Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een huis om te sterven...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een huis om te sterven...

Over hospice Calando te Dirkeland

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee gewone huizen naast elkaar in een nieuwbouwwijk. Niemand zou vermoeden, dat met die huizen iets bijzonders is. En toch is het wel zo. Achter de twee voordeuren gaat namelijk heel wat leed schuil. In één jaar tijd stierven hier al 42 mensen! Zij waren ongeneeslijk ziek, konden in een ziekenhuis niet blijven en ook niet naar huis terug. Zo kwamen zij terecht in deze huizen, in hospice Calando te Dirksland. Wat een ellende, wat een verdriet... ja, maar wie spreekt met janneke Koningswoud-ten Hove, verpleegkundig coördinatrice van Calando, hoort zeker niet alleen over pijn, of afbraak, of over het einde van het leven. Er is veel meer te vertellen!

Wat is eigenlijk een hospice?

In een folder over Calando lees ik: "In een hospice kunnen mensen worden opgenomen die ongeneeslijk ziek zijn. Zij hoeven niet meer in een ziekenhuis te blijven liggen, omdat op genezing gerichte behandelingen niet meer aan de orde zijn. Veel mensen willen dan graag naar huis. Maar dat is niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld omdat de zieke nog veel zorg nodig heeft, meer dan de partner of de familie geven kan. (...) Het kan om korte opnames gaan (bijvoorbeeld om familie en vrienden een week rust te geven), maar ook om langere periodes."

In een hospice - er zijn er verschillende in ons land, zoals "De Rozenheuvel" in Rozendaal en "Kuria" in Amsterdam -worden dus mensen opgenomen, die niet meer beter kunnen worden. Een ongeneeslijke ziekte, zoals bijvoorbeeld kanker, woekert voort en breekt het lichaam af. Zo'n ziekte kan zwaar lichamelijk lijden veroorzaken. Men besteedt daar in een hospice veel aandacht aan. Ik citeer opnieuw de folder. Daarin schrijft dr. P.C. van der Velden, onder andere medisch coördinator van Calando: "In een hospice wordt zogeheten 'palliatieve zorg' verleend. Daarmee wordt gedoeld op de zorg die nodig is als zieke mensen niet meer zullen genezen. Die zorg is veelomvattend.

Enerzijds hebben we hel over lichamelijke zorg, zoals de bestrijding van pijn, benauwdheid, misselijkheid of slaapproblemen. Anderzijds gaat hel nadrukkelijk om aandacht voor de psychische of emotionele kant van het ziek-zijn. Met de pastoraal werker, de vrijwilligers of de verpleegkundigen kan de hospice-bewoner over zijn eventuele angsten praten. Met hen kan hij alle vragen bespreken. Tenminste: als hij daar behoefte aan heeft. Er wordt de bewoner niets opgedrongen. In goede palliatieve zorg staat de paliënt centraal. In de zorg wordt zo gestreefd naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven."

De pastoraal werker van Calando is dr. M.J. Paul. Hij schrijft: "In het hospice staan wij - naast aandacht voor de lichamelijke kant van de ziekte en het lijden - nadrukkelijk stil bij het geestelijke en emotionele lijden. Mensen kunnen zich in de laatste levensfase bijvoorbeeld gaan afvragen wat de zin van het lijden is. Ook kan er behoefte zijn om te spreken over angst of over verzoening met familieleden. Zij willen misschien praten over God en over wat er na de dood met hen gebeurt. Dat kan met hun eigen predikant of met mij."

Een kijkje in Calando

Zo is dan omschreven wat een hospice is. Toch wil ik het ook graag zelf zien en een klein beetje ervaren wat er omgaat in een hospice. Daarom loop ik op een maandagmorgen samen met |anneke Koningswoud door Calando. De huiselijke, gezellig ingerichte kamer valt direct op. "Deze kamer wordt, behalve door de bewoners, die nog uil lied kunnen, ook door de familie gebruikt. Ze kunnen hier bij elkaar zitten en als ze dat willen, de keuken gebruiken en bijvoorbeeld zelf koffie zetten, eigen maaltijden of kleine hapjes klaar te maken."

Een van de vier patiëntenkamers op de benedenverdieping staat leeg. Ik mag daar ook rondkijken: vitrage, kleurige overgordijnen, schilderijen aan de muur. Een bed, een kastje met daarop een telefoon... "Het lijkt misschien wel leeg, deze

kamer, maar straks komt er een nieuwe bewoner. Die brengt z'n eigen spulletjes mee, zoals foto's, kleine meubeltjes of misschien dingen, waaraan hij gehecht is. Het is zelfs mogelijk een huisdier mee te nemen! Dat geeft natuurlijk zo'n kamer je eigen huiselijke sfeer. Als de zieke nog een man of vrouw heeft, mag deze ook overnachten in Calando. Daar moet wel voor betaald worden, maar mensen hebben dat er meestal graag voor over. De kamers zijn groot genoeg om er een logeerbed bij te zetten. Boven hebben we ook nog twee logeerkamers. Een van die logeerkamers is inmiddels wel als vijfde patiëntenkamer in gebruik genomen. Er is zoveel nood en er wachten nog zoveel mensen op een plaatsje in Calando..."

Zorg voor de mensen

Na het bekijken van de aangepaste toiletten en de bad-en doucheruimte, vertelt Janneke Koningswoud met ontroering

over de bewoners voor wie zij - samen met een deskundig team van artsen, verpleegkundigen, dr. Paul en vele vrijwilligers - gezorgd heeft en nog mag zorgen. "Die zorg gaat dus over stervenden. Wij geloven, dat het sterven bij de gezondheidszorg hoort. Het is de laatste levensfase en die proberen we zo draaglijk en zo menswaardig mogelijk te maken. In gesprekken met andere hospices komt regelmatig naar voren, dat door het aanbieden van goede zorg de vraag naar euthanasie daalt.

Iemand kan - met de dood voor ogen - ontzaglijk bang zijn om ondraaglijke pijn te moeten lijden, om van benauwdheid te stikken, of om alleen gelaten te worden. Dat is voor sommigen een motief om een euthanasieverklaring in te vullen. Komt iemand daarmee naar een hospice, dan wordt hem of haar wel alle zorg gegeven, maar nooit zal actief meegewerkt worden aan het verkorten van het leven. Wie dat toch wil, zal zelf voor een plaats moeten zorgen, waar wèl een einde aan het leven wordt gemaakt. In de praktijk komt het echter door de goede pijnbestrijding, het wegnemen van de angst voor stikken en het aanbieden van veiligheid en nabijheid veel meer voor, dat de euthanasieverklaring in stukken wordt gescheurd!

Angst voor het sterven kunnen wij niet wegnemen. Wel mogen we - van pastoraal werker tot vrijwilliger - erover praten en ook vanuit onze levensovertuiging wijzen op Christus, de enige Weg tot behoud.

Wie komen er in Calando?

Er is natuurlijk een opnameprocedure. |e kunt door een specialist in een ziekenhuis aangemeld worden, maar ook door een huisarts. Het gebeurt ook dat de patiënt zelf of de familie contact met het hospice opneemt. Na een gesprek met de betrokkene en in overleg met verschillende deskundigen wordt beslist of de opname doorgaat. Dat hangt af van de medische en sociale situatie van de patiënt. Calando is geen christelijke instelling, ledereen kan er gebruik van maken. In de folder staat: "Leeftijd, geslacht, geaardheid, levensovertuiging of burgerlijke staat spelen geen rol bij de beslissing tot opname." Er zijn bewoners, die zichzelf 'niet-gelovig' noemen of al jarenlang niet meer naar de kerk gaan. Wel zijn de meeste medewerkers en vrijwilligers christelijk. In de ruime huiskamer wordt - voor wie dat kan - gezamenlijk gegeten. Daar kan dus ook een bewoner bijzitten die 'nergens aan doet'.

Als zo iemand er geen bezwaar tegen heeft, wordt er hardop gebeden en uit de Bijbel gelezen. In de patiënlenkamers is kerktelefoon. Daardoor kunnen de bewoners luisteren naar diensten in de Hervormde Kerk en in de Gereformeerde Gemeente. Dr. Paul is, zoals hijzelf schrijft: "graag bereid met andersdenkenden te spreken". En dat gebeurt ook. Er zijn treffende voorvallen te vertellen van mensen die na jaren weer voor het eerst baden en uit de Bijbel lazen. Of van een echtgenoot, die door het het lezen, de gesprekken, de bidden, houding van de werkers, de 'uitstraling', de weg naar de kerk weer mocht vinden. Mensen die wèl een kerkelijke achtergrond hebben, krijgen natuurlijk in de meeste gevallen pastorale begeleiding

van hun eigen predikant. Daarnaast kunnen ze echter ook spreken met dr. Paul.

Een bewoner aan het woord

Hoe zou een bewoner zich voelen in het hospice Calando? Het is niet mogelijk om dat rechtstreeks te vragen, maar Janneke Koningswoud heeft nog wel een interview voor me, dat in een ander blad verscheen. Daarin is een mevrouw aan het woord, die ernstig ziek is. Ze zegt: "Ik voel me hier thuis. Dat komt door de warmte, de sfeer. Het mooiste is natuurlijk je eigen omgeving, maar als dat niet meer kan, is dit een mooie vorm van opvang". Liggend op bed, vertelt ze wal haar zo aanspreekt in Calando. Samen met haar man verblijft zij al enige tijd in één van de vijf beschikbare kamers. Daar brengen ze de spaarzame tijd door die hen nog rest. Haar echtgenoot zegt: "Thuis bracht haar ziekte grote problemen met zich mee. Vooral 's nachts stond ik nog wel eens met de handen in het haar. Wat doe je dan als je hulp nodig hebt? Hier hoeven we maar op een belletje te drukken en de hulp is er. Bovendien is de sfeer hier huiselijker dan in het ziekenhuis, waar de verzorging overigens ook prima was."

"De mensen lopen hier niet te jagen of te rennen", vertelt mevrouw. "Je bouwt snel een persoonlijk contact op met de zuster. Je merkl ook dat je door de diverse gesprekken anders over bepaalde dingen gaat denken. Dan kom je er achter dal ze hier al vaker mensen hebben begeleid in de laatste fase van hun leven. Volgens haar man heeft hun leven in deze korte periode meer diepte gekregen: "'s Avonds, voor we gaan slapen, spreken we nogal eens heel veel dingen samen uit. Het voelt hier dan ook als een tweede thuis."

Het echtpaar is dankbaar voor de zorg, waar ze tot voor kort niet eens het bestaan van kenden: "De gelukkigste periode is normaal gesproken wanneer je trouwt, maar als ik deze tijd bekijk, dan zeg ik dat juist dit de mooiste momenten van ons huwelijk zijn."

Zorg voor elkaar

Er is niet alleen zorg voor de bewoners, maar belangrijk is ook de zorg voor de medewerkers, voor de collega's. Die collega's zie je in het dagelijkse werk niet zo vaak. Onder normale omstandigheden werken maar één verpleegkundige en één vrijwilliger tegelijk. Als je werktijd

erop zit, draag je het werk over aan je collega en dat is eigenlijk het contact, dat je met elkaar hebt. Maar werken in een hospice is psychisch zwaar, je hebt altijd te maken met stervenden, met een bedroefde familie, met rouw. Daarom is het zeker nodig om één keer per als collega's bij elkaar te komen. maand Niet alleen is dat bedoeld om bij te scholen, om deskundigheid te bevorderen, maar minstens zo belangrijk is hel onderling conlact, het uitwisselen van ervaringen, het pralen over wat je meemaakt. Je krijgt hier in dit werk veel te verwerken, zowel lichamelijk, als mentaal en emotioneel. Hel is heel fijn, dat dr. Paul ook voor ons klaarslaat en pastorale zorg biedt. Ook de dertig vrijwilligers komen één keer per maand bij elkaar. Dat heefl in principe helzelfde doel. Ook voor hen is het onderlinge contact belangrijk. Tegelijkertijd wordt een praktisch of een bezinnend thema aangeboden. Die vrijwilligers doen erg veel werk. Niel alleen wordt de tuin bijgehouden, maaltijden vanuit het ziekenhuis naar Calando gebracht, een kast gemaakt, de was verzorgd, het huis schoon gehouden en duizend andere dingen meer. Maar vrijwilligers helpen ook bij de verzorging van de bewoners. Vrijwilligers krijgen dan ook een intensieve training, eer ze aan het werk kunnen. Zij leren om te gaan met stervenden en met nabestaanden. In Calando wordt namelijk ook aandacht besteed aan de rouwverwerking. Die zorg houdt niet op als de persoon is overleden. Als men er behoefte aan heeft, kan men nog lange tijd een beroep doen op het hospice.

Oe\d

Aan het einde van het gesprek komen ook de financiën naar voren. Het hospice is mede door heel veel vrijwilligerswerk, giften, zangavonden, verkopingen, en dergelijke tot stand gekomen. Maar wie betaalt nu het in stand houden van Calando? Het blijkt, dat slechts 25 procent van de benodigde gelden structureel gefinancierd wordt door de zorgverzekeringen. Dat betekent, dat de rest (zo'n ( 450.000, - ) moet komen van sponsors, giften, donaties, acties en dergelijke. Enkele grote sponsors zijn er geweest, die de twee huizen hebben gekocht en om niet ter beschikking van Calando hebben gesteld, terwijl anderen de scholing betaalden. Geld blijft er echter nodig. Vandaar ook, dat Janneke Koningswoud graag bekendheid geeft aan 'haar' Calando. Regelmatig gaat ze op stap om over het hospice in Dirksland te vertellen. Ook vrouwenverenigingen kunnen bij haar terecht. Zo zal wellicht de giftenstroom niet opdrogen. Voor wie hospice Calando op een andere manier wil ondersteunen: voor minimaal ( 25, per jaar kan men donateur worden. Men blijft dan via een nieuwsbrief op de hoogte van de ontwikkelingen van Calando. Zo kunnen we er dan samen aan meewerken, dat het hospice in Dirksland hulp mag blijven bieden aan mensen, die dat zo hard nodig hebben, aan stervenden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1999

Daniel | 36 Pagina's

Een huis om te sterven...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1999

Daniel | 36 Pagina's