Het gezin en de gemeente
Vraaggesprek met ds. G.J. van Aalst
"Het gezin is het laatste bastion dat de antichristelijke machten in de laatste tijden zullen bedreigen en ondermijnen", zei Luther al. "Als het gezin uit elkaar valt, valt ook de gemeente uit elkaar", vervolgt ds. G.J. van Aalst. Met hem zijn we in gesprek over het thema het gezin en de gemeente, een volgend aspect in de serie artikelen en vraaggesprekken over gemeente-zijn. Deze uitspraken illustreren de actualiteit van ons gespreksonderwerp. Ook geeft hij hiermee aan hoe nauw het functioneren van het gezin en de gemeente met elkaar verbonden zijn.
Het wordt ons al snel duidelijk dat we eerst eens moeten kijken wat het gezin en de gemeente inhouden.
Ds. Van Aalst: "Het gezin komt op uit de schepping, Gods algemene genade, en de gemeente uit de herschepping, Gods bijzondere genade. Gezin betekent eigenlijk 'reisgenoten', samen op reis naar de eeuwigheid. Het is een sterke eenheid, die door Gods algemene genade bestaat en dienstbaar is aan het Koninkrijk der hemelen. Bij de gemeente gaat het om de uit de wereld geroepenen. Je ziet ook samenhang: een gemeente bestaat uit allerlei kleine huisgemeenten. Je kunt het gezin zien als een kleine kerk."
Het gezin wordt wel de binnenste kring van de gemeente genoemd of de hoeksteen van de samenleving. Waarom is het gezin zo belangrijk?
Ja, het gezin is belangrijk, omdat het een scheppingsgegeven is. Genesis 2 spreekt van vlees van mijn vlees en been van mijn been. Dit geldt zowel voor de huwelijksband tussen man en vrouw, als tussen ouders en kinderen. Het is door niets anders te vervangen. De Bijbel noemt het gezin niet direct, maar de Schepper heeft het wel zo bedoeld. Er is al sprake van een gezin als man en vrouw getrouwd zijn, ook als er geen kinderen zijn.
Conclusie van een recent Unicef-onderzoek is: het gezin is belangrijk voor de ontwikkeling van normen en waarden. De wortels van persoonlijkheids- en gewetensvorming liggen in het gezin. Het is als lucht die je inademt: adem je een lucht van egoïsme en vrijblijvendheid in, of van zorgzaamheid en opofferingsgezindheid? Dit maakt heel wat uit.
Bij het volk Israël spelen de gezinnen en geslachten een grote rol. De gemeenschap staat centraal. Wij zijn meer individuen. Elk kind heeft bijvoorbeeld zijn eigen kamer. Wat betekent dit voor het gemeenteleven nu?
Bij Israël ging het om een nationale openbaringsvorm van Gods genadeverbond. Organisatie in stammen, geslachten en gezinnen was sterk gericht op de komst van de Messias, dus niet goed over te brengen op het gemeenteleven van nu. In zo'n sterk agrarische samenleving is het gezins- en gemeenschapsverband heel sterk. Wij leven in een postmoderne tijd. Egoïsme en individualisme vieren hoogtij. Ikke staat voorop. Het is een geweldig verschil of kinderen de lucht inademen van 'partners', die concurreren in ontplooiing, of dat ze de lucht inademen van liefde en geborgenheid. Is er haast of is er rust? Gaat het om geld en goed, of is er geborgenheid en onderlinge openheid? Die eerste jaren van kinderen zijn heel belangrijk voor hoe ze uiteindelijk in het leven, in de samenleving en daarmee ook in de gemeente staan.
De Bijbel beschrijft de gemeente als huisgezin van Christus: huisgenoten des geloofs, broeders en zusters. Het huwelijk is een beeld voor de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente. Wat betekent dat voor gemeenteleven?
Let even op de Twaalf Artikelen, artikel 9: ik geloof één heilige algemene christelijke kerk, (komma!) de gemeenschap der heiligen. Het gaat om het wezen van de kerk. Eerst gaat het om de band met Christus en het deelhebben aan Zijn genade, de verticale lijn en pas dan gaat het om mijn gaven ten nutte van anderen besteden. Christus vergadert Zijn Kerk. Daar ligt het accent bij het gemeente-zijn, daarna volgt als haast vanzelf de betrokkenheid op de naaste als een gevolg daarvan. Zondag 38 houdt ook dezelfde lijn aan: op de rustdag naarstig tot de gemeente Gods komen om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken en de Naam des Heeren aan te roepen. Pas daarna komt: de armen christelijke handreiking te doen. Het horizontale volgt uit het verticale, niet andersom.
De Bijbelse aanduidingen broeders en zusters zijn beeldspraak voor onderlinge verbondenheid, maar ingebed in de verticale lijn naar Christus. Niemand haat zijn eigen vlees. Je haat dus niet je eigen vrouw, je broers en zussen. Het bloed komt allemaal uit hetzelfde Hoofd. Broeders en zusters, man en vrouw, beiden horen bij de oudste Broeder, Christus. Zonder hoofd is het lichaam dood en wat is een huwelijk zonder Christus? Je verkerings- en huwelijkstijd is ten diepste bedoeld 'in den Heere'. Dit moet de eerste vraag, zorg en nood zijn, anders kun je geen goede man en vrouw, vader en moeder zijn. Het gemeenteleven vindt dus plaats vanuit de onderlinge verbondenheid aan Christus als Hoofd.
Welke gevolgen hebben onbijbelse zaken als individualisme, moeite met man-vrouw verhouding, homohuwelijk en echtscheidingen op het functioneren van het gemeenteleven?
Laat ik voorop stellen, dat kerk en school nooit kunnen goedmaken wat in het gezin ontbreekt. Als het gezin uit elkaar valt, valt de gemeente ook uit elkaar.
Ik heb ook groot bezwaar tegen de nieuwste versie van het huwelijksformulier, waarin allerlei Bijbelse zaken over de man-vrouwverhouding weggepoetst zijn. Er heeft, helaas ook in kerkelijke kringen, scheefgroei plaatsgevonden. Hoofd zijn wordt vertaald met de baas spelen, maar het betekent: onderwijzen, troosten en beschermen. De bruidsgemeente heeft er helemaal geen moeite mee om Christus onderdanig te zijn. We moeten daarom terug naar het Woord. Voor de man-vrouwverhouding geldt: deze verborgenheid is groot; dit zeg ik ziende op Christus en Zijn gemeente. De volle betekenis hiervan moeten we overdenken: Christus heeft zich doodgeliefd voor Zijn bruid. Dit betekent ten volle hoofd zijn.
Als je in sociale opleidingen de studieboeken doorneemt, lees je van alles over zelfontplooiing, enzovoort. Het gaat uit van een hele andere mensvisie. Zelfverloochening, dat lees je nooit! Mensen zijn egoïsten vanuit de val in het Paradijs. Ik heb een hekel aan het woord 'partners'. Dat leidt vroeg of laat tot concurrentie. De liefde zoekt echter zichzelf niet.
Je bij de gemeente, gemeenschap voegen, betekent een offer brengen, niet alleen in geld. leder heeft zijn of haar gaven gekregen om te dienen in de gemeente. Als in een gezin liefde leeft tot de gemeente, dan zal zo'n gezin toch zijn weg vinden om te dienen in de gemeente.
Haast en drukte kenmerkt onze tijd en bedreigt het gezinsleven. Je hoort wel eens de uitspraak: als de duivel je niet kan laten vallen in zonde, dan geeft hij drukte om uit de gemeenschap met Christus te blijven. Drukte kan ook door veel activiteiten in de gemeente: vaders, ambtsdragers en anderen... Hoe verhouden al die dingen zich tot elkaar?
Het functioneren van de gemeente hangt rechtstreeks samen met het functioneren van de geloofsgemeenschap met Christus. Er zijn twee dingen die dit verstikken: de zorgvuldigheden des levens en het zoeken van rijkdom, carrière en de mammon, je hart zetten op de goden van deze tijd.
Vader maakt al carrière, wellicht in de kerk... Moeder moet er ook nog uitgetrokken worden. Maar de eerste prioriteit ligt in het gezin! Dit geldt voor drukke managers, maar ook voor ambtsdragers. Je zegt eerst 'ja' tegen je vrouw, dan bij de doop en pas dan inzake het ambt. Als God je het huwelijk geeft, is dit levensroeping: 'De Vader der barmhartigheid, Die u door Zijn genade tot deze heilige staat geroepen heeft...'. Elkaar helpen en bijstaan is niet alleen met centjes, maar ook in de opvoeding, geestelijke dingen, gezinsleven. Om één vlees te zijn, moet je één geest zijn. Tot één vlees zijn ziet niet allereerst op seksualiteit, maar is uitdrukking van geestelijke eenheid. Haast is zeer negatief voor het gezin. Dat moet juist een rustpunt zijn in onze jachtige tijd. Wees ook als vader gewoon thuis, zeer zeker tussen vijf en acht. Ook het 'eenvoudig' moeder zijn heeft hoge waarde. Zo leven betekent ogenschijnlijk offers, maar je krijgt er heel veel voor terug. Doorzie als gehuwden de eisen die de maatschappij je stelt!
De geborgenheid in het gezin heeft met name daar plaats in het samen bezig zijn rond Gods Woord, samen dingen doen, bijvoorbeeld samen naar de gemeenteavond of Bijbellezing gaan. Vanuit dit samen bezig zijn rondom Gods Woord, in de rust van het gezin, wordt de gemeente gebouwd.
Denk aan de belofte en bedreiging van het tweede gebod. Die de misdaad der vaderen bezoekt aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht: eigenwillige godsdienst vreet voort in de geslachten. Anderzijds: barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden. Het behaagt de Heere om het gezinsleven te gebruiken in de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Kohlbrugge zegt: 'ouders zijn als twee handen Gods'. Gehuwd zijn in Christus heeft in deze tijd heel eigen accenten: rust, samenhang, liefde, geborgenheid, samen zingen, huisgodsdienst; al deze dingen eisen nadrukkelijk aandacht. Kinderen horen als lidmaten bij de gemeente. Zo'n gezinsleven heeft onmiskenbaar invloed op het gemeenteleven.
Wat is de taak van het gezin in de gemeente? Is het soms niet teveel een taak van de man in de gemeente? Romeinen 12 en 1 Korinthe 12 spreken allereerst over de gave die iemand heeft. Waar blijven de vrouw en de jongeren?
Het gaat er bij het gemeente-zijn allereerst om: ben ik door genade ingelijfd in het lichaam van Christus? Geen intermenselijk activisme, maar de verhouding tot de Heere is het belangrijkst. Is bovendien een klein teentje onbelangrijk? De belangrijkheid van de man en de onbelangrijkheid van de vrouw is een karikatuur! Is er een gelukkiger leven dan in stilheid en betrouwen met God te leven? De vraag in het bezig zijn in de gemeente moet niet zijn: 'is mijn plaats belangrijk?' maar: 'ben ik een levend lid van de gemeente?' De meest onedele leden kunnen juist de belangrijkste blijken te zijn.
Van hieruit gedacht zijn er vele taken. Ik denk aan het vele vrijwilligerswerk, bejaarden, zieken, aandacht voor eenzamen. In een grote gemeente kun je heel eenzaam zijn. Ook voor jongeren liggen hier hele mooie taken.
Door organisatie van verenigings- en catechisatiewerk in leeftijdsgroepen, heb je binnen de gemeente voornamelijk contacten met leeftijdgenoten en niet met ouderen. Hoe kan het gezinsleven dit helpen doorbreken?
Daniël en zijn vrienden hadden de Heere, maar ook elkaar. God bedoelt de gemeenschap ook als bescherming. Het -16 en +16 verenigingswerk is daarom belangrijk: jongeren ontmoeten elkaar. Je hebt anderen rondom je nodig ter bemoediging. Het contact tussen ouderen en jongeren is inderdaad heel belangrijk. Door individualisering is er veel te weinig ontmoeting met doorgeleide kinderen van God. De kerkdienst is de beste vereniging!
Ouderen spreken juist soms zo moeilijk over hun persoonlijke verhouding tot God. Betekenen jongeren en gezinnen hier iets in? Er is onder jongeren een grote behoefte om te spreken over de Heere en Zijn dienst...
Jongeren durven vaak veel beter over hun gevoelens spreken dan ouderen. Tegelijk zie je het ontstaan van een jongeren-geloofsbeleving. Hier moeten ouderen, en ik denk ook de oudsten in de gemeente (ouderlingen), een belangrijke, sturende rol spelen. Zij mogen Gods daden en woorden overdragen aan de jongere generatie. Vraag ouderen eens hoe zij hun avondmaalsgang beleefd hebben. En ouderen kunnen van jongeren leren over hun gevoelens te spreken. Het is het mooist als dit gesprek allereerst in het gezin plaatsvindt. Een belangrijk aspect van gezin- en gemeente-zijn is de behoefte om met elkaar te spreken over de dingen van de eeuwigheid.
Petrus, Paulus en Johannes wijzen op onderlinge liefde tussen gemeenteleden. Kernwoorden van gezinsleven zijn: warmte, onderlinge verbondenheid, liefde, gastvrijheid. Moeten daarom gezinnen niet eens wat doen aan gemeenteopbouw als tegenwerking op de individualisering en kilheid in de samenleving en wellicht gemeenteleven?
Je wordt wel eens moe van al dat activisme...
Maar het is wel een reactie van kerkverlatende jongeren, dat ze dit soms missen in het gemeenteleven. Schrijnende reactie van een jongere: niemand heeft ooit naar me gevraagd...
Door deze hele concrete dingen kan de vervreemding wel toeslaan. Toch: met lievigheid bereik je ook niets. Het Woord moet het doen. Onze jongeren moeten wel leren: het gaat niet om 'ikke'. Het gaat er in de gemeente om: zoals gij wilt dat de mensen u doen, doe desgelijks. Dat vraagt ook actie van de andere kant. Tegen eenzamen zeg ik wel eens: probeer het eens, zoek eens contact, zet je eens ergens voor in, in bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in de gemeente. Er is zoveel te doen. Je doet er in elk geval je contacten op. Grommend achter de geraniums zitten en klagen over de kille gemeente verandert je situatie niet. Het gaat in het gemeente-zijn niet om: wat heb ik aan de ander, maar: wat je geeft, krijg je ook terug.
Aandacht voor jongeren is wel een must. Tijdens de preek 'jongens, meisjes' uitroepen, is niet voldoende. Je moet tot het niveau van jongeren afdalen. Ik probeer vaak de preek samen te vatten in een paar woorden om te onthouden. Dit biedt aanknopingspunten voor gesprek na de preek. Bovendien voelen jongeren zich dan ook aangesproken en betrokken. In het gezin kan zo ook op de prediking worden ingespeeld. Kerk, school en gezin vormen een samenhang. Als we jongeren missen in de kerk of op catechisatie, vragen we dan waar ze waren? Catechisatie versterkt ook het persoonlijke contact.
De zondag is vaak gezinsdag. Is het niet juist een dag van gemeente-zijn, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de geschiedenis van Eutychus in Handelingen 20? Tegelijk is de zondag bij uitstek dag voor huisgodsdienst. Hebt u hiervoor suggesties?
Gemeente-zijn is niet allereerst elkaar bezoeken. Opgeslokt worden door sociale verplichtingen is een gevaar. Zondag 38 gaat over wat je wel mag. Daar zijn we niet zo gauw mee klaar! Het gezin mag dan de zegen van de rustdag ervaren: zich onder de prediking begeven, lezen, mooie muziek luisteren, of samen musiceren en samen rondom Gods Woord bezig zijn. Bij jongere kinderen denk ik aan het voorbereiden van de catechismuspreek (boekje van Van Dam), leuke spellen van de Jeugdbond, zoals 'Kwistet'. Maak van de zondag geen inhaaldag, wat slapen betreft. Het gaat in het vierde gebod niet allereerst om het uitrusten van de hele week, maar om de Heere, Zijn dienst, Zijn Naam en Zijn dag.
De gemeente in de tijd van Eutychus was getalsmatig niet te vergelijken met onze gemeenten. Ze waren met een aantal gezinnen, huisgemeenten samen. Het belangrijkste was echter dat de Geest werkte.
Als het echt om prioriteiten gaat in het gezins- en gemeenteleven: gezinnen die in de verwachting van de zegen des Heeren leven, dat heeft zijn doorwerking op het gemeenteleven. Juist hieruit wordt het gemeenteleven gebouwd! Waar liefde woont, gebiedt de Heere Zijn zegen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2001
Daniel | 32 Pagina's