereerd (zoals de Zoon door de Vader), maar dat Hij uitgaat van de Vader en van de Zoon.
De derde persoon wordt Geest genoemd. Het woord dat in de grondtaal wordt gebruikt verwijst naar 'adem', 'wind' en 'geblaas'. De wijze waarop de Heilige Geest werkt, heeft overeenkomst met blazen en ademen. De Heere jezus zegt dit in Zijn gesprek met Nicodemus: De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit de Geest geboren is" flohannes 3:8). Christus toont dit de discipelen na de opstanding: ij blaast op hen, en zegt tot hen: Ontvangt de Heiligen Geest" (johannes 20:22). Op de pinksterdag lezen we van een geluid 'als van een geweldige, gedreven wind' (Handelingen 2:2).
De derde Persoon wordt Heilig genoemd. Deze naam heeft de Geest niet omdat Hij heiliger zou zijn dan de Zoon en de Vader, maar het duidt de aard van Zijn werk aan.
De zaligheid vindt zijn oorsprong in de Vader (verkiezing). De zaligheid is verworven door Christus (verzoening). De zaligheid wordt toegepast door de Heilige Geest. Het toepassende werk van de Geest noemt de Schrift 'heiliging'. In Romeinen 15:16 lezen we: Geheiligd door de Heilige Geest".
Het algemene werk van de Heilige Geest
Het werk van de Heilige Geest heeft vele kanten. Verschillende plaatsen in de Bijbel wijzen op het werk van de Heilige Geest in de natuur. De schepping en onderhouding van deze aarde is mede het werk van de Heilige Geest. In Genesis 1:2 lezen we „en de Geest Gods zweefde op de wateren". In Psalm 104:30 lezen we dat 'het gelaat des aardrijks' wordt vernieuwd door de zending van Gods Geest.
De Heilige Geest deelt ook bijzondere gaven en talenten mee. We lezen in Exodus 31:2 dat Bezaleël, bij de bouw van de tabernakel, vervuld is met de Geest Gods 'om te bedenken vernuftige arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper' (Exodus 31:4). Ook Koning Saul wordt vaardig als de Geest Gods over hem komt.
De Heilige Geest is ook werkzaam op het terrein van de genade. Hij inspireerde de bijbelschrijvers tot het schrijven van de boeken van de Bijbel. Hij dreef de profeten in het Oude Testament (2 Petrus 1:21). De Geest Gods is werkzaam in de tot standkoming van de heilsfeiten. Hij overschaduwde Maria, de moeder des Heeren. Christus is opgewekt door de kracht van de Heilige Geest. De Heere jezus is gezalfd met de Heilige Geest. De Kerk des Heeren wordt bewaard en geleid door de Heilige Geest. De Heilige Geest is bijzonder werkzaam in het zaligen van zondaren.
Het zaligmakende werk van de Heilige Geest
De Heilige Geest is de Werkmeester van het geloof. Hij verenigt met Christus en past het Middelaarswerk van de Heere Jezus toe. Dit werk van de Heilige Geest noemen wij het zaligmakende werk. Dit begint in de roeping en de wedergeboorte. De Geest gaat dan wonen in het hart van een zondaar. „Weet gij niet, dat... de Geest Gods in ulieden woont? " (1 Korinthe 3:16).
Noodzakelijk
Het zaligmakende werk van de Heilige Geest is noodzakelijk. Er zijn veel voorrechten die we uit kracht van geboorte en opvoeding genieten. De doop, beslag op het geweten, een opvoeding overeenkomstig de Bijbel, reformatorisch onderwijs, de prediking van Gods Woord, de dienst des Heeren en de prediking zijn enkele voorbeelden.
Laten we echter niet vergeten dat een Godswonder en een Godsdaad nodig is. Het is nodig dat we worden stilgezet. Zoals we geboren zijn, verstaan we de dingen van het Koninkrijk van God niet. Daar moeten onze ogen voor geopend worden. Scherp en duidelijk wijst Paulus op de noodzaak van een radicale vernieuwing. „Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden" (1 Korinthe 2:14).
Een wonder
Het zaligmakende werk van de Heilige Geest is een wonder. Een wonder is iets dat niet kan, en toch gebeurt; bijvoorbeeld de opstanding van een dode uit het graf. Zo is het ook met het zaligmakende werk van de Geest. Dat behoort niet tot de menselijke mogelijkheden.
Dat is een werk 'zonder ons in ons' (D.L. 3, 4; art. 12). Het is een gave die metterdaad 'wordt medegedeeld, ingegeven, en ingestort' (D.L. 3, 4; art. 14). Het is in haar kracht 'niet minder, noch geringer dan de schepping of de opwekking uit de doden' (D.L. 3, 4; art. 12).
Schriftuurlijk
Het zaligmakende werk van de Heilige Geest is schriftuurlijk. De Geest werkt zaligmakend in een zondaar zonder enige menselijke inbreng. De mens valt er geheel buiten. Desondanks werkt de Heilige Geest door middel van het Woord. Daarbij moeten we oog hebben voor twee grote gevaren.
Het eerste gevaar is dat we Woord en Geest gaan scheiden. De dopersen deden dit al in de zeventiende eeuw. In onze tijd zie je dit ook bij allerlei pinksterachtige groepen. De Geest kan dan ook wel werken zonder en buiten het Woord. Weliswaar hebben de oude gereformeerde theologen dit voor de jong-stervende kinderen ook aangenomen, maar de gewone weg van Gods Geest is dit beslist niet. Duidelijk leert de Bijbel de verbinding tussen Woord en Geest. „Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods" (Romeinen 10:17). Wie Woord en Geest gaat scheiden, komt vaak terecht bij emoties, gevoel, ervaring; echter zonder basis in het Woord. Het is een levensgevaarlijke weg.
Het andere gevaar is om het Woord en de Geest te laten samenvallen. Overal waar het Woord is, zou dan automatisch ook Gods Geest zaligmakend werkzaam zijn. Ook dit is een onbijbelse gedachte. Nicodemus las veel in het Woord. Zaligheid heeft het hem niet gebracht. De Heere Jezus wijst hem op de noodzakelijkheid van de wedergeboorte. Het is nodig dat Gods Geest het hart voor het Woord gaat openen. De Geest Gods geeft de kracht van het Woord te verstaan. Wellicht is het goed om hier te wijzen op de visie van Calvijn. In Boek 3 van de Institutie wijst hij voortdurend op de verborgen werking van Gods Geest in het hart. Ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis wijst erop dat de 'Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten dat ze (de boeken van de Bijbel) van God zijn' (artikel 3). De Heilige Geest geeft een innerlijk getuigenis dat Gods Woord de waarheid is. „Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn" (Romeinen 8:16).
De weg van de Heilige Geest
De wedergeboorte is het begin van het zaligmakende werk van de Heilige Geest. Bij de wedergeboorte plant de Geest het geloof in. In het werk van Gods Geest is grote variatie. De bijbelse voorbeelden zijn daarin duidelijk. Lydia is anders geleid dan Paulus; Zacheüs anders dan Petrus; en Manasse weer anders dan Josia. Er zijn verschillen, maar er zijn toch ook overeenkomsten. Er zit in het werk van Gods Geest een bepaalde lijn. Er zit een zekere orde in. Bekend is de drieslag uit de Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid. Een andere drieslag is: missen, zoeken en vinden. Zondag 7 wijst op kennen en vertrouwen. Laten we eens een paar wezenlijke elementen van het werk van Gods Geest noemen.
De Heilige Geest verwekt een droefheid naar God
In Romeinen 5:5 lezen we dat de liefde Gods in het hart wordt uitgestort. Dit is een heel belangrijk gegeven. Van nature zijn wij zonder God, God-loos in de diepste zin van het woord. En we bekommeren ons daar ook nog niet om, al zeggen we dit misschien niet hardop. Het eerste dat de Heilige Geest doet, is liefde uitstorten in ons hart. Door die goddelijke liefde worden we wakker geschud. Onze ogen gaan open. We ontwaken uit de slaap van de dood en beléven zonder God te zijn. Tegelijkertijd is er een verlangen om die God te leren kennen.
b. De Heilige Geest overtuigt van zonde Zonde is het element van een gevallen
mens. De mens voelt zich in de zonde als een vis in het water. De Heilige Geest laat echter zien wat de zonde is. Door de wet overtuigt Hij van zonde (Johannes 16:8; Romeinen 3:20). Hij toont dat onze zonde sleurt naar de ondergang en dat de zonde God beledigt en Gods werk vernielt. Boezemzonden en dagelijkse zonden, erfzonde en heimelijke zonden worden door Gods Geest ontdekt. Daardoor wordt een zondaar eerlijk voor God en mensen.
c. De Heilige Geest leert het tekort van de eigen gerechtigheid.
God schiep de mens naar Zijn Beeld. Tevens gaf God de opdracht: „Doe dat en gij zult leven". Door de zondeval is de verhouding met God verbroken.
Toch blijft Gods eis voor ons gelden: enoegdoening aan Zijn gerechtigheid. De wet moet worden volbracht en de straf op de zonde moet worden gedragen. De verzoening met God is alleen mogelijk door voldoening aan het recht van God. Van nature bekommeren we ons niet om Gods recht. Als Gods Geest onze ogen opent voor de zonde dan gaat dit recht van God wegen. Maar dan leren we ook dat alle menselijk pogen om aan Gods recht te voldoen te vergeefs is. Jesaja belijdt: Al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed" Qesaja 64:6). Het wordt 'buiten hoop' voor een verloren mens. Duidelijk en helder onderwijst de catechismus hierover in Zondag 4, 5 en 6.
d. De Heilige Geest toont de heerlijkheid van Christus
„U dan, die gelooft, is Hij dierbaar" (1 Petrus 2:7). De Heilige Geest laat ons zien hoe noodzakelijk het is om Christus te kennen. Hij laat ons zien hoe gewillig Christus is om zondaren zalig te maken. Hij laat ons zien hoe groot Christus' liefde tot Zijn Vader en tot zondaren is; zó groot dat Hij de hemel verliet en in deze zondige wereld wilde komen om het verlorene te zoeken. Zo maakt de Heilige Geest, in een weg van afbraak en ontlediging van onszelf, plaats voor Christus en al Zijn weldaden. De Heere Jezus heeft daarop duidelijk gewezen. „Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen" (Johannes 16:14). De grond van de zaligheid ligt in Christus. „En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder de hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden" (Handelingen 4:12).
e. De Heilige Geest schenkt en oefent het zaligmakend geloof
Het geloof wordt in de wedergeboorte geschonken. Dit geloof gaat de Heilige Geest oefenen. Eerst leert Hij het benodigen, verlangen en uitzien naar Christus. Als de Heilige Geest verder leidt, brengt Hij ons ook tot de omhelzing van Christus. De eigenlijke daad van het zaligmakend geloof is 'toeeigenend' en 'mijnend' van aard. Onze Catechismus belijdt in Zondag 7 'niet alleen anderen maar ook mij'. Als wij nog nooit Christus hebben mogen eigenen als persoonlijke Zaligmaker dan doen we er goed aan om maar niet te rusten.
De inwoning van de Heilige Geest
Hoe kan iemand weten of de Heilige Geest ook hem geschonken is? De Bijbel geeft daan/oor een aantal duidelijke kenmerken. Al Gods kinderen hebben in meerdere of mindere mate deel aan bepaalde zaken.
a. Gods kinderen hebben allemaal inzicht in hun verloren bestaan voor God. God is de Hoge en Verhevene. De nietigheid van een mens en de hoogheid van God worden eivaren. De zonde is hen de dood geworden.
b. Gods kinderen hebben allemaal, naar de mate van het geloof, deel aan de Heere Jezus. Christus is hun Zaligmaker. Hij alleen is de Middelaar. Zonder Hem is er geen heil en verwachting. Zij hebben grote achting, eerbied en liefde tot de Heere Jezus.
c. Gods kinderen hebben allemaal een grote begeerte tot heiligheid. De Heilige Geest woont in hen. Er is in hun leven een begeerte naar het volmaakte. Weliswaar strijden ze met de oude mens en met het lichaam der zonde. Ze voelen zichzelf als grote zondaars voor God. Dit alles neemt echter niet weg dat er een jagen en haken is naar heiligheid. Het hemelleven wordt in beginsel hier op aarde reeds enigszins beoefend. Hun wandel is in de hemel,
d. Gods kinderen oefenen zich in de gebeden. Een kind van God is een bidder. Hij hunkert naar de gemeenschap met God. Het gebed is de ademtocht der ziel. Het is niet best als er niet geademd wordt. De Bijbel is overvloedig in het aanwijzen van de gebeden van Gods kinderen. De groten in het Koninkrijk van God zijn allemaal mannen en vrouwen van het gebed.
e. Gods kinderen hebben Gods Woord, Gods instellingen, Gods dag en Gods dienst van harte lief. De Psalmen laten ons duidelijk zien hoe de vromen zich hebben verheugd in Gods Woord en dienst. „Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen!" (Psalm 84:2).
Tenslotte
De zaligheid is uit God. De oorsprong, de bron en de toepassing van de enige troost is geheel Gods eigen werk. Wat een wonder is dat! Verloren mensen kunnen juist daarom nog zalig worden!
Hoe dat kan?
„De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit de Geest geboren is" (Johannes 3:8). Zou dat ook voor mij kunnen? „En de Geest en de Bruid zeggen: om! En die het hoort, zegge: om! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet" (Openbaring 22:17).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1997
Daniel | 36 Pagina's