Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LLLLaat ze maar lachen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LLLLaat ze maar lachen

Over stotteren en hoe ermee om te gaan

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je zou er maar bij horen: 1 % van de westerse bevolking stottert. ledereen stottert op zijn eigen, unieke wijze. Maar, iedereen heeft wèl te maken met gevoelens van angst, schaamte, minderwaardigheid en negatieve gedachten over zichzelf. Machiel en Ruth, twee leerlingen uit het voortgezet onderwijs, weten er alles van. De hele dag hebben ze er last van, dus ook op school. In dit laatste artikel in deze reeks laten zij ons iets over hun ervaringen horen.

Machiel

Machiel heeft zo lang hij zich kan herinneren moeite met praten. Het is begonnen toen hij een jaar of vier was. Hij was juist een eindje op weg met het leren praten en toen ging het mis. Eigenlijk was dat helemaal niet zo gek; er zijn meer jonge kinderen die stotteren. Machiel vond het echter wel heel vervelend dat hij niet 'gewoon' kon praten. Hij kreeg steeds meer angst om te spreken, waardoor het stotteren langzaam erger geworden is. In die tijd is ook zijn opa overleden met wie hij al als klein kind een heel goede band had. Zijn opa woonde bij hen in huis. Het sterven van zijn opa had een diepe indruk gemaakt op Machiel. Eerst werd gedacht dat het stotteren daardoor gekomen was. Op therapie heeft hij geleerd dat dit helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Verteld werd dat het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis de onzekerheid bij je wel kan vergroten. Hierdoor kan het stotteren verergeren. Maar, Machiel heeft begrepen dat DE oorzaak van stotteren vaak niet bekend is. Soms kan er een duidelijke reden bij iemand aangewezen worden waardoor hij of zij is gaan stotteren. Bij de meeste mensen die stotteren is dat jammer genoeg niet het geval. Machiel denkt dat het bij hemzelf vooral met zijn karakter te maken heeft. Hij is altijd erg gevoelig geweest en dat maakt(e) hem gauw onzeker.

 

Ruth

Bij Ruth is het anders gegaan. Zij kreeg er pas last van toen ze in de puberteit kwam. Op de basisschool had ze het altijd erg goed naar haar zin gehad. Een gezellige klas, fijne leerkrachten. Ze vond het jammer dat ze na groep 8 van school af moest. Ze zag er erg tegenop om naar de brugklas op 'die nieuwe, grote school' te gaan. Het eerste jaar betekende voor haar een periode van onrust, twijfel, onzekerheid en weinig zelfvertrouwen. Ze had wat aanleg om te gaan stotteren. Door deze moeilijke periode is dit naar voren gekomen en is het stotteren zich duidelijk gaan ontwikkelen. Thuis werd er altijd erg op haar praten gelet. Haar ouders waren bezorgd en verlangden dat Ruth goed sprak. Ze had er vroeger toch ook nooit last van gehad? Regelmatig gemaakte opmerkingen waren: "Praat dan wat langzamer" of "Denk eerst even na voordat je wat zegt". Goed bedoeld, maar Ruth werd er nog onzekerder door. Langzamerhand is het stotteren ook bij haar steeds erger geworden.

 


Dit is het vierde en laatste artikel in de reeks 'Jongeren met een handicap of beperking'. ADHD, diabetes, ME, aan autisme verwante contactstoornis en stotteren. Allemaal beperkingen die je als jongere kunt ervaren en die je een gevoel kunnen geven 'anders te zijn' dan je klasgenoten. Als collega's van de schoolbegeleidingsdienst voor het voorgezet onderwijs (DGS) hebben we geprobeerd een beeld te geven van hoe leerlingen hun beperking op school ervaren. Het belangrijkste was echter om te laten zien dat ze ondanks hun probleem ook gewone leerlingen zijn! Laten we dat in onze houding naar hen uitstralen.


 

Anders dan 'normaal'

Machiel en Ruth vertellen allebei dat praten vaak geen vanzelfsprekendheid is zoals bij veel andere leerlingen. Het begint eigenlijk al vóór je aan het spreken toe bent.

Machiel: "Als ik weet dat ik zo een klasgenoot moet bellen, dan krijg ik het alleen al bij de gedachte daaraan warm. Ik voel de spanning in mijn buik en keel opkomen en heb dan de neiging om het maar een andere keer te doen of het aan een ander over te laten. In het uitstellen van zulke dingen ben ik een kei!"

Van te voren is de angst voor het stotteren bij allebei al aanwezig. Maar ook de gedachte: 'Het zal toch wel weer misgaan'.

Ruth: "Omdat ik in de klas eigenlijk niet wil stotteren, raak ik extra gespannen en daardoor vergroot ik de kans dat ik echt ga stotteren. Hiermee is de negatieve cirkel waarin ik dan zit rond. Zo kan het dus haast niet anders of mijn negatieve verwachting komt uit. Het zal wel weer niet lukken..."

Vaak gaat het samen met allerlei bewegingen, lichamelijke tekenen van opwinding of een afwijkende ademhaling. Ruth heeft op zulke momenten vaak last van zweethanden, een snellere hartslag en het snakken naar adem. Bij Machiel valt het op dat hij dan wat ongewone bewegingen maakt met zijn hoofd en plotseling uitschiet met zijn stem. Een rood hoofd is dan onvermijdelijk...

 


Een oefening om enigszins te voelen wat stotteren is gaat zo: sluit je mond af door je lippen samen te persen. Dan inademen, je lippen op elkaar, blijven persen en tegelijkertijd een woord proberen te zeggen dat met een P begint. Je moet blijven persen. Je zult merken: hoe sterker je drukt, hoe minder je kunt zeggen.

Stotteren is het gevolg van druk, van spanning en van angst. De vraag wat stotteren is zal een stotteraar anders beantwoorden dan iemand die luistert. De luisteraar zal bij het stotteren bijvoorbeeld denken aan het herhalen van lllletters, letletlettergrepen of het niet meer uit zijn woorden kunnen komen ('vastzitten'). Ook zal hij/zij merken dat daar allerlei bewegingen bij horen, zoals knipperen met de ogen, trekken met de mond en wegkijken. Opvallend zijn ook onregelmatige adembewegingen, bijgeluiden, stopwoorden en dergelijke. Maar, eigenlijk ziet de luisteraar maar een klein stukje van wat er bij het stotteren gebeurt. Het is net als met een ijsberg: 10% zit boven water en is dat wat je hoort en ziet; 90% zit onder de oppervlakte en zijn de gedachten en gevoelens van de stotteraar bij het stotteren en alle mogelijke vermijdingsreacties. De stotteraar zelf merkt dus veel meer van het stotteren dan de luisteraar. Het stotteren kan op alle leeftijden ophouden, maar meestal tussen de 13 en 20 jaar.

 


Hoefde ik maar nooit meer naar buiten.

Hoefde ik maar nooit meer op straat.

Hoefde ik maar nooit meer een boodschap te doen,

want ik st... stotter als ik praat.

 

Ik vraag in de winkel een potje mos

mos... mos... mos. 

Ik wil zeggen een potje mosterd,

maar mijn tong komt niet meer los.

 

Ze lachen in de wi... winkel

waar ik kom voor een pot stroop.

Maar ik vraag een pot voor stro

Stro... stro, dat is er niet te koop.

(...)

Er zijn mensen die mijn stott'ren nadoen.

Dat doet me van binnen pijn.

Ze moesten zelf maar eens

een jaartje een stotteraar zijn.

 

Hans Dorresteijn


 

Reacties van anderen

Ruth is van mening dat reacties van anderen heel verschillend kunnen zijn. Sommige klasgenoten bijvoorbeeld schieten nog steeds in de lach als zij een vraag stelt. Achter haar rug hoort ze dan nog wel eens dat ze nagedaan wordt. Bij de docent Nederlands valt het haar op dat hij haar nooit een beurt geeft. Hoe begrijpelijk ook, volgens Ruth versterkt dit toch het 'anders zijn dan anderen'. En dat is juist iets wat ze beiden niet willen. Gelukkig ervaart ze ook heel positieve reacties.

Ruth: "De meiden met wie ik in de klas het meest optrek, accepteren het stotteren helemaal, ook als het voor hen wel eens vervelend is om ernaar te luisteren. Soms klinkt het ook gewoon grappig. Ik vroeg pas bijvoorbeeld 'hoe dat boe... boe... boe... boek ook alweer heette'. Ik leek wel zo'n koe. We hebben er even hard om staan lachen met elkaar!"

Machiel merkt eigenlijk niet meer zo veel van reacties van anderen. Dat was aan het begin van het cursusjaar wel anders. Elke dag werd hij in de klas nagedaan. Ook kreeg hij opmerkingen naar zijn hoofd geslingerd of hij niet eens wat beter kon spreken. Omdat hij zoveel last van spanning kreeg en steeds meer angst ontwikkelde om iets te zeggen, is hij naar zijn mentor gegaan. In een gesprek is besloten open met de klas over zijn probleem te praten. De leerlingen moesten zelfs een oefening doen om te ervaren wat stotteren is. Dit heeft heel goed geholpen. Machiel heeft het gevoel dat het nu geaccepteerd wordt dat hij stottert. Dit heeft het schoolgaan weer een stuk leuker voor hem gemaakt.

 

Normaal en open

Machiel heeft een paar jaar therapie gehad bij een stottertherapeut. Dat heeft hem een eind op weg geholpen. Toch is en blijft zijn spreken een zwakke plek. Hij heeft wel geleerd zijn stotteren te regelen en om te zetten in gemakkelijker, vloeiend(er) spreken. Of het altijd lukt is een vraag. Dat hangt ook erg af van hoe de omgeving erop reageert. Het liefst hebben Ruth en Machiel dat iedereen gewoon normaal tegen hen doet.

Ruth adviseert: "Kijk ons gewoon aan als we stotteren. Laat ons ook uitspreken. Heb je geen tijd om te luisteren, zeg dat dan eerlijk. Of: moet je om het stotteren lachen zoals mijn vriendinnen ook deden, maak daar dan gerust een opmerking over. Ik zeg dan vaak: 'Llllaat ze maar lachen'. Let ook op de inhoud van wat we zeggen."

Machiel vindt openheid erg belangrijk: "Elke stotteraar is weer anders. Je kunt ons daarom het best vragen of en wanneer je ons kunt aanvullen, of en wanneer je ons moet aankijken, enzovoorts. Praat er gewoon met ons over. Dat breekt de spanning."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2000

Daniel | 32 Pagina's

LLLLaat ze maar lachen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2000

Daniel | 32 Pagina's