Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Angst en vrees, horen die bij het leven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Angst en vrees, horen die bij het leven?

Over angststoornissen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Angststoornissen maken ongeveer de helft uit van de psychische stoornissen. Eén op de vijf mensen maakt tijdens zijn leven zulke sterke angsten door dat er sprake is van een angststoornis. Van deze mensen wordt overigens slechts tien procent doorverwezen naar de geestelijke gezondheidszorg. Angststoornissen maken ongeveer de helft uit van alle psychische stoornissen.

Zomaar wat cijfers uit het boek 'Angsten en fobieën' van P.J. Verhagen en T.E. de Bruin-Molenaar. Als we dit tot ons door laten dringen dan kunnen we al direct zeggen dat angst en vrees vast wel bij het leven horen. In dit artikel ga ik, vaak aan de hand van het genoemde boekje, wat dieper in op deze gevoelens.

Angst en vrees: een definitie

Het is verhelderend om eerst na te denken wat we bedoelen met deze begrippen. Er wordt soms onderscheid gemaakt tussen angst en vrees.

Angst duidt er op dat je het benauwd hebt en in de engte zit. je bent ergens bang voor, je voelt dat, maar het is niet precies te zeggen wat dat dan is. Er is geen 'object'. Zo kun je je ineens heel bang gaan voelen, terwijl je niet kunt uitleggen waardoor of waarvoor.

Bij vrees is dat anders. Je hebt dan het besef in gevaar te zijn en dat komt ergens door. Er is een concrete, aanwijsbare oorzaak voor. Vrees heeft wel een object; het richt zich ergens op. Je kunt bang zijn om iemand tegen te komen. Dat kan reëel zijn. Vrees kan ook irreëel of bovenmatig zijn. Iemand die een fobie heeft, heeft een irreële vrees voor bijvoorbeeld een spin of een winkel. Ergens weet je dan ook wel dat dat niet redelijk is, maar ja, intussen slaat de schrik je om het hart als je een spin ziet kruipen over de muur van de slaapkamer. En ga je voor geen goud de HEMA in. Vaak worden angst en vrees door elkaar heen gebruikt. Ik doe dat in dit artikel ook.

Angst en onzekerheid

Angst houdt verband met onzekere, onverwachte en oncontroleerbare omstandigheden. Als we ons rustig voelen en in vertrouwde omstandigheden verkeren dan is de kans dat we angstig worden niet groot. Maar hier wordt wel veel gezegd. Vaak zijn we innerlijk helemaal niet rustig maar voelen we ons onzeker, labiel en zitten we vol met twijfels en verwarrende gedachten. Ook bij het opgroeien naar volwassenheid gebeurt er in ons leven zoveel dat er alle gelegenheid is om af en toe eens wat in de war raken en angstig te worden. Op zichzelf hoeft dat geen probleem te zijn, als er maar zoveel stabiliteit is dat onzekerheid ons niet gaat overspoelen. Te grote angst ontstaat er als het gevoel van verbondenheid met jezelf, de ander, je omgeving, de Heere weg is. Zeker als je op jonge leeftijd angstige, beschadigende gebeurtenissen (trauma's) hebt meegemaakt dan heb je daar kans op.

Een voorbeeld

Mirjam is 16 jaar als ze verkering krijgt met Reinier (19). Reinier gaat niet naar de kerk, gebruikt af en toe softdrugs en zijn ouders wonen honderd kilometer verder ergens in het noorden van het land. Mirjam is gek op hem, maar haar ouders hebben forse bezwaren tegen deze vriend. Zo ontstaan er thuis ruzies, maar Mirjam blijft contact met haar vriend houden. Na een maand gaat ze met hem naar bed. Drie maanden later is ze zwanger. Dit bericht slaat thuis in als een bom. Haar ouders bieden haar aan dat ze bij hen kan blijven wonen en dat ze voor haar kind willen zorgen, tén°v' zij zodat haar school kan afmaken. Mirjam gaat echter samenwonen met Reinier. Als de baby wordt geboren, is het een jongetje, Marco. Mirjam wil goed voor haar kind zorgen, maar Reinier loopt de kantjes ervan

af. Hij weigert om er 's nachts uit te gaan als Marco huilt. De spanningen lopen op en Reinier slaat zowel Mirjam als Marco. Zijn drugsgebruik neemt ook toe. Twee jaar duurt deze hopeloze toestand. Op een dag vertrekt hij. Mirjam heeft haar best gedaan en zo goed en kwaad als het ging voor haar kind proberen te zorgen. Toch heeft ze niet kunnen voorkomen dat Marco elke week wel geslagen of geschopt werd: omdat hij huilde, in de weg lag of stond en niet snel genoeg dronk of at. Als Reinier haar in de steek laat, trekt zij tijdelijk bij haar ouders in. Spoedig gaat ze zelfstandig met haar kind wonen. De kloof is te groot geworden, zij past niet meer in haar oorspronkelijke gezin. Wel gaat ze na verloop van tijd kerk.

Marco is, als ik hem vijftien jaar later ontmoet, een hardwerkende jongen die geteisterd wordt door allerlei angsten. Hij valt op school niet op. Echte vrienden heeft hij niet. Als hij veel moet doen voor school dan raakt hij in paniek. Met zijn cijfers is intussen niets mis, maar met hem wel. Naast een sombere stemming (waar leef ik voor? ) krijgt hij last van paniekaanvallen. Plotseling krijgt hij het dan benauwd, gaat zweten en trillen en wil zo gauw mogelijk weg. Waarheen? Geen idee, maar als hij maar wèg kan.

Het is niet zo moeilijk te begrijpen hoe Marco aan zijn klachten gekomen is. Zijn moeder Mirjam heeft echt wel haar best gedaan, maar van jongsaf is er een onveilige situatie geweest waardoor hij in feite zich nooit goed heeft kunnen hechten. Zijn fundament is erg wankel en bezwijkt als er steeds meer eisen aan hem gesteld worden. Het is heel hard nodig dat Marco hulp krijgt.

Angst en schuldgevoelens

In het begin van de behandeling meldde Marco vooral schuldgevoelens. Vooral dat hij tekort was geschoten tegenover zijn moeder. Dat vind je misschien vreemd, maar deze omkering van de werkelijkheid komt vaak voor. Marco maakte zich erg druk over de moeiten van zijn moeder, terwijl hij zich ten diepste al een levenlang angstig en eenzaam voelde en voortdurend bedreigd. Toch zie je dat vaak. De schuldgevoelens dienen dan als het ware als camouflage voor de dieperliggende angst. De schuldgevoelens zijn dan 'schuilgevoelens'. Hoe naar ze ook zijn, ze bieden een beetje bescherming tegen de onderliggende angsten. Ze geven nog wat houvast, iets waarop je je kunt richten in je leven. Ook bij somberheid kan hetzelfde spelen. Achter depressieve emoties kunnen (!) gevoelens verborgen zijn die je liever maar niet weet en waar je niet goed mee om kunt gaan.

Natuurlijk is dat niet altijd zo en zijn er ook schuldgevoelens die op zichzelf bestaan. Achter Marco's gevoel van waardeloosheid bleek een intense haat tegenover zijn vader schuil te gaan. Die haat was voor hem niet te accepteren (je mag je vader toch niet dood wensen). Hij kon niet omgaan met die haatgevoelens. Vooral het laatste maakte hem erg kwetsbaar. Hij was bang dat als hij eenmaal eerlijk zijn haat en boosheid onder ogen zou zien, hij uit elkaar zou klappen van woede. Dat risico was zeker aanwezig en daarom hebben we er lang over gedaan voordat daar voorzichtig wat meer naar gekeken kon worden.

'Gewone' angst

Het verhaal van Marco maken weinig jongeren mee. Gelukkig maar. Dit type angst is als er niets verandert vernietigend en schadelijk. Dat geldt niet van elke vorm van angst. 'Gewone' angst waarschuwt je als je in gevaar bent en in een situatie terechtkomt waarin je je moet beschermen. Direct als je in zo'n situatie komt, word je alert, op je hoede. Dat gaat automatisch. Ons zenuwstelsel regelt zelf (autonoom) dat ons lichaam en onze geest waakzaam worden. Dit is een wonderlijk scheppingsgegeven. Ook voor de zondeval reageerden Adam en Eva op de prikkels uit hun omgeving. Toch was dat in hun situatie wel anders. Zij hoefden niet op te passen voor gevaren. Door de zonde is de wereld gevaarlijk geworden. Daardoor is er naast oplettendheid waakzaamheid gekomen en naast alertheid spanning en zelfs angst. In die zin is het niet goed dat we zo vaak angst kennen en dat die bij het leven hoort.

Angstverwekkende gedachten

Veel mensen zouden er heel wat voor over hebben om van hun angsten verlost te worden. Ongemerkt zijn er bij een angststoornis vaak echter gedachten die de angst er juist goed in houden. Als je een keer in de kerk een paniekaanval gehad hebt of het gevoel had flauw te zullen vallen, dan is het niet vreemd dat je je de volgende keer bij de Vee' kerkgang bezorgd maakt of het weer zal gebeuren. Uitgerekend dit soort gedachten veroorzaken echter spanning die de kans op paniekaanvallen en hyperventilatie groter maakt. Ook negatieve gedachten over jezelf, bijvoorbeeld over je uiterlijk of over wat anderen van je vinden, kunnen een spanningsbron zijn. Gedachten en overtuigingen kunnen

dus angst veroorzaken of in stand houden. Bij het behandelen van angstproblemen wordt er medicatie gebruikt die angst en spanning kan verminderen. Daarnaast ligt er een zwaar accent op het veranderen en vervangen van angstverwekkende gedachten. Juist dit laatste raakt ook het geestelijke leven.

Angst en geloof

Iemand die bekeerd is, kan net als een ander last hebben van psychische stoornissen, dus ook van een angststoornis zoals paniekaanvallen of fobische klachten. Wel zal de manier waarop er met deze klachten omgegaan wordt, beïnvloed worden door de omgang met de Heere. Maar daarmee hoeft de psychische stoornis nog niet weg te zijn. Die kan zelfs als een doorn in het vlees het hele hebbe 0en om Vc leven meegedragen worden.

Wordt angst veroorzaakt door de leer van de Bijbel over zonde en schuld? Af en toe wordt dit zonder blikken of blozen beweerd. De hel, de zware godsdienst, de niet-vrije wil en een toornig God zijn zaken die dan opgesomd worden.

Wedergeboorte en bekering kunnen inderdaad met angst gepaard gaan. Een duidelijk voorbeeld is Saulus (Handelingen 9:6). In 2 Korinthe 7:11 wordt over vrees in de bekering gesproken als een nuttig iets. Het is belangrijk daarbij te onderstrepen dat het kader waarin die vrees

beleefd wordt de droefheid naar God is! (zie vers 10). De droefheid naar God veronderstelt een liefdesband met de Heere. Als die verbinding met de Heere er niet is, staat vrees op zichzelf en zal die niet vruchtbaar zijn. Daarom zijn er mensen die diepe, angstige belevingen hebben gehad van ellende en zonde, en die na kortere of langere tijd toch teruggevallen zijn in een zondig leven, zonder de Heere.

Gelovige vrees is wezenlijk anders dan ongelovige angst of vrees. Calvijn merkt op in zijn commentaar bij 2 Korinthe 7:11 dat ongelovigen dezelfde vrees kunnen hebben als gelovigen, maar dat de apostel bij de vrees "verlangen" voegt: Zo dan, gelijk zij door Paulus' vermaning de straf vreesden, alzo stonden zij blijmoedig naar bekering." Onderscheidend is of onze blik in alle angst en vrees op de Heere gericht is óf op onszelf. De blik op onszelf sluit de Heere buiten.

Angst bij Gods kinderen

Ook Gods kinderen vrezen. Maar er is groot verschil tussen slaafse vrees en kinderlijke vrees. Beslissend is of de liefde van God in het hart is uitgestort is en er daardoor wederliefde gewekt is. Als de Heere Zijn liefde in het hart uitstort dan ontstaat er een verbrokenheid onder Zijn majesteit, heiligheid en rechtvaardigheid, maar een zondaar kan dan niet nalaten om zich aan Hem vast te klampen. Het roepen tot God, soms uit een grote diepte, is geboren en blijft in stand (Psalm 1 30). De huiver, het ontzag voor de Heere dooft het geloof in Hem, de hoop op Hem en de liefde tot Hem niet uit. Ook wanneer een kind van God zich ervoor over krijgt om weggezonden te worden van de Heere - omdat God rechtvaardig is en verheerlijkt moet worden - dan nog blijft in het hart een verbondenheid met de Heere. Die heeft de Heere Zelf gewerkt en

die kan niet verbroken worden. Waarom niet? Omdat de Heere jezus de angsten der hel en de Godsverlating tot op de bodem heeft doorleefd in de plaats van Zijn kinderen. Zo heeft Hij hun schuld betaald. Dan kan er veel strijd en aanvechting zijn, maar in de verschrikkingen van Christus ligt troost voor de kinderen Gods.

Jong zijn en bang zijn

En als je nu niet weet of je bekeerd bent en bang bent voor de dood, voor de hel, ja misschien wel voor God? jongeren kennen deze angsten. Sommigen durven er niet door te gaan slapen, uit angst morgen niet meer wakker te worden. Herken je het? Vraag je dan eens eerlijk af of je alleen angst hebt voor straf en dat je niet in de hemel komt, of dat het je ook om de Heere gaat. Is er een hartelijk verlangen om Hem te leren kennen en Hem te dienen? Uit liefde, omdat de Heere het echt waard is. Als dat zo is dan kun je wel bang zijn, maar dan is er toch een uitzien naar de Heere. Dan zie je Hem niet als een wrede, onrechtvaardige God, maar dan is er, ondanks alle zonde, schrik en indrukken van Zijn rechtvaardigheid en heiligheid, een verlangen om in Hem de zaligheid te vinden.

En als je nu eerlijk gezegd moet vaststellen dat er wel angst en vrees is, maar geen uitzien naar de Heere? Buig dan je knieën, want het is nog genadetijd. Vraag of de Heere Zich over je wil ontfermen (Psalm 65:3). Een meisje vroeg eens of de Heere haar gebed wel zou willen verhoren. Zij was bang dat God haar zou wegnemen zonder haar gebed verhoord te hebben. Zij kreeg drie antwoorden: as op dat je gebed geen gebod wordt. Maak van wat de Heere gebied je gebed. En er staat geschreven in Gods Woord (dat gaat over mensen die God verlaten hebben): Roepende tot de Heere in de benauwdheid die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten" (Psalm 107:13)

N.a.v. P. y. Verhagen en T. E. de Bruin-Molenaar (1995) Angsten en fobieen, Een christelijke handreiking Serie Praktisch & Pastoraal. Uitgeverij Groen, Heerenveen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1999

Daniel | 32 Pagina's

Angst en vrees, horen die bij het leven?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1999

Daniel | 32 Pagina's