Geestelijk leven... wat is dat eigenlijk?
Als je geestelijk leven kent, ga je anders denken, anders voelen
In je Bijbeltje wordt jouw en mijn droeve situatie na de zondeval in allerlei toonaarden getekend. Hoe eerlijk behandelt de Heere ons in Zijn Woord. Hij vertelt ons, dat de verhouding tussen Hem en ons grondig is verbroken en verstoord. Hij vertelt ons eerlijk dat Hij op ons vertoornd is. Hij verzekert ons, dat wij onder Zijn ongenoegen en gramschap leven, elke dag maar weer. En Hij leert ons, dat we voor de geestelijke zaken geen oor, geen oog, geen hart hebben. Hoe de Heere dat noemt? Deze werkelijkheid noemt Hij met het ontzaglijke woord: dood!
Aangrijpend toch
'k Zou je willen vragen; wat betekent dat nu eigenlijk? Betekent dit dat wij niets voelen? Zeker niet! Wie eerlijk is, weet dat er een verlangen is om de zonden te doen. Wie eerlijk is, weet dat er eigenlijk een soort tegenzin bestaat in de dienst van God. Moeten we nu alweer naar de kerk? Weer bidden? Altijd maar in de Bijbel lezen? Onze verlangens gaan juist uit naar de zonden, naar het genieten van en in de wereld.
O ja, je kunt ook andere dingen voelen. Soms voel je een soort pijn in je geweten. Wanneer je geweten spreekt, komt er in je leven benauwdheid, een bepaalde onrust: het gaat niet goed. Straks gebeurt er ook in jouw leven zo'n ernstig ongeluk en word jij wellicht grafwaarts gedragen. Wie weet treft dezelfde ernstige ziekte als die van een jong gemeentelid ook jou... en hoe moet het dan? Toch zijn we met al die onrust dood! Totaal en vijandig dood in zonden en misdaden, zo schrijft Paulus aan de Efeziërs (Efeze 2: 5). Je zou het ook anders kunnen zeggen: we zijn springlevend in de zonde, terwijl we in een geestelijke doodstaat verkeren. Calvijn schrijft ergens: We leven dood.
Aangrijpende werkelijkheid!
Hopeloos?
Inderdaad, we hebben een stenen hart, dat helemaal ongevoelig is voor geestelijke zaken (Ezechiël 36: 26). De zonde is ons niet bitter en de genade is ons niet zoet. De lieflijke en ernstige roepstemmen van God stuiten af op ons kille hart. Jij en ik dragen een natuur in ons om, die zeer vijandig is tegen God. Is het dan zo hopeloos met ons gesteld? Ja, toch wel! Vanuit onszelf is het werkelijk hopeloos. We brengen onszelf niet tot leven, tot geestelijk leven. 'k Zeg niet dat er geen jongeren zijn die het wel proberen. Ze knappen hun leven aan de buitenkant wat op. Ze verfraaien hun leven met een keurig, net godsdienstig leven; restaureren her en der hun zwakke plekken. Maar is er daarmee geestelijk leven? Nee, mocht jij op dit ogenblik misschien bezig zijn je leven wat te verbeteren, dan zeg ik je uit liefde: wanhoop gerust aan je eigen pogingen! Hoe eerder, hoe beter!
Wanhoop echter nooit aan de Heere, want Hij kan doden levend maken. Hij doet dat ook, tot op de dag van heden door het wonder van wedergeboorte. In Gods Woord lezen we ook woorden als herschepping, opwekking uit de doden en levendmaking. Het zijn uiteindelijk allemaal verschillende woorden voor dezelfde zaak. En zijn er geen woorden genoeg om te vertellen hoe vreselijk onze doodstaat voor God is. Zo zijn er haast geen woorden genoeg te vinden voor dat onbevattelijke wonder, dat God een dode zondaar geestelijk leven schenkt!
Wat er dan gebeurt?
Mag ik je heel persoonlijk vragen: is dat wonder in jouw leven gebeurd? Ben je van dood... levend geworden? Je vraagt hoe je dat weten kunt? Je hebt dan voor het eerst in je leven Zijn levenwekkende stem tot in je binnenste gehoord. Doden zullen immers horen de stem van de Zoon van God en als je die stem gehoord hebt, zul je... leven (Johannes 5: 25). Je hebt dan voor het eerst echt in je leven geloofd, dat je geestelijk dood bent. Tot in het klokhuis van je bestaan! Natuurlijk, verstandelijk wist je dat wel door je opvoeding en kerkgang, maar nu beleef je het. Maar die wetenschap geeft je geen rust. Integendeel, je roept met de tollenaar: O God, wees mij zondaar genadig (Lukas 18: 9-14). Dat is die eerste levenskreet van een levend gemaakte jongere. Je weet: wanneer er ergens een kindje wordt geboren, wordt er gesnakt naar de eerste levenskreet of schreeuw. Die schreeuw is immers een teken van leven? Nu, wanneer er geestelijk leven geboren wordt, ga je roepen, bidden, bedelen, smeken. En wat je dan echt niet weet: er is op zo'n moment blijdschap in de hemel over een zondaar die zich bekeerd heeft.
Wat zijn nog meer kenmerken van het geestelijk leven? Er komt een honger en dorst. Nu niet langer meer naar de zonden en de werelddienst, maar honger en dorst naar gerechtigheid. Er ontstaat een intens verlangen om vergeving van zonden te ontvangen. Nee, een eigen-gerechtigheid weet je niet meer op te bouwen. Jezelf pasklaar maken voor genade lukt ook al niet. Wat overblijft is een honger en dorst naar gerechtigheid, die Christus heeft verdiend en toepassen wil in het leven van Zijn kinderen. Luther zong daarvan: O zalige ruil. Hij nam al mijn zonden en Hij schonk mij Zijn gerechtigheid.
Wanneer er geestelijk leven is gekomen, dan is er ook strijd. Zei men vroeger niet: "Welkom in de strijd?" En ik kan je verzekeren, dat het een strijd is op leven en dood, want je drie grootste vrienden zijn op slag je drie doodsvijanden geworden. Diende je eerst met vreugde en naar hartelust de duivel, de zonden en boog je diep voor de afgod 'ik', nu houden juist deze drie niet op je aan te vechten. De duivel laat je zomaar niet los; de wereld sluipt je overal achterna om je te verlokken en te verleiden en je 'ik' heeft wel een doodsteek gekregen, maar is niet dood! Nodig is de wapenrusting Gods om staande te blijven in deze geestelijke strijd. Gevoelige verliezen worden geleden, maar uiteindelijk behalen allen die de Heere vrezen de overwinning. Immers, Hij overwon, die sterke Held en Hij zorgt bijzonder goed voor de Zijnen. En daarom zullen alle vijanden de strijd verliezen. Voor eeuwig verslagen!
Het leven openbaart zich
Het geestelijk leven komt echt wel openbaar, 't Is nogal geen verschil of je dood bent of leeft! Weet je, als je geestelijk leven kent, ga je anders denken, anders nadenken, anders voelen en dat alles door de vernieuwing van je gemoed. Je nieuwe hart heeft diepe indrukken van God en van Zijn deugden. Wat ik daarmee bedoel? Wel, je gaat Gods rechtvaardigheid, Gods majesteit, Gods heiligheid, Gods goedheid en Gods barmhartigheid kennen en... lief krijgen. Zeker, je kent ook droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot de zaligheid werkt. Je leert alle zonden haten en je vlucht ervan weg. En weet je wat je grootste verlangen wordt? Om de Heere Jezus te kennen, te dienen, Hem lief te hebben, te volgen, Zijn nabijheid te ervaren, Zijn stem te horen. Er wordt wel eens gezegd: in het geestelijk leven word je meer en meer op Hem verliefd! Je hoort op de preekstoel het wel eens zeggen: "Geef mij Jezus, of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf". Wie geestelijk leven kent, weet ook van dit verlangen! Daar ben ik diep van overtuigd!
En jij dan?
Ben jij nog steeds vijandig dood? Ben je nog springlevend aan het dartelen in de zonden? Geniet je van het leven op de brede weg? Lijkt alles wat met het geestelijk leven te maken heeft je een zware, loden last? Is het keurslijf van je opvoeding je te krap en te zwaar? Is de zondag een lastige dag en de catechisatie je haast te veel? Is je hart van steen? Mag ik je dan uit liefde ernstig waarschuwen! Je wandelt immers op de snelweg... naar de eeuwigheid waar nooit geestelijk leven meer te krijgen is. Je leeft maar een keer! Nog roept de Heere en laat Hij jou Zijn stem horen. Nog laat Hij het je horen, dat Hij jouw stenen hart veranderen kan en wil in een vlesen hart. Leg je vinger maar bij Ezechiël 36: 26 en bedel voortdurend om Zijn werk: Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen en zal u een vlesen hart geven. Zou Hij het zeggen en niet doen? 'k Weet het: ook vandaag zijn er jongeren, die weten van het wonder van het nieuwe, geestelijke leven. Nee, dat schrijven ze niet op hun eigen keus. Christus' levenwekkende stem riep hen, als Lazarus, uit het graf van hun doodstaat! En verwonderd leggen ze hun vinger neer bij Efeze 2: 4,5 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus, (uit genade zijt gij zalig geworden). Eerst dood, nu levend... tot in alle eeuwigheid. Om Christus wil. Ligt jouw vinger ook al bij die tekst?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 2001
Daniel | 32 Pagina's