Eén ding ontbreekt
Eerste bondsdaglezing
Een uitspraak van de Heere Jezus tot de rijke jongeling. De ontmoeting vindt plaats als Jezus op reis is naar Jeruzalem. Hij komt zojuist de woning uit waar Hij kinderen gezegend en de handen opgelegd heeft. En daar valt de rijke jongeling, een overste van de Joden, op zijn knieën voor de Heere Jezus. Drie evangelisten hebben de ontmoeting beschreven. Je leest het in Mattheüs 19, Markus 10 en Lukas 18. De rijke jongeling denkt aan de voltooiing van zijn gebouw te werken en wordt door Jezus ontdekt dat hij nog moet beginnen te bouwen aan de grondslagen van zijn gebouw! De rijke jongeling: je zou zeggen een 'bijna volmaakt christen', maar toch staat hij buiten het Koninkrijk van God. Eén ding ontbreekt hem...
Positieve punten
Hoe je ook denkt over de jongeman, er zijn heel wat positieve dingen over hem te zeggen! Je kunt zelfs in bepaalde opzichten een voorbeeld aan hem nemen! Zijn leven bestaat uit het bewust naleven van de tweede tafel van Gods geboden. Kun jij hem dat nazeggen? Leef jij ook zo bewust? Hoe ga jij om met normen en waarden? Met je naaste? Hoe spreek jij over een ander? Is jouw leven in seksueel opzicht zoals God dat van je vraagt? In de omgang met de ander? In de omgang met jezelf? In je omgang met lectuur, video en internet? Hoe praat jij over een ander? Ben jij op een eerlijke manier aan je geld of welk bezit dan ook gekomen? En hoe denk jij over gezag? Wat is jouw mening over hoe ver je mag gaan bij protesten tegen MKZ-maatregelen of politie boycotten als jij met je bromfietshobby je niet kunt uitleven? Het houden aan verkeersregels? De rijke jongeling probeerde te leven naar Bijbelse normen en waarden. Naar de wet leefde hij onberispelijk. Christus heeft degenen lief die uiterlijk naar Gods geboden leven. In het Markusevangelie lees je dat Jezus hem hierom 'beminde'. Dat is positief punt nummer een.
Serieus in de godsdienst
Hij was rijk. En omdat dit expliciet vermeld wordt, ga er dan maar vanuit dat hij behoorlijk wat geld en goederen had. Hij leeft er niet zomaar 'op los', zoals je dat in de gelijkenis van de verloren zoon leest. Ook de verloren zoon was een rijke jongeling, maar die bracht zijn geld door op een onverantwoorde wijze met feestvieren. En dat kun je van de rijke jongeling die bij Jezus kwam niet zeggen. Het tweede positieve punt.
En toch... hij voelt dat er meer nodig is om het eeuwige leven te beërven. Hij is niet slechts een 'meeloper', maar serieus bezig met zijn godsdienst. Hij is een doordenker. Dat blijkt wel uit zijn vraag waar hij mee zit: "Wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beërve?" Dat is positief punt nummer drie.
Bij het juiste adres
Vervolgens gaat Hij met zijn vraag naar het juiste adres toe: naar Jezus. En hiermee 'scoort' hij het vierde pluspunt! Dat was niet eenvoudig voor deze rijke jongeling! Hij was een Joodse overste, en ging publiekelijk tot de Meester. Een verschil met zijn trotse ambtgenoten. Zelfs de overste Nicodemus durfde dit niet. Die ging in de nacht... en wilde niet door anderen gezien worden. Opnieuw is de rijke jongeman hierin een - beschamend! - voorbeeld voor ons, want tot wie gaan wij met onze vragen?
De jongeman benadert de Heere Jezus absoluut niet brutaal of joviaal of als zijns gelijke. Hij valt voor Hem op de knieën. En ook al vermaant Jezus hem voor de aanspraak 'Goede Meester', de jonge overste toont hierin eerbied en hoogachting voor de Heere Jezus. Ook in de aanspraak van 'Meester' ligt een zekere erkenning van Jezus' autoriteit. Positief punt nummer vijf.
Ontmoeting met Jezus
Het lijkt veelbelovend: de jongen komt en luistert naar Jezus, maar uiteindelijk vertrekt hij bedroefd. Jij en ik hebben ook ontmoetingen met de Heere Jezus. Elke keer als thuis Zijn Woord opengaat, als je in de kerk bent en op de jeugdvereniging kom je tot het evangeliewoord van Christus.
Besef je dat? Hoe kom je? Hoe luister je? Zo gij Zijn stem dan heden hoort... Het stelt je verantwoordelijk. Hoe is je reactie op het Evangelie van Gods Koninkrijk? Uiteindelijk zijn er maar twee reacties mogelijk: je 'gelooft Zijn heil- en troostrijk woord' of... je verhardt je en raakt bedroefd en geërgerd. En als je nog nooit gereageerd hebt, komt dat omdat je nog nooit naar Hem geluisterd hebt. Dan doet Zijn Boodschap je helemaal niets, je neemt er geen aanstoot aan en je wordt er niet door geërgerd. Een teken van lauwheid en volkomen onverschilligheid.
Voorbeeldig
De rijke jongeling knielt als een goede idealistische jongen, bedachtzaam, fatsoenlijk en bereid om nog beter te leven. 'Goede Meester, wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beërve?' Opvallend dat Jezus precies een antwoord geeft waar hij om vraagt, namelijk: doen.
De Heere Jezus wijst de jongeman op het onderhouden van de geboden vijf tot en met tien. En dat komt de rijke jongen prima uit! Deze geboden heeft Hij onderhouden van jongsaf aan! Hij zegt eigenlijk: "U hebt volkomen gelijk". Geen punt! Alle zes de geboden heb ik onderhouden, met andere woorden: een 10, of op z'n slechts een 6! In ieder geval: ruim voldoende! Jezus zag hem aan en beminde hem. Jezus kijkt dwars door hem heen en ziet dat hij de waarheid sprak! Inderdaad, een voorbeeldig leven. Maar, de overste kwam tot Jezus om... te plussen! Alle geboden gehouden; de ene plus na de andere. Het werd steeds meer, het kon niet op. Terwijl Jezus een weg ging van minder worden. Afdaalde van de hemel naar de aarde; van Gods gemeenschap naar Gods vloek, en heeft Zichzelf vernietigd, gehoorzaam geworden tot de dood van bet kruis. De rijke jongeling wilde verdienen, maar begreep niet dat hij moest leven van het dienen van Christus.
Het zwakste punt
Jezus kent hem tot in het diepst van zijn ziel en laat de jongeling zijn werkelijke probleem en zijn nood zien. Jezus roept de jongeling niet op om in Hem te geloven, maar beproeft hem in zijn grootste kwetsbaarheid: zijn liefde tot geld. Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat je hebt en geef het de armen, en je zult een schat hebben in de hemel, en kom terug, neem het kruis op en volg Mij.
God werkt heel persoonlijk! Abraham kreeg de opdracht om zijn zoon Izak te offeren, de Samaritaanse vrouw moest haar man halen, en de rijke jongeling zijn zwakte is zijn gebondenheid aan de mammon.
Een ding ontbreekt. De jongeling is als een open boek voor Jezus. Christus doorziet alle schijn, smoezen en camouflage waarachter de jonge overste zich verschuilt en anderen mee voor de gek houdt. De grote hinderpaal in het leven van deze jongen is zijn rijkdom, of anders gezegd: de trots op zijn bezittingen. Het vertrouwen dat hij op zijn rijkdom zet. Geld is macht, en dat weet deze jongen. Christus confronteert hem eenvoudig en onverbloemd met het werkelijke probleem in zijn leven: hij bezit niet zijn geld, maar de rijkdom bezit hem. Christus laat hem voelen dat het onderhouden van de tweede tafel van de wet in zijn leven losstaat van God liefhebben boven alles. Zijn liefde is de mammon van de rijkdom. En deze ontdekking snijdt in het leven van de jongen, doet pijn en roept ergernis op.
Een ding ontbreekt
Welke blokkades zijn er in jouw leven? Is geld je mammon? Met welke ketenen ben jij gebonden? Carrière maken? Je vriend, verloofde? Je auto? De wereld van het virtuele? Je verstand? Je hoogmoed? Je rechtzinnigheid? Heeft Christus Zijn vinger al op jouw speciale zonde gelegd? De begeerte die jou beheerst? Je begeerte naar geld, naar macht, seksuele begeerte of wat dan ook? Als Jezus jou in je leven ontmoet, dringt Hij meteen door tot de kern en kom je oog in oog te staan met jezelf en met de pijn in je ziel.
Een ding ontbreekt de rijke jongeling en dat breekt hem ook op. Het is alles of niets. De boodschap van Christus is: verkopen, geven, terugkomen, kruis opnemen en volgen.
Alles verkopen wat tussen Christus en je ziel instaat, alles wat je van Christus afhoudt.
Weggeven aan de armen, dus je naaste liefhebben.
Terugkomen en niet meer op jezelf gericht zijn, maar op Christus.
Je kruis opnemen wijst op smaadheid dragen om Christus' wil.
En het volgen houdt volgens vers 30 ook vervolging in.
En dat is nu net geen optellen, maar aftellen.
Eén ding ontbreekt: aftellen! Dat is: minder worden, schuld belijden, vergeving nodig hebben, alleen van genade leven. Alles genade of anders niets.
Niet toevoegen, maar ontvangen
De rijke jongeling ging bedroefd weg. Hij hoorde dat hij iets moet doen dat hij niet wil doen. Hij hoort dat het binnengaan in het Koninkrijk buiten zijn vermogen ligt.
Wellicht had hij een goedkeuring en bevestiging van zijn voorbeeldig leven verwacht, zo in de geest van: heel goed, je bent er bijna! Maar dat zei Christus niet! Alsof bekering een rekensommetje is. Dat zegt Hij nooit. Ook Nicodemus had dezelfde misvatting. Beiden dachten dat christen-worden iets aan je leven 'toevoegt', maar dat is niet zo.
Bekering is explosief. Alles wat je van jezelf hebt, wordt er door opgeblazen. De rijke jongeling werd ook 'opgeblazen'; hij werd tot de grond toe afgebroken! Christen-worden is totaal anders. Het betekent 'wederom geboren' worden. Alles wat je hebt is waardeloos, zelfs je voorbeeldig leven van regel op regel is uiteindelijk een 'wegwerpelijk kleed'. Christen-worden is niet iets aan je leven toevoegen, maar alles ontvangen!
De rijke jongeling gaat bedroefd weg omdat Christus hem ondubbelzinnig zegt, dat het Koninkrijk van God alleen maar binnengegaan kan worden op Zijn manier. Dat is een fundamenteel uitgangspunt van het Evangelie tot behoud. Dat is: onvoorwaardelijk overgeven, onderwerpen, gehoorzamen en Christus volgen. Er is een toegang tot het Koninkrijk: Jezus Christus en Die gekruisigd. Een dwaasheid en ergernis voor de Jood en de Griek.
Bedroefd weggaan
De rijke jongeling ging bedroefd van Christus weg. Wat verschrikkelijk. Hij besefte zijn werkelijke nood niet. Hij begreep niet dat hij verloren was en de toorn van God op hem was. Hij wist alles van zijn aardse schatten af, maar niets over de schat in de hemel. Hij weet niets af van erfgenamen van de hemel en mede-erfgenamen met Christus en de eeuwige heerlijkheid die al Gods kinderen wacht.
Droefheid is het lot van een ieder die zich afwendt van Christus. Judas keerde hem later de rug toe; hij ging naar buiten, en het was nacht, en hij pleegde zelfmoord. Het verlaten van Christus is altijd geestelijke zelfmoord. Buiten Christus is er in deze wereld geen rustplaats en als je van Hem weggaat, zul je dat voor altijd betreuren. En Jezus rondom ziende, zeide tot Zijn discipelen: Hoe zwaarlijk zullen degenen die goed hebben, in het Koninkrijk Gods inkomen (vers 23).
De discipelen reageren verbaasd en ontsteld op de woorden van Jezus. Daar begrijpen ze niets van! Zo'n voorbeeldig leven van die rijke jongeling. Reken maar dat ze voor zichzelf hebben nagegaan of zij zelf wel zo'n voorbeeldig leven geleid hebben. Opnieuw spreekt Christus Zijn jongeren aan: Kinderen, hoe zwaar is het, dat degenen die op het goed hun betrouwen zetten, in het Koninkrijk Gods ingaan (vers 24).
Het oog van de naald
De Heere Jezus legt nu het grote struikelblok van de rijke jongeling aan Zijn discipelen uit. In zijn geval is dat de rijkdom. Christus maakt dit duidelijk met een parabel: het is lichter dat een kemel gaat door het oog van een naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods ingaat (vers 25). Het beeld dat Jezus gebruikt, is een oosterse manier van spreken. Het geeft een totale onmogelijkheid van iets aan. Als een kameel door het oog van een naald gaat, moet er een groot, vreemd en verbazingwekkend wonder gebeuren. Een totale onmogelijkheid! Welnu, dit zal eerder gebeuren dan dat een rijke het Koninkrijk van God binnengaat!
Het probleem van de rijke jongeling is niet dat hij welgesteld is, want dat waren Abraham en Jozef van Arimathea ook. Bij de overste zit het probleem in zijn trots op het geld; zijn vertrouwen, het verkleefd zijn aan zijn goederen. Dat is zijn hinderpaal. De eerste tafel van zijn wet die hij liefheeft is de god van zijn zorgvuldigheden van de wereld. (Mattheüs 13: 22). In 1 Timotheüs 6: 9 waarschuwt Paulus: Die rijk willen worden, vallen in verzoeking en in den strik en in veel dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang.
En in Spreuken 11: 28 staat: Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen. Door zijn zelfbewustzijn en eigengerechtigheid meent de rijke jongeling iets te bezitten en daardoor in eigen kracht het eeuwige leven te kunnen verwerven.
De discipelen raken nog meer van slag. Ze worden nog meer verslagen en zeggen tot elkaar: Wie kan dan zalig worden? (vers 26).
Maar... bij God zijn alle dingen mogelijk! Jezus neemt de behoudenis uit de hand van een mens en legt die in de hand van God! God Zelf brengt tot stand wat buiten Hem nooit kan gebeuren! Alleen, wie om Christus' wil alles verlaat (huis, broers, zussen, vader, moeder, vrouw, kinderen, bezittingen) zal honderdvoud ontvangen. Nu, zowel zegeningen als vervolgingen ( Filippenzen 1: 29) maar ook in het toekomende, het eeuwige leven!
De eersten en de laatsten
Jezus besluit Zijn toespraak tot Zijn discipelen met de bekende woorden: Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en velen die de laatsten zijn, de eersten.
Aangrijpend... vele eersten, dat zijn zij die het zich waardig keuren. Eigengerechtigde mensen. Keurige meisjes en jongens die uiterlijk prima leven, maar die hun hart ver weg van Jezus houden.
Vele laatsten... dat zijn degenen die vanuit eigen onwaardigheid hun toevlucht zoeken tot Christus. Zoals Zacheüs, de Kananese vrouw, de bloedvloeiende vrouw, de tollenaar achter in de tempel. Onwaardig, maar vasthoudend tot Jezus gaan. En... Hem volgen.
Vele laatsten... dat zijn mensen die tijdens de Pinksterpreek van Petrus door de Heilige Geest meebidden in verslagenheid: wat zullen wij doen, mannenbroeders? En die acht geven op de oproep van Petrus: bekeert u!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 2001
Daniel | 32 Pagina's