Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Napraten over de preek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Napraten over de preek

Vraaggesprek met C. F. Izelaar en W. Visser

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het koffiezetapparaat pruttelt stevig door. Een vertrouwd geluid. "Zet jij het gebak even op tafel? " Een gezellig gezicht, zo met z'n allen na de kerkdienst aan de koffie met gebak. "Wat zat dat kind voor mij te draaien, zeg. En die moeder maar snoepjes voeren." "Uit de kerk sprak ik Van Zetten nog even. Hij had afgelopen week juist z'n nieuwe auto gekregen. Een fantastisch ding!" "Zeg Hans, jij zat zo goed stil in de kerk. je zult vast nog wel weten waar de dominee over verteld heeft." Z'n oudste broer vraagt zich koortsachtig af hoe hij nu toch een gesprek kan aanknopen over de zojuist gehoorde preek. Dan maar via z'n kleine broertje. Mogelijk gaat pa of ma er dan nog op in. Echter, stilte...

We spraken over de preekbespreking met de heer C.P.Izelaar, vader van vijf kinderen en diaken in de gemeente van Capelle aan den Ijssel. In het dagelijks leven is de heer Izelaar verpleegkundige op de afdeling chirurgie van het Ikazia-ziekenhuis te Rotterdam. Ook de heer W.Visser, vader van drie kinderen, ouderling te Nunspeet en directeur van de school voor speciaal onderwijs in Zwolle, nam deel aan het gesprek. Al pratende merkte je dat zij steeds konden terugvallen op hun ervaringen binnen het eigen gezin en de kerkelijke gemeente. Een gesprek vanuit de praktijk over de praktijk van elke (zon)dag!

Het napraten over de preek begint niet als we uit de kerk komen en bijvoorbeeld met elkaar aan de koffie zitten. Het heeft ook alles te maken met de voorbereiding op de preek...

Visser: Van m'n ouders heb ik het van jongsaf aan meegekregen dat de voorbereiding eigenlijk al begint op zaterdagavond. Die avond werd er altijd gebeden voor alle predikanten en ouderlingen die de volgende dag moesten voorgaan en die misschien nog bezig waren met het voorbereiden van de preek. Je merkt dat je ook daarin veel van je ouders overneemt. Ook zelf laat je in het gezin voelen dat het niet niets is om morgen weer naar Gods huis te mogen gaan en onder het Woord te mogen zitten. Het is een heel bijzondere dag! Ook probeer je mee te geven dat je het fijn vindt als de kinderen na afloop de tekst en de punten nog weten. Dan proberen we daar na afloop over door te praten.

Izelaar: Door de jacht van het moderne leven schieten rustpunten als de zaterdagavond vaak erbij in. Ik denk dat dit in de toekomst alleen nog maar erger zal worden. Er is namelijk op deze avond meestal heel veel te doen. De zaterdagavondbesteding hoeft hierom niet minder te zijn. Het gaan naar een districts-of SRB-avond bijvoorbeeld kan soms een betere zaterdagavondbesteding zijn dan wanneer je met familie of vrienden ergens op bezoek gaat waarbij slechts een enkele keer een geestelijk gesprek gevoerd wordt. Bijna de hele avond wordt er over koetjes en kalfjes gesproken.

Visser: Zeker is het gaan naar zulke avonden aan te bevelen. Maar ik ken ook gezinnen waarbij het afspraak is dat je om elf uur thuis bent. Dan kun je in ieder geval de dag en de week met elkaar besluiten. Dat is toch het minste wat je met elkaar moet zoeken. De oudvaders noemden de zaterdagavond de vóórsabbat. Dat element zijn we steeds meer kwijtgeraakt.

Bij het napraten over de preek is niet alleen een goede voorbereiding belangrijk. Wanneer je tijdens de preek met je gedachten ergens anders zit is het erg moeilijk om er goed over na te praten. Het luisteren naar de preek is dus ook een vereiste.

Izelaar: Ons gezin bestaat uit jonge kinderen, wat het napraten over de preek toch wat anders maakt. Het luisteren naar de preek kun je niet los maken van de rest van de opvoeding. je richt je daarom niet alleen op het leren luisteren naar de preek. Vanaf dat de kinderen bijna twee jaar zijn, hebben wij hen aan de hand van een eenvoudig boekje verteld over schepping, val en verlossing. Door het dagelijks voorlezen uit de 'Vertellingen bij de Bijbel' van ds. Meeuse en het behandelen van vragen uit het boekje van ds. Colverdingen 'Opdat onze kinderen het weten', hebben onze kinderen heel wat kennis opgedaan. Hierdoor kun je aansluiting vinden bij de preek. Eigenlijk probeer je dat bij het luisteren naar de preek al een beetje te bedenken: Hoe kun je daar straks met elkaar over verder praten? Je hoopt bovendien dat de dominee het als een worsteling ziet om de jongeren erbij te betrekken. In Markus 4 sprak de Heere jezus "naar dat ze het horen konden". Als je de Kanttekeningen bij de Statenvertaling hierop naleest, zie je dat dit betekent: "naar dat ze de aardse dingen konden begrijpen." Het geestelijke werk doet de Heilige Geest.

Visser: Het is inderdaad helemaal mis als je de zondag van de rest van de week gaat loskoppelen. Het reformatorisch onderwijs bijvoorbeeld is daarom zo belangrijk. Hierdoor kun je vaak dat wat op school en dat wat in de kerk gehoord wordt combineren. Zo mag ook het onderwijs op school gericht zijn op het leren luisteren naar de preek. Met name eerbied en een goede luisterhouding worden op school aangeleerd.

Izelaar: Een mooi voorbeeld hierbij is een opmerking die ik tegenkwam in een bijbelverklaring over de geschiedenis van de maanzieke knaap. Vanaf zijn kinderjaren was hij al ziek. Als de satan al zo vroeg begint in het leven van een kind, zouden wij dan niet net zo ijverig moeten zijn om onze kinderen in de waarheid op te voeden? ! je moet er moeite voor doen. Je moet er van jongsaf aan bewust mee bezig zijn als ouders.

Dat maakt het voor kinderen en jongeren ook natuurlijk om over deze dingen te praten.

Visser: In dit verband is een tekst uit het zesde hoofdstuk van Deuteronomeum ook heel opmerkelijk. Mozes zegt daar: "Gij zult het uw kinderen inscherpen." Dat betekent dus dat het een zwaar werk is. Hij zegt dat je elke gelegenheid moet waarnemen om daarmee bezig te zijn; al zou je op straat zijn, als zou je op bed liggen, al zou je...

De kerk is uit; je hebt de preek gehoord. Thuisgekomen zit je met elkaar rond de tafel. Hoe gaat dan? het

Visser: Bij het praten hierover ga je toch vaak uit van je eigen situatie. Wij proberen er tijdens het koffie drinken echt met elkaar over door te praten. Natuurlijk zou je het ook onder de maaltijd kunnen doen. Dat is een keuze. Tijdens het gesprek probeer je na te gaan wat de tekst en de punten waren. Daarnaast proberen we altijd te vragen: Zaten er dingen in die jou hebben aangesproken? Dingen die je heel mooi vond of heel moeilijk? Heb je daar nog vragen over? Het mooie is dat als je dit elke zondag doet kinderen ook wel eens durven terugvragen:

"Maar, wat was er nu wat u zo aansprak? " Dat kunnen heel tere of confronterende vragen zijn. Hierdoor hebben veel mensen huiver om met elkaar erover door te praten. Want, zo krijg je zelf een spiegel voorgehouden. Toch is het goed. Als je als jongere al leert om open en eerlijk met elkaar over deze dingen te praten, hoop je dat het later ook zo blijft. Je merkt dat dit vooral voor jonge ouders een moeilijk punt is. Maar het leeft wel! Openheid in gezinnen is heel belangrijk. De Heere kan het zegenen; Hij wil werken door de middelen.

Izelaar: Bij het napraten over de preek is ook de vraag belangrijk: hoe luister je als ouder zelf? Laat je het zomaar over je heen komen? Wat doe je er zelf mee? Gaan de preken de week mee in? Wanneer je met elkaar over de preek praat, krijg je heel veel dingen ervan weer terug. Als je er zelf op deze manier mee bezig bent, is het ook makkelijker om er met elkaar in het gezin over te praten. Het is een kwestie van oefenen. Je moet van jongs af aan leren je gedachten te verwoorden. Omdat onze oudste twee kinderen na de dienst naar de zondagsschool gaan, praten wij als ze thuiskomen eerst met hen over wat ze daar gehoord hebben. Onder de maaltijd stellen wij wat vragen over de preek, 's Avonds na de catechismuspreek gebeurt dat ook weer onder de maaltijd. Je merkt dat het fijn is als de dominee in de catechismuspreek concrete bijbelse voorbeelden ter verduidelijking aanhaalt. Daar kun je bij kinderen ook op doorgaan. Catechismusstof is vaak moeilijker omdat een kind nog niet abstract kan denken. Omdat onze kinderen de vragen uit het eerder genoemde vragenboekje goed kennen, kun je vaak via deze weg weer een ingang vinden.

Visser: Het napraten doe je zelf ook wel eens met een gevoel van schuld. Als je tijdens de preek je agenda voor de hele week hebt doorgenomen; hoe kun je dan nog napraten? ?

Er kunnen ook veel belemmeringen zijn om over de preek na te praten. Belemmeringen in het gezin, in je persoon zelf, in de preek... Als er bij jou thuis nooit over de preek wordt nagepraat, wat moet je dan doen?

Izelaar: Ik zou zeggen: Gooi het roer om! Dat kun je alleen maar biddende doen, maar het moet wèl zo snel mogelijk gebeuren. Ook al gaat het niet van je ouders uit. Er kan ook

door jou als jongere een positieve verandering in het gezin komen. Wanneer je als jongere voelt dat het wat dit betreft bij jullie thuis niet goed zit, dan moet je proberen hieraan iets te doen. Dat kan met veel moeite en pijn in je hart samengaan. Ook ouders mogen niet wachten om over deze dingen te praten totdat ze 'geestelijker' worden. We moeten het niet van bijzondere dingen verwachten, maar wel van Hem!

Visser: Het roer omgooien is wel moeilijk. In sommige streken van ons land bijvoorbeeld is het van oudsher moeilijk om dingen van jezelf bloot te geven. Dat betekent niet dat mensen dan niet serieus zijn. Mensen kunnen heel intens met de dingen van Gods Koninkrijk bezig zijn. Echter, je praat er niet over. Dat is iets tussen de Heere en je ziel. Maar, jongeren worden mondiger. Er ontstaat dan een soort kloof. Het gaat wrikken. Tegen jongeren zou ik willen zeggen: ga het dan niet forceren. Ga niet boven je ouders staan, maar bedenk dat het ook bij hen een worsteling is om dingen onder woorden te brengen. Probeer dan heel eenvoudig iets te zeggen of te vragen over de preek. Dus: stel je bescheiden op als jongere. Het kan namelijk zelfs vijandschap geven. Laat je nood bij de Heere bekend worden, zoals David zegt: "Stort voor Hem uit uw ganse hart." De Heere kan het veranderen. Helaas komt het ook voor dat jongeren wel belangstelling voor het napraten hebben, maar dat ouderen genoeg hebben aan een stuk vorm. Het wordt immers vanzelf weer zondag? Dat zijn vreselijk moeilijke situaties. Je voelt dat jongeren daar soms echt mee worstelen. Een praktische tip: je zou kunnen voorstellen samen te gaan zingen. Je zou je ouders ook iets kunnen laten lezen waarvan je zegt dat het je heeft aangesproken.

De satan kan door duizend en één dingen het zojuist gestrooide zaad laten wegpikken.

Visser: Dat kan al heel snel. Misschien hoort het niet bij het napraten over de preek, maar het verbaast me wel eens dat mensen je na de dienst aanschieten over compleet andere dingen. Terwijl je soms echt goed hebt mogen luisteren. Dan ervaar je dat als een list van de duivel waardoor alles ineens weg is. Het zou daarom misschien best goed zijn als we wat stiller naar huis gingen. We moeten er alert op zijn dat de satan 24 uur per dag op onze ziel jaagt; vooral op zondag. Want, hij heeft een ontzettende hekel aan het Woord. Op deze dag is hij het meest actief, absoluut!

Je merkt nogal eens dat het onder vrienden veel beter gaat om over zulke dingen te praten.

Visser: Zoals net aangegeven, is het mogelijk dat de omgang met elkaar thuis heel gesloten is en dat mensen het vermogen niet hebben om erover te praten. Het is ook zo dat je vriend(inn)en je toch wat minder goed kennen, vooral je zwakke kanten. Als je bijvoorbeeld thuis altijd een dwarsligger bent en te beroerd om iets voor een ander te doen, dan moet je oppassen voor een 'vroom' praatje. Een vriend(in) ziet daar niet altijd door heen. Maar, ik denk dat er ook een fase in je leven kan komen waarin je echt gemakkelijker praat met je vriend(inn)en dan met je ouders. Dat is niet omdat je je ouders niet vertrouwt, maar dat past op dat moment bij je persoonlijkheidsontwikkeling. In de pubertijd heb je toch een andere karakterstructuur dan ervoor of erna. Iemand maakte eens de wijze opmerking: pubers hebben als het ware een bord voor hun buik 'Wegens interne

verbouwing gesloten.' Door middel van je houding laat je zien dat je onverschillig bent. je zit echter boordevol vragen. Waar is God? Bestaat Hij wel? Ziet Hij mij wel? Hoort Hij mij wel? Wat heb je dan als ouders de opdracht om toch heel voorzichtig te vertellen dat God er is en dat Hij het gebed hoort. Dan moet je als ouder maar meer van jezelf laten zien, iets van je tekortkomingen.

Toch moet je het blijven proberen om na te praten over de preek. Teellinck noemde het een eis. Hij stelt de vraag: een vrouw die naar de markt gaat, laat bij terugkomst toch ook niet al haar gekochte dingen in de tas zitten? Het is heel wezenlijk wat de jongeren meekrijgen. Welk Godsbeeld wordt hen thuis voorgehouden? Een God Die alleen maar streng is en wil dat iedereen verloren gaat? Of een God Die het meest verheerlijkt wordt in het bekeren van zondige mensen?

Izelaar: Er kan ook een schroom zijn om iets te vertellen: ze mochten iets van me gaan denken! Ik zeg maar liever niets totdat ik het voor mezelf zeker mag weten.

Visser: Als ouder bid je dan of er openheid mag zijn in het gezin; de hele week. Want, wij maken vaak een enorme tegenstelling tussen het gewone en het geestelijk leven. Maar als ik veel belangstelling heb voor gebeurtenissen op school, in de contacten met vrienden, dan ontstaat er ook meer openheid. Een psychologe adviseerde eens: je moet eigenlijk elke dag aan je kind(eren) vragen: 'Waren er vandaag fijne dingen in je leven en waren er moeilijke dingen? ' Dat is een goed handvat voor een gesprek.

Als er al nagepraat wordt over de preek zie je dat het gevaar gauw om de hoek komt kijken dat je bij de 'verpakking' blijft steken. Het gaat dan meer over de dominee, over de ouderling die weer zo snel las, over... je hoort jongeren en helaas ook ouderen regelmatig zeggen: de preek was te moeilijk. De dominee gebruikte zulke ingewikkelde termen. De uitleg bij deze tekst was weer hetzelfde als altijd... Kritiek genoeg op de preek. Izelaar: Heb je kritiek op de preek dan ben je echt aan het breken. Dan hoef je niet meer na te praten, je hoeft natuurlijk niet je ogen te sluiten voor alle kritiek, maar toch: wees er voorzichtig mee.

Visser: Met kritiek op predikanten en ambtsdragers zaag je altijd de poten onder je eigen stoel vandaan. Dat kan niet anders, al heb je misschien in sommige punten nog wel gelijk ook. Dan nog zeg ik: breng het in je binnenkamer. Helaas wordt er hierdoor veel vergif gestrooid in het gezin. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Maar, ik denk wel dat het goed is als predikanten worstelen met de vraag of de boodschap begrijpelijk is. Het is bekend dat de vrouw van Alexander Comrie haar man erg aanspoorde om zo eenvoudig mogelijk te preken. Het is ook heel belangrijk dat wordt uitgelegd wat met bepaalde termen bedoeld wordt èn dat jongeren voelen dat de woorden uit het hart komen. Dat ze voelen: de dominee ziet ook mij als reiziger naar de eeuwigheid.

Izelaar: Dan hoef je echt niet altijd een populaire preek te hebben. Aan de andere kant is het ook belangrijk wat er in het gezin meegegeven wordt aan kennis. Wat wordt er gestimuleerd? Waar liggen je interesses? Als je een moeilijke computercursus kunt volgen, waarom dan de preek niet? Ga ik zitten om te luisteren of om het laatste woordje te horen? Je moet onder het luisteren echter geen beoordelaar worden. Als je onder het Woord zit, word je zelf geoordeeld. Dat is een heel verschil. We mogen nooit als een rechter onder Gods Woord zitten. Dan zie je ook het wonder niet meer dat je naar de kerk mag gaan.

Heeft u nog een laatste opmerking richting onze jongeren?

De heer Visser krijgt het woord van de heer Izelaar: Ik denk dat we met elkaar het gebed moeten kennen of ook ons gezin mag zijn zoals het moet zijn: een kerkje in de kerk, aldus Calvijn. Er worden ons tegenwoordig heel wat handvaten aangereikt. Denk alleen maar aan verschillende boeken die hierbij of hiervoor te gebruiken zijn. Deze middelen moeten we ter hand nemen. Dit kan niet zonder het gebed om Gods zegen hierover. Dan ben ik er echt van overtuigd dat de Heere de opvoeding in de gezinnen wil zegenen. Ik las ergens dat de kinderen van de Waldenzen door hun ouders erg godvrezend waren opgevoed. Toen de Roomse inguisiteurs de kinderen op twaalfjarige leeftijd op de pijnbank legden, zeiden ze: met deze kinderen is niets meer te beginnen. Dat grijpt diep in. Dat de jeugd de beste tijd is wist ook Karl Marx toen hij over de opvoeding zei: 'Geef mij de kinderen tot hun zevende jaar; dan mag jij ze daarna wel weer hebben.' Wat vreselijk als onze kinderen, staande voor Gods rechterstoel, ons als ouders zullen moeten aanklagen: U hebt ons nooit gewaarschuwd en nooit gelokt. Wat een wonder van genade als daar tegenover gezegd zal mogen worden: Zie, hier ik en de kinderen die Gij mij gegeven hebt.

Meneer Izelaar en meneer Visser, heel veel dank voor dit fijne, opbouwende gesprek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1998

Daniel | 32 Pagina's

Napraten over de preek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1998

Daniel | 32 Pagina's