"We mogen ervaren dat de Heere zorgt"
Terugblik op de mkz-crisis
22 juni. Nog enkele dagen en dan zal heel Nederland weer vrij gebied zijn. Samen met de familie A.M. Kluin uit Nijbroek kijken we terug op de mkz-crisis; op de tijd dat een groot aantal boeren het ergste overkwam wat in 'het achterhuis' kan gebeuren. Maar we kijken ook vooruit.
Hoe raakte jullie bedrijf betrokken bij de mkz?
Kluin: "Op 17 maart zeiden mijn broers dat er geiten in de buurt ziek waren en dat de ziekte veel op mkz leek. Engeland leek zo ver weg. Ik schrok verschrikkelijk. Later op de middag hoorden we dat de geiten waren geruimd en dat waarschijnlijk ook een kilometer in de omtrek geruimd zou worden. We waren van mening dat wij net buiten het gebied zouden vallen, maar het bleek er binnen te zijn.
Dinsdags hoorden wij officieel dat het mkz was. Direct werd alles afgezet. Het hele gebied ging dicht. Het gaf een verschrikkelijke spanning. Je hoopt dat het anders gaat. 's Avonds pakten we de Bijbel en lazen het hoofdstuk dat aan de beurt was: Psalm 91: Gij zult niet vrezen (...) voor de pestilentie (...) tot u zal het niet genaken. We hadden heel sterk de indruk dat de Heere ons bewaren zou. Bij ons zou de ziekte niet komen.
's Woensdags werd al ons vee geïnventariseerd. Alles werd geteld en er werd gekeken of de dieren verschijnselen hadden van mkz", aldus vader Kluin.
Zoon Cor (13) heeft van deze dagen een verslag gemaakt, dat bij dit artikel is opgenomen.
Kluin vervolgt: "Vrijdags werd er getaxeerd. Zaterdagsmorgens begon het ruimen. Een coördinator nam de leiding op het erf; zelf heb je niets meer te zeggen. Het gaat zo tegen je gevoel in. Gezonde dieren moeten worden gedood, terwijl we leefden in de bemoediging dat de ziekte bij ons niet zou komen. Toen de mannen binnen zaten voor een pauze, heb ik aan de coördinator de Bijbel gegeven en gevraagd Psalm 91 te lezen. Zelf kon ik het niet. Kort daarna zijn we naar m'n broer gegaan. Toen we zaterdagsavonds na het ruimen thuis kwamen, was het gewoon ons eigen huis niet meer. Alle stallen waren leeg. We vroegen ons af of het de goede maatregel was die genomen werd. De ziekte is bij ons vee niet, we worden ervoor bewaard, maar ze worden wel weggehaald. Koeien die hoogdrachtig waren, werden dood gemaakt; de nog niet geboren kalveren leven dan nog een poosje. We waren zo verslagen. Het is niet te begrijpen. Acht weken later kregen wij de uitslag van de bloedproeven dat ze negatief waren."
Waaruit bestond jullie bedrijf?
Kluin: "We hadden 607 kalveren, vier geiten, tien drachtige koeien en 25 jongvee." Mevrouw Kluin: "Cor had vier geiten. Hij nam aan wedstrijden deel en reed parcoursen voor de mooist versierde karren en geiten."
Tijdens de crisis zijn de kinderen Johan (15) en Cor veertien dagen niet naar de Fruytierschool geweest. Geertje (12) en Marianne (8) bleven twaalf dagen thuis van school. Ze mochten niet naar school, maar ze wilden ook liever niet.
Cor: "Liever ging je niet naar school. Wat moet je doen op school? Je moet steeds aan thuis denken."
Ook jeugdvereniging, de activiteiten voor de actie van de Jeugdbond en de andere verenigingen in de gemeente waren stopgezet.
Johan: "Ik had toen net een brommer gekocht. Daar ben ik toen veel mee bezig geweest. 30 juni gaan we als afsluiting van het seizoen met de -16 nog een dagje uit."
Hoe lang zijn jullie van de buitenwereld afgesloten geweest?
Kluin: "Drie weken. Vanaf het moment dat er bij ons geïnventariseerd werd, is alles afgezet. Niemand mocht in of uit. We zagen alleen maar politie, RVV, ME. Je voelt je net een misdadiger."
Mevrouw Kluin: "Iemand uit onze gemeente haalde boodschappen voor ons die we bij het hek, dat ons van de buitenwereld afsloot, konden ophalen. We raakten helemaal geïsoleerd. Daarom was het ook best moeilijk om weer onder de mensen te gaan."
Kluin: "Het was een andere wereld waarin je kwam; er werd gelachen. Je keek met een verre blik vooruit in plaats van rustig om je heen. Er heerste zo'n spanning."
Mevrouw Kluin vult aan: "Waar je ook kwam later, altijd ging het over de mkz."
Jullie konden een paar weken niet naar de kerk. Hoe brachten jullie de zondag door?
Mevrouw Kluin: "We gingen naar mijn zwager waar we een prekenbandje luisterden. Daar kwamen nog meer mensen uit het afgesloten gebied."
Was er meeleven? Wat betekent de kerkelijke gemeente in zo'n tijd?
Mevrouw Kluin: "Als je niet tot een kerk zou behoren, niet in God zou geloven, zou je in opstand komen. Tegenspoed bindt. Er heerst een goede band, we hebben nu veel contacten met mensen die we normaal weinig spraken.
Als familie hebben we veel met elkaar gepraat. Dat is ook goed. Verder kregen we veel telefoontjes, soms wel 25 op een dag. En veel kaarten. Ook kregen net voor Pasen de getroffen boeren een krentenbrood van de niet-boeren uit de gemeente."
Geertje: "En chocola."
Marianne: "En bloemen van de tandarts."
Hoe kijken jullie aan tegen het overheidsbeleid?
Kluin: "Er wordt gesproken over een ander beleid. Mestkalveren zouden economisch de schuldige zijn. Er zou teveel met kalveren worden gesleept. Maar wij hadden altijd kalveren uit Denemarken omdat die beter zijn dan Hollandse kalveren. In Denemarken zijn geen veemarkten, de dieren komen van een bedrijf, gaan een auto in en worden regelrecht hiernaartoe gereden. Ook in de auto's is het erg schoon en wordt goed voor de dieren gezorgd.
De varkens in het afgesloten gebied hadden, als de wagens goed ontsmet werden, best vervoerd kunnen worden. Nu zijn de bedrijven zover achterop geraakt dat er nog steeds oude dieren in de stallen zitten. De dieren maken de stallen kapot. En dan zijn we nu al dertien weken verder en hebben van de overheid nog niets ontvangen."
De mkz-crisis duurt al een paar maanden. Gebieden zijn of gaan open, vee mag worden aangeschaft, het leven gaat weer door?
Mevrouw Kluin: "Nee, dat gaat niet meer. Het zal anders zijn."
Kluin: "Je wordt wel stilgezet. Er wordt zo overal een streep door gehaald. Het zijn ook voornamelijk kerkmensen, die deze slag is overkomen. Er leven zoveel vragen. Maar wij zijn maar nietige mensen. God is groot. Wij weten Gods bedoeling niet."
Blijven jullie boer?
Kluin: "Ja. Er zijn veel dingen geweest waardoor we dachten: hoe moet het verder? Maar nu begint toch langzamerhand alles weer een beetje te lopen. Wij mesten op contract, dus wij moeten afwachten of we weer kalveren krijgen. De kalveren komen hier als ze ongeveer veertien dagen oud zijn. Waarschijnlijk hebben wij half juli weer vee.
Mijn broers hebben al vee gekocht. Ze zijn met de veehandelaar in Montfoort gaan kijken omdat daar vee te koop was. Maar het was niet wat ze zochten. Ze zochten goede rode koeien, maar het was ander vee. Toen ze op de terugweg waren stond de weg tussen Utrecht en Amersfoort vol. Ze zeiden tegen elkaar: Laten we maar binnendoor gaan, door een rustiger omgeving. Toen ze goed en wel van de snelweg af waren zagen ze een koppel mooie rode koeien lopen. Zulke koeien zochten ze. Ze zeiden: Laten we eens gaan kijken, misschien wil de boer ze wel verkopen. De boer bleek een man te zijn van 73 jaar. Toen ze in gesprek raakten met de boer bleek dat hij alles wilde verkopen, de hele veestapel. Groot was en is bij allen de verwondering. Het lijkt wel of het zo bestuurd is. De Heere zorgt ook hierdoor. Als je het opmerkt, dan zie je 't. Dan kun je zelf je wegen uitstippelen, maar het wordt geleid zoals het wezen moet."
Ds. Kattenberg zei in zijn preek op 25 maart: De Heere is er. Hebben jullie in deze tijd de nabijheid van de Heere mogen ervaren?
Kluin: "Wat gebeurd is, is verschrikkelijk. Het gaat zo tegen je gevoel in. Het is niet te begrijpen. Maar we zijn niks te kort tekort gekomen. De olie in de fles verminderde niet. We mogen ervaren dat de Heere zorgt."
24 maart, de dag om nooit te vergeten
Woensdag 21 maart kwamen drie medewerkers van de RVV op ons bedrijf inventariseren. Alle kalveren, koeien en geiten werden goed bekeken of ze verschijnselen van mkz hadden. Er werd een plattegrond gemaakt van onze stallen en het vee werd geteld. Er waren geen verdachte dieren. De wegen in de buurt werden afgezet en wij gingen niet meer naar school en ook niet meer van huis. Donderdag 22 maart kregen we telefoon dat het vee geënt zou worden, en dat we in de 1-kilometerzone wonen van het besmette bedrijf. Een uur later werd er gebeld dat er niet geënt mocht worden. De spanning steeg. Ik werd bang: O, mijn geiten.
Vrijdag 23 maart werd er een douchecabine gebracht. Om 5 uur kwamen ze taxeren; dat duurde tot 2 uur 's nachts in verband met de vele papieren rompslomp. Alles moest in achtvoud genoteerd worden. Mijn vader zei dat er beslist niet op zondag geruimd mocht worden. Een van de taxateurs belde op naar het crisiscentrum. Er werd besloten dat bij ons de volgende dag geruimd zou worden. Ik heb toen sloten op mijn geitenhok gemaakt.
Zaterdag 24 maart om half zeven kwamen eerst de legerauto's voorbij, gevolgd door verschillende ME-busjes, toen nog een paar politiewagens. Wij voelden ons zeer verdrietig. Om 7 uur kwamen er rijen auto's met RVV- en AID-mensen. Er kwamen grote vrachtwagens met containers en een grijpkraan. Mijn zusjes en ik waren inmiddels naar mijn oom en tante gegaan, want zoiets kunnen wij niet aanzien. Alle medewerkers trokken witte pakken en laarzen aan. Om 8 uur begonnen ze met kalveren uit de stallen te jagen. Als ze buiten kwamen, werden ze door het schietmasker geschoten. Van de dieren werd ook nog bloed afgetapt. Met de kraan werden ze in de containers geworpen. Verschrikkelijk. Dat ging door tot 's avonds half twaalf. De hele dag klonk er geknal.
Tegelijk met ons werd ook het bedrijf van mijn ooms geruimd die naast ons wonen. Het was een verschrikkelijke dag. Alle containers, auto's en stallen werden ontsmet. Toen wij thuis kwamen, was het allemaal mest, modder, bloed en oormerken op het erf.
Zondag 25 maart mochten wij niet naar de kerk en hebben wij met elkaar naar een prekenbandje geluisterd. We mochten niet van het erf, twee weken mochten wij niet in de stal komen, daarna heeft mijn vader de stallen schoon gespoten. Daarna werden de stallen gecontroleerd of ze schoon genoeg waren, daarna zijn ze voor de tweede maal ontsmet.
Na acht weken kregen wij de uitslag van de bloedmonsters dat ze negatief waren. Ik heb de ruiming van het vee opgeschreven, maar het verdriet, de angst en spanning die hiermee gepaard gingen bij onze familie is niet te beschrijven. Gezonde kalveren en geiten die stonden te blaten om drinken en eten, koeien die bijna een kalfje moesten krijgen, alles werd dood gemaakt. Je dieren weg, je werk weg, je inkomen kwijt. Er is in het begin te veel paniek gezaaid door het dreigen met hoge kortingen. Er werd veel te veel voor mkz aangezien wat het achteraf helemaal niet was.
Als er nog een keer mkz zou komen, mag er niet meer zo massaal geruimd worden, dan alleen die duidelijk zichtbare verschijnselen hebben, want dit mag nooit meer gebeuren.
Cor Kluin
Ouderling in Terwolde
Aan mij is gevraagd een reactie op de mkz-crisis en de ervaringen daarbij.
Er zijn van die ingrijpende gebeurtenissen die eigenlijk niet met woorden zijn weer te geven en daarom ook onmogelijk om op papier te zetten. Het is dan ook niet meer dan proberen aan dit verzoek gehoor te geven.
In de eerste plaats moeten wij mijns inziens opmerken dat de Heere hierdoor gesproken heeft en nog spreekt. Dat hetgeen waarover wij rentmeester mogen zijn, ons van de ene dag op de andere dag ontnomen kan worden. Het Woord van de Heere spreekt ons ook van bezittende als niet bezittende.
Maar ook in de tweede plaats dat het gebed van David ook ons gedurig gebed maar moet zijn: 'Laat mij in handen van mensen niet vallen'.
Mijns inziens zijn er twee zaken te onderscheiden, namelijk het mkz-virus en de maatregelen die genomen zijn. Wat de ziekte betreft: dat dit ervaren mag, kan (moet) worden als van de hand des Heeren ons toekomende en dat die begeerte er was en is in de gemeente om daaronder te mogen buigen en dat de Heere dat bij ogenblikken ook heeft willen geven en dat er temidden van deze grote beroering toch goed van de Heere mocht gesproken worden.
Wat de maatregelen betreft die genomen zijn, namelijk het massaal doden (men heeft daar een mooi woord voor uitgevonden: ruimen) van zovele gezonde dieren, dat is en was eigenlijk onaanvaardbaar en heeft ook een ontzaglijke beroering teweeg gebracht bij boerengezinnen, maar ook bij velen die voor de liefhebberij dieren hadden. Dat hebben velen ervaren als verraad van hun dieren. Ze hebben een erg schuldgevoel tegenover onnozele dieren. Dit kan dan ook niet anders gezien worden als dat het is gebeurd onder de toelating des Heeren.
Hoe de kerkenraad de getroffen leden bijgestaan heeft? Allereerst deze nood persoonlijk en ambtelijk de Heere opgedragen. En er is geprobeerd om de mensen zoveel mogelijk bij te staan. Bezoek was in bijna alle gevallen niet toegestaan vanwege besmettingsgevaar, dus bleef alleen maar telefonisch contact mogelijk. In het begin werd veel gebeld, zodat bij veel mensen de telefoon bijna de hele dag bezet was. Onze diaconie heeft de mensen ook in 't begin alleen maar telefonisch kunnen benaderen voor financiële steun. Nu het gebied zo langzamerhand weer vrij gegeven wordt, worden er persoonlijke bezoeken gebracht en draagt de diaconie waar nodig financieel bij en hoopt dat, zolang het nodig is, te blijven doen. Er is twee keer een collecte gehouden in de kerk, de opbrengst daarvan was ongeveer 70.000 gulden; bijzonder aangenaam om op deze manier elkanders lasten te mogen dragen. Ook hebben de leden onderling bijzonder met elkaar meegeleefd. Ook vanuit de zustergemeenten was en is het meeleven groot en werd er ook gecollecteerd en naar wij vernomen hebben wordt er ook landelijk in onze gemeenten gecollecteerd. Dat is een van de vele voorrechten die wij als gemeente-zijn mogen hebben.
Hoe moeten of gaan onze boeren verder? Allereerst in afhankelijkheid van de Heere. Er zijn boeren die bezig zijn om een nieuwe veestapel te kopen. Hierin mag ook ervaren worden hoe de Heere kennelijk zorgt. Maar er zijn er ook die niet weer beginnen en dat kan heel moeilijk zijn als men daar op deze wijze toe komt.
Wij denken aan mensen die koeien, kalveren, varkens, schapen en geiten hadden en dan gaat het niet om het aantal. Wij lezen in de Bijbel ook van iemand die een enig ooilam had en het vertroetelde op zijn knieën.
Tot slot. Laten wij niet vergeten dat de Heere in het paradijs alles geschapen heeft, waarvan Hij Zelf getuigde: en ziet het is alles zeer goed. Maar door de zonde van ons aller vader Adam sprak de Heere tot hem: daarom zij het aardrijk om uwentwil vervloekt. En dat door onze zonde al het vee dit overkomt. Als dit ingeleefd mag worden, komen wij als arme zondaren aan Zijn voeten, Hem smekend om genade met de belijdenis des harten: Uw doen is rein, uw vonnis gans rechtvaardig. En dan is het een wonder dat de Heere ons leven nog spaart. Er zou nog veel aan toe te voegen zijn. Het zijn maar enkele signalen uit een getroffen gebied.
Ouderling W. Mekelenkamp
Preken in Terwolde
Zondag 25 maart; 's avonds 19.00 uur: preken in Terwolde. Vanwege de mkz-crisis wordt het een biddagpreek in een wat aangepaste vorm met het oog op de omstandigheden. Hoe dichter we die zondagavond bij Terwolde komen, hoe stiller 't wordt. Mensen zie je nauwelijks en vee al helemaal niet. Roodwitte linten, ja, die zie je overal. Je voelt tegelijk iets op je afkomen van - ja, hoe moet ik het noemen - beklemming, zorg, onmacht. Dat wordt te erger bij het oprijden van het parkeerterrein bij de kerk: tussen rood-witte linten door, over ontsmettingsmatten. Eenzelfde soort matten ligt ook bij de ingang van de kerk. In de preek krijgen ze een plaats. De reiniging van ons leven aan de buitenkant is niet genoeg; reiniging van binnen is nodig. Daartoe dient de prediking van het Lam, van 't Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt. Waar die reiniging werkelijkheid is door de Heilige Geest in 't spoor van het Woord, daar kan het kwade ons niet deren, daar kan 't goede ons niet ontgaan. Zelfs al zouden we dan alles moeten afstaan - en hoe ingrijpend het is om al je vee te moeten afstaan ervaren sommigen in de gemeente - dan nog blijft er Een over en om Hem gaat het: Jezus. Luther heeft gezegd: Eén mens met God is altijd in de meerderheid. De kerk is half gevuld, maar we voelen ons verbonden met de thuisblijvers. Dat merk je gewoon. Wat een zegen van het gemeente-zijn. 'O God, Die 's lands benauwdheid ziet...' zo zongen we. Een kerkgangster na afloop van de dienst: 't Was goed om vanavond in de kerk te zijn, dominee!
Ds. R. Kattenberg
Een roepstem tot bezinning
De recente problemen in de landbouw (varkenspest, BSE, mkz) zijn een indringende roepstem. In de eerste plaats natuurlijk voor de boeren die ermee te maken hebben. DMZ heeft op verschillende manieren (info-avond diaconieën, mkz-lijn, hulpverlening kerkenraden) gepoogd een helpende hand te bieden. Velen hebben hiervan gebruik gemaakt. De nood is soms ook heel erg hoog. Het is belangrijk dat ook vanuit de kerk een helpende hand wordt geboden. Elkaar helpen is ook een dure plicht! In de tweede plaats is er natuurlijk de ontwikkeling in de landbouw. Wij hebben niet alles in de hand. Ik denk dat we moeilijke vragen in de toekomst niet uit de weg mogen gaan. We moeten denk ik toch nadenken over de vraag of alles zo verder kan en mag. Vooral de intensieve veehouderij vraagt mijns inziens om diepgaande bezinning. Tenslotte heeft de mkz-crisis ons ook weer bepaald bij de geboden des Heeren, vooral het vijfde gebod. Uiteraard kunnen we van mening verschillen over het beleid van de overheid. Dat mag. Maar nooit mogen wij het recht in eigen hand nemen. Het doet pijn, hoe begrijpelijk op zichzelf ook, als dat naar boven komt. Laten we waken tegen de geest van de revolutie! Als laatste wil ik allen die door deze crisis getroffen zijn Gods hulp en bijstand toewensen. Het is groot als we onze noden in de handen des Heeren mogen leggen. Dat geeft vrede, soms zelfs vreugde (Habakuk 3: 17b).
Ds. W. Visscher,
voorzitter Deputaatschap Diaconale en Maatschappelijke Zorg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 2001
Daniel | 32 Pagina's