Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psalm 72 Hoge verwachting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psalm 72 Hoge verwachting

Oud-testamentische Psalmen door Nieuw-testamentische ogen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oud-testamentische Psalmen door Nieuw-testamentische ogen

Bij het lezen van Psalm 72 komt als vanzelf de vraag boven: van wie zegt de psalmist dit, van Salomo of van een ander? De dichter zet immers buitengewoon hoog in. Ga maar eens na wat hij zoal van de koning verwacht. Dat is niet gering!

Een bijzondere koning

Psalm 72 gaat duidelijk over een koning. Grote dingen worden van deze koning verwacht. Hij zal het volk richten met gerechtigheid (vers 2). Hij zal de armen aan hun recht helpen. In het bijzonder trekt hij zich het lot van de ellendigen aan. De kinderen van de nooddruftigen zal hij verlossen en de verdrukker zal hij verbrijzelen (vers 4). De regering van deze koning zal rijke zegen met zich meebrengen. De rechtvaardigen zullen bloeien en er zal grote vrede zijn (vers 7). Al lezend kom je onder de indruk van hetgeen deze koning bewerken zal. En dat niet alleen voor een klein hoekje van de wereld. Nee, hij zal zijn heerlijkheid breed maken. Hij zal heersen van de zee tot aan de zee en van de rivier tot aan de einden van de aarde (vers 8). Ongedacht ver strekt zich het rijksbewind van deze koning uit. In het bijzonder zal hij zich ontfermen over de neergebogenen. Geheel en al zal hij aan de kant van de hulpelozen staan. Het bloed, dat is het leven, van de onderdrukten is kostbaar in zijn ogen. De vijanden zullen de regering van deze koning niet in dank aannemen. Maar hun verzet zal stuk lopen op zijn macht. Uiteindelijk zullen ze in het stof bijten (vers 9). Een totale onderwerping blijft over voor de vijanden van de koning en zijn rijk. Het loopt er op uit dat vriend en vijand voor zijn grootheid bukken. Tenslotte vat de dichter het samen (vers 1 7): 'Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen.'

Droom of werkelijkheid

Is de lofzang op deze koning niet wat te uitbundig? Is David, de dichter van deze Psalm, niet wat te hoog gestemd? Wie zal aan het ideaal van dit koningschap beantwoorden? Als je om je heen kijkt, dan ziet de wereld er toch wel heel anders uit dan in deze Psalm. In plaats van gerechtigheid en vrede, zien we onrecht en oorlog in de wereld. De nooddruftigen, de armen, de bestredenen, de bloedenden, de huilenden worden niet in het middelpunt gezet, maar aan de kant geschoven, je hoort om je heen de verwijten klinken; 'eigen schuld' en; 'daar zal wel een reden voor geweest zijn' en; 'ik kan daar echt niet naar omkijken, ik heb mijn handen vol aan mezelf'. Zo leeft de wereld aan onrecht en nooddruft voorbij. O, we stellen wel vast dat er mensen worden onderdrukt en uitgebuit, dat er bruut geweld is enzovoort. Ondertussen leeft de massa verder, druk om te horen bij de 'geslaagden' in dit leven. Daarom zou de gedachte je kunnen bekruipen: een mooie Psalm maar de werkelijkheid is toch even anders.

Voor Salomo

Wie is toch de koning waar David zo heerlijk van zingt? De aanhef maakt het ons duidelijk: 'Voor Salomo, o God! geef de koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid de zoon des konings (vers 1). David spreekt dus over zijn opvolger, zijn zoon Salomo. In een hartelijk gebed draagt hij zijn zoon aan de Heere op. Zelf is David gekomen aan het einde van zijn levensreis (vers 20). De vraag klemt hoe het komt dat David zo hooggestemd is in het spreken over de regering van zijn zoon Salomo. In zijn ouderdom zal hij toch de werkelijkheid niet uit het oog aan het verliezen zijn? Nee, David staat nog met beide benen op de grond. Hij vraagt de Heere in de weg van het gebed of Hij Zijn gerechtigheid en de daaruit voortkomende rechten aan de nieuwe koning wil geven. Hij vraagt de Heere of Hij de koning tot het uitoefenen van zijn ambt in staat wil stellen. Of Salomo koning mag zijn bij de gratie Gods... dat is het diepe verlangen van de oude David. Zo alleen kon hijzelf koning zijn. Op geen andere manier zal zijn zoon over het grote volk van Israël kunnen regering. David brengt zijn zoon, die hij eert als koning, bij de enige bron van alle heil. Hij smeekt of de Heere door de regering van zijn zoon de heilzame gerechtigheid aan het volk, aan vriend en vijand wil openbaren.

Vervulling?

In Salomo wordt Davids gebed niet geheel en al verhoord. Zeker, Salomo is een bijzondere koning geweest. Er zijn momenten in zijn regering die de hoogte van deze Psalm bijna bereiken. Toch haalt Salomo in zijn koningschap de hoogte van deze Psalm niet. Helaas spreekt Gods Woord ook van dieptepunten in het leven en de regering van Salomo. Denk aan zijn vele vrouwen en de afgodendienst die zij in Israël introduceerden. 1 Koningen 11 is een onthutsend bijbelgedeelte

als het over de diepte punten in Salomo's regering gaat. Daar klinkt ook een ontzettend woord van de Heere tot Salomo: Dewijl dit bij u geschied is, dat gij niet hebt gehouden Mijn verbond en Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk dit koninkrijk van u scheuren, en datzelve uw knecht geven (1 Koningen 11:11). We zullen daarom moeten concluderen dat Salomo uiteindelijk toch niet beantwoordt aan het beeld van de koning dat hier getekend wordt. Salomo is het dus niet van wie de dichter zo hoog op geeft. Maar wie is het dan wel? Van wie spreekt David toch? Zijn gebed zal toch niet onverhoord zijn gebleven? Nieuw-testamentische ogen zijn nodig om te zien over Wie en van Wie David hier zo heerlijk zingt. Dan zien we hoe achter David en Salomo het beeld van de Heere jezus Christus oprijst. In hem krijgt dit profetisch spreken volkomen vervulling.

Meer dan Salomo is hier

Wanneer wij het Nieuwe Testament opslaan en naar het getuigenis van Christus luisteren, dan mogen we zeggen dat Psalm 72 niets teveel zegt. Christus is de grote zoon van David, de meerdere Salomo (Johannes 7:42, 2 Timotheüs 2:8, Mattheüs 12:42, Lukas.11:31). Door Hem komt het Koninkrijk van de vrede en de gerechtigheid. Zijn hart gaat uit naar de ellendigen en de nooddruftigen. Niet alleen gaat het hart van koning Jezus naar zulken uit, meer nog heeft Hij gedaan. Hij heeft de ellende van een diep schuldig volk geheel doorleden en volbracht. Om Christus' wil is er nu bevrijding voor ellendigen, verschoning voor nooddruftigen. Alleen in Hem is er troost in leven en in sterven. Ja, deze Koning geeft verwachting midden in de misère van het leven. Nooit stelt Hij teleur. Want Hij is meer dan Salomo. Tegen de zichtbare werkelijkheid in komt Zijn Koninkrijk. Het geloof mag het zien. Boven de strijd en de ellende uit ziet het geloof dat het Koninkrijk van Christus komt. Zie jij het ook? Degenen die het zien, zijn zelf geen koning meer. De tweede bede is praktijk voor allen die bij deze Koning horen: Uw Koninkrijk kome'; 'Dat is: egeer ons alzo door Uw Woord en uw Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen; bewaar en vermeerder Uw kerk; verstoor de werken des duivels en alle geweld dat zich tegen U verheft, mitsgaders alle boze raadslagen, die tegen uw heilig Woord bedacht worden; totdat de volkomenheid Uws Rijks kome, waarin Gij alles zult zijn in allen' (Heidelbergse Catechismus antwoord 123).

Drie kanten

Psalm 72 laat ons zien dat het door de regering van Christus drie kanten uit zal gaan. De goede kant voor de nooddruftigen die in hun nood en verlorenheid op Hem hopen. De genade van koning Jezus zal hen redden. O, wat is dat heil geweldig! Maar het is ook een gewelddadig heil! Want de vijanden zullen vergaan! Het heil maar ook het oordeel komt door de hand van Christus. En zo zal Christus voor Zichzelf eer en heerlijkheid verwerven. Daarom past er bij deze Psalm maar een slot en dat is de lof van deze Koning; 'En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja, amen (vers 19).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1997

Daniel | 32 Pagina's

Psalm 72 Hoge verwachting

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1997

Daniel | 32 Pagina's