Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psalm 62  In God is al mijn  heil, mijn eer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psalm 62 In God is al mijn heil, mijn eer

Oud-testamentische psalmen door Nieuw-testamentische ogen

6 minuten leestijd

Oud-testamentische psalmen door Nieuw-testamentische ogen

Men heeft Psalm 62 wel een vertrouwenslied genoemd. En terecht! Temidden van de aanstormende vijanden, omringd door het onheil, is Davids stil vertrouwen op de Heere zijn God; 'immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil'.

Immers

Het woordje 'immers' of 'voorwaar' is karakteristiek voor deze Psalm. Ga maar eens na hoe vaak het door David wordt gebruikt.

Midden in zijn nood staat zijn stil vertrouwen op de Heere vast. Uit de verzen 4, 5 en 10 blijkt dat hij te maken heeft met een partij die tegenover hem staat. Geheime pogingen worden aangewend om hem te verstoten. Met hun mond praten ze mooi tegen hem maar achter zijn rug smeden ze dodelijke plannen. Waarschijnlijk moeten we denken aan de tijd van Absaloms verraad en opstand. Die episode lijkt op wat met brede, algemene trekken hier getekend wordt.

En midden in die storm is er een stilte... een bijzondere stilte in Davids ziel. Waar kom je nog stilte tegen? Het lijkt wel of we niet meer zonder lawaai en drukte kunnen. In winkels, op pleinen, overal schalt de muziek je om de oren. Nergens stilte. En als we stilte nodig vinden dan bouwen we er een centrum voor, een zogenaamd stiltecentrum. David heeft zijn eigen stiltecentrum. Hij weet van het stil zijn tot God. Zijn ziel is enkel stilheid. Rondom hem is het rumoer. Overal onrust. Maar binnen in hem is er stilte. Dat verwacht je hier toch niet. Je zou toch denken dat het in zulke omstandigheden wel stormen moet in Davids ziel. Zijn eigen zoon is er op uit hem de troon, zelfs het leven te ontnemen. Achitofel, zijn wijze raadsman, keert zich eveneens tegen hem. Velen van het volk zeggen dat het nu wel afgedaan zal zijn met David. Als een banneling moet hij vluchten en Simei' kan hem straffeloos vloeken. En juist dan is er rust in Davids ziel. Nee, we zouden het niet verwachten. Toch is het waar. 'Immers, ja waarlijk, is mijn ziel stil tot God.'

Het heil is des Heeren

Als de dichter gaat spreken over het heil dat hij in de Heere gevonden heeft, dan put hij zich uit om woorden te vinden.

'Van Hem is mijn heil.' Van Hem is de uitredding uit mijn grote nood. Hij is mijn Rots; dat is een plaats van veiligheid. Hij is mijn hoog vertrek; dat is een burcht, een vesting, een schuilplaats tegen de vijanden. Kortom... de Heere Zelf is mijn heil. Is dat niet de som en grote inhoud van de hele Bijbel? Ja, de centrale en allesomvattende boodschap van de Schrift is: Het heil is des Heeren' (Jona 2:9, Psalm 37:39, Exodus 14:1 3, 2 Thessalonicenzen 2:1 3). Het heil, de verlossing, heel de som van de zaligheid is niet van de mens maar van de Heere!

Het is van de Heere om Zich een volk te maken (1 Samuël 12:22). Het is van de Heere om Zijn Zoon te verbrijzelen en tot een schuldoffer te stellen (jesaja 53:10). Het is van de Heere om Zijn Zoon in het hart te openbaren (Galaten 1:15). Het is van de Heere om door de dwaasheid van de prediking, zalig te maken, die geloven (1 Korinthe 1:21).

Kortom... 'het heil is des Heeren.'

Vijanden

Ware gelovigen zijn nooit zonder vijanden (Efeze 6:11 - 1 3, 1 Petrus 5:8, 9). Het is goed om dit steeds in gedachten te houden. Nu valt er in deze Psalm veel te leren als het over de vijanden gaat. Hoe treedt David zijn vijanden tegemoet? Hij begint niet bij zichzelf maar bij de Heere zijn rotssteen, zijn heil, zijn hoog vertrek (vers 2 en 8). Dan alleen kun je de zonde, de wereld en de duivelen aan. Wat is het noodzakelijk dat ook wij in de Heere onze toevlucht hebben. Wat een gezegende levenshouding om net als de dichter op de Heere te vertrouwen. Af te zien van onszelf. Niet in mijn werk, in mijn financiën, in mijn medicijnen of in mijn verzekeringspolissen ligt mijn tegenweer. Nee, 'in God is al mijn heil, mijn eer, mijn sterke rots, mijn tegenweer.' De Heilige Geest alleen leert ons deze heilige kunst. Verder valt ons op hoe werkelijk de vijanden zijn. Heel bewust spreekt de Psalm van het doel dat de vijanden zich gesteld hebben. 'Kwaad aanstichten' (vers 4). 'Van hoogheid te verstoten' (vers 5). Daartoe gebruiken de vijanden de wapens van het liegen en het

vloeken (vers 5). De dichter maakt zich geen illusies. Hij beseft dat het de vijanden om zijn volkomen ondergang te doen is. Maar vanuit het vertrouwen op de Heere zijn Sterkte zien de vijanden er anders uit. Dan zijn ze reeds verslagen. Dan staat hun kracht als het laatste stukje van een bouwval nog overeind. Hun ondergang is getekend.

Hoe lang, o wreedaards, zoekt gij dan Het kwade nog van zulk een man? Uw kracht is veel te zwak en teder; Haast stedt gij allen door Cods hand; Zo stort een ingebogen wand, Een aangestoten muur terneder (Psalm 62 : 2)

Aansporing

David wil ook anderen opwekken op de Heere toch vooral te vertrouwen. Hij staat niet in de rij van de geestelijke egoïsten. Hij mag verbreider zijn van Gods eer. Het is alsof hij geluisterd heeft naar de grote rede die jezus hield zittende op de berg toen Hij sprak over het 'zout der aarde' en 'het licht der wereld'. David is hier voluit navolger van Davids grote Zoon. Hij prijst het vertrouwen op de Heere van harte aan. 'Vertrouwt op Hem te aller tijd'. In tijd van voorspoed en in tijd van tegenspoed (Filippenzen 4:12, 1 3). In tijden van vriendschap en van eenzaamheid. In tijden van gezondheid en ziekte. 'Stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht'. Uitstorten... keer je hart maar voor de Heere om. Vertrouw Hem al je zorg en verdriet maar toe. 'Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u (1 Petrus 5:7). Verberg niets voor Hem! Trouwens wat zouden wij voor de Heere kunnen verbergen? Stort het hart voor Hem uit. Wat is het bevrijdend om eerlijk al je zonden en zorgen voor de Heere neer te leggen. Trouwens, dat is pas echt bidden, als we heel eerlijk ons hart openen voor Gods heilig aangezicht.

Waarschuwing

Waarschuwing Tegenover de veiligheid van het vertrouwen op God staat de ijdelheid van het bouwen op mensen. Verkijk je niet op mensen.

Ze leggen geen gewicht in de schaal. 'In de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid' (vers 10). Heel letterlijk staat er: Ze zijn van een ademtocht'. Een ademtocht, dat is niet meer dan een zucht. Moet je daar dan op vertrouwen? Dat is toch ijdelheid! Zet dan je hart ook niet op iets wat van de mens is (vers 11). Vertrouw op de Heere! Krachtig wordt het tenslotte nog eens onderstreept. De dichter maakt die onderstreping door gebruik te maken van een getallenspreuk (vers 12) (vergelijk met Spreuken 30:15w., Job 33:14).

Ten eerste heeft God gesproken en ten tweede heb ik het gehoord 'dat de sterkte Godes is en de goedertierenheid, o Heere!'. En God bewijst Zijn sterkte en goedertierenheid aan hen die op Hem vertrouwen. Zo zal Hij tenslotte ieder mens vergelden naar zijn werken (Romeinen 2:6, 2 Korinthe 5:10, Openbaring 22:12).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1997

Daniel | 32 Pagina's

Psalm 62  In God is al mijn  heil, mijn eer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1997

Daniel | 32 Pagina's