Niet lezen dus... Roeltje Langenberg - Onder de guillotine
LeesWijzer
Niet veel tijd meer. Als er iets is dat ik nog doen wil, dan moet ik het nu doen. Vandaag, en niet morgen. Deze week, en niet de volgende. Meer haast dan ooit, want haast geen tijd meer. Niets uitstellen. Alles meteen. Nu. Dit moment. Deze seconde... Wel even kalmeren.
Met deze intrigerende zinnetjes begint het boek waar ik al een tijdje zeer benieuwd naar was. Nieuwsgierig gemaakt door een familielid dat bij mij informeerde of ik de schrijfster gekend had. Ze moest immers op dezelfde 'kweekschool' gezeten hebben als ikzelf. Ja, ze was dus uit 'onze kringen' afkomstig. Was... ja, want ze leeft niet meer. En wel afkomstig uit onze kringen, maar dan wel iemand die voorgoed afscheid genomen had daarvan. En in sommige bekende bladen werden haar boeken positief besproken. Zomaar opeens zag ik een boek van haar liggen in een boekwinkel waar ik wat rondsnuffelde. Meenemen dus...
En inderdaad, het boek bevat een indrukwekkend relaas van een jonge vrouw, Marije, die de ernstige boodschap heeft gekregen, dat ze lijdt aan kanker. Dat grijpt diep in je leven in!
Ik genoot van het hier en nu, en van het dromen over de dingen die ik later nog zou leren en doen en zien en meemaken. Tot...
Tot dat later me werd afgepakt. Dat is het wat het meest verandert als de dokter tegen je zegt dat je in maanden moet rekenen, en niet in jaren: plotseling heb je geen later meer.
Marije richt zich tot haar zoon Jeroen, een student van een jaar of twintig. Voor hem wil ze het relaas van haar leven opschrijven, alles aan het papier toevertrouwen, wat ze eerder nog niet aan hem heeft willen of kunnen vertellen. Haar vroegste herinneringen gaan terug tot haar vijfde jaar. November 1953 betekent een dramatisch keerpunt in haar leven. Haar broertje Chris - twee jaar ouder - verdrinkt in het riviertje de Linge, waar ze vlakbij wonen.
En dan verandert haar leven totaal. Het beeld van haar vader, die zelf zijn zoontje uit het water haalde, bleef haar altijd bij: Naarmate hij dichterbij de kant komt, groeit hij. Er komt geen eind aan. Uit onpeilbare diepte werkt hij zich omhoog naar de dag. Groter en groter. Ik weet niet wat voor titanenstrijd hij onder water heeft geleverd, ik zie alleen hoe hij naar boven komt, door niets en niemand tegen te houden, zonder zichtbare emotie, onverstoorbaar, hard als bevroren kluiten op het land in de winter.
Hoger en hoger rijst hij uit de rivier, die hem, gehoorzaam aan zijn kracht, laat gaan. Een reus. Met op zijn onderarmen, dwars voor zijn buik, een lappenpop met een gezicht als blauwwit porselein.
In de nacht na deze dramatische gebeurtenis wordt er een broertje geboren.
Maar er verandert nog veel meer. Haar moeder is sinds de dood van Chris nooit meer de oude geworden. Het verdriet knaagt aan haar. Ze kan het gezin niet meer aan. Dat legt een enorme druk op Marije. Zij staat overal tussenin: ze hoort niet meer bij de kleintjes, maar ook niet bij de groten. Moeder heeft genoeg aan zichzelf, ze moet altijd rusten, is ziek, heeft verdriet. Joke, de oudere zus zorgt voor de kleintjes, en Marije? Niemand zorgt voor mij! Ze moet haar eigen verdriet maar verdringen, moeder en Chris moeten beklaagd worden. Dat thema gaat het boek eigenlijk beheersen. Ze staat alleen en moet alles alleen uitvechten. Daar komt bij dat ze ook haar vragen gaat stellen bij de regering en zorg van God over het leven. Het gezin gaat in de kleine Gereformeerde Gemeente van het dorpje te kerk, maar daar is het ook niet alles: onenigheid over hun zitplaatsen heeft een einde gemaakt aan pa's kerkgang. Hij leest thuis een preek, terwijl moeder en de kinderen de diensten in de tot kerk verbouwde melkfabriek wel bijwonen. De diensten beschrijft ze als angstwekkend, omdat er alleen maar hel en verdoemenis wordt gepreekt. De zwakheid van haar moeder en het spreken over het lijden van de Heere Jezus wekken in haar leven ook steeds meer afkeer op. Verschillende zaken gaan elkaar versterken: Zo is het gegaan, dat is de volgorde. Mijn vader ziet me niet. God ziet me niet. Alleen hun kracht kan me verlossen uit deze gevangenis, kan me redden van het worden a/s mijn moeder. Kan ik niet één met hen zijn, dan zal ik als hen zijn. Moet ik groot, sterk en onkwetsbaar zijn? Dan zal Ik groot, sterk en onkwetsbaar zijn.
Het is een hele bijzonderheid voor dit milieu, dat een meisje als Marije na de lagere school naar de hbs en later naar de kweekschool (tegenwoordig: pabo) gaat. Dat ziet ze als een mogelijkheid om het beklemmende milieu te ontvluchten. Boeken openen haar ogen voor een heel andere wereld; de hele wereld. Als ze uiteindelijk ook haar vader afschrijft, omdat hij alleen tijd en aandacht heeft voor moeder, als ze ook in andere kerken geen voldoening vindt, komt ze tot de conclusie dat ze afscheid moet nemen van het ouderlijk milieu, maar ook van een God Die wilde dat Jezus' bloed zou vloeien.
Tijdens haar studie is ze in contact gekomen met Jacques, die haar laat kennis maken met de hippiecultuur, met een wereld van (vrije) seks en drugs. Ze leven in een kraakpand, Marije wordt zwanger en ze trouwen. Maar ze realiseert zich na verloop van tijd dat dit toch ook niet het leven is dat ze zocht. Ze wil ook absoluut niet dat Jeroen (hun kind) net eender wordt als zijn vader, die wat aanrommelt als meubelmaker. Als ze bovendien merkt dat hij haar ontrouw is, staat haar besluit vast: ze gaat er met haar kind vandoor. Ze wil een nieuw bestaan opbouwen en helemaal leven voor het geluk van haar kind. Dat wordt haar levensdoel.
In het bovenstaande heb ik ongeveer de eerste helft van het verhaal weergegeven. Ik zou kunnen zeggen: als ik je nieuwsgierig gemaakt heb, lees het boek dan zelf maar helemaal. Toch doe ik dat niet. Integendeel, ik wil je het lezen van dit boek afraden. Tot nu toe heb ik in deze rubriek boeken besproken, waarvan ik ondanks verschil van opvatting of zelfs ondanks een wat dubieuze inhoud kon zeggen: het verrijkt je als je dit boek leest... Dat is met Onder de guillotine beslist niet het geval. Ik zal proberen uit te leggen waarom.
Het boek bestaat voor een groot deel uit mijmeringen, herinneringen, bespiegelingen: veel, te veel en te vaak herhaald. Dit remt af en gaat vervelen. Bovendien heb je te maken met iemand die zichzelf voortdurend beklaagt (ik zou bijna zeggen: zielig doet) over... een moeder die na een dramatische gebeurtenis in het gezinsleven als een zielig in zichzelf gekeerd hoopje overblijft. Is er niet een spreekwoord over pot en ketel? Een groter bezwaar is, dat deze volwassen vrouw kennelijk geen vermogen heeft tot afstand nemen en objectiveren, dat ze zo negatief blijft spreken over haar godsdienstige opvoeding. De manier waarop ze echter over God schrijft, onder meer in hoofdstuk XXXIV, is ronduit godslasterlijk. Dat is ook de reden dat je in het bovenstaande artikel maar de helft van het verhaal tegenkomt. Ik heb het boek dichtgeslagen en wil het niet verder lezen.
Misschien ken je in je eigen omgeving wel iemand die aan de "gevreesde ziekte" lijdt. Dan weet je ook wel, hoe moeilijk zo iemand het kan hebben met de pijn, met de afbraak van het lichaam. Hoe goed voel je dan ook dat de dood een koning der verschrikking is, zelfs voor hen die door genade een uitzicht mogen hebben op een beter vaderland. Maar anderzijds, als zo iemand eens mag getuigen van de hoop die in hem is, dan wordt God verheerlijkt! Het is zo diep triest dat in dit boek juist God gelasterd wordt.
Het is voor mij onbegrijpelijk dat een christelijke uitgever dit boek op de markt brengt. Het levert geen enkele wezenlijke bijdrage aan christelijke literatuur. Integendeel, hier is iemand aan het woord die alleen maar haar frustraties van het christendom afreageert. Schrijvers en uitgevers van wie we niet anders kunnen verwachten, hebben dat helaas al zo veel gedaan. De tamelijk positieve pers die dit boek ook in onze kring kreeg, komt mij onbegrijpelijk voor, onterecht zelfs. Van een collega hoorde ik, dat ook haar andere roman, De zoom van zijn kleed, zulke godslasterlijke passages bevat. Het lezen van een boek als dit levert je niets nieuws, niets fundamenteels, niets verrijkends op. Vandaar dat ik niets anders kan zeggen dan: niet lezen dus! Je mist er niets aan, je doet jezelf alleen geen gewetenskwelling aan.
N.a.v. Roeltje Langenberg, Onder de guillotine. Uitgeverij Kok, Kampen. 286 blz., prijs ƒ 34,90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 2000
Daniel | 38 Pagina's