Hemelvaart

De Heere Jezus en zieken

13/05 Een verlamde genezen. Mattheüs 9:1-13.

14/05 Een vrouw en twee blinden genezen. Mattheüs 9:18-31.

15/05 Tien melaatsen genezen. Lukas 17:11-19; Psalm 51:4-6.

16/05 Een knecht genezen. Lukas 7:1-10.

17/05 Een jongen opgewekt. Lukas 7:11-17; Psalm 136:1-4.

18/05 Een vrouw genezen. Lukas 13:10-17; Psalm 9:1, 2, 10.

19/05 Een zoon genezen. Johannes 4:43-54.

Hemelvaart

20/05 Ik vaar op. Johannes 20:11-18.

21/05 Heengaan. Johannes 14:1-14.

22/05 Weggaan. Johannes 16:1-15.

23/05 Ingaan. Hebreen 6:9-20.

24/05 Door de hemelen doorgegaan. Hebreen 4.

25/05 Stefanus zag Jezus staan in de hemel. Hand. 7:54-60; Psalm 31:1-6.

26/05 Hem eren wij met lofgezangen. Psalm 24.

De gemeente

27/05 Verscheidenheid in de gemeente. 1 Korinthe 12:1-15.

28/05 Eén lichaam, veel leden. 1 Korinthe 12:16-31.

29/05 Waar liefde woont. Psalm 133.

30/05 Samen bidden. Handelingen 4:23-37.

31/05 Samen zingen. Efeze 5:1-19.

01/06 Draagt elkanders lasten. Galaten 6.

02/06 Door vier gedragen. Markus 2:1-12.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen