Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vreemdeling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vreemdeling

5 minuten leestijd

Dit woord is actueel. In onze kranten en gesprekken komt het vrij dikwijls voor. Over de opvang en de uitzetting, over problemen met en discriminatie van vreemdelingen heeft iedereen wel een mening. In de Bijbel is ook sprake van de vreemdeling.

Oude Testament

Het Oude Testament kent vier woorden voor verschillende soorten vreemdelingen: zar, nokri. ger en tosjab.

In onze vertaling ontgaan ons de verschillen van de hebreeuwse grondtekst. De meest bevoorrechte vreemdeling is de ger (je spreekt het uit als: eer). Hij verblijft als gast in een vreemd land. Hij heeft gastvrijheid en bescherming ontvangen. Hij mag niet benauwd of onderdrukt worden. Het is een buitenlander, die min of meer blijvend in de gemeenschap is opgenomen. Net als de weduwe en de wees had hij recht op tienden en op de nalezing van de oogst. "De bewaart de gerim HEERE (mv)!" (Psalm 146:9). Naast de vele voorrechten had de ger ook plichten. Welke zijn dat? Hij moest op de sabbat rusten, ja, hij moet al de inzettingen en godsdienstplichten van Israël onderhouden (Leviticus 18:26). Denk aan het vierde gebod: e ger die in uw poorten is.

De andere grondwoorden zijn: okri. Hij is een passant. Hij kan geen enkel recht laten gelden. Hij wordt onder het volk geduld, maar dat is ook alles. De positie van zo'n vreemdeling was niet begerenswaardig. David klaagt: Ik ben mijn broederen vreemd geworden en een nokri aan mijner moeders kinderen" (Psalm 69:9). Nokri heeft nög een negatieve betekenis. Hij betekende een gevaar voor het volk. Immers deze vreemden hadden hun eigen goden. Telkens opnieuw zijn deze invloeden voor Israël uiterst gevaarlijk geweest om hen te verleiden tot afgoderij. "Er zal onder u geen uitlands god wezen en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen" (Psalm 81:10).

De zar heeft een slechte naam. Het woord heeft een ongunstige betekenis. Hij is een vreemde bij uitstek. Hij hoort niet bij Israël en wordt gezien als een indringer en vijand (jeremia 51:51).

Ook de tosjab heeft geen burgerrechten. Dit woord is dikwijls vertaald met bijwoner (Leviticus 25:6v). Het woord vreemdeling heeft in Gods Woord naast een letterlijke, ook een geestelijke betekenis. Meer dan eens wordt er op gewezen dat de patriarchen als gerim op de aarde waren. De oude jakob zegt als hij voor de farao staat: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren" (Genesis 47:9).

Zo'n geestelijke vreemdeling is er aan het woord in Psalm 119: "Ik ben een ger op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet" (vers 19). Deze dichter heeft beseft, dat hij op deze wereld geen rechten had, dat hij slechts als gast rondtrok, maar wèl dat hij een beroep kon doen op Gods bijzondere zorg en bescherming.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament vinden we drie griekse woorden voor vreemdeling. De xenos is een vreemd element in de samenleving. De paroikos is een bijwoner. Een soort tweederangs burger. En de parepidèmos is te vergelijken met de oud-testamentische ger. Met als extra dit accent.

Het gaat over iemand, die slechts tijdelijk verblijft bij een volk waar hij niet thuishoort. Hij gevoelt zich ook echt in de vreemde!

Maar nu ons kernwoord en jij! Wie ben jij eigenlijk? Er zijn slechts twee mogelijkheden: Ik ben een vreemdeling op de aarde öf ik ben een vreemdeling van God en mijn hart; ik ken geen schuld en gevoel geen smart! Van nature zegt mijn hart: ik voel me juist zo goed thuis op de aarde! Tot en met aardsgezind. Uit de aarde aards! Alles gericht op het hier en nu. Ik zou hier altijd willen blijven. Daarom is er een wonder van herschepping noodzakelijk. Daarom is er bekering nodig!

In het leven van zo'n geestelijke aer is een éénzijdig Godswonder gebeurd. Door een inwendige en krachtdadige roeping door Woord en Geest ging hij uit zijn land (Abram). Door wedergeboorte werd hij een burger van een ander Koninkrijk. Hij ging zoeken naar het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid.

Geestelijke vreemdelingen voelen zich hier niet meer echt thuis. Hun hart ligt ergens anders! Dat komt openbaar in een vreemdelingsleven. Het is aan hen te zien en te horen! Hij heeft een geheel ander levenspatroon dan deze wereld. Zijn vreemdelingschap op aarde wordt door de wereld als vijandschap ervaren. Hij mag door het geloof de voetstappen drukken van de grote Vreemdeling op deze aarde (johannes 15:20). De Heere jezus Christus is voor de Zijnen vreemdeling geworden. Hij heeft uit eeuwige liefde het Vaderhuis verlaten om voor Zijn kinderen een thuiskomen te bereiden.

Gelukkige vreemdelingen! Zij staan onder Gods bijzondere bescherming. Onder Zijn wakend oog. Zij komen thuis! In de stad, die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.

Dan: de reisstaf neerzetten. Het reiskleed afleggen. Alles wat aan deze aarde bindt achterlaten! Niets uit ons, maar alles uit Hem, zo reist een ger naar jeruzalem!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1997

Daniel | 32 Pagina's

Vreemdeling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1997

Daniel | 32 Pagina's